Bronnen bij Ideologie: monotheïsme

De relatie tussen ideologie en denkafwijkingen is in zijn algemeenheid niet onbekend. Maar alleen voor een aantal sociaal aanvaardbare gevallen. Voor ideologieën die deel uitmaken van de sociale consensus, is de relatie met denkafwijkingen natuurlijk onbespreekbaar. Wat men name geldt voor de ideologie genaamd religie. Voor de niet-religieuze voorbeelden, zie hier  en hier  . xxx

Dat religie zonder enig voorbehoud onder de oorzaak van denkafwijkingen valt, is te zien aan de houding ten opzichte van religies die niet tot de sociale consensus behoren. Als die niet-consensus religies weinig aanhangers hebben, noemt men ze namelijk "sekte", een term met een sterk negatieve bijbetekenis, waarin ingesloten zit: "dwaze en gestoorde denkpatronen"  . Vergelijk je echter wat omschreven wordt als de belangrijkste kenmerken van een sekte, zie Wikipedia  , dan is meteen zichtbaar dat die naadloos aansluiten op de kenmerken van vrijwel alle "grote" religies, met name het drietal van joods, christelijk, en mohammedaans.

Deze drie zijn tevens de (grootste) monotheïstisch godsdiensten,en kunnen in een aantal opzichten onder die ene noemer gezamenlijk behandeld worden. Daar is vast al veel over geschreven, en een recent voorbeeld gebruiken we hier (de Volkskrant, 27-11-2010, door Stephan Sanders):
  Het goddelijk bevel

In die ene God liggen de wortels van geweld, betoogt Paul Cliteur. Voor goede gevolgen van de enkele God heeft de atheïstische rechtsgeleerde minder oog.

... Opgeklopt achterflapproza is niet meer nodig na de Rushdie-affaire van 1989, 11/9, de moord op Theo van Gogh, diverse aanslagen van moslimterroristen over de hele wereld en na de Deense en Zweedse cartooncrises. ...
    Bijna tien jaar na datum heeft Cliteur een boek willen schrijven dat inderdaad behoorlijk academisch is, en in die zin afwijkt van het vigerende nu of nooit pamflettisme. Cliteur maakt veel werk van het voorbehoud: hij mag dan zelf atheïst zijn, maar nee, hij is niet per se tegen elke vorm van godsdienstigheid, en nee, ook richt hij zijn pijlen niet alleen op de islam.
    Dan volgt Cliteurs' eigenlijke vraagstelling: Wat is het geweldspotentieel van de drie monotheïstische godsdiensten, jodendom, christendom en de islam? Zijn er in de heilige boeken als het Oude en Nieuwe Testament en de Koran voldoende aanknopingspunten te vinden die geweld rechtvaardigen? En als dat zo is, 'moeten gelovigen dan gehoorzamen aan de wetten van het land waartoe zij behoren, of moeten zij zich oriënteren op de wetten van de religieuze gemeenschap, die door een supranationale god worden gedicteerd?'
    Ziedaar het monotheïstische dilemma.
    Het is Cliteur kortom te doen om 'burgerlijke' en 'religieuze plichten', en meer specifiek om het moment waarop die verschillende verplichtingen met elkaar in conflict raken. Over Mohammed Atta, een van de daders van 11/9: 'die valt, zo is mijn indruk, niet goed te begrijpen vanuit alleen de geschiedenis van het Palestijns- Israëlisch conflict. Ook niet vanuit discriminatie van mensen met Arabisch klinkende namen op de arbeidsmarkt. Ook niet wanneer men weet dat de frustratie in het Midden-Oosten over eeuwenlange koloniale overheersing groot is.'
    Allemaal vast van belang, constateert de auteur, maar eerst en vooral zal je toch moeten kijken naar de 'radicale interpretatie van de monotheïstische traditie'. Het stoort Cliteur dat de religieuze wortels van het terrorisme zozeer anathema zijn. Geopolitieke overwegingen worden als verklaring van stal gehaald, historische en sociaal-economische omstandigheden aangevoerd, maar religie zelf wordt als verklaringsbron overgeslagen. En juist daar zijn de rechtvaardigingen te vinden voor religieus geïnspireerd geweld - denk aan Gods' opdracht aan aartsvader Abraham zijn zoon Izaak te doden, als bewijs van totale gehoorzaamheid.
    De vraag is alleen of Cliteur gelijk heeft met zijn constatering dat de religieuze wortels van het terrorisme onderbelicht blijven. Ik zie nu een immense stapel boeken voor mij, waarin de woorden islam, islamisering en terrorisme zo ongeveer stuivertje wisselen, en waar uitentreuren gewag wordt gemaakt van 'the problem with islam'. ...

Vermoedelijk bedoelt Cliteur dat die rol van de islam onderbelicht is in de openbare discussies. Die stapel boeken is van mensen die in het openbare debat weinig gehoord worden - veruit het meest wat je daar hoort zijn multiculturalisten van diverse origine. Mensen zoals recensent Stephan Sanders, die voortdurend slechte argumenten gebruiken. En dan hebben we het ook over het veel frequentere buurtterrorisme.
  Goed, het christendom en jodendom blijven meestal buiten schot, en worden zelfs vaak gezien als antidotum tegen het moslimterrorisme. ...
     De auteur geeft ons, zonder aanziens des geloofs, drie voorbeelden van monotheïstisch geïnspireerde terroristen, een moslim, een jood en een christen. Daar zijn Farouk Abdulmutalleb, de 'underwear bomber' die rond Kerst 2009 een vliegtuig probeerde op te blazen; Jigil Amir, die in 1995 de Israëlische president Rabin vermoordde en de Amerikaanse pro-life terrorist Scott Reader, die in 2009 een abortusarts vermoordde. Ik durf te wedden dat de meeste mensen de eerste twee voorbeelden helder op hun netvlies hebben staan, maar bij de laatste casus toch even achter hun oren moeten krabben.
    Het valt in Cliteur te prijzen dat hij zich niet alleen richt op, of beter gezegd tegen de ' islam'. Dat is academisch gesproken juist en terecht. Maar de praktijk van de laatste twintig jaar laat wel een enorme oververtegenwoordiging zien van moslimterrroristen. De vraag zou toch moeten luiden: waarom is juist de moslimwereld hier zo bevattelijk voor?

En daarop is het antwoord simpel: jodendom is genoeg in elkaar geslagen door de Romeinen en op de plaatsen waar ze heen gevlucht zijn - zodra ze op huneigen land waren sloegen ze onmiddellijk aan het terroriseren. En christenen zijn vijfhonderd jaar bestookt door meer rationeel ingestelde mensen en enigszins murw gebeukt.
  Wie Wilders wil bestrijden, moet dat doen op basis van feiten en argumenten en moet niet met verdachtmakingen komen.

Wat ondanks inspanningen van jaren nog steeds niet gelukt is  .


Naar Psychologische krachten  , of site home  .

.2010