Bronnen bij Psychologische praktijktips: opvoeden

Voor de verandering zullen we hier oorzaak en gevolg eens omkeren. Eerst een gevolg (de Volkskrant, 22-11-2007, ingezonden brief van Paul Jansen (Meerssen)):
  Machteloosheid

Het was eind jaren tachtig. Ik was leraar Nederlands, in de bovenbouw havo/vwo. Onderwijsgevenden, maar ook heel wat ouders, waren tot mijn ongenoegen niet bezig met de actuele ontwikkelingen. Op een ontmoetingsavond met klassementoren en de ouderraad ging het over wat de ouders als ondersteuning in de opvoeding van de school verwachtten. Dat was nogal wat. Ik was toen eigenlijk al behoorlijk overspannen en zag mijn ziel al weer kruipen. Ik was van mening dat ouders in de eerste plaats de opvoeders van hun kinderen zijn. Docenten zouden van die inspanningen de vruchten moeten kunnen plukken. Verrijken dus.
    Ik zat die avond tussen twee – overigens erg aardige en betrokken – moeders in. Eén vertrouwde mij tijdens de koffiepauze met lichte wanhoop in haar stem toe: ‘Meneer Jansen, u moest eens weten hoe moeilijk het is kinderen op te voeden.’ Ik heb toen nog net kunnen uitbrengen: ‘Dan kunt u zich zeker ook een voorstelling maken van hoe het is om er dertig van in de klas te hebben.’
    In 1990 heb ik met een stevige burn-out het onderwijs verlaten. Ik heb er een jaar of vijf over gedaan daar overheen te komen. Nu gaat mijn hartslag nog altijd omhoog als ik artikelen lees als ‘Die vreselijke ouders’ of ‘Pim Fortuyn voor gevorderden’ (Magazine en het Vervolg, 17 november). ...

En dan de oorzaak. Eerst een wat kortere en humoristische versie (VARA TV Magazine, nr. 35-2008, door Jacqueline Hoefnagels en Santje Kramer):
  De prins te rijk

Hoe wordt Bridget Maasland een mama in Amsterdam-Zuid? Jacqueline Hoefnagels en Santje Kramer geven antwoord
.

Het moederschap in Zuid vereist de nodige kwaliteiten. Los van het kunnen besturen van een bakfiets, logistiek plannen op topniveau opdat de kinderen hun overvolle programma kunnen afwerken, het vijf keer per jaar verzinnen van een nieuwe, originele vakantiebestemming én het beheren van een creditcard, moetje kunnen incasseren. Om te beginnen van je eigen kinderen, want zij hebben een prinselijke status. Jij die van dienstbode. Daarnaast is het schoolplein bijkans net zo gevaarlijk als de roofdierverblijven in Artis. Het is eten of gegeten worden.
    Voor je nageslacht dien je altijd te applaudisseren. Het kind moet niet alleen een instrument kunnen bespelen, in het selectie-elftal zitten en een Cito-score van 550 halen, maar er ook goed uitzien. Dat straalt immers allemaal af op jou. Dus beloon je het kind bij iedere ontwikkeling die het doormaakt en elke prestatie die het levert. Als je je onwillige kind na veel bidden en smeken zover krijgt dat het zich hijst in een trenchcoat van 199 euro en een merkshirt, -bloes en -broek (samen nog eens 279 euro), dan beloon je deze megaprestatie met een cadeau en tot slot een flinke portie ijs. Ook cijfer je jezelf natuurlijk weg als jouw kind na school tussen muziekles en hockeytraining door per se bij een nieuw kind wil spelen waarvoor jij noodzakelijk bent als chauffeur. Je vindt het goed. Dat het andere kind niet zo'n zin leek te hebben in jouw kind, vormt geen beletsel. Natuurlijk besef je dat zoonlief je op het schoolplein heeft uitgescholden omdat je een seconde twijfelde aan de haalbaarheid van dit plan, maar daar is iedereen aan gewend: kinderen mogen hun ouders publiekelijk uitschelden en schoppen. Wangedrag komt namelijk voort uit hoogbegaafdheid dan wel hoogsensitiviteit. Dus als je je kind meeneemt naar een restaurant, en dat doe je natuurlijk want dat kind moet ook eten, en het rent tussen de tafels door, bonkend tegen de ruggen van andere gasten, dan is dat iets waar jij niks aan kunt doen.   ...

Dat dit niet beperkt is tot de (betere) kringen van Amsterdam-Zuid blijkt uit het volgende, langere, artikel. Er viel nauwelijks in te knippen - het is één aaneenrijging van onbeschaamde veeleisendheid en gebrek aan discipline - bij de ouders. Die natuurlijk zelf ook ooit kinderen zijn geweest, dus wat hier onder beschreven wordt gaat in feite over de opvoeding van het tijdperk dat de alfa/gamma intellectuelen de maatschappelijke sfeer hebben bepaald: de na-zestiger jaren. Eén en al individualiteit, permissiviteit, gemakzucht en laat-maar-waaien.
    Een specifiek voorbeeld (de Volkskrant, 09-03-2013, door Aleid Truijens):
  Iris Pronk

Waarom ik geen strenge moeder ben (terwijl ik dat wel zou willen zijn)
Querido; 240 pagina's; € 18,95.

