Psychologische krachten en begrippen
Cognitieve ziekten
Het begrip "cognitieve therapie" is een bestaand en zelfs (zeer) bekend begrip. Men zou
kunnen verwachten dat hetzelfde zou gelden voor het omgekeerde: "cognitieve
ziekte" - waarmee natuurlijk niet bedoeld zaken die het gevolg zijn van andere,
bijvoorbeeld neurologische, aandoeningen als Alzheimer. Het hier geïntroduceerde
"cognitieve ziekte" is zelf een cognitief proces, en wel een
cognitief proces dat leidt dat minder goed cognitief
functioneren oftewel minder goed denken. Iets dat dan weer opgelost zou kunnen worden door
cognitieve therapie, maar dan in een ietwat andere betekenis van "cognitieve
therapie", als aanvulling op het huidige gebruik, wat je kan definiëren "Cognitieve therapie is een manier om
andere geestelijke ziektes te behandelen met cognitieve processen". Het
nieuwe gebruik is dan: "Cognitieve therapie is een manier om
cognitieve ziektes te behandelen met cognitieve processen". Het meer natuurlijke
gebruik, dus.
En in principe werkt dit dan ook de andere kant op: als cognitieve processen
meer basale psychologische verschijnselen kunnen verhelpen, dan kunnen
cognitieve processen, de "zieke", bijna vanzelfsprekend ook meer basale
psychologische problemen veroorzaken. Deze relatie heeft ook een fysiologische,
dat wil zeggen: neurologische, achtergrond. In Hersenstam, overzicht
is een voorbeeld van een circuit gegeven dat een koppeling tussen cortex, emotie
organen en hersenstam veroorzaakt. In een kringproces, dus met koppelingen beide
kanten op, zie het diagram rechts.
Bij de traditionele cognitieve therapie,
bijvoorbeeld voor zoiets als hypochondrie, is de methode van toedienen door middel van praten, dus met gebruik van woorden of vollediger:
taal. En daarin is het effectief. De keuze van de methode van behandeling van
cognitieve ziekte is dan als vanzelfsprekend dezelfde. Vergelijkbaar met het
fysiologische geval: ziektes veroorzaakt door kleine beestjes in je lichaam
(bacteriën) bestrijdt het lichaam door middel van andere kleine beestjes: afweercellen.
En dus ook voor de omgekeerde relatie geldt dat een meer
basale psychologische of neurologisch kwaal kan veroorzaakt worden door taal.
Voornamelijk natuurlijk door eigen gebruikte taal.
Waar bij bacteriële besmetting de eerste symptomen simpel
zijn, namelijk koorts, zijn bij de cognitieve ziektes
de symptomen al even simpel: de betrokkenen slaan wartaal
uit. En niettegenstaande wat velen daarover beweren, is er een duidelijk
criterium voor wat wartaal is: dat is taal waarvan de uitspraken niet kloppen
met de werkelijkheid,
of waarvan de uitspraken elkaar tegenspreken. En beide gevallen zijn ook weer
simpel uit te leggen: het eerste is dat van "Daar rijdt een blauwe takelwagen"
als er een rode brandweerauto voorbijrijdt, en de tweede is nog simpeler: Je
zegt, wijzend op hetzelfde ding, eerst: "Dat is een blauwe takelwagen", en
daarna: "Dat is een rode brandweerauto".
Deze twee klassen van wartaal hebben een volstrekt
verschillende status: de eerste kan bediscussieerd worden, te begeleiden met
nader onderzoek van wat de twee uitspraken nu eigenlijk zeggen - misschien klopt
de gebruikelijk gehanteerde definitie van "rode brandweerauto" wel niet.
De tweede klasse van wartaal, contradictie, is altijd fout.
