Het toevallige altruïsme
Een van de rechtse leerstellingen is dat vanuit individualisme en egoïsme mensen
daden verrichten die ten goede komen aan allen, een bekend voorbeeld zijnde de
stelling dat de rijken rijker maken ook goed is voor de armen (Brits premier
Margaret Thatcher). Een analyse:
De definitie van een egoïstische daad is een daad die nadelige gevolgen heeft
voor anderen. De definitie van een altruïstische daad is een daad die ook ten
goede komt aan anderen.
Stel iemand doet een daad die ten goede komt aan zichzelf, en ook ten goede aan
anderen. Dan zijn er twee mogelijkheden: het ten goede komen aan anderen is
opzet, of het is toeval. Is het opzet, dan heet de daad niet individualistisch
of egoïstisch, maar is een mengsel van egoïsme en altruïsme. Is het toeval, dan
heet hij wel egoïstisch.
De rechtse stelling gaat dus over toevallige altruïstische gevolgen. Toeval is
echter per definitie iets dat op willekeurige momenten wel of niet optreedt. De
personen die door hun egoïsme bijdragen aan anderen, zullen bij toevalligere
eerdere en latere en omstandigheden egoïstische handelingen plegen die NIET met
altruïstische gevolgen gepaard gaan.
De beoordeling van de rechtse stelling moet dus aan de hand van een inschatting
van de negatieve gevolgen versus de positieve gevolgen van egoïsme. Natuurlijk
bestaat dit in alle gradaties, zodat een eenduidige uitspraak hierover niet
mogelijk is. Maar is het is ongeloofwaardig dat degenen die voor een egoïstische
stelling pleiten, veel toevallig altruïsme in hun daden zullen ten toon
spreiden. Het toevallige altruïsme uit een eerdere daad kan ook heel makkelijk
door het egoïsme van de volgende daad ongedaan worden gemaakt. Een voorbeeld:
iemand heeft werknemers in dienst uit egoïstische bedoelingen, en verdiende veel
geld. Dan gaat het wat minder. De egoïst zal zijn oorspronkelijke inkomen willen
handhaven zelfs als hij goed kan leven van het mindere inkomen, en werknemers
ontslaan. Dit is wat in de maatschappelijke praktijk op grote schaal gebeurt,
waarbij het zelfs zo systematisch is, dat mensen uit de producerende delen van
een bedrijf als eerste ontslagen worden, en pas veel later, of niet, de mensen
in de hogere en leidinggevende functies, hoewel hun werkzaamheden niet bijdragen
aan de productie, dus het inkomen van het bedrijf. Deze keuze is ongetwijfeld
gebaseerd op een egoïstische keuze voor de eigen soort, de leidinggevende, omdat
rationele argumenten zouden moeten leiden tot ontslag met voorrang van de dure
leidinggevenden, en dat dat ontslag op zijn minst gelijke tred moet houden met
het ontslag van productiepersoneel. Er zijn grote bedrijven (Fokker) en hele
bedrijfstakken failliet gegaan aan deze zelfbevoordeling van de leidinggevenden.
Het systematische egoïsme is in de meeste gevallen op termijn dus belangrijker
dan het toevallige altruïsme. De rechtse stelling is dus onjuist, en hoogst
waarschijnlijk gebaseerd op het verlangen de eigen tekortkomingen toe te dekken.
Op zich is dit natuurlijk al veel beter dan degenen die gewetenloos egoïstisch
zijn. Helaas is het moeilijk beide groepen uit elkaar te houden.
Terug naar Psychologie lijst
, Psychologie overzicht
, of naar site home
.
|