Bronnen bij Beslissingen, psychologisch: emotie afwegingen

Er is geen absolute regel voor het toepassen van ratio of emotie te ontwerpen - de eerste bron stamt van vrij vroeg in de discussie die daar de laatste paar jaar over wordt gevoerd (de Volkskrant, 11-06-2005, door Simone de Schipper):
  Geld verdienen met een pokerface van binnen

Patiënten met een gestoord gevoelsleven hebben één voordeel: zij gokken beter. Hun berekeningen worden niet gehinderd door emotie. Dat lijkt de conclusie te zijn uit een proef met personen die zo slim mogelijk moesten inzetten.

Wat is wijsheid, het gevoel of het verstand volgen? Verliefden en huizenkopers kwellen zich met dit eeuwige dilemma, maar ook wetenschappers zijn er nog niet over uit.
    Ooit was het duidelijk: belangrijke keuzen diende men rationeel te nemen. Emoties zouden maar een rookgordijn over het heldere denkwerk leggen. Totdat duidelijk werd dat mensen met een stoornis in het gevoel, vaak leven in een aaneenschakeling van vergokt bezit, foute vrienden en gebroken carrières. Het gevoel, zo bleek, weet vaak meer dan het verstand.
    Nu het gevoel als het nieuwe Levenskompas wordt bewierookt en vele handboeken verschijnen over intuïtief leven en razendsnel beslissen, zet de wetenschap echter de volgende stap. Beide zijn nodig, natuurlijk. Soms verdient gevoel de voorkeur, soms verstand, soms een combinatie. De vraag is niet: gevoel of verstand, maar: wanneer is welke mix het best?
    Een nieuwe studie, in Psychological Science van juni, laat in ieder geval zien dat het goede oude verstand zo gek niet is. Soms zelfs winstgevend. Vijftien patiënten die door een hersenbeschadiging niet op basis van gevoel kunnen reageren, verdienden in een gokspelletje meer dan gezonde proefpersonen. ...

Dit soort bevindingen zijn echter natuurlijk nogal griezelig voor de ruime meerderheid van de mensheid die meer zien in emoties dan in verstand - wat wij hier de alfa's en, iets minder sterk, gamma's noemen. Dus kwam er een  vorm van een tegenbeweging (de Volkskrant, 01-12-2007, door Jolet Plomp):
  E-coaching | Beslissen

Beslissen doe je zo

Goed beslissen bepaalt je leven. Maar maak jij de juiste keuzes? Jolet Plomp, coach bij het coachtraject Beslissen doe je zo!, geeft tips.


Beslissen is hot. Twintigers dubben erover welk feest ze zullen boeken voor Oud en Nieuw, of ze vragen zich af welke van de vele onbekende ‘masters’ het beste bij hun ambities en mogelijkheden past, of ze zoeken vertwijfeld naar een geliefde. Dertigers worstelen met vragen over samenwonen, huizen kopen, kinderen krijgen en/of banen in het buitenland. Veertigers discussiëren over vreemdgaan, echtscheiding en de opvoeding. Vijftigers zoeken naar een passende houding tegenover hun puberkinderen en hun oude ouders en vragen zich af wat ze nog op de arbeidsmarkt betekenen. Zestigers worstelen met de vraag hoe ze hun tijd en hun spaarcentjes willen besteden en of ze op kleinkinderen willen passen. En zo gaat het maar door. ...   
     ... Het goede nieuws is dat psychologen inmiddels zo veel weten over ons beslisgedrag dat zij kunnen helpen het kiezen makkelijker en prettiger te maken.
    Zo weten we dat de menselijke informatieverwerking buitengewoon beperkt is. We hebben veel keuzemogelijkheden, maar onze hersens kunnen die niet tegelijk overzien. Ook als we het gevoel hebben buitengewoon verstandig na te denken, tasten we in feite als een blinde rond. De menselijke informatieverwerking wordt bovendien mede gestuurd door onbewuste, irrationele en emotionele invloeden.
    Het nut van bewust nadenken wordt schromelijk overschat. Mensen willen niet het gevoel hebben dat ze ‘zomaar iets’ gedaan hebben. Toch is een goed alternatief voor bewust redeneren: slaap er een nachtje over, zoek afleiding en laat uw onbewuste het werk doen. Uit onderzoek van onder anderen Ap Dijksterhuis blijkt namelijk dat bij al te veel redeneren de kans groeit dat je een foute beslissing neemt en later spijt krijgt. ...

Dat laatste 'redeneren' is niet "redeneren" als in "het gebruiken van de rede of de ratio", maar lijkt veel meer op "piekeren": het is meestal juist weinig rationeel.

