De Volkskrant, 05-07-2008, door Leonard Ornstein. |
19
jul.2008 |
28 juni 2008 (pagina K07)
Peter Giesen
Interview | Historica Lisa Jardine over Nederlandse wortels van
wereldmacht Engeland
Fundament voor The Empire
In de 17de eeuw waren Nederland en Engeland bijna één. En uiteindelijk legden
Hollands vernuft en geld de basis voor de wereldmacht Engeland.
Lisa Jardine legde de laatste hand aan haar boek Gedeelde weelde in de zitkamer
van een hotel in de Franse Alpen, terwijl haar familieleden aan het skiën waren.
Aan een jonge Franse kelner legde ze uit waar ze mee bezig was: een boek over de
Hollandse invasie van Engeland in 1688.
‘U bedoelt zeker: toen de Engelsen Nederland binnenvielen’, reageerde hij
ongelovig. Hij kon zich niet voorstellen dat het nietige Nederland ooit in staat
was geweest de macht in Engeland te grijpen.
Deze reactie is typerend, zegt Jardine, niet alleen voor Franse kelners. Ook in
Nederland en Engeland lijkt de invasie van 1688 uit het collectieve geheugen
verdwenen. Toch trok stadhouder Willem III in dit jaar met een enorme
troepenmacht naar Londen. De Engelse koning Jacobus II sloeg op de vlucht.
Willem en zijn vrouw Mary Stuart, een dochter van Jacobus, werden vervolgens tot
koning en koningin van Engeland gekroond.
De gebeurtenissen van 1688 staan in Engeland bekend als de Glorious Revolution:
hoe Willem met hulp van de adel de absolutistische Jacobus afzette en het
parlement in ere herstelde. Vergeten is echter het militaire machtsvertoon dat
hieraan voorafging. Achteraf lijkt het verhaal ook onwaarschijnlijk, omdat we
weten hoe klein Nederland en hoe machtig Engeland nadien is geworden.
‘In Engeland wordt soms heel agressief op mijn verhaal gereageerd’, zegt Jardine.
‘Dan zeggen mensen: ja, maar Willem was door Engelsen uitgenodigd te
interveniëren. Maar stel je voor dat de Amerikanen aan de vooravond van de
oorlog met Irak waren uitgenodigd door tegenstanders van Saddam Hoessein. Dan
zouden we nog steeds van een invasie spreken.
‘Uit sommige zaken blijkt ook heel duidelijk dat de Nederlandse actie van 1688
een echte invasie was. Twee jaar lang hebben Nederlandse soldaten alle
belangrijke gebouwen van Londen bewaakt. In die tijd was het Engelse troepen
verboden binnen 20 mijl van de hoofdstad te komen.’
Provocerender
Lisa Jardine, hoogleraar aan het Queen Mary College van de universiteit van
Londen, was vorige week in Nederland ter promotie van haar boek Gedeelde weelde,
hoe de 17de eeuwse Nederlandse cultuur Engeland veroverde en veranderde
(uitgeverij De Arbeiderspers). De oorspronkelijke Engelse titel is veel
duidelijker en provocerender: Going Dutch, how England plundered Holland’s glory.
Het Britse Empire is gebouwd op een Nederlands fundament, betoogt Jardine. In
1688 was Engeland blut. De expansie van het Britse rijk werd pas mogelijk nadat
Willem en andere welgestelde Nederlanders hun rijkdommen naar Londen hadden
gebracht.
Minstens zo belangrijk was de commerciële en intellectuele invloed van de
Republiek. De Engelsen imiteerden Nederlandse praktijken op het gebied van
handel, bankwezen en belastingheffing. Ze lieten zich inspireren door kritische
denkers als Locke, Descartes en Spinoza, die hun boeken schreven in de
Republiek, waar het geestelijk klimaat vrijer was dan elders in Europa.
Als jonge wetenschapper werd Jardine ‘verliefd’ op Nederland, net als haar goede
vriend Simon Schama. ‘We waren beide van joodse afkomst en we vonden Nederland
heel open en tolerant, vergeleken bij het toenmalige Engeland, waar klasse en
etnische afkomst een veel grotere rol speelden’, zegt ze. Na de moorden op Pim
Fortuyn en Theo van Gogh heeft het imago van het progressieve, ontspannen en
immer tolerante landje een flinke knauw gekregen. ‘Er is veel leedvermaak: waar
blijven die Nederlanders nou met hun tolerantie? Maar ik vind het hier nog
altijd toleranter dan in Engeland, waar in elke straat twee beveiligingscamera’s
hangen en je 42 dagen zonder aanklacht kunt worden vastgezet in naam van de
vrijheid.’
In de Gouden Eeuw was de Republiek een grote mogendheid, die zich niet anders
gedroeg dan andere grote mogendheden. Ze voerde machtspolitiek, gebruikte geweld
en rechtvaardigde dat met mooie frasen. Willem III verkocht zijn invasie van
Engeland met de leuze pro religione et libertate. Onzinnig was dat overigens
niet: de Republiek kende inderdaad meer vrijheid dan landen waar een
absolutistische vorst regeerde.
Niettemin was de inval in Engeland primair een zet in een Europees machtsspel.
De Zonnekoning Lodewijk XIV bedreigde de Republiek met zijn expansionistische
politiek. In 1685 werd de tot het katholicisme bekeerde Jacobus II koning van
Engeland. Niet zonder reden vreesde Willem een katholieke alliantie tussen
Engeland en Frankrijk, waardoor de Republiek in de verdrukking zou raken.