Nederlandse kinderen in een Frans restaurant, je haalt ze er zo uit. Terwijl de kleine Fransen zwijgend hun drie gangen verorberen, met mes en vork, en hun ouders converseren, klieren Nederlandse kinderen met hun eten, laten driekwart staan, gooien glazen om, en kakelen overal doorheen. Als ze al niet schreeuwend tussen de tafeltjes rennen. Hun ouders kijken vertederd toe. Ook in de supermarkt is die moeder die drie keer nee zegt tegen haar krijsende kind en dan zuchtend een zak snoep in haar karretje gooit, geheid Nederlands.
    Zo doe ik het dus niet, dacht Trouw-journaliste Iris Pronk toen ze kinderen kreeg. Zo kweek je straalverwende nesten. Zij zou een strenge moeder worden. Wat is er tegen het woordje 'nee'?
    Maar dat lukte niet. Ook haar kinderen, 6 en 4 jaar, pik je er in een Frans restaurant zo uit. Leuke kinderen. Maar ze zijn kieskeurig met eten, ruimen hun speelgoed niet op, ruziën met elkaar en eisen alle aandacht van de volwassenen. Waarom?, vroeg Pronk zich af. Waarom lukt het niet om de duidelijke opvoeder te worden die je graag wilt zijn?    ...

Antwoord van Dr. Phil uitleg of detail : "Omdat je het niet echt wil". En de rest is smoezen die in de recensie en het boek zelf dan ook in reeksen komen, zoals zelf onopgevoed opgevoed zijn. "Niet streng" is op het ogenblik de facto in Nederland gewoon hetzelfde als "onopgevoed".

In het volgende artikel die zaken allemaal nog een keer langs. Met, nogmaals, als grote gemene delen gemakzucht oftewel gebrek aan discipline, en veeleisendheid - eerste de korte versie (de Volkskrant, 22-08-2007, van verslaggever Jaap Stam):
  Ouders: opvoeding moet strenger

Ouders vinden andermans kinderen asociaal en stiekem | 89 procent van ouders vindt dat school leerlingen best harder mag aanpakken


Tussentitel: Over de opvoeding van de eigen kinderen zijn ouders dik tevreden

Kinderen moeten strenger worden opgevoed en minder worden verwend, vinden ouders. Zij ergeren zich vooral aan de kinderen van een ander. Die vinden ze brutaal, asociaal, stiekem en ongehoorzaam. De opvoeding van hun eigen kinderen krijgt een dikke voldoende.
    Dat blijkt uit een onderzoek dat J/M, het maandblad voor ouders met schoolgaande kinderen, heeft laten uitvoeren ter gelegenheid van zijn tienjarig bestaan. Aan het onderzoek hebben 317 moeders en 296 vaders van basisschoolkinderen meegedaan. Volgens het uitvoerende onderzoeksbureau Qrius is dat representatief voor Nederlandse ouders. De resultaten worden vandaag bekendgemaakt.
    Tweederde van de ouders spreekt zich uit voor een straffere hand. Voor zover bekend is het voor het eerst dat ouders zich keren tegen een slappe aanpak in de opvoeding. ...
    De meeste vaders en moeders vinden dat ze het zelf prima doen. Ze geven zich gemiddeld een 7,2. Hun partner krijgt een 7,4. Moeders noemen als hun grootste fout dat ze te vaak toegeven en niet consequent genoeg zijn. Vaders vinden zich eerder te streng. Een kwart van de vaders en 9 procent van de moeders twijfelen (bijna) nooit aan zichzelf. ...

En dan de langere, mede vanuit het veld (de Volkskrant, 17-11-2007, door Meike Huber):
  Die vreselijke ouders

Ouders hebben het druk en daardoor verlangen ze steeds meer van scholen en crèches. Twee leraren en een leidster luchten hun hart. `Soms denk ik: jíj wilde kinderen.`


`De kinderen op mijn school zijn gewoon over het paard getild`, zegt Ina (34), leerkracht op een basisschool in een middelgrote stad. `Ze zijn erg op zichzelf gericht en hebben weinig oog voor hun omgeving.`
    Uw eigen bloedjes zijn welopgevoede engeltjes, maar andermans kinderen zijn niet te pruimen. Uit een onderzoek van het blad J/M bleek onlangs dat het overgrote deel van de ouders er grofweg zo over denkt. Een confronterende uitslag. Voor de meeste ouders is hun kind het grootste belang in hun leven en moet het met de grootst mogelijke zorg worden opgevoed. Tegelijkertijd strookt dat niet met dat andere grote belang: het werk, de sociale contacten en de tijd voor jezelf. Als gevolg van de drukte blijft er vaak te weinig tijd over voor de opvoeding. Scholen en kinderdagverblijven krijgen er daardoor meer taken bij.
    ...Waar ligt de grens van hun taken?
    Leerkrachten en kinderleidsters begrijpen dat ouders fel zijn als het om hun kroost gaat, toch ervaren ze ouders in toenemende mate als te veeleisend en onredelijk. `Ouders zijn te veel met zichzelf bezig`, zegt Rolf, docent op een grootstedelijke vwo-school. `Ze verwachten dat de school alles regelt rond de kinderen. En als dan de cijfers achterblijven, komen ze verhaal halen op school.` Drie ervaringsdeskundigen die dagelijks te maken hebben met die al dan niet opgevoede kinderen, spreken vrijuit. Het zijn mensen die het kunnen weten: een leidster van een kinderopvangcentrum, een onderwijzeres van een basisschool en een docent van een middelbare school.