De volgende auteur, die al eerder zeer interessante (rationele!) artikelen heeft gepubliceerd op de Volkskrant-website, geeft een breder beeld van de werkelijkheid (Volkskrant.nl, Opinie, 19-06-2009, door Tim van Opijnen):
  Pas op voor onderbewustzijn

Vertrouw op je onderbewustzijn, maar hou jezelf niet voor de gek

Tussentitel: Beslissingen gestuurd door het onderbewustzijn zijn geen garantie voor succes

De meeste mensen nemen vaker dan ze zich realiseren ongefundeerde beslissingen. Of het nu gaat om de smaak jam die je aanschaft in de supermarkt of de persoon waarop je stemt.
    Het onderbewustzijn, ‘je gevoel’, neemt maar wat graag de verantwoordelijkheid en voor je het weet sta je met abrikozenjam bij de kassa en heb je het vakje roodgekleurd van iemand waarvan je de meeste standpunten niet eens blijkt te kennen.
    Een rationele beslissing gebaseerd op duidelijke voors en tegens wordt meestal hoger aangeslagen dan een beslissing gebaseerd op gevoel. Maar zonder ons onderbewustzijn is het zo goed als onmogelijk om het simpelste besluit te nemen.
    Mensen die door hersenschade ongevoelig zijn voor de signalen van ‘hun gevoel’ zijn pathologisch besluiteloos. Vragen als ‘neem ik hagelslag of jam op brood’, en ‘draag ik vandaag grijze of zwarte sokken’ worden onoverkoombare obstakels.
    Het onderbewustzijn maakt beslissingen nemen gemakkelijk en zorgt ervoor dat je je meestal niet realiseert hoe je tot een besluit bent gekomen. Het onderbewustzijn van het brein is zo overheersend dat op een MRI scan al kan worden gezien welke keuze een testpersoon een fractie van een seconde later bewust zal maken.
    Afgelopen jaar lieten onderzoekers uit Italië zelfs zien dat ‘zwevende kiezers’ voordat ze bewust tot een keuze waren gekomen, de beslissing dagen ervoor al door hun onderbewustzijn was genomen.    ...

Dit is de normale gang van zaken, zoals men zich er tegenwoordig van bewust is geworden door dit onderzoeken. Het idee van de "rationele mens" kan hiermee in ieder egval voor het de grote meerderheid de deur uit.
    Andere onderzoeken laten zelfs zien van voor soort keuzes als die van partnerkeuze en, merkwaardigerwijs, ook van een nieuwe woning, voor de gemiddelde mens het lang nadenken over de beslissing geen verbetering oplevert.
    Maar de eerste bron laat al zien dat dit niet het hele verhaal is. Ook de tweede bron geeft voorbeelden van het tegendeel;
 
  Beslissingen gestuurd door het onderbewustzijn zijn geen garantie voor succes. Het onderbewustzijn is bijvoorbeeld zeer gevoelig voor negatieve impulsen en kan daardoor verkeerde keuzes stimuleren. Zo stapten na de aanslagen van 11 september 2001 in de VS veel meer mensen dan gebruikelijk in de auto uit angst voor terreuraanslagen. Het gevolg was zo’n 1600 extra verkeersdoden die waarschijnlijk niet zouden zijn gevallen wanneer ze bij zichzelf de irrationele angst voor een terreuraanslag hadden onderkend en alsnog voor het veel veiligere vliegen hadden gekozen.

Ook deze bron geeft ook nog een precies aan dat dit een kwestie van norm en uitzondering is:
 
  Dat het onderbewustzijn op zichzelf een slechte raadgever kan zijn bewijst het onderzoek van Philip Tetlock uit de VS. Tetlock verzamelde in 20 jaar tijd meer dan 82.000 politieke en economische voorspellingen gemaakt door experts op diezelfde gebieden. Daarnaast vroeg hij de experts ook hoe ze tot die voorspelling waren gekomen.
    Uiteindelijk bleken de zogenaamde experts totaal nutteloos en nog slechter te scoren dan wanneer ze willekeurig een voorspelling zouden hebben gedaan.
    Een kleine groep experts deed het echter wel beter.

Maar waar een eerste groep uitzonderingen bestaat uit degenen bij wie de moties uitgeschakeld zijn, is de tweede groep anders van aard:
 
  Het klinkt misschien raar maar deze groep gaf aan dat ze regelmatig bezig waren met het gedachteproces van hun onderbewustzijn.
    Ze diagnosticeerden als het ware de besluitvorming van het onderbewustzijn en probeerden te evalueren in hoeverre de uiteindelijke beslissing gebaseerd was op weloverwogen informatie of juist vooral op emotie

Dat is dus de positieve kant: je kan emoties verminderen, of het rationele aspect verhogen -maar het eerste geval werkt alleen indien in extreme mate, en het tweede door zeer gericht rationeel te werk te gaan, en wel in de richting van het proces zelf - zeg maar dubbel rationeel.
    Maar in ieder geval is de situatie dus tweeledig. De tweede auteur komt ook tot die conclusie:
 
  Het onderzoek van Tetlock laat zien dat het volgen van je onderbewustzijn ook in een complexe situatie heel goed kan werken zolang je sceptisch blijft en je eigen onderbewustzijn en besluitvorming maar goed in de gaten houdt.
    Dat je je niet altijd bewust bent van het nemen van een beslissing is gunstig want anders lag je nu nog in bed je af te vragen of je er met je linker- of rechterbeen uit zou stappen. Vertrouw dus op je onderbewustzijn, maar hou jezelf niet voor de gek, wees sceptisch bij het maken van belangrijke beslissingen.

