Bronnen bij Het nut van religie: bindmiddel |
28 mei 2006 |
Onderstaand een artikel waarin de misverstanden over religie als bindmiddel
wordt gepropageerd, en een waarin de onjuistheid ervan wordt uitgelegd.
De Volkskrant, 22-03-2006, door Marleen Barth, voorzitter van de
Onderwijsbond CNV; en Alexander Pechtold, minister voor Bestuurlijke Vernieuwing
en Koninkrijksrelaties.
Laat religie bindmiddel zijn
Terwijl de Tweede Kamer vandaag debatteert over de Deense cartoonrel, zien
Marleen Barth en Alexander Pechtold een rol voor religie als bindmiddel.
Tussentitel: Pas als mensen zich zeker voelen, kunnen zij volledig meedoen
In het publieke debat is steeds meer sprake van een schijntegenstelling tussen
enerzijds religie en anderzijds het openbare leven. Alsof het zo is dat in
Nederland religie geen plaats had, noch mag hebben, in maatschappij en politiek.
Dit is niet alleen historisch gezien onjuist, dit is maatschappelijk ook
ongewenst. Religie is voor miljoenen mensen een ankerpunt in hun leven. Een bron
van inspiratie. Inspiratie die we moeten gebruiken, om te voorkomen dat mensen
aan de kant blijven staan.
Kortom: geef mensen de ruimte en laat religie en/of
levensbeschouwing een maatschappelijk bindmiddel zijn.
Nederland kent een lange traditie van godsdienstig
pluralisme. Dat werd tijdens de Republiek getolereerd en met de scheiding van
kerk en staat van 1796 gelegitimeerd. Met de opkomst van de verzuiling werd het
pluralisme geïnstitutionaliseerd en tegenwoordig lijkt het als gevolg van
secularisatie, immigratie en - recent - de terreurdreiging te worden
geproblematiseerd. Kern van deze pluriformiteit is dat iedereen de vrijheid
heeft te geloven wat hij of zij wil. Steeds vaker vergeten mensen dat onze
grondrechten individuele rechten zijn. Rechten waarop iedereen zich kan
beroepen. Niet alleen diegenen die hier zijn opgegroeid, maar ook de
nieuwkomers. Een democratische samenleving kan en mág deze principes niet
selectief in praktijk brengen.
We mogen niet vergeten dat Nederland een diep gewortelde
traditie heeft van eenheid in verscheidenheid. Ruimte laten voor elkaars diepste
overtuiging is altijd het fundament van onze samenleving geweest. Het buitenland
beschouwt die pluriformiteit niet voor niets als typisch Nederlands. Het is het
hart van onze historische canon, van ons sociale erfgoed. We waren al
multicultureel lang voordat het woord bestond. De Nederlandse maatschappij is
solide genoeg om diversiteit aan te kunnen. Dat is onze kracht.
Maar deze kracht kan zich alleen ontwikkelen als de
grondrechten betekenis hebben in het dagelijks leven. Wij hebben niets aan
grondrechten als juridische metabegrippen, zonder dat ze zijn geworteld in de
samenleving. Is het erg dat er specifiek Turkse voetbalclubs zijn? Nee, deze
jongens kunnen sporten, omdat zij een clubhuis hebben waar geen alcohol wordt
geschonken en waar een aparte bidruimte is. Op deze manier komen zij in
aanraking met andere clubs, andere spelers en andere culturele uitingen. Er is
niets op tegen dat zij hiervoor een eigen clubverband aangaan. De vrijheid van
vereniging geldt ook voor hen.
Ook in het onderwijs wordt verscheidenheid en het recht op
'culturele en religieuze zelfbeschikking' tot op de dag van vandaag gekoesterd
en gewaardeerd. Vroeger gold - sterker dan nu - dat veel protestantse en
katholieke ouders het heel belangrijk vonden dat hun kinderen op een school
zaten die dezelfde religieuze achtergrond had. Sterker nog, als katholiek kocht
je niet eens brood bij een protestantse bakker en vice versa. Maar gelukkig zijn
we vanuit dat patroon geëvolueerd.