`De laatste jaren worden ouders, met name de hoogopgeleide ouders, steeds veeleisender`, zegt Hester (42), werkzaam bij een kinderopvangcentrum in een kleine stad in Zuid-Holland. Hoogopgeleide ouders met drukke banen besteden hun kinderen veel uit, soms tot vier of vijf dagen per week. Dan maakt de kinderopvang een belangrijk deel uit van de opvoeding.
    Logisch dat ze zich ermee willen bemoeien, vindt Hester. `Alleen: wij kunnen geen gezinssituatie creëren, en dat vergeten zij soms. De hele dag een baby in een draagdoek bij je dragen, dat gaat niet als je nog een groep andere kinderen hebt.` En dat verlangen ouders soms wel. Het komt weleens voor, zegt Hester, dat een kind in nieuwe kleren wordt afgeleverd met de mededeling dat het niet in de zandbak mag spelen omdat de kleren anders vies worden.
    Hester ervaart dat steeds meer opvoedkundige taken op de crècheleidsters worden afgeschoven. De maatschappij is zo gejaagd geworden dat ouders bij voorkeur geen energie steken in pijnlijke opvoedkundige confrontaties. Ze doen liever leuke dingen in de spaarzame tijd die ze met hun kinderen doorbrengen. De strijd aangaan, consequent zijn, dat vinden ouders niet altijd even leuk. Hester merkt dan ook dat kinderen minder goed luisteren als pappa of mamma erbij is. Hester: `Dan zegt zo`n kind: van mamma mag het lekker wèl. Niet zelden vraagt mamma vervolgens aan een van ons om in te grijpen. `Naar mij luistert-ie toch niet`, zegt ze dan.`

Ook basisschoollerares Ina ondervindt dat kinderen vaak minder goed naar hun ouders luisteren dan naar haar. Omdat veel ouders altijd openstaan voor onderhandelingen met hun kinderen, over alles. `Als ik vijf keer achtereen bij hetzelfde kind op een `ja, maar` moet reageren, heb ik het idee dat ik een deel van de opvoeding sta te doen dat eigenlijk niet bij mij hoort.`
    Volgens haar luisteren kinderen ook slecht omdat ze verwend zijn. `De kinderen op mijn school gooien alles overal neer en zijn gewend dat een ander het opruimt. Als er een jas op de grond ligt, stappen ze eroverheen. En als je vraagt of ze die even willen ophangen, zeggen ze: `Die jas is niet van mij.`` Het valt haar op dat de meeste van deze kinderen thuis geen taken hebben. `Ik merk verschil in gedrag als een kind thuis wél elke week zijn kamer moet opruimen, of dagelijks verplicht is de tafel te dekken.`
    Van Hester en Ina wordt soms verwacht dat zij kinderen de meest basale dingen leren. Tijdens een ouderavond op de school van Ina zei een vader dat het een taak van de school was om kinderen te leren bandenplakken.
    Ina: `Ik ben principieel tegen dat soort fratsen. Dan denk ik even heel kort door de bocht: jíj wilde kinderen. Bij het ouderschap horen bepaalde zaken en één daarvan is leren bandenplakken. Het is triest als je voor dat soort dingen de tijd niet wilt nemen.`
    Hester noemt als voorbeeld ouders die hun kind van nog geen twee zonder luier afleveren bij het kinderdagverblijf. Ze willen dat hun kind zo gauw mogelijk zindelijk wordt en vragen van de leidsters elk half uur met het kind naar de wc te gaan. `Ouders hebben geen idee. Dat gáát gewoon niet.`   ...

Ouders van kinderen die problemen veroorzaken in de kinderopvang zijn volgens Hester grofweg te verdelen in overbezorgde en juist nonchalante ouders. De `overbezorgden` hebben moeite hun kind los te laten en de zorg over te laten aan anderen. Zij zouden er het liefst de hele dag met de neus bovenop zitten. Het krijgen van kinderen is zo`n bewuste keuze geworden dat het kind op een voetstuk terechtkomt. Hester: `Logisch dat die ouders al hun zorg en toewijding inzetten. Deze ouders kijken en luisteren misschien wel té goed naar hun kinderen.`
    Het gevolg is vaak dat kinderen een ster zijn in het manipuleren. Als ze een paar keer aangeven de opvang niet zo gezellig te vinden, houdt mamma ze een dag thuis. Ze bespelen hun ouders met succes, want die hadden toch al moeite het kind los te laten.
    Nonchalante ouders zijn zo druk met zichzelf en hun werk bezig dat er weinig aandacht meer over is voor hun kind, zegt Hester. Altijd rennen en vliegen, en structureel te laat komen. `Het klinkt rot, maar soms krijg je het gevoel dat ze hun kind dumpen. Ze zetten het neer, en weg zijn ze. Als deze kinderen thuis ook te weinig aandacht krijgen, gaan ze de aandacht opeisen. En dat is dan meestal op een negatieve manier. Met agressief gedrag bijvoorbeeld.`