Juist.

Het voor de gek gehouden worden door het onderbewustzijn gaat door na afloop van de genomen beslissingen, als deze op één of andere manier weer met werkelijkheid geconfronteerd wordt (Wikipedia.org, opgeslagen 10-03-2010).
  Drew Westen

Drew Westen (Andrew Westen) is Professor in the Departments of Psychology and Psychiatry at Emory University in Atlanta, Georgia. ...
...
Political bias study
In January 2006 a group of scientists led by Westen announced at the annual Society for Personality and Social Psychology conference in Palm Springs, California the results of a study in which functional magnetic resonance imaging (fMRI) showed that self-described Democrats and Republicans responded to negative remarks about their political candidate of choice in systematically biased ways.
    Specifically, when Republican test subjects were shown self-contradictory quotes by George W. Bush and when Democratic test subjects were shown self-contradictory quotes by John Kerry, both groups tended to explain away the apparent contradictions in a manner biased to favor their candidate of choice. Similarly, areas of the brain responsible for reasoning (presumably the prefrontal cortex) did not respond during these conclusions while areas of the brain controlling emotions (presumably the amygdala and/or cingulate gyrus) showed increased activity as compared to the subject's responses to politically neutral statements associated with politically neutral people (such as Tom Hanks).
    Subjects were then presented with information that exonerated their candidate of choice. When this occurred, areas of the brain involved in reward processing (presumably the orbitofrontal cortex and/or striatum / nucleus accumbens) showed increased activity.
    Dr. Westen said,
  None of the circuits involved in conscious reasoning were particularly engaged... Essentially, it appears as if partisans twirl the cognitive kaleidoscope until they get the conclusions they want... Everyone... may reason to emotionally biased judgments when they have a vested interest in how to interpret 'the facts.'

Het bedrog gaat gaat dus gewoon door: het bevestigen van het foute emotie-gebaseerde oordeel leidt tot het afgeven vanuit het emotionele systeem van een beloningsimpuls. Geen wonder dat de waarheid zo impopulair is ... Dit onderzoek kan dus ook gezien worden als een wetenschappelijke onderbouwing van de zegswijze:  "Een mens bedriegt vaker zichzelf dn anderen". Voor een opvallend voorbeeld, zie hier  .

Een manier om de invloed van emoties te testen, is om ze uit te schakelen en dan te vergelijken. Dat is wat onderstaande experiment doet (KIJK, nr.10-2009):
  Mier kiest rationeler dan de mens

Wij mens en zijn niet zo rationeel als we denken, schreven we in KIJK april2009 (pagina 64-68). Om dat te illustreren, legden we onder andere uit hoe we zijn te beïnvloeden bij het kopen van, zeg, een huis. Stel dat een makelaar ons laat kiezen uit een ouderwetse woning die tiptop in orde is (A), een minder goede ouderwetse woning (A') en een uitstekende moderne woning (B). In dat geval gaan we eerder voor woning A dan voor woning B, puur door de aanwezigheid van A', een woning die we nooit zouden kiezen! We vinden het nu eenmaal fijn als onze opties makkelijk met elkaar zijn te vergelijken en dus kiezen we liever tussen A en N (allebei ouderwets), dan tussen A en B (ouderwets versus modern).
    Hoe zit dat bij mieren? Die vraag onderzochten de Amerikaanse wetenschappers Susan Edwards en Stephen Pratt door een aantal mierennesten te bouwen, om de insecten daar vervolgens uit te laten kiezen. Daarbij is van belang dat de onderzochte mieren (van het geslacht Temnothorax) twee criteria hanteren bij het uitzoeken van een nieuw nest: het moet een zo klein mogelijke opening hebben en zo donker mogelijk zijn. Eerst kregen de mieren de keus tussen twee duidelijk verschillende nesten: de een was donker met een grote opening (A), de ander licht met een kleine opening (B). Resultaat: grofweg de helft van de mieren die zochten naar een nieuwe woning voor hun kolonie verzamelde zich bij A, de andere helft bij B. So far, so good.
    Vervolgens deden Edwards en Pratt een poging de mieren in de war te maken met een optie die leek op een van beide nesten, maar duidelijk minder goed was (A'). Had dat invloed op de keus van de dieren? Preciezer: zorgde de aanwezigheid van een A' ervoor dat de mieren liever voor A dan voor B gingen, net als bij mensen? Nee, zo bleek: de mieren lieten zich er niet door van hun stuk brengen. Oké, een paar verwarde exemplaren kozen voor A', de duidelijk slechtste optie. Maar de rest verdeelde zich gelijkelijk over A en B, zoals ze ook zouden doen zonder de aanwezigheid van het derde, inferieure nest.
    De vraag is natuurlijk hoe het kan dat mieren op dit punt een rationelere keus maken dan mensen. ... Waarom dat zo is, zal vervolgonderzoek moeten uitwijzen.

