Beslissingsproces, psychologisch: voorinstelling (bias)

29 jul.2009

De geval van voorinstelling of  bias een speciaal geval van het meer algemene proces van aanvulling, invulling of vervanging van beelden of waarnemingen ontleend aan de buitenwereld. Het algemene geval kan geïllustreerd worden aan de hand van het voorbeeld van de afbeelding van een huis achter een hek, zie rechts, al genoemd in Beslissingen . Dit valt onder de categorie "optische illusies", omdat de geest dingen invult die niet waargenomen zijn. Je kan de delen van het huis die je wel "ziet" maar niet waarneemt, zien als een vorm van vooronderstelling: de hersenen "snappen" wel wat daar zit en vullen het gewoon in. Overigens geldt dat ook voor het begrijpen van taal uitleg of detail .

Dit  is een voorbeeld van vele natuurlijke optische illusies zoals behandeld in een speciale aflevering van Scientific American, met als thema: "Optische illusies, en wat leren we ervan over de werking van ons brein" (Sci. Am, Special Reports, Vol. 18, nr. 2, 2008).

Een van de andere artikelen gaat over het verwerken van de optische informatie in combinatie met standverandering van lichaam of hoofd. Als je je hoofd een beetje kantelt, en het perceptiesysteem volledig statisch zou zijn zoals een fototoestel, het zou beeld in ons hoofd ook moeten kantelen en we zouden een scheefstaande wereld zien, net als op de foto genomen met een scheefgehouden toestel de horizon scheef staat.

In werkelijkheid blijft in onze perceptie de horizon recht staan als het hoofd kantelt. Dat komt omdat in ons hoofd de scheve stand van het hoofd, zoals gemeten door het evenwichtsorgaan, verrekend wordt met de optische informatie die binnenkomt (Scientific American,  Special on Perception, 2008, door Vilayanur S. Ramachandran en Diane Rogers-Ramachandran, artikel hier ):

 

Right Side Up

Studies of perception show the importance of being upright

Tussentitel: The brain takes into account head rotation when it interprets an
                  item's orientation.

The lens in your eye casts an upside-down image on your retina, but you see the world upright. Although people often believe that an upside-down image in the eyeball gets rotated somewhere in the brain to make it look right side up, that idea is a fallacy. No such rotation occurs, because there is no replica of the retinal image in the brain-only a pattern of firing of nerve impulses that encodes the image in such a way that it is perceived correctly; the brain does not rotate the nerve impulses.
   Even leaving aside this common pitfall, the matter of seeing things upright is vastly more complex than you might imagine, a fact that was first pointed out clearly in the 1970s by perception researcher Irvin Rock, then at Rutgers University.

Tilted View
Let us probe those complexities with a few simple experiments. First, tilt your head 90 degrees while looking at the objects cluttering the room you are in now. Obviously, the objects (tables, chairs, people) continue to look upright - they do not suddenly appear to be at an angle.
    Now imagine tipping over a table by 90 degrees, so that it lies on its side. You will see that it does indeed look rotated, as it should. We know that correct perception of the upright table is not because of some "memory" of the habitual upright position of things such as a table; the effect works equally well for abstract sculptures in an art gallery. The surrounding context is not the answer either: if a luminous table were placed in a completely dark room and you rotated your head while looking at it, the table would still appear upright.
    Instead your brain figures out which way is up by relying on feedback signals sent from the vestibular system in your ear (which signals the degree of head rotation) to visual areas; in other words, the brain takes into account head rotation when it interprets the table's orientation. The phrase "takes into account" is much more accurate than saying that your brain "rotates" the tilted image of the table. There is no image in the brain to "rotate" - and even if there were, who would be the little person in the brain looking at the rotated image? In the rest of the essay, we will use "reinterpret" or "correct" instead of "rotate." These terms are not entirely accurate, but they will serve as shorthand.   ...

Waar het hier om gaat is dat voor het menselijke bewustzijn het beeld waarneemt, de hersenen de optische informatie van het oog verwerkt met andere informatie, hier van het evenwichtsorgaan. Je ziet niet zuivere en ongefilterde beelden als van een camera, maar beelden die al een bewerking hebben ondergaan.

Deze vorm van "verwerking van informatie voor bewustwording" vindt plaats op allerlei niveaus. Het allereerste niveau is dat van de waarnemingsorgaan en omringend zenuwstelsel., zelf - het meest interessant voor het oog, zie hier .

Het tweede niveau hebben we boven gezien: dat is de combinatie van informatie van meerdere waarnemingsorganen.

