Neurologie, kleine hersenen

De structuur genaamd "kleine hersenen", of "cerebellum", wordt vaak geïntroduceerd als een kleiner equivalent van de grote hersenen, zoals de naamgeving ook aanduidt, en daardoor wekt men de indruk dat ze tot de latere ontwikkeling van de hersenstructuur behoren en/of een soortgelijke functie vervullen. In werkelijkheid zijn de kleine hersenen functioneel gezien een integraal deel van de hersenstam  , en zijn dus onderdeel van de oudste hersenstructuren - zoals ook blijkt uit hun locatie (zie ook het globale overzicht gegeven hier  ):
Ruggemerg & hersenstam Kleine hersenen

Samen met het ruggemerg zijn in de hersenstam alle elementen te vinden om het basale functioneren van het lichaam te ondersteunen - en dat allemaal in een redelijk beperkt volume en met een relatief beperkt aantal neuronen. Waarom dan ineens zo'n groot ding erbij - groot ten opzichte van de hersenstam qua volume. En gigantisch groot qua aantal neuronen: in de kleine hersenen zit ongeveer de helft van het totale aantal neuronen van de hele hersenen.

In primitieve soorten neemt het cerebellum zelfs een groot deel van het hele brein in beslag, zie onderstaande overzicht waarin het cerebellum paars is:

Het cerebellum moet daarom wel een primitief doel hebben. Dan blijven er vrijwel automatisch twee zaken over: waarneming en beweging. Daaraan zit bijzonder veel rekenwerk: van het construeren van een beeld met diepte uit de twee vlakke beelden van de twee ogen tot het combineren van al dat soort informatie met de gewenste aansturing van ledematen om te reageren op waarnemingsinformatie.

Neem een modern voorbeeld: de honkbalspeler. De werper gooit een bal met dusdanig hoge snelheid richting de slagman, dat deze nauwelijks tijd heeft te reageren. De slagman moet zijn beweging al gaan bepalen vlak nadat de bal de hand van de werper heeft verlaten. En die bal gaat niet rechtuit, maar verandert onderweg van richting naar beneden, door de zwaartekracht. Dus als de slagman slaat in de richting van de bal op het moment dat die net onderweg is, maait hij er altijd ruimschoots overheen - hij moet compenseren voor de richtingsverandering die nog gaat komen. En er is dus absoluut geen tijd om dat even in je bewuste hersenen te gaan zitten overwegen - dat moet meteen gebeuren. Een ingewikkelde taak die snel uitgevoerd moet worden. De vraag is waar dit gebeurt.

Dat tweede is typisch iets voor het autonome zenuwstelsel, en het eerste typisch iets dat veel "rekenkracht" vergt, dus veel neuronen. Waarvan de voor de hand liggende plaats dus het cerebellum is. Tussen twee haakjes: dit soort capaciteiten is voor de mens gedurende vrijwel zijn gehele bestaan van cruciaal overlevingsbelang geweest - denk aan speer en vluchtend hert.

Een tweede aanwijzing voor de taak van het cerebellum ligt in de aloude bron van neurologische kennis: het geheel of gedeeltelijk disfunctioneren. In dit geval in zeer dramatische vorm (newscientist.com, 10-9-2014. By Helen Thomson uitleg of detail ):
  Woman of 24 found to have no cerebellum in her brain



DON’T mind the gap. A woman has reached the age of 24 without anyone realising she was missing a large part of her brain. The case highlights just how adaptable the organ is.
    The discovery was made when the woman was admitted to the Chinese PLA General Hospital of Jinan Military Area Command in Shandong Province complaining of dizziness and nausea. She told doctors she’d had problems walking steadily for most of her life, and her mother reported that she hadn’t walked until she was 7 and that her speech only became intelligible at the age of 6. ...
    Although it is not unheard of to have part of your brain missing, either congenitally or from surgery, the woman joins an elite club of just nine people who are known to have lived without their entire cerebellum. ...

Oftewel: het cerebellum is voor een individu niet onmisbaar op het sterk disfunctionerende en dodelijke vlak, zoals de meeste en mogelijk alle andere onderdelen van de hersenstam dat wel zijn.