Dat een klein aantal mieren voor de slechtste optie kiest, is hoogstwaarschijnlijk het gevolg van het evolutionair belangrijke principe dat er ook individuen moeten zijn die zich niet aan de regels houden - was dat niet zo, zou de soort te weinig flexibel zijn. Dit groepje verdeelt zich in gelijke mate over de drie opties, waarvan alleen degenen die voor A' kiezen opvallen.
    Om hun keuze te doen, maken mieren gebruik van hun simpele, autonome, zenuwstelsel, om de onweerlegbare reden dat ze geen andere zenuwstelsel hebben. Ze maken simpele ja-nee beslissingen op grond van bijna mechanische processen. Goede beslissingen in geval van simpele situaties.
    De mens maakt in soortgelijke situaties minder goede beslissingen. Dat moet dus door zijn emotionele of rationele hersenen komen. Nu kunnen we bij de mens niet zomaar één van die twee uitschakelen, maar er zijn wel gevallen aan te wijzen die meer aan de ene of de andere kant zitten. En die gevallen, zie hier  , laten overduidelijk zien dat het probleem bij de emotie ligt. Hetgeen de technisch geïnformeerden nauwelijks verbaast: het autonome zenuwstelsel werkt het meest als een mechanisch systeem, en het rationele zenuwstelsel lijkt daar ook sterk op - het werkt het meest als een digitale computer - met aan-uit "schakelaars". Het emotionele zenuwstelsel lijkt te werken als een analoge computer - waarvan de techniek weet dat ze het meest kwetsbaar is voor wederzijdse beïnvloeding van de diverse kanalen.
    Een suggestie van hoe dit zou kunnen werken: ga uit van de keuze tussen "goede ouderwetse woning", "matige ouderwetse woning" en "goede nieuwe woning". Neem aan dat de vergelijking in paren gaat. Het proces van vergelijken is het makkelijkst tussen zaken uit dezelfde categorie, dus het eerste worden de twee ouderwetse woningen vergeleken. Uitkomst: de betere woning. Mooi - keuze gemaakt - evenwicht. Beloning: positieve stimulans - in woorden uitgedrukt: tevredenheid. Nu komt de derde mogelijkheid zich opdringen. Er moet opnieuw gekozen worden. Een verstoring van het evenwicht - en de tevredenheid. De schuld van de verstoring: de derde mogelijkheid. Dus: de derde mogelijkheid heeft een nieuwe, negatieve, eigenschap gekregen: het verstoort de eerdere evenwicht, de tevredenheid. Dus wordt de derde mogelijkheid automatisch minder gekozen. Oorzaak: de emotie van tevredenheid na de eerste keuze - oftewel: de tussenevaluatie van de eerste keuze. Waarom hebben mieren hier geen last van: die evalueren hun keuze niet op een hoger niveau want ze hebben geen emotionele hersenen - die gaan gewoon verder met mechanisch kiezen tussen materiële omstandigheden.
    Dit is dus het spiegelbeeld van de situatie met de snoek en het voorntje  : het snoekgeval toont de nadelen (vasthouden aan de mechanische keuze), en het mierengeval toont de voordelen: geen verstoring van de mechanische keuze.
    De vervolgstap is dan ook duidelijk: een nieuw systeem dat de problemen veroorzaakt door de emotionele verstoring rechtzet. Wat middels de evolutie het rationele systeem is geworden, dat op een niet-mechanische manier teruggaat naar waar het autonome systeem goed in was: mechanische, directe, keuze uit de werkelijkheid.
    Deze suggestie voor de werking van de emotionele inmenging was gebaseerd op de gevallen van de woningen en de mieren. Teruglezen naar het begin van deze verzameling leerde echter dat het ook een volledige verklaring is van het experiment van Ariely in het eerste artikel. Dit versterkt de kans op de juistheid van de suggestie.

Nog een bevestiging van het geval met de mier (Volkskrant.nl, 11-03-2010, door Ad Bergsma):
  Een kip kiest slimmer dan een mens

Kansberekening lijkt voor vogels een eitje. Kippen lossen wiskundige puzzels op waar psychologiestudenten hun tanden op stuk bijten. Dat blijkt uit een experiment dat de Amerikaanse psycholoog Walter Herbranson beschrijft in de Journal of Comparative Psychology.