Volgens Rolf (39), docent op een grootstedelijke vwo-school, bestaat er spanning tussen het gejaagde bestaan van veel ouders en de hoge ambities die ze hebben met hun kind. Een ambitie die de school moet waarmaken.
    Op de school van Rolf worden tegenwoordig twee keer zoveel ouderavonden georganiseerd als vroeger. Alle ouders komen en dat past simpelweg niet op één avond. Een en al betrokkenheid, zou je zeggen. Maar: `Nee, een teken van louter betrokkenheid zou ik dat niet willen noemen`, zegt Rolf, `eerder van veeleisendheid. Ouders komen vaak verhaal halen op zo`n avond.`
    Rolf vermoedt dat die veeleisendheid voortkomt uit schuldgevoel, en dat stoort hem nog het meest. `Ouders zijn te druk bezig met zichzelf en proberen dat te compenseren door enorm assertief op zo`n avond te verschijnen. Waarmee ze zelf het idee hebben dat ze heel betrokken zijn, maar ik heb soms meer het gevoel dat ze de verantwoordelijkheid afschuiven.`
    Als het niet goed gaat met een kind stuurt de school daarom zo snel mogelijk een (aangetekende) waarschuwingsbrief, zelfs als er al (telefonisch) contact is geweest. ...
    Vaak gaat het mis aan het einde van het schooljaar, zegt Rolf. Niet zelden heeft de school dan al een half jaar geprobeerd telefonisch de aandacht van de ouders te trekken. Pas als hun kind een niveau dreigt te zakken, bij het laatste rapport, worden ze wakker.
    Rolf: `Dan krijg je de gekste smoezen: het konijn ging dood. Deze verzin ik niet. Als je ouders gedurende het jaar meermalen uitnodigt om te praten, en ze zeggen niets over de impact van de dood van dat konijn op hun kind, dan is dat achteraf niet zo`n geloofwaardige reden voor de onvoldoendes.`
    Niet zelden komt er gesteggel over die ene vijf, waarop een kind blijft zitten of een niveau moet zakken. Of de school die niet door de vingers kan zien. Het is tenslotte maar één vijf te veel. `Maar hallo!`, zegt Rolf, `dat is dan wel die ene vijf naast vier andere vijven. Daar ligt gewoon een grens. Ouders kunnen dan zó verontwaardigd zijn.`
    De hoge verwachtingen van ouders veroorzaken volgens Rolf een hoop ellende op zijn school. Sommigen willen hun kind kost wat kost op het vwo hebben en vinden dat de leerkrachten er maar voor moeten zorgen dat dit lukt. ...

Er kunnen tal van oorzaken zijn voor het achterblijven van een kind in de klas. Maar volgens Ina hebben ouders een voorkeur voor cognitieve oorzaken boven gedragsproblemen. En dan vooral voor dyslexie. `Dat willen ze allemaal. Een kind dat niet zo goed kan spellen, heeft een prachtexcuus met dyslexie. Het zegt niets over intelligentie, dat is natuurlijk een prettig idee.`
    Als Ina`s school denkt dat dyslexie niet de oorzaak is van de leerachterstand, stappen veel ouders alsnog naar een duur bureau om het kind te laten onderzoeken. In Ina`s geval is dat meestal een bureau waar zij en haar collega`s weinig vertrouwen in hebben. `Alle kinderen komen er steevast dyslectisch vandaan. En dan verwachten de ouders dat wij als zodanig met hun kind omgaan. Het heeft ze tenslotte een lieve duit gekost, en ze hebben nu bewijs in handen.` Een prettige bijkomstigheid voor de ouders is dat zij hier niets aan kunnen doen. Dat is met gedragsproblemen vaak anders. Een ouder die wordt aangesproken op het gedrag van zijn of haar kind, voelt zich al snel aangevallen. Dat is begrijpelijk, want zij kunnen deel en zelfs oorzaak zijn van dat gedragsprobleem.
    Cognitieve problemen zijn voor de school om op te lossen, bij gedragsproblemen hebben ook de ouders een taak. Leraren moeten nogal wat sociale vaardigheden aanspreken om die boodschap over te brengen. Inmiddels heeft Ina zo`n beetje geleerd hoe ze zoiets vertelt zonder dat de ouders zich aangevallen voelen. ...

