De Volkskrant, 26-02-2005, column van Marjolijn Februari
De doodstraf is een onderwerp voor de studeerkamers
Over een paar maanden staat er iemand op die zegt dat we de Universele
Verklaring van de Rechten van de Mens maar moeten afschaffen. Mensenrechten zijn
nog een raar overblijfsel uit politiek-correcte tijden, zal hij zeggen. De
meeste kiezers hechten helemaal geen waarde aan die mensenrechten, zal hij
zeggen. Mensenrechten zijn een taboe van links. Dat zal hij zeggen.
Als een overblijfsel uit politiek-correcte tijden zit ik
vandaag in mijn studeerkamer. De boeken om me heen zijn de laatste maanden in
rap tempo waardeloos geworden. Boeken over rechtsbeginselen, over staatsleer,
over strafrechtstheorie, een boek over de liberale traditie, een boek over de
liberale moraal: allemaal volstrekt waardeloos en volkomen overbodig. Niemand
verwijst tegenwoordig nog naar tradities of naar theorieën.
De directeur van de Telders-stichting, het wetenschappelijk
bureau van de VVD, heeft een pleidooi gehouden voor herinvoering van de
doodstraf. Waar om? `Omdat daders dan niet meer in herhaling kunnen
vervallen.'Tegenover deze onverbiddelijke logica past slechts stilte. Eigenlijk
zou ik nu met beginselen op de proppen moeten komen en met een overzicht van de
liberale traditie, dat is mijn taak hier tenslotte, maar ik begin me de laatste
maanden serieus af te vragen of argumenteren op theoretisch niveau nog zin
heeft.
Er zijn natuurlijk veel praktische argumenten te geven tegen
de doodstraf. Zoals er ook praktische argumenten zijn voor de doodstraf. En het
argument van de Teldersstichting is van al die argumenten wel het onnozelste.
Als je een dief beide handen afhakt, zal hij niet zo gemakkelijk meer stelen.
Als je kinderen vanaf hun vijfde jaar in fabrieken laat werken, zorgen ze voor
minder overlast op straat. Dat zijn hoogst praktische argumenten voor
afschaffing van de mensenrechten. Maar het zal duidelijk zijn dat je op die
praktische manier de wereld niet het beste inricht.
Er zijn zelfs praktische argumenten die omslaan in
tegenargumenten wanneer je ze simpelweg omdraait. Zo kun je volhouden dat de
doodstraf aantoonbaar effect heeft - maar je kunt ook volhouden dat de doodstraf
aantoonbaar geen enkel effect heeft. Het is een oeverloze discussie. Mij lijkt
het belangrijker dat de doodstraf onmogelijk valt te rijmen met de manier waarop
de verhouding tussen het individu en de staat wordt gezien in de liberale
staatstheorie. Dat de, SGP voor de doodstraf pleit, valt goed te begrijpen: de
SGP is gekant tegen de democratische, liberale rechtsstaat. Maar ben je een
aanhanger van de liberale staatstheorie, dan kun je de staat niet laten
beschikken over leven en dood van de burgers. De straf past gewoon niet in de
leer.
Nu heeft ieder theoretisch argument deze dagen het
overduidelijke nadeel dat het afkomstig is uit een studeerkamer. De directeur
van de Teldersstichting wees er bij zijn pleidooi voor de doodstraf met klem op
dat 40 tot 50 procent van de Nederlandse bevolking voor de doodstraf is. Dan zou
men het daar `in een democratisch land' toch eens over moeten hebben. De kiezer
roept immers. Waarom antwoordt de politiek dan niet?
Maar de directeur van de Teldersstichting vergeet dat het
verbod op de doodstraf als principe helemaal geen uitkomst is van democratische
beslissingen - het is een principe dat ten grondslag ligt en voorafgaat aan het
bestaan van de staat en de democratie zoals we die kennen. Dan kunnen 40 of 50
procent van de burgers wel wensen dat dat anders is, maar dat is net zo weinig
relevant voor ons recht als de schatting dat 40 tot 50 procent liever geen
belasting zou betalen. je kunt wel zo veel willen. De directeur van de
Teldersstichting wil graag `een debat' voeren, maar een debat voeren is iets
anders dan populistisch pleiten voor wat theoretisch onmogelijk is.
Denk nu niet dat ik alle debatten meteen maar wil
terugverwijzen naar de studeerkamer. Het debat over de Europese Grondwet,
bijvoorbeeld, ligt volgens mij juist weer veel te weinig op straat. Daar moet
immers de burger beslissen over de bevoegdheden van de staat: daarom zou de
tekst toegankelijker moeten zijn, hadden de burgers eerder betrokken moeten
worden en is een referendum noodzakelijk. Maar bij de doodstraf ligt dat anders.
De bevoegdheid tot doden van hun medeburgers kunnen de burgers niet verlenen aan
de staat. De doodstraf is daarom geen onderwerp voor een referendum: de
doodstraf is een onderwerp voor de studeerkamers.
Nogmaals, het ligt gevoelig, een lofzang op de studeerkamer.
Vorige week pleitte ik voor grotere nadruk op kwaliteit in het onderwijs.
Daarbij stelde ik columnist Kees Beekmans gerust dat kwaliteit in de
studeerkamers niet hoeft te botsen met kwaliteit op het vmbo. Beekmans bleek het
hiermee eigenlijk wel eens te zijn, maar in zijn polemische opwinding las hij de
rest van mijn woorden niet meer goed. hoewel die waren gericht aan tegenstanders
van de studeerkamerelite, nam Beekmans ze per ongeluk zo persoonlijk op dat hij
geërgerd aan mij schreef in de krant. Zijn ergernis -'nee. Marjolein', 'ja,
Marjolein'- was al met al wel misplaatst. Bovendien heet ik Marjolijn.
Bij dit alles besef ik heel goed dat er ook in de
studeerkamers veel mis gaat. In mijn eigen studeerkamer heb ik wat fotoboeken
over studeerkamers en die bladerde ik deze week in ge dachten door. Ik stuitte
op foto's die de Hongaarse schrijver en fotograaf Péter Nádas had gemaakt van
kamers waar hij vroeger werkte.'Geen van mijn werkkamers had een gunstiger
ligging dan die in de Káuzchensteig, in Berlijn', luidt het bijschrift.'Vroeger
ontwierp Arno Breker hier zijn te groot uitgevallen fascistische standbeelden.'
Inderdaad bieden studeerkamers geen garantie op verstandige
conclusies - maar dat is nog geen reden om ze af te schaffen.
Naar Bronnen bij Canondiscussie: Februari 26-02-2005
, Filosofie lijst
, of naar
site home
.
|