Stel, u heeft succes in een televisiequiz en mag een prijs kiezen, die verborgen is achter drie gesloten deuren. Achter één deur staat een auto, achter de andere twee een stofzuiger.
    U maakt een keuze, en vervolgens opent de presentator een van de andere twee deuren, en laat zien dat daar een stofzuiger in staat. U krijgt tot slot de kans om van deur te wisselen of bij uw oorspronkelijk keuze te blijven. Wat doet u? Verreweg de meeste mensen kiezen ervoor om bij hun oude keuze te blijven, hoewel dat maar 33 procent kans op een hoofdprijs oplevert, terwijl wisselen de kansen verdubbelt.
    Herbranson vroeg zich af of kippen dat beter zouden kunnen. Als kippen voer kunnen verdienen door op een knop te drukken, blijken zij heel goed te kunnen inschatten welke knop de meeste kans geeft op succes.
   Herbranson legde de kippen daarom een variant van het zogenoemde Monty Hall-dilemma voor, zonder mooi verhaal over een televisieprogramma, maar met drie knopjes en de mogelijkheid om van knop te wisselen nadat de eerste keuze is gemaakt en getoond is dat een andere knop niets oplevert.
    In het begin zijn kippen bijna even dom als mensen, en ze blijven aanvankelijk meestal bij hun eerste keuze. Maar kippen worden door ervaring snel wijzer, en in de loop van dagen leren ze om steevast op het laatst de andere knop te kiezen.
    Psychologiestudenten zijn minder soepel van geest. Zij moesten op de computer eenzelfde taak uitvoeren als de kippen. Om de vergelijking met de kippen eerlijk te houden kregen de studenten geen afleidend verhaal over een televisiequiz te horen.
    In plaats daarvan namen zij zonder toelichting achter de knoppen plaats. Net als de kippen kiezen zij er eerst voor om niet van knop te wisselen, maar in tegenstelling tot de kippen zijn zij niet in staat van hun ervaringen te leren. Ze blijven wekenlang op de knop drukken die de winstkansen halveert.   ...

Het is duidelijk hoe dit zit:de mensen hebben een idee van hoe dit zit, en houden vast aan dit idee. De kip heeft geen idee, en probeert. En vindt proefondervindelijk uit dat de andere deur meer resultaat oplevert. De mens volgt zijn idee, en dat is een emotie - en geen rationele overweging.
   De onderzoeker ziet het anders:
 
  Herbranson verwijst ter verklaring naar de evolutietheorie: ‘Wij zijn als mensen niet het best in vrijwel alles, maar alleen in de dingen die voor ons van belang zijn. Mensen blinken uit als het erom gaat zich beslisregels eigen te maken.
    ‘Deze beslisregels werken snel en efficiënt, maar zijn niet honderd procent waterdicht. Kippen hebben daar geen last van. Zij kunnen alleen vertrouwen op hun geheugen als zij evalueren hoe vorige beslissingen zijn uitgevallen.’

Nou, nee. Mensen zijn juist slecht om zich redelijke beslisregels eigen te maken, zoals dit onderzoek uitwijst. Waarin mensen goed zijn is zich allerlei emotionele beslisregels eigen te maken zoals de regel "Ik blijf bij wat ik al eenmaal heb besloten dat het juiste is"

En nu de waarde van die emotionele inmenging (Leids universiteitsblad Mare, 18-02-2010, door Willem van der Does, klinisch psycholoog en hoogleraar experimentele psychopathologie):
  Taakstraffen met marshmellows

Eind jaren zestig van de vorige eeuw werd aan Stanford University een even simpel als inzichtelijk experiment gedaan. De psycholoog Walter Mischel bood vierjarige kinderen een marshmallow aan. Ze mochten hem meteen opeten, maar, zo werd erbij gezegd, als je een paar minuten kan wachten terwijl ik weg ben, dan krijg je er twee. Voor een vierjarige is dat veel gevraagd. ...
    Ruim twee derde van de kinderen in Mischel’s experiment konden dan ook niet wachten en aten de marshmallow op, gemiddeld binnen drie minuten. Sommigen bezweken op het moment dat de proefleider de kamer verliet, sommigen na een minuut, maar zo’n dertig procent kon de verleiding maar liefst vijftien minuten weerstaan en verdiende de tweede marshmallow. Het experiment is gefilmd, en je ziet kinderen gebiologeerd naar de marshmallow staren, ermee spelen, hem onder de eigen neus houden. Weer anderen zitten met de handen voor ogen of lopen zingend de kamer door om zich af te leiden. Sommige vierjarigen checken eerst of niemand kijkt en eten hem dan op, en één maakt de marshmallow van onder open, lepelt met zijn pink de zachte inhoud naar buiten en zet hem uitgehold weer op tafel.
    In eerste instantie was de studie bedoeld om de omstandigheden en de strategieën te achterhalen die leiden tot succesvolle zelfcontrole. De studie werd pas een klassieker toen de onderzoekers begin jaren tachtig op het idee kwamen om de deelnemers te traceren. Veel van hen worden nog steeds gevolgd. Het fascinerende is dat er een sterk verband blijkt te bestaan tussen de tijdsduur dat een vierjarige deze verleiding kan weerstaan en diens levensloop. Kinderen die de marshmallow snel opaten waren later veel vaker in moeilijkheden gekomen, in de vorm van bijvoorbeeld vroegtijdig schoolverlaten of verslavingen. Kinderen die vijftien minuten hadden kunnen wachten scoorden honderden punten hoger op de toelatingstest voor Amerikaanse universiteiten dan kinderen die na een halve minuut al voor de verleiding bezweken waren. ...

