De Volkskrant, 16-09-2005, column door Bas Haring
Ik ga niets over deze bijeenkomst zeggen, dat heb ik ze nu
eenmaal beloofd
Afgelopen weekend was ik bij een curieuze prive-bijeenkomst waar ik verder niks
over mag zeggen. Dat heb ik beloofd. Wie er waren zeg ik niet - ex-leden van het
kabinet. kamerleden, aspirant-kamerleden, industriëlen, journalisten, 'mensen
uit de media' en ik. De excuuswetenschapper - zo werd ik genoemd. In een
kasteeltje aan de vecht, en onder het genot van een perfect gesabreerde
champagne en een sigaar werden we geacht te filosoferen over de vraag waar
Nederland naartoe moet. en of en hoe een nieuwe Gouden Eeuw aan zou kunnen
breken.
Wat er precies gezegd werd zal ik geheim houden, dat
heb ik ook beloofd, maar ik kan wel zeggen dat ik erg teleurgesteld was in het
verloop van de avond. De ondernemer vond dat Nederland er beter op zou worden
als ondernemers vrijer gelaten werden. 'De Gouden Eeuw start bij de
ondernemers!' vonden de ondernemers.
De ICT-man - die was er ook - geloofde werkelijk dat de
Gouden Eeuw aan zou breken als er meer geld ging naar ICT. 'Geloof me nou: breed
band voor iedereen en alle problemen verdwijnen als sneeuw voor de zon.' De
kersverse politica was er oprecht van overtuigd dat als iedereen haar partij zou
stemmen de Gouden Eeuw weer aan zou breken en sprak verder over partijpolitieke
details. Hoe de Gouden Eeuw van haar partij eruit kon zien heeft ze niet
duidelijk kunnen maken. En de succesvolle allochtoon dacht dat het geheim van de
nieuwe Gouden Eeuw hem zat in de succesvolle allochtonen.
We hadden wat kunnen leren van John Rawls. Hij is de politiek
filosoof die een hypothetische ideale vergadering bedacht om na te denken over
de inrichting van een goede en rechtvaardige samenleving. In de vergadering van
John Rawls mogen de vergaderaars niets weten. Ze mogen niet weten wie ze zijn;
ze mogen niet weten wat ze worden; ze mogen geen enkel eigen belang hebben bij
het nadenken over de inrichting van de samenleving. Ik geef toe: het idee van
John Rawls is hypothetisch. Maar alleen in zo'n vergadering weet je zeker dat
niemand in z'n eigen straatje spreekt.
De mensen in dat kasteeltje aan de Vecht praatten wel in hun
eigen straatje. Voor wie de Gouden Eeuw uit zou moeten breken lieten ze volkomen
in het midden en het leek waarachtig dat ze pleitten voor een Gouden Eeuw voor
zichzelf. Maar daar hoorde het natuurlijk niet over te gaan. Het zou moeten gaan
over de Gouden Eeuw voor die anderen. De mensen die niet in kasteeltjes
champagne drinken; en de mensen die niet om tafel zaten. De mensen waarvan we
vinden dat ze ook zo'n prachtige tijd mogen meemaken net als wij. Dat zou een
mooi onderwerp geweest zijn.
Voor de mensen in het kasteel was de Gouden Eeuw al
aangebroken. Ik bedoel: als je het je kunt permitteren een kamerlid uit te
nodigen om je champagne te komen sabreren, hoeveel gouder moet het dan nog
worden?
Terug naar Filosofie lijst
, of naar
site home
.
|