De oorzaak van het achterblijven van kinderen wordt soms gezocht in hoogbegaafdheid. Het klopt dat onderpresteren daarvan een symptoom kan zijn, maar volgens Ina wordt hoogbegaafdheid er soms met de haren bijgesleept. Als een kind niet helemaal meekomt is het relatief aantrekkelijk te denken dat het hoogbegaafd is. `Dan roepen ouders dat het onderwijs niet uitdagend genoeg is voor hun kind. Als ze daarmee schermen, ben je snel uitgepraat. Natuurlijk hou je zoveel mogelijk rekening met de specifieke problemen en eigenschappen van een kind. Maar voor je een bijzonder lesprogramma aanbiedt, moet je wel zeker weten dat het zin heeft. Je kunt niet zomaar ieder kind een afwijkend lesprogramma geven.`
    In het middelbaar onderwijs ziet Rolf veel kinderen die te kampen hebben met stoornissen als ADD, ADHD, Asperger, PDD-NOS en wat niet al. Er wordt tegenwoordig zo veel geconstateerd. En dat is soms goed, vindt Rolf, want dan kun je een kind zo specifiek mogelijk benaderen. Maar er is vaak minder mogelijk dan ouders verwachten. Er zijn ouders die willen dat de leerkracht elke dag de agenda controleert van hun kind, om te kijken of al het huiswerk erin staat. Of zijn kluisje aan het einde van de dag wel leeg is, want door die ADHD is hij zo ongeconcentreerd en vergeetachtig. Rolf: `Daar kunnen we niet aan beginnen. Als ik ouders op mijn beurt vraag of zij de boekentas van hun kind willen controleren omdat de wiskundeboeken weer waren vergeten, krijg ik nul op het rekest.

Over de praktische kanten van de opvoeding zijn deze leerkrachten het eens: die behoren vooral tot de verantwoordelijkheid van de ouders, zeker als het gaat om jonge kinderen. Dat neemt niet weg dat er in de opvang en op school rekening mee wordt gehouden. Neem zindelijkheidstraining - die werkt nu eenmaal niet als je dat alleen thuis doet. Ina: `Je houdt van die kinderen. Dus als je merkt dat een kind structureel zonder ontbijt op school komt, dan ga je dat oplossen. Desnoods met een eigen boterham. Maar dat kan nooit de regel zijn, en ouders kunnen dat zeker niet eisen.` De vraag wie welke verantwoordelijkheid heeft, is vooral lastig te beantwoorden als een kind moeilijk gedrag vertoont, vindt Ina.   ...

Wat wel een redelijk volledige inventarisatie is.

En nu de algemene, gemeenschappelijke, oorzaak achter de al genoemde meer specifieke oorzaken (de Volkskrant, 01-11-2008, door Michaël Zeeman):
  Dit is de zesde aflevering van een briefwisseling tussen schrijver en journalist Hans Maarten van den Brink en zijn collega Michaël Zeeman over religie, die elke 14 dagen verschijnt. Brief 5: Michaël Zeeman over verantwoordelijkheid.

Eeuwig leven 6 (a): Verantwoordelijkheid

Beste Maarten,

Ik heb er behoefte aan terug te keren naar het punt in onze discussie waarop wij de afslag namen die ons bracht waar wij nu zijn. ... Tegelijkertijd hunker je ernaar van mij te vernemen of ik, voor zover bekend immers kinderloos, andere domeinen kan noemen waarop de soevereiniteit onaantastbaar is en dus verdedigd dient te worden.   ...
    Jouw ‘no go-area’ is even problematisch. Je weet net zo goed als ik dat het in onze cultuur aanbevelenswaardig wordt gevonden het lot van je kinderen als het grootste goed naar voren te brengen. Daar kun je nooit op aangesproken worden, want iedereen beweert dat, terwijl wij allemaal weten dat vrijwel niemand dat echt meent.
    De schijnheiligheid van die overtuiging is rechtevenredig met het aantal echtscheidingen, oppasmoeders en de actieve betrokkenheid bij de effectieve opleuking van het Nederlandse onderwijs.

Bingo! De redactie had ten tijde van de carrière als leraar een discussie met een erudiete boekhandelaar in ruste over het onderwijs. Dat was naar aanleiding van de ervaring dat het verschil tussen twee klassen met 24 en 30 leerlingen niet alleen maar 6 was. Het bleek in de praktijk een bijna even groot verschil als tussen water van min 3 en plus 3 graden Celsius - met 30 leerlingen zakt de leraar heel snel door het ijs. Conclusie: recept voor een beter onderwijs: nooit meer dan 25 leerlingen in een klas op de middelbare school. Dus meer leraren. Dat vond de erudiete boekhandelaar in ruste een mooi plan, maar, zo zei hij, dat onrealistisch, want het was te duur. Waarop de leraar opmerkte dat dat een niet geheel correcte uitspraak was: Nederland had geld genoeg, maar men had het er niet voor over. Men ging liever een keer extra op vakantie, en/of kocht een tweede auto. Iets dat de boekhandelaar niet kon ontkennen, en, erudiet als hij was, dan ook niet deed.
    Dat is één van de specifiek gevallen die Michael Zeeman noemt ter onderbouwing van zijn stelling  dat het promoveren van het kind als het belangrijkste aspect van 's mensen leven een sterk hypocriete zaak is. Want dat dacht de leraar annex site-redacteur toen ook:  men zegt wel het belang van het kind op nummer te hebben staan, maar als dat werkelijk zo was, was dat maximum van 25 leerlingen in en klas geen enkel probleem. Maar die extra leerlingen moet komen uit belastinggeld, en als je komt om belastinggeld, vergelijkt men kind met auto, en geeft men niet thuis.
   En zo zijn er meer essentiële maatschappelijke zaken: als men moet kiezen tussen een kind-vriendelijke of auto-vriendelijke stads-inrichting, kiest men altijd voor de auto-vriendelijke - want "Een kind-vriendelijike stad is te duur".
    En die groot-maatschappelijk voorkeur voor het volwassene materialistische belang voor het verstandige kind-vriendelijke belang is natuurlijk het gevolg van soortgelijke overwegingen op het individuele, persoonlijke vlak die Zeeman noemt.
    Dat in beide gevallen het een onjuiste visie is op het eigenbelang, omdat dat op de langere termijn juist geschaad wordt, is vanzelfsprekend, maar kennelijk veel te moeilijk - slechts een doodenkele uitzondering weet het te bedenken.
    Op nog wat grotere schaal: waar wij met morele verbazing en enige verontwaardiging terugkijken op kindslavernij en kindarbeid van vroegere tijden, zijn wij dus wel wat vooruit gegaan, maar is er nog veel te winnen.