Er is geen enkele fantasie nodig om dit te vertalen naar de termen van hier: de neiging tot het onmiddellijk opeten van de mashmellow is de neiging ingegeven door het emotionele brein dat we delen met de zoogdieren. De neiging om te wachten op een beloofde grotere beloning later is gerelateerd aan ons rationele brein - het brein dat zoogdieren in veel mindere mate hebben, en waardoor je een hond de mashmellow-test echt niet hoeft te laten doen, zoals iedere eigenaar weet.
    Wat dit onderzoek rechtuit laat zien is dat de capaciteit tot het beheersen van de neigingen van het emotionele brein, een sterk positieve factor is voor het presteren van de mens. 

Nieuw onderzoeksresultaat (DePers.nl, 08-11-2011):
  Niet nadenken over wat je doet!

Ingewikkelde beslissingen kun je beter niet bewust nemen. Het onbewuste is slimmer. En het heeft ook geen last van honger.

Hoe moeilijker de beslissing, des te verstandiger is het om op je onbewuste beslisvermogen te vertrouwen. Dat stelt de Nijmeegse psycholoog Maarten Bos. Bos legde zijn proefpersonen een aantal lastige keuzes voor over huizen, auto’s en bijbaantjes. Sommigen kregen daarbij te horen dat het echt een moeilijke zaak was, waarbij ze met van alles rekening moesten houden; anderen niet. Hoe meer hij het probleem opklopte, hoe slechter de beslissing die de proefpersonen namen. Maar een aantal proefpersonen kreeg niet de kans om bewust na te denken over het probleem. Bos leidde hen af met bijvoorbeeld puzzeltjes. Hierdoor kreeg het onbewuste de kans alle informatie af te wegen. En wat bleek: dan werden hun beslissingen juist beter. Het onbewuste presteert blijkbaar beter onder druk.    ...

Die laatste conclusie in volstrekt onjuist (misschien is het onderzoek niet goed weergegeven): het "opkloppen van het probleem" is doodgewoon het meer inschakelen van het bewustzijn bij de beslissing, en het laten doen van een puzzeltje is het afleiden van het bewustzijn van het probleem. De rol van het bewustzijn is hier negatief, omdat het problemen van de ingewikkelde soort betreft, die door de parallelle processen van het onderbewuste moeten worden opgelost - het bewustzijn is hierbij een verstoorder (het bewustzijn fungeert hier mede als waarnemer, en het waarnemen is een interactie tussen de modules van het bewustzijn en de onbewuste modules - die interactie verstoort de zelfstandige acties binnen de onderbewuste modules).  
    Een tweede aanwijzing van het fundamentele verschil tussen de twee processen:
 
  Bos keek ook naar proefpersonen die al drie uur niet hadden gegeten. Een deel van hen kreeg vlak voor de test een frisdrank met een hoop suiker, de rest niet. Mét zo’n suiker-shot namen proefpersonen betere beslissingen dan zónder. Maar wanneer ze gedwongen werden om onbewust na te denken, had de suiker geen invloed meer. Het onbewuste blijft dus prima werken – ook al moet het brein honger lijden.

Het bewustzijn heeft dus een acutere brandstofbehoefte dan het onderbewuste, dat wil zeggen: er zijn andere metabolische processen bij betrokken.

De afweging van emotie en ratio vindt plaats op twee minstens momenten, volgens de volgende bron (de Volkskrant, 26-11-2011, column door Peter Giesen):
  Het menselijk tekort

De meeste beslissingen worden op gevoel genomen

...    Mag je iets slechts doen om iets goeds te bereiken? Mag je mensen helpen ten koste van je morele integriteit? De studie Humanita- rian Negotiations Revealed van Artsen zonder Grenzen geeft daar geen duidelijk antwoord op. Wel formuleerde een van de opstellers een vuistregel: wie profiteert het meest van ons, de strijders of de slachtoffers?
    Deze benadering sluit aan bij de utilitaristische filosofie van Jeremy Bentham, die 'zo veel mogelijk geluk voor zo veel mogelijk mensen' nastreeft. Voor de harde utilitarist is het leven een rekensom. Kun je honderd Somaliërs redden, ten koste van een aanslag waarbij tien Somaliërs omkomen? Doen!
    Het utilitarisme geeft echter geen antwoord op alle ethische vragen. Dat wordt geïllustreerd met het 'treintjes-dilemma'. Je bent de machinist van een trein. In de verte zie je vijf arbeiders op het spoor. Je remmen weigeren, waardoor je de arbeiders zult doodrijden. Maar dan zie je een zijspoor, waarop slechts één arbeider aan het werk is. Moet je de wissel overhalen of niet? Ja, zeggen de meeste mensen. Het is beter om één mens dood te rijden dan vijf mensen.
    Maar dan het wordt het dilemma iets anders geformuleerd. Je loopt langs het spoor en ziet de trein op de vijf arbeiders afstormen. Op een viaduct zie je een dikke man staan. Als je hem op het spoor gooit, komt de trein tot stilstand. Opnieuw kun je nettowinst boeken: vijf levens redden door één leven op te offeren. Toch zeggen de meeste mensen: niet doen!
    Filosofisch is het onderscheid tussen de wissel-variant en de dikke man-variant helemaal niet zo eenvoudig te maken, schrijft Michael Sandel in zijn boek Rechtvaardigheid. In beide gevallen offer je een onschuldig persoon op om erger kwaad te voorkomen. Het belangrijkste verschil is gevoelsmatig. Het voelt heel anders om iemand zelf het spoor op te duwen dan om een beslissing te nemen, een wissel over te halen, die iemand het leven kost. Sommige dingen doe je gewoon niet, ook al is er rationeel misschien veel voor te zeggen. De meeste mensen voelen nu eenmaal een diepe weerzin tegen het doden van een medemens.
    Interessant genoeg worden deze bevindingen ondersteund door experimenten in een fMRI-scan. Bij mensen die de wissel-variant krijgen voorgelegd worden de 'rationele' hersenzones geactiveerd. De dikke man-variant doet eerder een beroep op de 'emotionele' hersendelen.    ...