Dat proces heeft echter - ook bij ons - tijd gevergd. Deze
maand is zelfs voor het eerst sinds 1917 overeenstemming bereikt artikel 23
Grondwet te wijzigen. Met deze wijziging benadrukt de regering dat samenwerking
tussen openbaar en bijzonder onderwijs niet in strijd is met de Grondwet.
Praktijkgeoriënteerde samenwerking bij het uitoefenen van de grondrechten.
Samenwerking vanuit de eigen kracht, in plaats van het afzetten tegen een andere
groep vanwege een krampachtig vasthouden aan de eigen identiteit. Dat is zowel
modern als typisch Nederlands.
Want ook vandaag de dag hechten nog steeds veel ouders aan de
vrije keuze voor een school die past bij hun overtuiging en opvoedingswaarden.
Niks meer en niks minder dan een school die past bij thuis. En dat is prima. Zij
willen hiermee hun kinderen niet afzonderen van de rest van de wereld, maar ze
willen hun kinderen zo een veilige basis bieden. Een basis die hen in staat
stelt vol zelfvertrouwen en met een open blik de wereld tegemoet te treden.
Het is daarom begrijpelijk dat sommige islamitische ouders
hun kind graag op een islamitische school willen. Net zoals protestantse of
katholieke ouders er aan hechten dat hún kind op school hetzelfde waardepatroon
meekrijgt als thuis. Let wel, dit is geen oproep tot herzuiling, maar wel tot
normalisatie.
Ook nieuwe generaties burgers moeten de ruimte krijgen hun
plaats in de samenleving te vinden. Integratie en emancipatie zijn processen die
alleen op die manier tot stand kunnen komen. Pas wanneer mensen volledig
zichzelf kunnen zijn en zich zeker voelen van hun plaats in de maatschappij,
kunnen ze hieraan volwaardig deelnemen. In de grote steden zien we al dat de
vieringen van het Holifeest en het Suikerfeest normale en geaccepteerde
verschijnselen zijn, waaraan mensen met verschillende achtergronden en religies
deelnemen.
Ook op openbare of christelijke scholen wordt hieraan vaak
aandacht geschonken. Deze feesten hebben een vaste positie verworven in de
samenleving en zijn nu momenten geworden waarop hindoeïstische en islamitische
burgers hun buren deelgenoot maken van hun tradities en gewoontes. Misschien
zijn het over tien jaar wel nationale feestdagen.
Sommigen verwijten 'de politieke elite' pragmatisch om te
gaan met grondrechten. Dit zou je ook als een compliment kunnen zien.
Grondrechten zijn fundamentele waarden die zonder twijfel in marmer staan
gebeiteld. Maar zij zijn geen statische waarden. Zij dienen te worden bezien in
hun politieke en maatschappelijke context. Dit kan betekenen, dat je in het
gebruik van de grondrechten soms meer pragmatisch dan dogmatisch moet zijn.
Grondrechtelijke starheid leidt tot starre maatschappelijke verhoudingen. Dit
betekent ook dat je oog moet blijven houden voor het individu; rechten zijn er
voor mensen en niet andersom.
Het feit dat bepaalde overheidsdienaren geen hoofddoek mogen
dragen en anderen wel, afhankelijk van hun positie, doet recht aan de delicate
balans tussen individuele grondrechten en de gewenste neutraliteit van de staat.
Onze maatschappelijke en staatsrechtelijke verhoudingen bieden de
bewegingsruimte om enigszins flexibel - of zo u wilt pragmatisch - met de
grondrechten om te gaan. Gelukkig maar.
Juist in deze tijd is het een uitdaging de traditie van
pluriformiteit op een moderne manier door te geven aan nieuwe generaties.
Generaties van oude en nieuwe Nederlanders. Dat vereist tolerantie en respect
van alle kanten. Pas als mensen in hun waarde worden gelaten, wanneer zij hun
eigen religie of levensovertuiging niet hoeven af te leggen alvorens te worden
geaccepteerd, kunnen zij werkelijk deelnemen aan de samenleving. Dat we allemaal
verschillend zijn, is juist wat ons bindt.
De Volkskrant, 28-03-2006, door Nausicaa Marbe, journalist en schrijver,
en vaste bijdraagster aan de Forum-rubriek Stelling.