Een derde niveau is verwerking van informatie die uit het geheugen komt. Dit is een voorbeeld van wat vermoedelijk een hele reeks van niveaus is, overeenkomende met diverse niveaus van abstraheren in de hersens. Een zeer curieus voorbeeld daarvan komt uit het volgende onderzoek, en dat gaat over de invloed van religie - hieronder de relevante stukken uit een artikel dat de methodiek en resultaten beschrijft (Leids universiteitsblad Mare, 20-11-2008, door Bart Braun (voll. artikel hier ):
 
 

 Atheïstische en gereformeerde studenten kijken letterlijk anders

Ongelovige ziet het grotere geheel

Atheïstische en bevindelijk gereformeerde studenten hebben niet alleen een ander wereldbeeld; ze nemen de wereld ook daadwerkelijk anders waar. De onderzoekster maakt zich zorgen over de interpretatie van haar gegevens. ‘Dit is misschien wel de belangrijkste ontdekking die ik ooit heb gedaan’

Dr Lorenza Colzato heeft een papiertje met letters bij zich. De vinger van de psychologe volgt de letter S, die is opgebouwd uit allemaal losse letters O. ‘De atheïst ziet eerst de S, de calvinist ziet eerst de O’s’, legt ze uit. In haar recente publicatie in het vooraanstaande vakblad Plos One gebruikte ze vierkanten die waren opgebouwd uit driehoekjes, maar het effect is hetzelfde: bevindelijk gereformeerde studenten zien de details beter, atheïstische studenten hebben meer oog voor het grotere geheel.   ...
    In vergelijkbaar onderzoek stelden wetenschappers al eens vast dat Aziaten een holistischer kijk op hun stimuli hebben dan Amerikanen. Colzato: ‘Daar ligt de focus op cultuur. Ik wilde juist weten wat het effect van religie was. In Nederland kan dat, omdat religie en cultuur goed te scheiden zijn: mensen hebben dezelfde cultuur, maar verschillende godsdiensten. In mijn moederland Italië is iedereen katholiek, of in elk geval gedoopt.’
    Is die cultuur wel zo hetzelfde? Bevindelijk gereformeerden staan bekend als een hechte en relatief gesloten groep. Ze hebben hun scholen, hun eigen krant (het Reformatorisch Dagblad) en een eigen partij (SGP). Televisie is uit den boze, en Internet mag alleen als er strenge filters zijn geïnstalleerd.
    Colzato: ‘Dat klopt, elk geloof brengt ook een stuk cultuur met zich mee. Maar deze mensen zijn wel in Nederland opgegroeid. Ze eten stamppot, ze studeren in dezelfde stad.’
    Bovendien, benadrukt ze, is ze niet specifiek geïnteresseerd in de effecten van calvinisme, maar in die van religie in het algemeen. ...
    De onderzoekers hebben hard hun best gedaan om ervoor te zorgen dat de twee groepen afgezien van hun geloof zo min mogelijk verschillen. Wat betreft intelligentie, geslacht, etniciteit en leeftijd zijn ze vergelijkbaar. Een ander probleem laat zich moeilijker uitsluiten in een onderzoeksopzet: dat niet het geloof het verschil in perceptie bepaalt, maar dat de manier waarop iemand naar de wereld kijkt, mede bepaalt welk wereldbeeld voor hem of haar aantrekkelijk is. Wel wijzen de wetenschappers erop dat veel mensen in een religieuze gemeenschap worden opgenomen voordat zo’n perceptie-verschil duidelijk wordt.
    Atheïsten en bevindelijk gereformeerden hebben niet alleen een verschillend wereldbeeld, zo blijkt, maar ze nemen ook daadwerkelijk anders waar. ‘Calvinisten hebben wellicht van kinds af aan geleerd om te focussen op lokale in plaats van globale dimensies’, staat in het Plos-artikel. ‘Tenminste, vergeleken met mensen die hun geloof niet delen.’ ...

Uit ander onderzoek blijkt een mogelijk oorzaakrichting van dit effect (Scientific American, juli 2009, vol. 301, nr. 1):
 

Deze twee onderzoeken kan men combineren met de veronderstelling dat het al dan niet onderhouden van religie van invloed is op de relatieve invloed van de linker- en rechterhersenhelft.

Maar waar het in deze context vooral om gaat is dat deze experimenten laten zien hoe de interne processen in de hersenen op allerlei niveau invloed hebben op de perceptie van de werkelijkheid. Nog een paar voorbeelden hiervan, het eerste op een tussenniveau (De Volkskrant, 13-08-2009, door Malou van Hintum):
 
  Links houdt van links, rechts houdt van rechts

Vandaag is de Internationale Dag voor Linkshandigen. ...
    In het Journal of Experimental Psychology van deze maand beschrijft Daniel Casasanto (verbonden aan het Nijmeegse Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek) vijf experimenten waarbij links- en rechtshandigen hun voorkeur moesten uitspreken ten aanzien van objecten en mensen die links en rechts in een ruimte werden geplaatst. Wat blijkt: linkshandigen hebben duidelijk meer sympathie voor de linkerkant, rechtshandigen voor de rechterkant.
    Zo moesten zijn proefpersonen aardige en onaardige dieren links en rechts van een stripfiguurtje plaatsen. Driekwart van de linkshandigen tekende meer aardige dieren links op het papier, ruim tweederde van de rechtshandigen rechts.
    Toen ze de gegevens van twaalf sollicitanten voor zes banen in een linker- en rechterkolom op papier bekeken, vond driekwart van de linkshandigen de meeste sollicitanten aan de linkerkant van het papier het meest geschikt; ruim de helft van de rechtshandigen gaf de voorkeur aan de mensen in de rechterkolom.