Wat "Dat" in de combinatie nu in feite is: de combinatie is altijd fout
(of beter: zodanig vaak dat "altijd" dit het beste afkort). Met verstrekkende
gevolgen. Er is een intuïtief vermoeden dat alle vormen van tegenspraak
uiteindelijk te herleiden zijn tot de fundamentele tegenspraak A = niet-A (of x
= -x of iets dergelijks). En voer je het equivalent van x = -x in in een computer, en
dan "gaat hij plat" - of als
hij wat slimmer is voorkomt hij dat onder de vermelding: "Poging tot delen door nul",
een verbalisatie van: "Je probeert iets oneindig te maken". Dat is ook wat
er met de lijder aan de cognitieve ziekte van tegenspraak gebeurd, als hij maar
lang genoeg doorgaat: "hij gaat plat", dat wil zeggen: zijn cognitieve systeem
gaat plat. Het verbale en psychologische equivalent hiervan is: "Jezelf middels
een steeds nauwer wordend cirkeltje in de put praten". Die "put" is het oneindig
kleine punt dat in het centrum ligt van het voortdurend steeds nauwer worden
cirkeltje.
Dit is overigens allemaal in principe bekende kennis: zo is het A = niet-A is identiek aan de uitspraak van de Kretenzer
die stelt dat alle Kretenzer's liegen, en dan hebben we het dus over de Griekse
oudheid
(Wikipedia).
De gegeven analogieën laten al zien dat cognitieve ziektes
niet zeldzaam zijn. En dit ligt sterker, hetgeen niet opvalt omdat de meeste
vormen van tegenspraak ingekleed zijn - verhuld door woordgebruik. Zo zijn de uitspraken "Allochtone
immigranten zijn zielig en verdienen onze steun" en "De allochtone culturen
zijn
gelijkwaardig aan de Nederlandse en Nederlanders moeten een deel van de
allochtone culturen overnemen" evenzeer in strijd met elkaar als A en niet-A
- er worden slechts meer woorden gebruikt (eerste stap: vertaal 'onze steun' in
"speciale behandeling" - enzovoort). In de ideologie van het multiculturalisme
zitten beide besloten, en multiculturalisme zelf is dus een tegenspraak. En aan
deze tegenspraak wordt geleden door het overgrote deel van de politieke,
bestuurlijke, intellectuele en kunstzinnige elite, ongeveer de bovenste derde
van de maatschappij.
Met dit als voorbeeld kan een inventarisatie gemaakt worden
van cognitieve ziektes en hun voorkomen. Als eerste heb je de twee klassen van
"religie" en "ideologie". Het benoemen van religie als cognitieve ziekte is niet
origineel, het meest gelijkende zijnde de formulering van Richard Dawkins als
zijnde een "meme"
. "Ideologie" is de benaming voor een kernpunt in de meeste religies (in ieder geval
de meest populaire): het hanteren van een stel regels, meestal ook op schrift
gesteld maar dat hoeft niet, waarin vast is gelegd hoe de wereld in elkaar zit
of in elkaar zou moeten zitten. Waarvan de werking geïllustreerd kan worden met
de eerder gebruikte analogie, door als voorbeeldregel te nemen: "Zaken die op wielen rijden en meer dan vier wielen hebben, zijn blauwe
takelwagens". Op het moment dat er iets langs komt op meer dan vier wielen, zal
een aanhanger van die ideologie dan opmerken: "Dat is een blauwe takelwagen".
Ook als het in werkelijkheid een rode brandweerauto is. Want ideologie gaat
altijd voor de werkelijkheid, anders is het geen ideologie, maar gewoon de
werkelijkheid. Vaststaande regels en ideologie leiden dus noodzakelijkerwijs tot cognitieve ziektes van de eerste soort.
Maar omdat de ideoloog verkeert in een omgeving waar in de
praktijk ook altijd
ideologen van een andere soort rondwaren dan de zijne, en zelfs niet-ideologen,
zal er altijd op andere manier discussie ontstaan over de waarnemingen van de
ideoloog. In welke discussies de ideoloog, ten einde zijn niet met de
werkelijkheid overkomende uitspraken te verantwoorden, vrijwal altijd een grote
hoeveelheid tegenstrijdige uitspraken produceert. Zoals "Als jij een rode
takelwagen zit terwijl het zeker is dat deze blauw is, moet rood wel gelijk zijn
aan blauw". Daarmee leidende tot een cognitieve ziekte van de tweede soort:
contradictie.
