Bronnen bij Alfa- en bèta-denken: leugens en woordvaardigheid

De ontwikkelingen in de psychologie gaan snel. Waar het in de oorspronkelijke versie Alfa- en bèta-denken  geformuleerde verband tussen alfa-denken, fantasie, woordvaardigheid, en liegen gebaseerd was op waarnemingen van de redactie, is er nu ook een neurologisch verband aangetoond (Psychologie Magazine, maart 2010, door Hester Otter):
  Liegbeest

We vertellen allemaal weleens een leugentje om bestwil. Maar voor sommige mensen is liegen een dagtaak. Pathologische leugenaars verzinnen een heel leven bij elkaar. Wat bezielt hen? En vooral: hoe doen ze net?

...    Pathologische leugenaars liegen doorgaans niet om financieel gewin, maar er zijn wel degelijk mensen die flink van hun verzinsels profiteren: als ze een fantastische maatschappelijke carrière bij elkaar liegen bijvoorbeeld. Neem Albert Krielen, die afgelopen voorjaar opstapte als directeur van de Nijmeegse schouwburg. Volgens zijn cv had Krielen in de Japanse Philips-top gezeten, was hij piloot bij de KLM en PvdA-wethouder in Rotterdam geweest en volleybalde hij ook nog op topniveau. Maar bij geen van die eerdere werkgevers hadden ze ooit van Krielen gehoord. Oeps.
  De vraag is hoe mensen in vredesnaam zo ver kunnen gaan. Hoe houd je al die verzinsels vol? En hoe kun je het bijbehorende schuldgevoel hanteren?
    Ten eerste lijkt het erop dat liegen voor pathologische leugenaars een minder grote mentale inspanning is dan voor 'gewone' mensen. Onderzoekers aan de Temple Universiteit in Philadelphia zetten een paar jaar geleden op het universiteitsterrein een schietpartij in scene. Ze vroegen een deel van de getuigen om de waarheid te vertellen en een ander deel om te liegen. Een hersenscan liet zien dat het brein van liegende proefpersonen veel zwaarder werk moest verrichten; er bleken veertien hersengebieden bij op te lichten, tegen zeven bij het spreken van de waarheid. Iets navertellen wat je niet zelf hebt waargenomen, is kennelijk ingewikkeld.
    Tenzij je het brein van een pathologische leugenaar hebt. Psychologen van de Universiteit van Zuid-Californië ontdekten namelijk dat dat anders in elkaar zit. Het blijkt maar liefst 25 procent meer witte stof oftewel zenuwverbindingen te bezitten in de prefrontale cortex, het gebied waar de hogere denkprocessen worden aangestuurd; vandaar dat hun verbale vaardigheden prima zijn. Hetzelfde hersengebied bevat bij hen echter 33 procent minder grijze stof oftewel 'echte' hersencellen. Dat maakt onder andere hun moreel besef kleiner. Een leugen meer of minder kan hun dus gewoon niet zoveel schelen.

Waar het bij pathologische leugenaars dus zelf neurologisch behoorlijk zwart-wit ligt (30 procent is natuurlijk een echt groot verschil), ligt het voor meer gematigde gevallen overeenkomstig: ook daar is er dus een kenmerkend verband tussen woordvaardigheid en liegen. Iets dat dat het vak van politicus eminent demonstreert  .


Naar Alfa en bèta denken  , of site home  .

1 mrt.2010