Van wat later uit een artikel dat in eerste instantie over neurofeedback gaat - de neurofeedback wordt toegepast op Joy die gediagnosticeerd is met ADHD (de Volkskrant, 09-07-2010, door Maartje Bakker):
  Zonnetje brengt de hersenen in het gareel

Hersenen zijn net mensen: als je ze beloont, gaan ze gewenst gedrag vertonen. Dat is de basis van neurofeedback. De hersentraining werd lang afgedaan als kwakzalverij. Toch lijkt het te werken tegen ADHD.
...
Tussenstuk:
'Joy heeft minder vaak een grote mond'

Vijf procent van de kinderen heeft ADHD. Ook bij Joy (toen 8) werd vorig najaar ADHD vastgesteld. Vader Jeroen Bots was van die diagnose niet erg onder de indruk. 'Ik twijfelde eraan. De resultaten van de testjes vond ik eerlijk gezegd niet erg schokkend. De juf vond Joy druk en brutaal, maar dat kwam ook door de manier waarop ik haar opvoed. Ik had niet zo'n probleem met haar grote mond.'
    Al klopte het wel, geeft Bots toe, dat Joy snel was afgeleid. Maar goed, dat was Bots vroeger zelf ook. 'En kijk nu eens: ik ben prima terechtgekomen.'
    De kinderarts raadde de ouders van Joy aan om haar Ritalin te laten slikken. Bots: 'Maar om haar alleen vanwege die kleine afwijkingen vol te stoppen met Ritalin? Dat zag ik niet zitten. Het is helemaal niet bekend wat het effect van Ritalin is over twintig jaar. Bovendien vroeg ik me af: wat voor dochter krijg ik als ze zich gewoon verder ontplooit? En wat voor een als ik haar volstop met Ritalin? Misschien is ze nu druk en ondernemend; dat zijn eigenschappen die later best van pas kunnen komen.'
    Maar niets doen kon ook niet. 'Dan liep ik de kans dat de buitenwereld me zou zien als een slechte vader' , zegt Bots.'Om mijn goede wil te tonen ging ik op zoek naar een alternatief:
Dat alternatief werd neurofeedback. Bots kwam terecht in de vestiging van Brainclinics in het Brabantse Oosterhout. Daar kreeg Joy een EEG - haar hersengolven werden in kaart gebracht.
    En inderdaad: haar hersengolven weken in sommige gebieden af van het gemiddelde. Neurofeedback was dus het proberen waard.
    Het klonk ook logisch, vond Bots: door Joy concentratieoefeningen te laten doen en haar bij succes te belonen, leek het hem aannemelijk dat ze zich beter zou leren concentreren.
Bots: 'En jawel, na een stuk of twintig sessies begon het complimentjes te regenen over het gedrag van Joy. Van mijn ouders, schoonouders, en zelfs van de juf: ik kreeg van alle kanten te horen dat 'het nu toch zo goed met Joy ging' .
    'Zelf merkte ik het verschil ook: ze luisterde beter, had minder vaak een grote mond. En vooral: ze kan nu langer geconcentreerd en enthousiast met iets bezig gaan. Ze kijkt films vaker uit, en zit soms zelfs geruime tijd een boek te lezen! Eerst vloog er een vogel voorbij, en zat ze met haar gedachten alweer bij een ander onderwerp.
    Al vermoedt Bots dat de gedragsverandering van Joy ook deels door zijn eigen manier van opvoeden komt. 'Ik ben mijn dochter iets strenger gaan opvoeden. De diagnose ADHD zet je toch aan het denken.'   ...