Religie en ideologie zijn hoofdklassen - zoiets als het
analogon van "kanker"en "hart- en vaatziekten". "Religie" heeft vele
onderklassen, maar dat soort onderscheid is qua behandeling weinig belangrijk:
vrijwel alle vormen van religie zijn grotendeels onbehandelbaar - voor een groot
deel veroorzaakt door het aanleren op vroege leeftijd. De enig bekende
"therapie" is langdurige blootstelling aan een geestelijk gezonde omgeving,
waarna de betrokken aan een periode van zelftherapie moet doen, die veel
inspanning en gemiddeld zo een periode van vijf jaar vereist
.
"Ideologie" heeft vele ook onderklassen, zijnde zaken als "socialisme"en
"kapitalisme", maar ook "politieke correctheid" en "multiculturalisme".
Die zijn wat beter behandelbaar dan religie, omdat de basisregels meestal pas op
latere leeftijd worden opgenomen dan religie.
Terwijl religie dus vrijwel altijd wordt doorgegeven binnen
gezin en familie, is ideologie voor haar voorplanting afhankelijk van andere
methodes. Die komen in een paar hoofdcategorieën:
verleiding, propaganda en leugen. Aan de leugen gaat ook meestal de eerste twee
vooraf, omdat een leugen zonder voorbereiding nogal ostentatief is.
Verleiding en propaganda maken beide gebruik van retorica, in
de vorm van retorische trucs. Die retorische trucs zijn, voor de buitenwacht, de
ziektemakers van de ideologie - formeel: de pathogenen. In dit geval: verbale of
geestelijke pathogenen. Dit zijn de cognitieve ziektes die zich lenen voor
cognitieve therapie.
Zoals de vele vormen van cognitieve ziektes twee
gemeenschappelijke basisoorzaken hebben, heeft de therapie ervan slechts eentje.
Het basisprincipe achter vrijwel alle vormen van cognitieve therapie is
hetzelfde, en in principe simpel:
vraag om de inhoud van de boodschap. Gewoonlijk krijgt men op zo'n vraag geen
antwoord, of in veel gevallen scheldpartijen retour. Een proces dat in meerdere
tot vele fasen kan verlopen, afhankelijk van de ernst van de ziekte en de mate
waarin ze in het maatschappelijke lichaam is ingebed. Naar analogie met het
lichaam kan je ook de maatschappij zien als bestaande uit vele organen, en de
mate en ernst van de besmetting kan verschillen per orgaan.
De meest recente en meest actuele vorm van ideologie geeft
daarvan ook het meest treffende voorbeeld. Die ideologie is het al genoemde
multiculturalisme. Dat begon met het verspreiden van de ideologie middels
uitspraken van de soort "De multiculturele samenleving is een verrijking van
onze cultuur". Dit is propaganda, omdat het op geen enkele manier door feiten
ondersteund kon (en kan) worden. Die propaganda is verpakt en wordt verspreid in
taal. Dit is de cognitieve ziekmaker - de cognitieve pathogeen.
Op een gegeven moment kwam er de eerste klokkenluider, die
wees op daadwerkelijk in de maatschappij optredende achterstanden. Ook dat
gebeurde in taal. Dit is dus de cognitieve therapie.
Maar multiculturalisme is een krachtige cognitieve ziekte,
die haar eigen afweermechanismes heeft - dus gelijkende op de fysiologische
variant genaamd "kanker". Dat afweermechanisme bestond uit boycot en
gevangenisstraf, zie Hetze, Janmaat
.
Desondanks was ook het multiculturalisme enigszins verzwakt,
dat wil zeggen: in een aantal "organen" van de maatschappij verminderde de
besmetting enigszins.
De tweede aanval door een cognitieve therapie hanterende
klokkenluider leidde dan ook niet tot boycot en gevangenisstraf, maar
ongecontroleerde scheldpartijen, onder vermelding van Anne Frank en kreten als
"minderwaardig persoon", zie Pim Fortuyn
.
Ook deze therapie-fase verzwakte het multiculturalisme. Bij sommige organen in
de top van de maatschappij nam de besmetting enigszins af, en de onderlagen van
de maatschappij werden grotendeels genezen.