    Ook processen op een zo hoog niveau als het hebben van een bewuste, eerder gevormde, mening over zaken kunnen worden meegewogen in de waarneming en verwerking van indrukken uit de omgeving (Dagblad De Pers, 29-07-2009):
 
  Hersenen beïnvloeden begrip

Als iemand een zin leest waarin om een mening wordt gevraagd, hebben de hersenen al een afwijzend of juist instemmend signaal gegeven voordat de hele zin gelezen en begrepen is. Hoe het signaal van de hersenen uitpakt, hangt af van de overtuigingen die de lezer aanhangt.
    Dat is ontdekt door onderzoekers van het Nijmeegse Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek en de universiteiten van Amsterdam en Utrecht. ...
    Het blijkt dat er binnen 200 milliseconden al een onbewuste mening is gevormd, die van invloed is op de verdere zinsverwerking.

Voorbeelden hiervan stonden in een ander artikel over hetzelfde onderzoek (De Volkskrant, 07-09-2009, column door Peter Giesen)
 
     Opmerkelijk genoeg reageren we ook op ethische en levensbeschouwelijke kwesties als verstokte voetbalsupporters, blijkt uit een onderzoek van psychologen aan de Universiteit van Amsterdam. Streng-christelijke proefpersonen lazen de stelling ‘euthanasie is een acceptabele handeling’, terwijl hun hersenactiviteit gemeten werd. Al bij het woordje ‘acceptabel’ registreerden de onderzoekers een emotionele respons. Ook zagen zij de zogenaamde N400-reactie, een antwoord van het brein op onwaarschijnlijke of onmogelijke stellingen, zoals ‘ik drink een pizza’. De respons kwam snel, binnen 200 milliseconden, nog voordat de proefpersonen de stelling bewust hadden afgewezen.   ...

Een gelezen of gehoorde zin bestaat in eerste instanties natuurlijk ook als impressies van de zintuigen, net als beelden doorgegeven door het oog dat zijn in de vorige experimenten. Wat in dit taalonderzoek blijkt, is dat zelfs wanneer alles als zintuigimpressies is verwerkt, dus voorbij het niveau van de vorige onderzoeken, er nog steeds allerlei invloeden ingrijpen op de ontvangen "informatie". Eerder opgedane overtuigingen, al dan niet juist en/of in overeenstemming met de werkelijkheid, blijken van invloed op de verdere perceptie van een nog in de ontvangst staande taalkundige boodschap.

In het dagelijkse leven valt dit soort zaken ook al waar te nemen. Wie regelmatig deelneemt aan discussies, zal bemerken dat mensen vaak heel andere dingen kunnen horen of lezen dan er daadwerkelijk gezegd of geschreven is. Waar dit gebeurt, doet zich dan het voor de overigen zeer merkwaardige verschijnsel voor dat die mensen die de andere dingen lezen of horen, vaak heilig geloven in de juistheid van hun waarnemingen. Het voorgaande laat zien dat deze ervaring heel wel juist kan zijn: wat zij waarnemen zijn in hun "ogen/oren ", of voor hun "geestesoog", juiste waarnemingen - alleen waren die waarnemingen op dat moment al vervormd zonder dat ze zich dat bewust zijn. Ook uit ervaring valt af te leiden dat er qua ernst twee hoofdoorzaken van vervorming of bias zijn: emotie en ideologie - hetgeen automatisch de ernstigste variant diegene maakt waarin zowel ideologie als emotie is betrokken .

Deze diverse vormen van vervorming van waarnemingen van de werkelijkheid behoren natuurlijk tot de grootste problemen waar de mensheid als geheel mee te maken heeft. Een probleem waar talloze andere problemen van afstammen.

De richting van de oplossing van het probleem wordt gegeven door te kijken naar de diverse menselijke ondernemingen, en te zoeken naar die onderneming die het minste last heeft van dit probleem. Die zoektocht is snel afgelopen: dat is de natuurwetenschap - daar zijn zelfs de meeste niet-natuurwetenschappers het over eens.

Wat is dan hetgeen dat de natuurwetenschap onderscheidt van andere menselijke ondernemingen? Antwoord: de natuurwetenschap heeft als systematiek om voortdurend haar veronderstellingen te toetsen aan de werkelijkheid .

Wat is dan de meest voor de hand liggende oplossing voor het probleem van de diverse vormen van ingebouwde bias, stiekeme vooronderstellingen: het voortdurende toetsen van je taalkundige en ideematige veronderstellingen aan de werkelijkheid. Dat voortdurende toetsen van je taalkundige en ideematige veronderstellingen aan de werkelijkheid is als eerste systematisch ondernomen door de algemene semantiek (General semantics ), een wetenschap die op deze website verder uitgewerkt is vanaf hier   - voor een specifieke toepassing, zie Dialoog .
   

Naar Beslissingen , Psychologie lijst , Psychologie overzicht , of site home .

[an error occurred while processing this directive]