Dat laatste zegt dus dat voordat er een afweging wordt gemaakt, er al een keuze gedaan wordt of de situatie als eerste voorgelegd wordt aan het emotionele brein of aan het rationele. Althans, zo lijkt het volgens de beschikbare informatie. Dat is het eerste afwegingsmoment, dat waarschijnlijk onbewust gaat. En daarna komt vermoedelijk nog eens een afweging als beide resultaten bekend zijn.

Een bron die ook wat van de betrokken mechanismen onderscheidt (de Volkskrant, 26-11-2011, door Sheila Sitalsing):
  De ontmaskering van de homo economicus

Mensen zijn bar slechte beslissers. Het individu dat nuchter in zijn eigen belang handelt, bestaat niet. We lijden aan chronische zelfoverschatting en pikken alleen op wat in ons straatje past.


Dat de recensent al na een bladzijde of tien gelezen te hebben in Daniel Kahnemans Thinking, Fast and Slow 'vijf sterren!' wil uitroepen, ligt natuurlijk aan de kronkelige psychologische processen die zich afspelen in haar hoofd: processen die gedrag en denken sturen in onverwachte en bizarre richtingen, waar Kahneman ruim 500 pagina's lang fascinerende verhalen over vertelt.
    Hier speelt het halo-effect ons natuurlijk parten (doordat dit woord vet is gedrukt, hecht u eerder belang en geloof aan deze term. Volgens Kahneman geloven we zelfs leugens eerder als ze vet zijn gedrukt). Het halo-effect is het fenomeen dat we denken dat iemand die één ding heel goed kan, overal goed in is. Kahneman won negen jaar geleden een Nobelprijs voor baanbrekend werk in de gedragseconomie. Welnu, dan kan hij vast ook een meeslepend boek schrijven.
    Nog zo'n valkuil bij het recenseren: priming. Dat betekent dat we ons door recente ervaringen of waarnemingen onbewust laten leiden in ons gedrag of oordeel. De meeste reacties op Thinking, Fast and Slow variëren van laaiend enthousiast tot lyrisch: het figureert op diverse 'beste boeken van het jaar'-lijstjes van bekende wetenschappers, de Financial Times noemde het een 'meesterwerk'. Zie dan nog neutraal zo'n boek open te slaan, probeer dan nog achter te blijven bij beroemde bewonderaars.
    Mogelijk hebben we hier ook een gevalletje confirmation bias. Het boek sluit aan bij opvattingen van de recensent dat mensen doorgaans bar slechte beslissers zijn, dat rationeel handelen niet bestaat. Net als Diederik Stapel zijn wij dol op informatie die strookt met onze opvattingen. Een boek dat daarin voorziet, moet wel een tien waard zijn.
    Ook cognitive ease - cognitief gemak - plaagt de recensent. Wat bekend is, voelt goed. Het werk van Kahneman is bekende kost voor wie de gedragswetenschap enigszins volgt. Het feest van herkenning is dan ook groot bij het lezen. En dat kleurt het oordeel.
    Al gelooft de recensent zelf natuurlijk dat zij zich heus niet heeft laten inpakken door een handvol beroemde fans, een onderscheiding en een berg bekende stof met een strik eromheen.    ...

En grapje - dat is de uitkomst van de beschreven effecten.
  Daarnaast zijn er nog tientallen effecten, vooringenomenheden, drogredeneringen, illusies en zaken die we negeren of niet zien, die ertoe leiden dat mensen niet in staat zijn tot het nemen van optimale beslissingen. /td>

Overigens zijn er natuurlijk ook goede methoden en uitkomsten. Anders bestand de mens en zijn denken niet. waarbij alles niet helemaal gelijk verdeeld is ... Die fouten lijken meer te behoredn tot de top van de maatschappij:
  De Israëlische psycholoog Kahneman (77) ... maakt aannemelijk waarom de boven ons gestelden ons in hun continue zelfoverschatting telkens weer meeslepen in riskante ondernemingen - van megalomane fusies tot een gemeenschappelijke Europese munt en oorlogen-zonder-end. In hun grenzeloze optimisme denken ze het beter te weten dan de feiten, de bewijzen en de statistieken. 'Deze keer wordt alles anders.'