Kroonprins
Die vrees werd versterkt door de geboorte van de Engelse kroonprins in juni
1688. ‘De kinderen van Maria van Modena, de tweede vrouw van Jacobus, waren
allen op jonge leeftijd gestorven. Willem was er altijd van uitgegaan dat
Jacobus en Maria geen troonopvolger zouden concipiëren. In dat geval zou de
troon vanzelf toevallen aan Mary Stuart, Jacobus’ oudste dochter. Die
verwachting werd nu doorkruist’, zegt Jardine.
De jonge Prince of Wales kwam op een verdacht handzaam moment ter wereld. Al
snel gonsde het van de geruchten en de complottheorieën, ook in een wereld die
nog geen massamedia kende. Veel mensen geloofden dat Maria helemaal niet zwanger
was geweest. Een gezonde baby van een andere vrouw zou met een beddenpan de
koninklijke slaapkamer zijn binnengesmokkeld, teneinde het voortbestaan van de
katholieke monarchie te redden.
In november 1688 trok Willem naar Engeland met een vloot van 500 schepen,
twintigduizend goed geoefende soldaten en nog eens twintigduizend zeelieden en
ander personeel. De troon viel hem gemakkelijk in handen, omdat Jacobus in
paniek naar Frankrijk vluchtte. Bovendien vervulde Willem de wensen van een
belangrijk deel van de Engelse bovenlaag. Hij beëindigde de absolutistische
politiek van Jacobus door macht het parlement weer meer macht te geven en hij
herstelde de Anglicaanse kerk als staatskerk.
Destijds werd de kroning van Willem als een enorm succes voor de Republiek
beschouwd. In werkelijkheid betekende het Engelse koningschap het begin van het
einde, zegt Jardine. Het politieke zwaartepunt verschoof van de Republiek naar
Londen, net als de rijkdommen van de Oranjes en belangrijke Nederlandse
handelshuizen. De Republiek stagneerde, terwijl Engeland een wereldrijk
opbouwde. In 1702 kwam aan de personele unie tussen beide landen weer een einde,
toen Willem kinderloos stierf.
Versmelten
In Gedeelde weelde versmelten Engeland en Nederland bijna tot een cultuur. Hoe
valt dat te rijmen met het feit dat beide landen in de 17de eeuw vier
zeeoorlogen uitvochten? Engelse uitdrukkingen als Dutch courage (lafheid) en
Dutch treat (een traktatie die je zelf moet betalen) herinneren aan die oude
animositeit. ‘In de 17de eeuw was oorlog iets anders dan in de 20ste of 21ste
eeuw. De meeste mensen merkten er niet veel van. De Engels-Nederlandse oorlogen
waren bedoeld om handelsbelangen te beschermen, niet om elkaars gebied in te
pikken’, zegt Jardine.
Volgens Jardine brachten de Nederlanders de vooruitgang naar Engeland, op
vrijwel elk gebied: cultureel, economisch, intellectueel en wetenschappelijk.
Zelfs de Engelse tuinen waren nooit zo mooi geworden zonder de invloed van de
Nederlandse tuinarchitectuur. Is dat niet een beetje veel eer? Waren de Engelsen
niet mans genoeg om zelf de fundamenten voor hun Empire te leggen?
Jardine: ‘Aan het einde van de 17de eeuw was Engeland blut. Er was Nederlands
geld nodig om er weer bovenop te komen. Verder is Nederlandse kennis enorm
belangrijk geweest, op allerlei gebieden.’ De grondslagen voor de moderne
Europese mentaliteit komen uit Nederland, zo is Jardine’s overtuiging. ‘Aan de
vooravond van de Verlichting kwamen de interessante ideeën uit de Republiek, van
een Nederlandse filosoof als Spinoza of een Franse balling als Descartes. De
Engelse filosoof John Locke, een van de grondleggers van het liberalisme, heeft
zelf gezegd dat hij zijn ideeën nooit zo had kunnen ontwikkelen als hij niet een
tijdje in de Republiek had gewoond.’ Zo speelde de Republiek een onmisbare rol
in de modernisering van Europa, waar religieuze twisten plaats maakten voor
tolerantie en geloof in vooruitgang en wetenschap.
Jardine’s ode aan de Republiek zal in vruchtbare bodem vallen in een periode
waarin Nederlanders weer met toenemende trots terugkijken op de Gouden Eeuw.
Jardine gruwt echter van nationalistisch denken, mede door haar eigen
familiegeschiedenis. Haar Pools-Joodse ouders kwamen in de jaren twintig naar
Londen, op de vlucht voor nationalisme en antisemitisme. In haar werk probeert
ze juist aan te tonen dat nationale culturen berusten op een mengsel van
allerlei invloeden. Zoals het British Empire schatplichtig was aan de Republiek,
zo floreerde de Republiek door de bijdrage van immigranten en ballingen. Jardine:
‘De Gouden Eeuw was kosmopolitisch. Het was een commercieel tijdperk. Handel
kijkt nu eenmaal niet naar etniciteit of klasse.’
CV 1944 Geboren in Londen 1973 Ph.D in wetenschapsgeschiedenis, Cambridge 1976
Docent Engels, Cambridge 1989 Hoogleraar Renaissance Studies, Queen Mary
College, Londen. Schreef boeken over Erasmus, Hooke, Wren, Willem van Oranje.
2008 Voorzitter van de Britse autoriteit voor embryologie en vruchtbaarheid
Naar Historie lijst
, of site home
.
|