Voorbespreking van het VPRO interviewprogramma Zomergasten, afl. 27 aug.
2006.
VARA TV Magazine, nr. 34-2006, door Jelle Vanhijfte
Zeeuws licht
Zomergast van vanavond: filosoof Ad Verbrugge (1967), idealist in barre
tijden.
Tussentitel: "Kunnen we het systeem uiteindelijk fucken? Of is het allemaal
maar een idee, weet-je-wel?"
'Fuck the system' staat er begin jaren 80 op de muur naast café-bar Snugly in
Terneuzen. Dat moet VWO-leerling Ad Verbrugge ook gezien hebben. Wellicht als
hij op zaterdagavond in zijn geboorteplaats vanuit die kroeg naar cafe Den Engel
loopt, waar hij enkele lokale karakters treft. Adje Born bijvoorbeeld, die na
wat biertjes zijn buurman op vier hoog bij voorkeur langs de gevel en via het
balkon bezoekt. Of de met lange rode baard getooide Co van Cadzand, die als
credo heeft: 'Het is allemaal maar een idee, weet-je-wel'.
In 1985 vertrekt hij naar Leiden om filosofie te studeren aan de universiteit,
waaraan hij in 1991 afstudeert en in 1994 docent wordt. Na onenigheid met zijn
promotor promoveert hij in 1999 aan de universiteit van Leuven. Tevens werkt hij
van 2000 tot 2002 bij diverse politiekorpsen, waar hij trainingswerk verricht
bij de recherche. In 2002 vertrekt hij naar Amsterdam. Hier wordt Verbrugge
universitair hoofddocent sociale en culturele filosofie aan de Vrije
Universiteit. Zijn boek Tijd van onbehagen verschijnt in 2004. Datzelfde
jaar is hij te gast bij Tegenlicht van de VPRO.
De handelseditie van zijn proefschrift komt uit onder de
titel De verwaarlozing van het zijnde. Een ethologische kritiek van
Heideggers Sein und Zeit. Hij schrijft diverse artikelen waaronder
Europa nee! in NRC Handelsblad en een geruchtmakend essay over het
procesdenken van managers in zorg, onderwijs en andere sectoren. Als voorzitter
van de vereniging Beter Onderwijs Nederland verschijnt van zijn hand het artikel
Help! Het onderwijs verzuipt! Hij is tevens adviseur van het
televisieprogramma Buitenhof en zang/gitarist van de Leidse rockband Dusk.
Maar Verbrugge is vooral filosoof. Zijn ideeën, geënt op geesten als Aristoteles,
Hegel, Heidegger zet hij uiteen in het genoemde boek Tijd van onbehagen.
Vrolijk word je er niet van als je het leest. Verbrugge stelt in zijn werk de
verabsolutering van de individuele vrijheid en de gevolgen daarvan, calculerend
consumentisme en een asociale samenleving, aan de kaak. Hij ageert vooral tegen
de zelfgenoegzaamheid van de huidige tijd. De mens doet tegenwoordig wat hij
wil, hij is vrijer dan ooit. De wereld is ervoor hem, de wereld is er om door
'jou' te worden geconsumeerd en 'jou' een goede tijd te geven. Wat we nodig
hebben, vertellen de reclamejongens ons we!. Ongebreideld consumeren als het
hoogste goed, eenieder wil zijn piece of cake in deze prefabgenotswereld.
Maar het is een schijnvrijheid. Dat gebrek aan
gemeenschapszin, deze solipsistische gevoelsbeleving, zoals Verbrugge het
noemt, breekt de mens en de samenleving uiteindelijk op, met alle kwalijke
gevolgen van dien. We zitten gevangen in een systeem, dus.
Het doet een beetje den ken aan 'Archie, de man van staal'
zoals dat vroeger in stripblad Sjors verscheen. Archie was op zich een
goedzak, niks mis mee, maar had een vijand: een enorme amorfe gele pudding.
Zodra die over hem heen viel, was het afgelopen met Mr. Nice Guy. Dan was Archie
in de ban van de pudding en werd hij erg vervelend, zeg maar gerust kwaadaardig.
Hoe nu ons te bevrijden van die pudding? Daarover kunnen presentator Luyendijk
en filosoof Verbrugge vast een mooi boompje opzetten. De laatste bepleit een
fundamentele herbezinning op onze samenleving. Hij ziet een culturele crisis die
in wezen spiritueel van aard is. Een terugkeer naar vervlogen tijden acht hij
onmogelijk, maar een hang naar oude zekerheden, een herwaardering van de religie
en het geloof in de traditie is in zijn werk moeilijk te ontkennen. Je denkt
soms zelfs een zweempje Jan Peter Balkenende te ontdekken.
Hoopvol is dat de in het systeem gevangen mens volgens
Verbrugge wel weet dat hij meer is dan hij strikt genomen weet, wil of kan
beheersen. 'De vraag is echter in welke mate we daarvan doordrongen zijn en hoe
we ons tot dit gegeven van de transsubjectieve feitelijkheid verhouden.' Kunnen
we het systeem uiteindelijk fucken? Of is het allemaal maar een idee,
weet-je-wel?
Wie weet, komt het antwoord zondagavond.
Naar Filosofie home
,
Algemeen overzicht
, of site home
.
|