Zoals ook dit complex wat al eerder gedaan is:
  Kahneman haalde de notie van de homo economicus, de altijd rationeel handelende mens die nooit een reken- of inschattingsfout maakt, onderuit en daarmee de premisse onder diverse economische theorieën over perfect werkende markten en nutsmaximaliserende individuen.

En komt met iets dat hier uit gewone evolutieleer is afgeleid:
  Kahneman presenteert ons denkproces als twee denkbeeldige systemen. Systeem 1 (het snelle denken uit de titel van zijn boek) is intuïtief, snel, gemakzuchtig en dominant. Het loodst ons door de dag en door het leven. Als het moeilijk wordt (op de snelweg een rij vrachtwagens inhalen, 17 maal 89 oplossen) treedt systeem 2 (het langzame denken) in werking. Dit deel doet het zware werk, maar het is lui, heeft vaak een schop ('Stop! Denk!') nodig om wakker te worden en laat ons geregeld in de steek.

Met de direct uit dagelijkse waarnemingen af te leiden constatering:
  Door de dominantie van systeem 1 doen we dingen die je 'irrationeel' zou kunnen noemen en raken we veelal de weg kwijt als we op basis van kansen en waarschijnlijkheden moeten handelen. We overschatten kleine risico's en onderschatten grote risico's (verzekeraars verdienen hier een dikbelegde boterham mee), we laten ons misleiden, varen op incomplete informatie en denken niettemin dat we alles weten wat er te weten valt. En we kunnen totaal niet plannen. 

Te zwart-wit: goed plannen is wat de mens onderscheidt. Het punt is dat in de moderne maatschappij geen goede planners aan de top komen, maar keiharde ellebogenwerkers.
  Waarom zijn de Griekse schulden niet van meet af aan afgeschreven - een beheersbaar verlies waarmee veel ellende was voorkomen? Omdat verlies nemen een van de moeilijkste dingen is die er zijn. Blijven vastklampen aan het glimpje hoop dat je uit een netelige toestand kunt geraken zonder iets te hoeven verliezen (het onderschatten van een groot risico) is een diep menselijke eigenschap die ook Angela Merkel en Nicolas Sarkozy niet vreemd is.

Een tekortkoming van Kahneman: er warebn andere minstens net zo goede redenen: het bestraffen van de daders. De tekortkoming is vermoedelijk theoretisme: alles uit dezelfde theorie willen verklaren.
  Met Kahneman in de hand valt te begrijpen waarom ons pensioenfonds in nood verkeert. Professionele beleggers zijn geen haar beter dan de grillige, manipuleerbare, modegevoelige kleine beleggers. De beleggingsindustrie, stelt Kahneman, is gebouwd op 'een illusie van vakmanschap'. Het pensioenvermogen wordt beheerd door hooggeschoolde mensen. Ze analyseren economische data, ze bestuderen balansen van bedrijven, ze wegen de kwaliteit van het management. Serieus, moeilijk werk. Maar al die competenties blijken geen enkele voorspellende waarde te hebben voor de beleggingsresultaten. Die zijn gemiddeld genomen niet beter dan die van de beroemde pijltjesgooiende gorilla.

Weer die toplui.
  Met Kahneman in de hand valt te begrijpen waarom we niet in staat zijn een metrolijn aan te leggen, een museum te verbouwen of een spoortunnel te graven zonder gruwelijke overschrijdingen in tijd en geld. We zijn namelijk onverbeterlijke optimisten die ons eigen kunnen schromelijk overschatten. Om diezelfde reden richten we ondernemingen op, beginnen we oorlogen en spannen we rechtszaken aan.

Ook in veel van die gevallen wordt doodgewoon bewust gemanipuleerd: de kosten laag voorgesteld om het project erdoor te krijgen. Dat heeft niets met echte denkfouten te maken, maar met ambitie en machtswellust. Andersoortige zaken.
  Wie het geluk heeft te slagen, komt bovendrijven als leider. Hij wordt niet gestraft voor het nemen van een buitensporig risico. Nee, we hijsen hem op het schild, geloven dat hij over flair en visie beschikt. Wie eerder aan hem twijfelde, zetten we weg als middelmatig en zwak. Kahneman: 'A few lucky gambles can crown a reckless leader with a halo of prescience and boldness.'

Ook weer deels waar: veel van die lui komen aan de top door 'netwerken", bijvoorbeeld van fasmilie - oftewel; anderen op onheuse gronden eruit of eronder werken
  Zou het helpen als we deze thrill seeker Kahneman laten lezen? Nee, want een echte optimist met vertrouwen in zijn eigen kunnen leest het en denkt: 'Ah, dat gaat gelukkig niet over mij.'

Dat klopt weer wel - want dit gaat over de situatie dat deze ongeschikte lieden al aan de macht zijn.


Naar Psychologische krachten, drie lagen  , Beslissingen  , of site home  .

20 aug.2009