Een derde aanwijzing voor het abstracte karakter van de taak van het cerebellum ligt in haar structuur. Waar alle voorgaande neurologische structuren in ruggemerg en hersenstam een vorm hebben min of meer toegespitst op de taak die ze moeten verrichten, en daardoor in talloze ganglia ("knopen") en nuclei ("kernen") van diverse vormen voorkomen, is het cerebellum, met zijn veel grotere omvang, vrijwel uniform van structuur. Het is één grote vel met neuronlagen (een "cortex" in de algemene betekenis van dat woord) van ongeveer eenvormige structuur, dat vanwege zijn omvang opgevouwen is in myriaden van plooien. Dit is de overeenkomst met de grote hersenen (formeel de "neocortex") want die hebben dezelfde globale structuur.

In een andere context, die van functie, heeft een dergelijke structuur een andere naam, namelijk die van "neuraal netwerk": een samenstel bestaande uit lagen met neuronen, afgewisseld door lagen met verbindingen tussen die neuronen. Met als additioneel kenmerkt dat het oppervlakte van de laag meestal zo groot is dat het vanwege ruimtebeperking opgevouwen wordt in vele kronkels, ook dus prominent zichtbaar bij het cerebellum.

Het cerebellum is vermoedelijk het tweede (in ieder geval wat grootschaligere) neurale netwerk, het eerste zijnde de (inferior of onderste) olivary nucleus of kortweg olive, dat laatste naar de zichtbare bobbel die het veroorzaakt in de buis van het ruggemerg. De olivary nucleus en cerebellum zijn nauw met elkaar verbonden en maken deel uit van een groter circuit aan verbindingen, schematisch weergegeven hieronder (achteraanzicht - van hier uitleg of detail , aangepast):

Ook weergegeven zijn meerdere kleinere kernen in deze buurt, waaronder de vestibular nucleus, die verbonden is aan het evenwichtsorgaan. Die informatie wordt gebruikt tezamen met die uit het oog om de juiste "horizon" in het beeld van de werkelijkheid te construeren.

Met dit laatste is meteen duidelijk dat het cerebellum een andere taak heeft dan het simpelweg coördineren van dit soort informatie, want dat kunnen veel kleinere kernen dus prima aan. Maar toch is het er nauw bij betrokken, zoals het grote aantal in- en uitgangen aangeeft, zoals ook te zien in de volgende illustratie (zijaanzicht, neus links):

De in- en uitgangen komen in drie grote bundels geheten inferior-, middle- en superior peduncle, en verwerken soorten signalen naar oriëntatie: de inferior peduncle bevat bundels komende van ruggemerg en de olivary nucleus, de middle peduncle verbindt met kernen ter hoogte van het cerebellum, in de pons. En de superior peduncle met de erbovenliggende "rode kern", en verder omhoog naar thalamus en cortex. De rode kern (in de anatomie is hij iets roder dan de omgeving), heeft een belangrijke functie in wat bij dieren en in het Engels heet de "gait": de gezamenlijke beweging van de ledematen bij het lopen.

De peduncles binden het cerebellum ook mechanisch aan de hersenstam, zie onderstaande afbeelding (zijaanzicht, neus links):

De doorsnede toont ook gebruikelijke weergave van het gekronkelde vel met de neuronkernen als "grijze stof", en de opvulling met de langere-afstandsverbindingen, de axonen  als "witte stof". Hier niet weergegeven zijn de vier kernen in het midden ervan - alle uitgangen van het cerebellum komen van die kernen, met name de grootste: de dentate nucleus, zie het eerste schema.

Dus wat is de functie van dit extra grote ding?

Het antwoord op die vraag zou moeten bestaan uit experimenten: schakel het één en ander uit en kijk wat er gebeurt - maar dit dus al "gedaan", zie bijvoorbeeld boven. Wat je nog meer nodig hebt, is een nog niet functionerend systeem waarvan de functies één voor één ingeschakeld worden. Dan kan je zien wat eerst nog niet werkt en later wel.

Het 'nog niet (geheel) functionerend systeem' is natuurlijk het kind, of nog beter: de baby.

In het opgroeien van de baby zijn de verschillende stappen van groeiende coördinatie uitstekend waar te nemen. In het begin zwaait de baby willekeurig en ongecontroleerd met de armen. Dan leert het oog en hand combineren om iets beet te kunnen pakken, enzovoort.