Zet af, die relipositivo-bril
Religie is geen bindmiddel voor de dunne soep van het multiculturalisme,
betoogt Nausicaa Marbe. Geloof moet niet met onmogelijke opdrachten worden
belast.
Tussentitel: De islam werkt niet eens bindend voor moslims onderling
Mijn echtgenoot (honderd procent Nederlands) en ik (Grieks, Spaans en Roemeens
bloed) deelden onlangs een treincoupé met een Keulse Turk. De man dacht in onze
alliance een Turks-Teutoons huwelijk te herkennen en stak de loftrompet. Turken
moeten vaker niet-Turken huwen, was zijn devies. 'Dann kein Problem mehr in
Gesellschaft.' We knikten schuchter. Mag dat wel van de islam? 'Ach,' verzuchte
hij, 'die Liebe is sterker dan het geloof.' Want liefhebben, doceerde hij, doen
we allemaal. Geloven niet.
Wijze woorden in een wereld waar religieuze kwesties
dagelijks aanleiding geven tot geweld en intolerantie. Alleen al de islam toont
verschillende gezichten, waaronder het kwaadwillende jegens het Westen. Zelfs
gematigde islamieten hebben soms moeite met het combineren van religieuze en
Westerse waarden. Een voorbeeld hiervan gaf de Nederlands-Palestijnse journalist
Imad el Kaka in een interview: 'Als journalist en schrijver strijd ik voor
homo-emancipatie, maar als moslim ik weet het gewoon niet.'
Urgente dilemma's, begrijpelijke verwarring, kwetsbare
nuances. Bij de hoogwaardigheids-bekleders Marleen Barth en Alexander Pechtold
moet je daarvoor niet aankloppen, gezien hun opstel 'Laat religie bindmiddel
zijn' (Forum, 22 maart). Daarin hameren de voorzitter van de Onderwijsbond en de
minister van Bestuurlijke Vernieuwing op het idee dat het geloof onontbeerlijk
is voor integratie. Als voorbeeld juichen ze de islamitische school toe. Zo'n
school garandeert 'een basis die ze (de kinderen) in staat stelt vol
zelfvertrouwen en met een open blik de wereld tegemoet te treden'.
Is dit ongeneeslijk optimisme of een provocatie van hen die
twijfelen aan de realiteitszin van het stichtelijk onderwijs? Feit blijft dat
ruimdenkendheid niet de specialiteit is van religieuze scholen. Kinderen die hun
lichaam voor de medemens moeten bedekken en de andere sekse leren mijden, worden
gedrild voor een sektarisch bestaan. De keuze voor een islamitische school mag
een recht zijn - daarmee is die nog niet 'integrerend en normaliserend' en
bovendien wekt het duo Barth/Pechtold zo de kwalijke suggestie dat het seculiere
onderwijs dat niet is.
Nog een citaat: 'Pas wanneer mensen volledig zichzelf kunnen
zijn en zich zeker voelen van hun plaats in de maatschappij, kunnen ze hieraan
volledig deelnemen.'
Zichzelf zijn? Die amateurpsychologische frase reminisceert
de wezenloze peptalk van de New Age-goeroes van eind vorige eeuw. 'Zoek jezelf,
broeder. Zoek jezelf, zuster', zongen Koot & Bie lang geleden. Kostelijk, maar
hopeloos gedateerd. Lag die zo subjectieve term 'zichzelf zijn' niet ten
grondslag aan het waanbeeld 'integreren met behoud van eigen cultuur'?
De eerste generatie moslims in Nederland kreeg precies wat
Barth en Pechtold voor ze claimen: ruimte. Toch werd integratie geen favoriete
bezigheid. De onvermijdelijke malaise van veel emigranten is vaak het gepruttel
tussen twee culturen. Je kunt die ontstijgen als je bereid bent de cultuur van
het nieuwe land te savoureren. Slim is het die te adopteren als een tweede
natuur. Een ideologische of religieuze vendetta tegen de Nederlandse
alledaagsheid bewijst slechts dat iemand het verkeerde emigratieland gekozen
heeft.
