Nul-A terminologie

"Nul-A" is een afkorting van "non-Aristotelisme", waar "Aristotelisme" op zich weer staat voor het denken met "de uitgesloten derde", in de logica ook bekend als tertium non datur: de aanname of het theorema dat als een bewering of stelling niet niet-waar is, het dan wel waar moet zijn  . Dit betekent hetzelfde als dat de dingen waarover het dan over gaat altijd volledig waar, of volledig onwaar zijn. Of in andere woorden: het is zwart-witdenken, waarin niet-wit gelijk is aan zwart, en niet-zwart gelijk is aan wit. Of nog anders: het is gelijk aan de ontkenning van het bestaan van grijstinten, van halve of kwart-waarheden.

Het is bekend uit modernere logica dat er inderdaad dit soort stellingen bestaan, maar dat die dan altijd en uitsluitend gaan over wiskundige zaken. Zodra je het gaat hebben over de zaken in de werkelijke wereld, sluipt er altijd de mogelijkheid van grijswaarden, halve waarheden, in.

In feite behoort deze kennis tot het gezonde verstand. Desalniettemin bestaat er binnen diverse kringen een hardnekkige neiging om de wereld te vatten in de Aristotelische logica, de A-logica. In de politiek is dat de veelgebruikte stelling van: "Wie niet voor mij is, is tegen mij." Of in een wat andere vorm: "De vijanden van mijn vijanden zijn mijn vrienden." Zo steunden de Amerikanen het islamitische verzet in Afghanistan waaronder mensen als Osama bin Laden onder het motto: "De Russen zijn onze vijanden, Osama bin Laden is een vijand van de Russen, dus Osama bin Laden is onze vriend."

Een andere groep die van oudsher ernstig besmet is met het A-virus zijn filosofen - dat is omdat ze veelal handelen in ideeën en ideologieën, en ideologieën zijn dezelfde soort dingen als absolute waarheden.

En de derde en mogelijkerwijs belangrijkste groep is die van de intellectuelen, waarvoor ongeveer hetzelfde geldt als voor filosofen. Dat kan dan weer wat verder toegesneden worden, want de bèta's, hoewel die veel meer leren over wiskunde en logische processen, leren in hun opleiding dat de datgene waar ze mee werken, de uitkomsten van experimenten, altijd grijstinten zijn - de wiskunde is slechts een hulpmiddel om met die grijstinten te werken. De echte A-intellectuelen zijn dus de alfa's en de gamma's, de literatoren en de menswetenschappers enzovoort, hier gezamenlijk aangeduid als de alfa's  .

Waar het gezonde verstand en de natuurwetenschap dus zegt dat er alleen grijstinten bestaan, denken de alfa-intellectuelen sterk in idealen, absolutismen, of zwart-wit-termen. Dat kan je dus aanduiden als een afwijking van het normale, gezond-verstand, denken, kortweg: als een afwijking. En dat is hoe Korzybski het geformuleerd heeft. Hij ziet dit soort denken als een geestesstoornis. Een geestesstoornis waarvan hij, enigszins absolutistisch, de opsporing en schuld legt bij Aristoteles - zie het volgende citaat (vertaling uit De Wereld van Nul-A van A.E. van Vogt  ):

  Wellicht heeft nog nimmer een enkel individu zoveel mensen beïnvloedt en bedorven als de begaafde … Aristoteles … Voor ons begon de tragedie, toen de ‘cohesieve’ bioloog Aristoteles de overhand kreeg over de ‘expansieve’ wiskundige en filosoof Plato, en al zijn oergelijkstellingen en voorspellingsstelsels formuleerde … en onderbracht in een systeem dat ons alleen tot last was, maar dat we meer dan tweeduizend jaar lang niet mochten herzien, op straffe van vervolging … En hierom wordt zijn naam gebruikt voor de tweewaardige doctrines van het Aristotelisme en wordt, in tegenstelling daarmee, aan de polyvalente realiteit van de moderne wetenschap de naam non-Aristotelisme gegeven

Een voorbeeld voor het denken van Aristoteles is het volgende door Van Vogt gebruikte citaat uit De Nicomacheïsche Ethica (ca. 340 v. Chr.):

  Om aanvaardbaar te zijn als wetenschappelijke kennis moet een waarheid afgeleid zijn van andere waarheden.

Deze uitspraak wordt in de geformuleerde vorm ongeldig zodra de basiswaarheden waaruit Aristoteles zijn nieuwe waarheid wil trekken ook maar de geringste vorm van onzekerheid hebben. Ze geldt dus alleen voor denksystemen zonder die onzekerheid, dat wil zeggen, in de wereld van afspraken die wiskunde heet.

Men kan dus kanttekeningen maken bij de door Korzybski gebezigde tegenstelling tussen Aristoteles en Plato. Plato is tevens de man van het denkideaal, het idee dat het denken de ware, scherpe, werkelijkheid is, en de waargenomen werkelijkheid daar slechts een vage afspiegeling van vormt, ook bekend als de analogie van de grot. Plato heeft daar dus gelijk in, in de zin, dat de absoluutheid alleen in het hoofd kan bestaan. Korzybski schaart zich expliciet aan de kant van de vage werkelijkheid, en is dus zeker geen Platoniaan. Dat wordt nog eens bevestigd door de twee andere hoofdtermen uit Korzybski's oorspronkelijke versie van de Algemene semantiek, naast Nul-A: Nul-N en Nul-E, staande voor niet-Newtoniaans en niet-Euclidisch. De Euclidische meetkunde is het eerste voorbeeld van consistente uitwerking van de bovenstaande stelling van Aristoteles: de meetkundige stellingen worden allemaal afgeleid van vijf meetkundige axioma's, de laatste zijn fundamentele waarheden als "Door twee punten gaat maar één rechte lijn". Waar Korzybski op heeft gewezen is dat later is aangetoond dat de waarheid over de punten en de rechte lijn toch niet helemaal volledig bleek te zijn, waarmee het hele Euclidische bouwwerk vervallen is tot één van meerdere mogelijke benaderingen, in plaats van een absolute waarheid (voor de volledigheid: de bekendste aanvullingen van absolute Newtoniaanse mechanica zijn de relativiteitstheorie en de quantummechanica).

Desalniettemin is, Korzybski's formulering gebruikende als een soort uithangboord, de strekking van zijn analyse volledig juist. Het zwart-wit denken is, zoals al blijkt uit de gegeven voorbeelden uit de werkelijke wereld, een manier van denken die zwaar contraproductieve resultaten oplevert, en daarom rustig als gestoord kan worden aangeduid.

Korzybski heeft zijn systeem van de Algemene semantiek in eerste instantie bedoeld en ontworpen als een remedie tegen deze ernstige kwaal. Een aanhanger van de Algemene semantiek wordt, waarschijnlijk vanwege het essentiële belang van dit deel ervan, door Van Vogt aangeduid als "een Nul-A".

 
Naar Alg. semantiek, inleiding  , Alg. semantiek lijst  , Alg. semantiek overzicht  , of site home  .