En één van de manieren waarop de baby dat doet, is "herhalen". En herhalen. En herhalen. Eindeloos. Sommige ouders kunnen er zelfs genoeg van krijgen ...

En voor het opslaan van al die herhalingen heb je veel neurologische opslagruimte nodig. En dat is wat er gebeurt in de neurologische ruimte van de kleine hersenen.

Die cortex cerebelli of "cortex van het cerebellum" bestaat uit twee lagen gevuld met twee hoofdtypen cellen: in de bovenste laag Purkinje-cellen met een zeer veelvuldig vertakte platte dendriet-boom, behorende tot de grootste soorten neuronen, en in de onderste laag granular cells ("korrel-cellen"), behorende tot de kleinste neuronen, die bovendien in een overdadige meerderheid zijn: in de onderste laag van het cerebellum zit ongeveer de helft van alle neuronen van het brein.

Deze twee zijn op een karakteristieke manier met elkaar verbonden. Onder links een losse Purkinje-cel in vooraanzicht, en rechts als deel van het netwerk, met de "platte" bomen van de Purkinje-cellen in zij-aanzicht.

De granular-cellen in de onderste helft hebben slechts een handvol dendrieten, en een axon dat naar boven loopt, zie de rechter afbeelding, en zich daar in twee horizontale takken splitst, een "T" vormende met de horizontale takken, en dan de "parallel fibers" geheten (zijnde parallel aan de lagenstructuur van de cortex). De parallel fibers lopen loodrecht op de vlakken van de Purkinje-bomen, zie het plaatje rechts, die ze dus makkelijk kunnen doorsnijden - ze maken om de circa vijf stuks verbinding met de takken van de Purkinje-cellen.

De uitgangen van de Purkinje-cellen, hun axonen, gaan naar de binnenste kernen en de uitgangen van de laatste zijn de uitgangen van het cerebellum. Granular-cellen plus Purkinje-cellen vormen de basisstructuur van het netwerk. Het is na het voorgaande duidelijk welke functie dit verzorgt: hierin wordt de grote hoeveelheid ervaringen opgeslagen, in de vorm van de verbindingen tussen parallel fibers dus granular cells met Purkinje cells.

In de techniek, met name de electronica en informatieverwerking, is een dergelijke aanpak ook bekend: daar heet een dergelijk systeem een verbindingen-"matrix", dat je dan zo zou weergeven slaande op het cerebellum:

Hier een praktisch technisch voorbeeld in de vorm van een oude soort van computergeheugen (core memory - 'core' staat voor "kern" staat voor magneetkern, de ronde magneetjes waardoor de draden lopen):

De zwarte stippen oftewel verbindingspunten in het schema komen overeen met de magneten in de geiheugenmatrix - alleen zijn er veel, veel minder van. Wat zometeen verklaard wordt.

Eerst wat er de matrix ingaat. Binnen het cerebellum-vel, het neurale netwerk, zijn dat de granular cells, en die krijgen hun input van buiten, via wat dan heet de "mossy fibers", axonbundels die binnen de laag met granular cells ineens vele vertakkingen hebben en daardoor een beetje mosachtig uiterlijk krijgen - deze komen van het ruggemerg en kernen in de pons en omgeving, via de inferior en middle peduncle dus, zie de "bedradingsschema's" boven, waar ze spinocerebellar en pontocerebellar tract heten.

De tweede soort ingang heten hier de "climbing fibers", en die komen allemaal van de "inferior olivary nucleus", en via de inferior peduncle lopen, zie de "bedradingsschema's" boven, waar ze olivocerebellar tract heten.

Onderstaande "doorsnede" van de cortex van het cerebellum biedt een vollediger overzicht  - deze doorsnede loopt in het vlak van de bomen van de Purkinjecellen, waardoor de parallel fibers dus alleen maar als puntjes zichtbaar zijn:

Aan het begin en het einde van dit stukje cortex zijn de granular cells en de parallel fibers van hun axonen ingetekend, met van de laatste dus alleen een heleboel puntjes zichtbaar - in de rest van de tekening zijn ze weggelaten om de overige elementen te laten zien. Bedenk dat er van de granular cells enkele tientallen miljarden zijn.

