De Volkskrant, 22-04-2006, column van Marjolijn Februari

Onzekere grootspraak en egocentrisch verlangen zitten wederzijds respect in de weg

Identificatie met een slachtoffer uit een andere gemeenschap is nodig voor sociale binding 


Ik ken iemand die ooit bijna is aangereden door Natasja Froger. Dat zat zo. De vriendin in kwestie fietste nietsvermoedend door de stad, toen een dure auto langs reed die het spatbord van haar fiets net niet of juist net wel schampte, zodat zij met fiets en al op de grond viel. De dure auto stopte en Natasja Froger stapte uit.
    Mevrouw Froger was erg aardig en bezorgd en meelevend geweest, maar alles welbeschouwd was er niets aan de hand, dus houdt het verhaal hier meteen al weer op. Natasja Froger zal het voorval dan ook allang weer vergeten zijn, maar in mijn vrienden- en kennissenkring draagt iedereen het voor de rest van zijn leven met zich mee. Dichter bij de wereld van de rijkdom en de roem zullen we nooit komen.
    Het nieuwe tabloid NRC Next - bezorgd om de teloorgang van ons koningshuis - hield vorige week een volksraadpleging over de vraag of René en Natasja Froger wel geschikte vrienden zijn voor de kroonprins en zijn vrouw. Naast een artikel over de afnemende invloed van de adel op het koningshuis stond de stelling 'René Froger hoort niet aan het hof'. Daarmee kon je het als lezer dan volmondig eens zijn of volmondig oneens. Het referendum kostte de lezer 25 cent per sms en heeft vooralsnog geen staatsrechtelijke gevolgen.
    Voor volkszanger René Froger en zijn vrouw Natasja moet het geen prettige gedachte zijn dat ze zo publiekelijk worden aangewezen als te min. Aan de andere kant proef je uit de stelling van NRC ook onmiskenbaar de vernedering die men voelt in de hogere lagen van de samenleving, waar privileges verdwijnen en vooraanstaande posities plotseling blijken ingenomen door zangers met veel geld en een proletarisch repertoire.
    Toevallig heb ik zojuist een boek gekocht van Richard Sennett, Respect in een tijd van sociale ongelijkheid, over klassenverschillen en rassenonderscheid. Sennett is een blanke Amerikaan, een socioloog met een Harvard-opleiding, die als kind een tijdje in woningbouwproject Cabrini in Chicago woonde. Een wijk die speciaal was opgezet om arme zwarte Amerikanen en arme witte Amerikanen te laten integreren. Een succes was het proefproject niet: iedereen die weg kon, trok weg. En ook de alleenstaande moeder van Richard Sennett werkte zich omhoog, de wijk uit, waarna de zoon begon aan een lange onderzoekstocht door de maatschappij.
    Richard Sennett is een strenge denker. Hij onderzoekt de werking van vernedering en respect zonder al te snel partij te kiezen. Dat heeft het voordeel dat hij een scherp oog heeft voor de wisselwerking tussen groepen in de maatschappij. Voor de positie van de midden-klasse die ingeklemd zit tussen de bestuurders en de onderklasse; voor de hoogopgeleide professionals die verlamd raken door hun angst de onopgeleide arbeiders te beledigen over wie ze regeren; voor de spanning tussen de gelukkigen die aan het getto ontsnappen en de reddeloze achterblijvers.
    Toen ik deze week een bericht las over etnische spanningen had ik meteen baat bij het boek van Sennett. Het bericht ging over een roofmoord door twee Noord-Afrikanen op een autochtone Belg in Brussel; allochtone Belgen protesteerden tegen het geweld en riepen de eigen gemeenschap op verantwoordelijk te worden voor het bestrijden van criminaliteit. Op deze oproep kwam weer kritiek van andere allochtonen: was zo'n oproep, was zo'n openlijk protest tegen een roofmoord geen verraad aan de 'eigen gemeenschap'?
    Dat laatste leek me nogal een gebrek aan sympathie met het slachtoffer van de moord. Richard Sennett maakte die gedachte wat ingewikkelder. 'Adam Smith heeft in een beroemde definitie sympathie omschreven als de meestal onjuiste gedachte dat andermans pijn hetzelfde is als iemands eigen pijn', schrijft Sennett. We vergissen ons als we volstrekte gelijkheid veronderstellen tussen de ander en onszelf - maar die vergissing is nodig voor het ontwikkelen van wederzijds respect. Voor sociale binding is het nodig dat iedereen zich kan identificeren met een slachtoffer uit een andere gemeenschap, ook al berust de wederzijdse identificatie op een misverstand.
    Nu keer ik weer terug naar Natasja Froger, die de laatste weken een datingshow presenteerde op de televisie. Het waren avonden waarop ik alle andere ongelijkheden in de maatschappij graag vergat: das mit den Männern und den Frau'n is opwindend genoeg. In het programma van Froger zag je een aantal vrouwen gezamenlijk op bezoek gaan bij een mogelijke huwelijkskandidaat en zijn moeder. De meesten besloten meteen na een goed gesprek - waar kom je vandaan? wat zijn je hobby's? wil je ook kinderen? - zichzelf met man en moeder 'wel oud te zien worden'.
    Ik vergaapte me aan dat bewonderenswaardige vermogen van mensen om verliefd te worden op iedereen die ze maar tegenkomen. En aan dat nog veel bewonderenswaardiger vermogen van mensen om te denken dat iedereen die ze tegenkomen ook verliefd wordt op hen. Je zag dat onder het oog van een bezorgde Natasja Froger gebeuren. Een man had drie ontmoetingen met drie vrouwen, en na elke ontmoeting keek hij weer even opgetogen in de camera: 'Ze vond me meteen leuk, dat zag ik.'
    En natuurlijk ging het meestal mis. Daardoor viel me opeens de overeenkomst op met al dat andere, eenzijdige hengelen naar liefde en respect in de samenleving, of het nu gaat om randgroepjongeren, politici of profeten. 'Ze vinden me allemaal leuk', 'we zijn een geweldige club', 'ik heb nu al vlinders in mijn buik', 'met mij valt altijd wat te beleven', 'dit wordt het helemaal', 'follow me'. Al die onzekere grootspraak die de wederzijdsheid van respect in de weg zit. Een ontroerend egocentrisch verlangen - neem mij, kies mij, houd van mij - waardoor de mens zijn performance opschroeft tot een hoogte waar hij er net niet meer bij kan.


Terug naar Filosofie lijst , of naar site home .
 

[an error occurred while processing this directive]