Het geloof is geen wondermiddel dat culturele botsingen
oplost. Geen garantie voor human bonding en helemaal geen bindmiddel voor de
dunne soep van het multiculturalisme. Als de discussie over de relatie tussen
islam en geweld weer eens oplaait, horen we al die opgewonden stemmen elkaar
tegenspreken. De een verdraait de feiten, de ander ontkent de rol van religie,
een derde praat alles goed. De islam werkt niet eens bindend voor moslims
onderling.
Intussen leert de praktijk dat migranten juist buiten het
geloof om integreren. Niet het religieuze onderwijs, maar de gemengde school
biedt hoop. Ouders van jonge kinderen hebben - in álle culturen - herkenbare
sores. De combinatie van ouderschap en broodwinning; het temmen van het
tiranniek emanciperende kroost; omgaan met de huishoudschuwe wederhelft;
kopzorgen om de slinkende kwaliteit van het leven. Discussies daarover op het
schoolplein scheppen diepere banden dan welk religieus dictaat van naastenliefde
ook. Scholieren komen niet vooruit door stichtelijk onderwijs, maar door
bezielde leraren die hun talenten erkennen en stimuleren. De moslimmeisjes die
hun best doen op school, werken niet hard omdat Allah hen een wetenschappelijke
educatie oplegt. Doorgaans heeft hun moeder ze ingefluisterd dat ze alle kansen
moeten grijpen die Nederland vrouwen biedt.
Pechtold en Barth voeren de gezamenlijke viering van
islamitische feestdagen op als religieus bewijs van integratie. Maar is die
feestvreugde wel zo stichtelijk? Als moslims tijdens het Slachtfeest aan
niet-moslims schapenbouten uitdelen, gebeurt dat in een feestroes - niet uit
zendingsdrang. Met hetzelfde gemak sturen ze een kerstkaart. Vriendschap is
doorslaggevender dan het geloof.
Dan de liefde. Een happy ending voor Romeo en Julia in De
Baarsjes is helaas geen gemeengoed. Toch hoef je geen rasoptimist te zijn om van
hartstocht integratiewonderen te verwachten. Maar die zijn pas mogelijk als de
geloofsbarrière verdwijnt. Voor veel trouwlustige moslimmannen zijn zelfs de
inheemse moslima's geïnfecteerd met het vrijheidsvirus. Importbruiden staan pas
garant voor dienstige vroomheid - ziehier de non-integratie op religieuze
gronden.
Het wordt tijd dat Pechtold, Barth en hun blije
gelijkgestemden de relipositivo-bril afzetten. Dan wordt zichtbaar dat Nederland
wél een tegenstelling kent tussen gelovigen en niet-gelovigen. Die wordt gevoed
door mensen die in naam van een opperwezen dogmatische maatschappelijke
veranderingen willen afdwingen. Door politici die vanaf de veilige zijlijn
religies boven alle kritiek verheffen. Door allen die de scheldnaam 'seculiere
fundamentalist' hanteren zodra iemand pleit voor de scheiding van kerk en staat.
Atheïsten ondervinden daar last van. Zeker nu hen wordt verweten dat hun
goddeloze attitude multi-etnische verzoeningsprocessen dupeert.
Het is al bar dat fanatici het geloof misbruiken om de
werkelijkheid naar hun hand te zetten. Politici moeten zich niet aan hetzelfde
schuldig maken. Religie is geen trukendoos om politieke idealen te
verwezenlijken. Wie het geloof lief heeft, zadelt het niet op met onhaalbare
opdrachten. Het streven naar een samenleving waarin religie de integratie niet
belemmert, is al moeilijk genoeg.
IRP: In het geval van de integratieproblemen van de
immigranten van de laatste decennia in Nederland, is het overduidelijk dat de
sterke groepsbinding veroorzaakt door de islam sterk heeft bijgedragen aan die
integratieproblemen. De cartoonrellen, en de manier waarop Deense moslims
daarvoor steun hebben gezocht en gekregen in buitenlandse, Arabische, landen, is
een treffend voorbeeld - het feit dat Pechtold en Barth hierin aanleiding zien
om zalvend te praten over de binding tussen verschillende geloofsgroepen is
naïviteit van het niveau waar het schuldigheid aan verraad van de redelijke
mensheid begint te naderen.
Naar Religie, nut
, Psychologie
lijst
, Psychologie overzicht
, of site
home
.
|