Al benoemd zijn de mossy fibers die de ene ingang vormen - zichtbaar is dat ze zich veelvuldig vertakken (ca. 20 keer), om daarna uit te lopen in structuren genaamd "glomeruli" (in het groene cirkeltje), waarin ze veelvuldig koppelen (20-30 keer) met de dendrieten van granular cells - van die laatste zijn een paar extra grote exemplaren getekend om dit zichtbaar te maken.

De rol van de tweede ingang, de climbing fibers, wordt duidelijk door te kijken naar het schema van een enkele Purkinjecel en zijn omgeving (van hier  - licht aangepast aan webpresentatie):


De climbing fibers zijn hier groen. En blijken een cruciale rol te spelen. De climbing fibers exciteren direct de neuronen van cerebellum-kernen, dus de uitgang van het cerebellum. Máár: de climbing fibers zijn ook verbonden met de basis van de takken van de Purkinje-cellen en exciteren die ook, en de Purkinje-cellen zelf, de uitgangen, remmen de uitgangskernneuronen, zie het minteken in de tekening.

De vraag is dus: wie wint? Oftewel: ook deze zaak pakt de natuur aan niet met de aan-uit methode, met als-dit-dan-dat, maar met die van het evenwicht. En in dat evenwicht zit nog een derde factor, namelijk de input die de Purkinjecellen krijgen van de parallel fibers oftewel de granular cells. En de manier waarop die in de matrix onderling verbonden zijn. Oftewel: het geheugen.

Hiermee wordt ook duidelijk waarom het op deze manier wordt aangepakt: het lichaam, het wezen, moet ook kunnen functioneren zónder de ervaringen in het geheugen. Minder goed, maar voorlopig goed genoeg. Dat komt dus via de climbing fibers van de inferior olive. En door het opbouwen van ervaringen in de geheugenmatrix wordt dit ruwe gedrag komende uit de olive bijgesteld.

De volgende stap van globaal naar detail in de functie van het cerebellum is de manier waarop de ervaringen worden samengevoegd. Daarvoor genoemd is al het proces van middeling. Dat dient niet onderschat te worden. Van de statisticus Francis Galton  is bekend zijn ervaring met "schatten door deskundigen" versus "schatten door veel leken". Hij organiseerde een "wedstrijd" om het schatten van het gewicht van een os tussen "deskundigen", boeren en slagers, en een grote hoeveelheid burgers die allemaal een gokje mochten wagen. De burgers wonnen met overtuiging. Zij zaten er gemiddeld wel verder naast, maar hun gemiddelde was accurater, omdat de (willekeurige) fouten richting "te veel" opgeheven werden door de (willekeurige) fouten richting "te weinig". Later vele malen herhaald in talloze vormen met hetzelfde resultaat.

Maar in de techniek zijn methodes bekend om dit proces te verbeteren, voor het geval dat er al iets bekend is, of vermoed wordt, omtrent de uitkomst. De methode ontstond tezamen met de eerste camera's die beelden elektronisch vastleggen in punten, pixels. Is het licht heel zwak, zie je het beeld pixel-voor-pixel ontstaan en steeds duidelijker worden - je ziet het "groeien". En stel dat het een wit vierkant is, zie je dus, eerst enkele witte pixels, dan wat meer tot op een gegeven moment de contouren zich gaan aftekenen en je ziet "Het is een vierkant". Dat proces kan versneld worden door een simpele truc: als van een bepaald pixel, met dus acht buren, vijf of zes buren wit zijn, weet je vrijwel zeker dat het pixel zelf ook wit moet zijn. En dat vul je alvast is. Enzovoort in meerdere gangen.
    Dit werkt. Het is één van de manieren waarop astronomen tegenwoordig werken met hun beelden van zeer ver weg staande en zeer vaag zichtbare objecten zoals sterrenstelsels.

Dat is wat er mogelijkerwijs ook gebeurd in de actieve laag van het cerebellum, door neuronen gezamenlijk ook wel benoemd als "internal circuit neurons". Daarvan zijn er drie soorten. In de moleculaire laag met parallel fibers (zie het overzicht boven) zitten de stellar cells  , wier effect is om dendrieten van de Purkinje-cellen te inhiberen.