Om je de kromme tenen te lachen, die laatste alinea.
    Ook interessant aan dit geval is de opmerking van vader dat hij, met waarschijnlijk zo'n zelfde soort karaktertje want anders ga je je er razendsnel aan storen, wél goed terecht is gekomen. Maar vader (opgevoed in andere tijden) zal dus waarschijnlijk nog wél een normale opvoeding met regels hebben gehad ...
    Een voorlopige conclusie uit dit geval is dat de hausse in ADHD een direct gevolg is van veranderde opvoedingsgewoontes - datgene dat vroeger onderdrukt werd door regels-stellen tot aanvaardbaar niveau, kan nu ongehinderd zijn storende gang gaan.

Een zeer belangrijke opvoedtip (de Volkskrant, 18-02-2013, ingezonden brief van Corien de Witte, Vlissingen):
  Moeilijk etende kinderen

Interessant artikel over kinderen die niet willen eten (V, 14 februari). Mijn zoon had als peuter ook zo'n periode. Een vreselijk drama elke dag weer aan tafel.
    Tot dat ik op een dag geen bord voor hem op tafel zette. Ik vertelde hem dat hij niet met ons aan tafel hoefde, hij wilde toch niet eten. Hij mocht lekker blijven spelen.
    Maar dat kon niet! Hij wilde bij ons aan tafel, hij moest ook een bord! 'Ja, oké, maar dan moet je ook eten', zei ik. Achter elkaar werd het bordje leeg gegeten. Het probleem was in één klap opgelost.

Dze redactie heeft geen kinderen opgevoed maar moest wel leren omgaan met een hond als zeer tijdelijke "baas". Hond moest weer aan de lijn na een kwartiertje vrij spelen. Hond wil niet aan de lijn. Diverse methodes geprobeerd. Deze werkte perfect: van tevoren, paar minuten, waarschuwen: "We gaan zo naar huis!". Hond snapt dat onmiddellijk, als je de juiste toon gebruikt. Vlak voor het vertrek nog een keer waarschuwen, ietwat dringender. En dan proberen aan te lijnen. Bij nog steeds protest: "Dááág!!!", en zelf weglopen.
    Ze rennen achter je aan! "Mag ik weer aan de lijn, hijg, hijg, hijg".
    Hoef je maar één of twee keer te doen.
    Voor zowel hond als kind geldt: nummer één, twee, drie en nog meer is: aandacht, en erbij willen horen.

Een echte no-no (de Volkskrant, 19-02-2010, van verslaggeefster Maud Effting):
  Kind dat op ouder lijkt, heeft voordeel

Anders dan veel ouders denken, trekken ze kinderen voor. De vader let daarbij op uiterlijk, de moeder op karakter.

Kinderen die op hun ouders lijken, worden door hen vaak beter behandeld. Ze krijgen meer aandacht en minder straf. Ook mooie kinderen worden voorgetrokken. Dat blijkt uit promotieonderzoek van ontwikkelingspsychologe Marianne Heijkoop van de Universiteit Utrecht.
    Heijkoop ontdekte dat moeders meer tijd en aandacht besteden aan kinderen die wat karakter betreft meer op hen lijken. Ook hebben ze een betere band met hen. Vaders blijken meer te investeren in kinderen die qua uiterlijk het meest op hen lijken. Ze geven hun ook minder straf. Karakter speelt voor hen geen rol daarin.
    Beide ouders blijken gevoelig voor hoe knap het kind is. Aantrekkelijke kinderen hebben een betere band met hun ouders en krijgen minder straf.
    Volgens Heijkoop zijn ouders zich vaak niet bewust van dit gedrag. ‘Ze zeggen bijna altijd dat ze van al hun kinderen evenveel houden. We hebben het idee dat het oerinstinct nog een rol speelt. Als een kind meer op zijn vader lijkt, is deze er zekerder van dat het kind van hem is en zal hij er meer in investeren. Dan is de kans groter dat zijn genen worden doorgegeven.’    ...

DOE.DIT.NIET!!!
    Noch alles dat hier op lijkt, oftewel: alle vormen van voortrekkerij.
    Zoals geconstateerd: het kan automatisch gaan. De oplossing is: wees je ervan bewust, en gebruik één van de regels van Dr. Phil uitleg of detail : "Make a life time decision": "Ik doe dit niet!!!".

Een geruststelling (de Volkskrant.nl, 06-09-2009, ANP):
  Stabiliteit belangrijker voor kind dan twee ouders

Kinderen die door één ouder worden opgevoed, zijn niet bij voorbaat slechter af dan kinderen die door twee ouders worden grootgebracht.
    Als het gezin stabiel is, ontwikkelen kinderen zich in beide situaties hetzelfde. Dat blijkt uit onderzoek van de Amerikaanse Universiteit van Ohio, dat zondag naar buiten is gebracht.
    De resultaten van het onderzoek gaan in tegen de aanname dat het traditionele gezin een betere plek is voor kinderen dan de moderne vormen. ...