De derde klokkenluider aangaande de culturele achtertanden
van allochtone achterstanden is Geert Wilders. Omdat de onderlagen van de
maatschappij grotendeels genezen waren, kreeg deze een relatief grote aanhang.
Ook hiertegen probeerde de cognitieve kanker van het multiculturalisme zich te
verweren. Eerst weer met scheldpartijen, zoals deze kreet van Maarten van Rossem, historicus
(Joop.nl, 24-11-2010
), in de richting van "De proto-criminelen van de PVV". En toen
dit niet afdoende bleek te werken, met weer een poging tot veroordeling middels
een proces. Omdat het multiculturalisme inmiddels afdoende verzwakt was,
mislukte die poging.
Dit ter illustratie van de werking van cognitieve ziekte en
haar bestrijding, de cognitieve therapie van de tweede soort. Die dus eigenlijk
de eerste is, want de behandeling van kwalen die eigenlijk niet cognitief zijn
is natuurlijk secundair ten opzichte van kwalen die zelf op het cognitieve vlak
liggen
Die al al aangegeven behandeling kan samengevat en toegelicht
worden aan de hand van het voorbeeld van Van Rossem: concentreer je op de inhoud
en wijs op de werkelijkheid. Vraag Van Rossem om zijn criteria voor de
kwalificatie "proto-crimineel" voor aanhangers van de PVV, pas deze criteria toe
op moslims
, en je zal zien dat moslims er evengoed of beter aan voldoen. Waarna er dus een
tegenspraak is tussen uitspraak en criteria. Voor een uitgebreide verzameling
van dit soort contradicties in diverse verhullingen, zie hier
.
Maar hoewel dit simpel lijkt, is de praktijk voor velen vaak
anders, omdat veel van de ideologen die via media en dergelijke tot eenieder
komen, een hogere opleiding hebben genoten en taalvaardig zijn, en abstracte en
los van de werkelijkheid staande maar schijnbaar
betekenisvolle theoretische woorden en terminologie gebruiken - zoals
"tolerantie" en "vrijheid van godsdienst". Daarvoor is het volgende, meer universele, recept handig: geloof iemand
die retorisch trucs gebruikt per definitie niet, tenzij je zelf het tegendeel
kan bewijzen. En, als praktische tip: zoek de andere kant of partij genoemd in
een bewering, en spiegel de de bewering
. Dus zoek in
de bewering "De proto-criminelen van de PVV" eerst de andere kant - omdat
de PVV ageert tegen de islam, is de andere kant die van de islam of de moslims.
En spiegel de bewering "De proto-criminelen van de PVV" tot "De proto-criminelen
van de islam" of "De proto-criminelen van de moslims". Dan blijkt in dit
geval (maar ook in de meeste andere) in één oogopslag dat de oorspronkelijke
bewering niet deugt.
Nu worden dit soort uitspraken, die redelijk opzichtig tot
contradicties leiden, gedaan door als intelligent geziene mensen. Maarten van
Rossenm is hoogleraar geschiedenis (inmiddels met emeritaat), en andere
soortgelijke uitpsprakean zijn gedaan door de hooggeachte filosoof Rob Riemen en
een stel hoogleraren in Tilburg. En in het kader van het proces tegen Geert
Wilders zijn ook veel contradictoire uitlatingen gedaan door vele hooggeleerde
heren. Uitlatingen die ze in andere context niet zouden doen.
Het verspreiden van de boodschap "De proto-criminelen
van de PVV" is de cognitieve pathogeen van de cognitieve ziekte genaamd
"multiculturalisme". Het verspreiden van de boodschap "De proto-criminelen
van de islam" is de cognitieve "afweercel" uitgezonden door de cognitieve
therapie.
Voor het verder toepassen en uitwerken van de hier beschreven
cognitieve therapie staan er op deze website onder andere een verzameling retorische
trucs met uitleg en voorbeelden
, en een verzameling regels omtrent het omgaan met van derden, waaronder de
media, verkregen informatie
. Dit is onderbouwd met een systematische beschrijving van het taalproces in
Algemene semantiek, vanaf hier
.
Naar Psychologie
lijst
, Psychologie overzicht
, of site home
.
|