De tweede soort in de moleculaire laag, wat dichter bij de grenslaag, zijn de basket cells  , die verbonden zijn met de lichamen van Purkinjecellen (en dat doen in een netwerkje om het lichaam ervan, vandaar de naam basket of mandje), en die inhiberen. Eén basketcel doet dat met meerdere van Purkinjecellen, dus basketcellen voegen ook een groepseffect toe aan meerdere Purkinjecellen.

De derde soort zijn de Golgi cells  , die net onder de grens tussen granular cells en Purkinje cells zitten, hun input krijgen van de parallel fibers en de mossy fibers, en die ingangen naar de granular cells afremmen in de glomeruli. Weer een vorm van terugkoppeling dus. De schematische voorstelling wordt nu (een aanpassing van hier  zo goed mogelijk corresponderend met de vorige illustraties):

Meer (actieve) onderdelen heeft het cerebellum niet.

Gezien als neuraal netwerk heeft het cerebellum een heel duidelijk waarneembare structuur doordat de verschillende soort neuronen er zo verschillend uitzien. Er zijn dan ook meerdere pogingen gedaan om het in een model te gieten, waarvan de bekendste is dat van James Albus  :

Dit schema is een samenvattende globale beschrijving van het cerebellum-netwerk. Met verbaal aangegeven dat de inputfibers tot iets als honderdvoudig vertakken voor de verbindingsmatrix ("N → 100N recoder"). Als je hierin meer detail van het ingangscircuit laat zien, krijg je het volgende schema:

Van linksaf zie je eerst de vertakkingen van de mossy fibers, dan de laag van de glomeruli, vervolgens hun vertakkingen naar de granular-cellen en tenslotte de granular-cel axonen van de parallel fibers. Van alle stappen zijn alleen enkele representatieve exemplaren in details uitgevoerd, die dus staan voor nog heel veel meer verbindingen en elementen.

Nog meer van de bovenstaand gegeven details erin verwerkende, wordt dit:

  BC basket cell Go Golgi cell
  CF climbing fibre MF mossy fibre
  GC granular cell PC Purkinje cell
  Gl glomerulus SC stellate cell

De signalen lopen van links naar rechts, tenzij anders aangegeven.

Dit basisschema vindt een technische parallel in de pogingen tot constructie van de rekeneenheid van een computer, een CPU, uit basale logische circuits. Hier is zo'n schema (van  , uit: The Complete Computer Hobbyist, Donn M. Stewart)

De matrix aan verbindingen zorgt voor de geschikte combinatie van basale signalen. Aan de rand van de matrix staan wat extra circuits voor aanpassing van de invoer en om het gewenste signaal als enkele uitkomst naar overige eenheden te transporteren (niet zichtbaar).

De grote verschillen tussen dit schema dat gericht is op directe functies en het schema van het cerebellum is het overdadig grote aantal lijnen in het cerebellum, en de relatief grote schaarste aan knooppunten. Daar waar de natuur altijd zorgvuldig omspringt met haar bronnen, vanwege het simpele proces: wie minder nodig heeft, overleeft langer bij schaarste.

Blijft in ieder geval nog één vraag: waarom die "1 naar 100"-recoder? In een "statistische middelaar"-model kan deze een functie worden gegeven: het doel is dat in een sequentie van inputs de volgende in de reeks niet op dezelfde plaats in het neurale netwerk terecht komt als de vorige, de vorige daarbij overschrijvende. Dit gebeurt vermoedelijk in de glomeruli - een simpele methodiek zou zijn: één keer gebruikt, dan een langere tijd uitgeschakeld.

Op dit punt is de structuur van het cerebellum nauwelijks die van een neuraal netwerk: het bestaat in feite uit twee lagen: de granular cells en de Purkinje cells, zonder de voor een neuraal netwerk kenmerkende tussenlaag of "hidden layer" met de kenmerkende dwarsverbindingen. Dat is dan vermoedelijk dus de rol van de secundaire cellen: stellar, basket en Golgi, wat het cerebellum een soort "twee en en half laag" neuraal netwerk maakt.

