Muziek, Johnny Cash

Johnny Cash is in Nederland alleen bekend van een paar hits uit de jaren zeventig als San Quentin en A boy named Sue. Die stammen uit het middendeel van een carrière die het pad kruiste van zulke uitlopende acts als de in Nederland totaal onbekende maar in Amerika een begrip zijnde volkmuziekgroep de Carter Family tot mensen uit de popmuziek met namen als Carl Perkins ,Jerry Lee Lewis en ene Elvis Presley. Muzikaal heeft Cash' positie zich altijd min of meer in het grensgebied tussen country en pop bewogen, waardoor hij in beide gebieden niet echt als de hunne werd gezien. Wat voor beide ook aanzienlijk minder werd, toen hij zich ook nog eens ging bezig houden op iets dat sterk op gospel leek.

Cash startte in de pure country samen met twee vrienden: Marshall Grant op akoestische bas (later elektrisch) en Luther Perkins (geen familie van Carl) op elektrische gitaar, op zich samen bekend als de Tennessee Two. Perkins ontwikkelde de sound die bekend is geworden boom-chicka-boom of freight train sound, en tot aan het eind van zijn carrière met Cash vereenzelvigd is. Een paar later kwam hierbij drummer W.S. "Fluke" Holland, de geboorte van de Tennessee Three.

Perkins overleed in 1969? bij een huisbrand, waarna zich een van de meest merkwaardige reeks  gebeurtenissen uit de geschiedenis van de popmuziek ontspon. Cash zat verlegen om een gitarist die bij hem paste, en probeerde het met onder andere Carl Perkins. Vlak voor een show in ... kwam hij zonder begeleiding te zitten, want terwijl de zangers en drummer in de zaal zaten met de voorstelling aanstaande, zaten de overigen nog vast op het vliegveld. Zangeres en echtgenote June Cash Carter werd door een meisje uit het publiek aangeroepen dat haar vriendje naast haar wel goed als gitarist kon spelen. Cash liet zich overhalen om een test te doen, en de jongeman bleek alle nummers uit zijn repertoire perfect te beheersen. Geen wonder, want daar was hij, afkomstig uit een arme maar muzikaal actieve familie, al jaren mee bezig geweest om op te oefenen, na het horen van een Cash song op de radio. De voorstelling slaagde, en later belde Cash hem, Bob Wootton, op om hem de baan als vaste gitarist te geven. Een van de voorstellingenniet lang daarna was het beroemde concert in San Quentin - Bob Wootton is de jongeman die nauwelijks in beeld komt (en dan staande rechts), nauwelijks tot niet beweegt, en de indringende gitaar-sound verzorgt. Luister naar de inzet waarmee hij het concert start, te horen in dit filmpje, voorafgaande aan een versie van  I walk the line. Wootton heeft in de decennia daarna de Cash-sound gedragen. We zullen verder niet ingaan op de uiterste onwaarschijnlijkheid van de reeks toevalligheden die nodig was om dit allemaal tot stand te brengen.

In de discussies over de inbreng van Wootton gaat het meestal over de onmisbaarheid van Perkins als ontdekker van de sound, en wat er allemaal niet gebeurd zou zijn als hij zou blijven leven. Als onbevooroordeelde waarnemer die beide namen niet kende, is het redelijk duidelijk dat Wootton de betere gitarist was, die bovendien meer toevoegde zie het concert uit 1967 met Perkins in vergelijking dat met dat van San Quentin met Wootton, slechts twee jaar later - het is duidelijk dat de sologitaar de leiding heeft en de hele band klinkt zelfverzekerder.

Waar het hier om gaat is de manier waarop Wootton zijn positie heeft ingevuld. Een sologitarist in een driemans band heeft een primaire positie. Maar de door Perkins ontwikkelde sound hield aanzienlijke beperkingen in de toegestane vrijheden in - je moest je aan het strakke ritme houden. In dit spanningsveld bleek Wootton buitengewoon thuis te zijn. Na de al genoemde inzet voor het San Quentin concert zou je meer gitaristische hoogstandjes verwachten. Niets is minder waar; in het filmtechnisch erop volgende maar in voorstelling later komende I walk the line is duidelijk te horen hoe Wootton zich voornamelijk beperkt tot ritmische begeleiding, terwijl de bas van Marshal Grant de voornaamste ondersteuner is. Meer naar voren treed hij in het eveneens uit deze voorstelling stammende en voor zijn rol meer geschikte Folsom Prison Blues.

Ronduit verbazingwekkend is het als je dit laatste nummer vergelijkt met een wat latere versie uit de tijd dat Cash een reguliere televisieshow had. In die versie lijken de rollen omgekeerd. Het lijkt er meer op dat Cash de zanger is die Wootton begeleidt. Er wordt duidelijk toegewerkt naar de twee solo's van Wootton die het nummer dragen - en ook regelmatig als tussenmuziek in de show werden gebruikt. En ook tijdens de zanggedeeltes lijken de rollen van begeleiding en solo omgedraaid: Cash neemt de timing aan die je normaliter van een begeleiding verwacht. En zijn mimiek is bijpassend.

Dat laatste is natuurlijk ook een nauwelijks te overschatten teken van de muzikaliteit van Cash. Iets dat vermoedelijk meer dan zijn toch ook niet geringe zangcapaciteiten bepalend is geweest voor het succes van zijn carrière. Bekend is het verhaal van Ring of Fire, geschreven door June Carter die destijds verliefd was op Cash (beide waren getrouwd met anderen), en min of meer uit wanhoop (met hulp van...) dit nummer schreef. Zus Anita Carter name het op als gewoon liefdesliedje, maar Cash had meteen al het idee (gekregen tijdens een droom) van de de trompetten die de sfeer van het nummer bepalen in de vorm waarin het een reusachtige hit werd.

Terug naar Wootton. Nog verbazingwekkender is wat zich afspeelt in een ander nummer uit de tijd van de Johnny Cash Show. Het is een instrumental dat een duel is tussen twee gitaristen - het nummer stamt uit een film over een duel tussen twee motorcrossers, film zowel als nummer geheten The Battle between Little Fauss and Big Halsey. In de muzikale versie staat Wootton tegenover Carl Perkins, de man van de gitaarsolo's. Wootton wint het duel glansrijk. Niet eens zozeer in vergelijking van de solo's, als wel tijdens de momenten dat Perkins staat te soleren, en hij de begeleiding speelt. De begeleiding wint van de solo. En dat met de meest eenvoudige middelen denkbaar.

 

DF

Dat heild niet tegen dat hij bij het gewone publiek bijzonder geliefd was, en in de jaren zeventig een eigen tlevisiekreeg, bemand door, als vaste ledejn


Naar Algemeen overzicht  , of site home  .