Een andere rol die ze zichtbaar maken als vormend een neuraal netwerk is een eigenschap bekend van technische neurale netwerken: neurale netwerken moet men trainen, en wel op twee manieren: als eerste op het herkennen van zo veel mogelijk gevallen (vermijdt "foute negatieven"), en daarna op selectiviteit (vermijdt "foute positieven"). De combinatie van mossy fibers, globular cells, Purkinje-takken, Purkinje cells is het "zo veel mogelijk herkenen" of hier "zo veel mogelijk herhalen" geval. Het zijn exciterende verbindingen. De secundaire cellen voegen daar blokkerende, selecterende of hier corrigerende verbindingen aan toe: stellar op het niveau van "tussen losse takken", basket op het niveau van Purkinje cells dus hele bomen, en Golgi dat van terugkoppeling van output naar input.

Voeg dit bij de volgende bekende feiten:
-  Het cerebellum is betrokken bij de coördinatie van de fijnere en fijnste vormen van beweging (bekend van schadegevallen).
-  De fijne vormen van beweging vergen aanzienlijke training, zichtbaar bij jonge dieren en mensen, en de fijnste vormen van beweging minstens even lang, zie de hoeveelheid training die precisie-bewegingssporters doen: tennissers, tafeltennissers, enzovoort.
-  Alle ervaringen opgedaan bij training moeten opgeslagen worden.
-  Alle opgeslagen ervaringen moeten verwerkt worden tot een beter resultaat.
-  Het cerebellum is een simpel circuit dat heel erg groot is - het bevat de helft van de totale hoeveelheid neuronen.

Dan doet zich de volgende oplossing voor:
-  Het cerebellum is één groot geheugen voor bewegingservaringen - de bewegingsprocessen worden vastgelegd door het maken van knooppunten in de matrix.
-  Het cerebellum combineert ervaringen door het simpele proces van middeling (middeling van vele ervaringen zonder selectie leidt automatisch tot betere resultaten dan enkele ervaringen  ).
-  De uitkomst van de middeling wordt extra verbeterd door bewegingsprocessen met minder gewenste uitkomsten weer te verwijderen door knooppunten te deactiveren (de mogelijke rol van de climbing fibers).

De gebruikte methodiek moet per definitie de meest simpele zijn: een rekenmachine toont uitkomsten van complexe berekeningen, maar voert intern slechts twee basale operaties uit: optellen en aftrekken. Zelfs vermenigvuldigen is niets meer dan meerdere malen optellen.
    Hetzelfde geldt voor computers, die zich baseren op dezelfde technologie.
    Je kan veronderstellen dat voor neurologische processen en met name het cerebellum hetzelfde geldt.
    Dat is te passen op het gegeven schema: de talloze lichaamsgegevens worden opgeslagen in de verbindingen tussen parallelle fibers en Purkinje-cellen - dat is allemaal additief - het enorme aantal mogelijke verbindingen in de verbindingsmatrix is dan om te voorkomen dat een reeds bezette verbinding wordt gebruikt.
    Dat leidt tot een middeling over alle invoer, maar zou op den duur leiden tot een voortdurend vuren van de Purkinje cellen.
    Dat wordt voorkomen door de remmende oftewel negatieve invloed van de stellate, basket en Golgi cellen - dat wil zeggen: op drie niveaus: bij de ingangen van het systeem (Golgi), bij de ingangen van de Purkinje-cellen (stellate), en uitgangen van de Purkinje-cellen (basket).

De rationale achter het bestaan van een cerebellum bij aanwezigheid van een neocortex die, in ieder geval wat betreft het bewuste handelen, de rol van het cerebellum kan overnemen, is vermoedelijk de simpliciteit van het circuit. Hoewel er daardoor zeer veel meer schakelelementen nodig zijn, gebeurt alles op basaal schakel-niveau, dus sneller. Zoals bekend zijn reflexmatige handelingen sneller dan bewuste.

Het Engelse Wikipedia-artikel over de kleine hersenen  is uitgebreid, en geeft nog meer detailinformatie, die met de structurele beschrijving gegeven hierboven niet meer moeilijk te ontcijferen is.

Voor andere voorbeelden van dit soort technische processen in de neurologie, zie Slaap  en Oog  .


Naar Neurologie, organisatie  , of site home  ·.

 


24 jul.2010; 5 mei 2016; 28 okt.2016