Deze redactie kan zich eerdere onderzoeken herinneren die uitwezen dat voor een gezonde ontwikkeling er één essentiële voorwaarde is: één volwassene die in contact met het kind expliciet vertrouwen heeft/geeft in het kind. Wat dus niet de ouders hoeft te zijn.
    Maar de essentiële rol van stabiliteit heeft dus ook een keerzijde:
  ...  Volgens onderzoekster Claire Kamp Dush gaat de theorie niet op als het éénoudergezin wisselt van samenstelling, bijvoorbeeld doordat de ouder een partner krijgt.
    De wetenschapster raadt alleenstaande ouders dan ook aan goed na te denken voordat ze met hun partner gaan samenwonen of trouwen. ‘Tenzij je zeker weet dat jij en je partner het op de lange termijn gaan redden, denk ik dat het beter is dat alleenstaande ouders niet gaan samenwonen met hun partner. Veranderingen in de familie vallen de kinderen zwaar.’
    Ook scheidingen van getrouwde ouders zijn niet goed voor de schoolresultaten en het gedrag van de kinderen. ‘Onze resultaten suggereren dat stabiliteit het belangrijkste is voor veel kinderen. Ze maken dan bijvoorbeeld geen scheidingen mee of andere veranderingen in de familie. Het maakt niet uit of dat een éénoudergezin is of een gezin van een getrouwd stel’, aldus Kamp Dush.    ...

Welk laatste iedere goede onderwijzer of leraar weet. "Kind ineens stuk mindere prestaties? Vraag naar de situatie thuis!" (dat laatste bij de oudere kinderen).

En er lijkt anno 2020 vooruitgang te zitten in de opvattingen van het politiek-correcte opvoeden - de koppen (de Volkskrant, 20-05-2020, door Anna van den Breemer):
  Iedereen doet maar wat

Dat klopt.
  Gewenst gedrag

Gunst ... Er bestaat gewenst en dus ook ongewenst gedrag ...
  Wanneer begint het échte opvoeden?

Weet iedereen (met enig gezond verstand): na een jaar.
  Wanneer begint het échte opvoeden?
Er komt een moment dat je als ouder beseft dat je niet alleen verzorger bent, behept met de taak van voederen, badderen en troosten, maar dat je moet gaan opvoeden. Vaak komt die realisatie te laat: je hebt één keer je telefoon aan je dreumes gegeven ter afleiding en nu gilt je kind elke keer om dat apparaat met leuke filmpjes. Wanneer moet je als ouder met het serieuze opvoedwerk beginnen?

Wat zeggen de deskundigen?
Vanaf 1 jaar, wanneer een kind kruipend de wereld gaat ontdekken, voelt het voor ouders vaak alsof het echte opvoeden begint. ...

Dus: na een jaar.
  Opeens moeten er grenzen getrokken worden ('Nee, niet aan die schoen sabbelen!') ...

Grenzen ... Alweer een noviteit in het PC-circuit.
  ... 'Het lijkt een kantelpunt, maar eigenlijk borduren ouders voort op patronen die in dat eerste levensjaar zijn opgebouwd: ze hebben de basis voor de interactie met hun kind allang gelegd, bijvoorbeeld door spelletjes als kiekeboe, waardoor ze hun kind goed aanvoelen', zegt Maartje Luijk, pedagoog en universitair hoofddocent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.    ...

Tjonge ...
  ...    Ouders moeten niet vergeten dat jonge kinderen de hele dag op zoek zijn naar aandacht, meent pedagoog Simone van Overbeek. 'Ze laten dus vooral gedrag zien dat veel aandacht oplevert. Dat kan variëren van de blaadjes van een plant plukken tot aan op de trap willen klimmen.' ...

Het moet niet gekker worden ... Wat een realiteitszin ...
    Bij het eerste lezen van dit ... :
  ...    Ouders moeten niet vergeten dat jonge kinderen de hele dag op zoek zijn naar aandacht ...

... moest deze redactie intern lachen, al denkende à la Ghandi over westerse beschaving: "Dat geldt voor niet-jonge en heel-erg-niet-jonge kinderen ook!"
  ...    Wat doe je daar vervolgens mee? 'Ik adviseer ouders: vertel wat goed gaat, doe een suggestie voor ander gedrag en benoem het voordeel van dit gewenste gedrag', zegt Van Overbeek. Op deze manier blijf je neutraal. ...

Het wordt gekker en gekker ... De rationele aanpak.
  ...    Een valkuil van ouders is dat ze bij het corrigeren van ongewenst gedrag hun gevoel erin leggen, waardoor ze hun kind een schuldgevoel meegeven. Van Overbeek: 'Je kind kan dan namelijk twee dingen doen: dit gevoel afwijzen ('Ik doe het op mijn eigen manier') of het aantrekken ('Het komt door mij dat papa/mama hier zo verdrietig van wordt').' ...

Dat 'valkuil' ... Maar daar maar meteen "valravijn" van.
    Misschien is dit wel de meest gemaakte opvoedfout.
    Deze redactie moest ook onmiddellijk denken aan mr. Belvedere uitleg of detail :
  Mr. Belvedere

Mr. Belvedere is an American sitcom that originally aired on ABC from March 15, 1985, to July 8, 1990. The series is based on the Lynn Aloysius Belvedere character created by Gwen Davenport for her 1947 novel Belvedere, which was later adapted into the 1948 film Sitting Pretty.[1] The sitcom stars Christopher Hewett in the title role, who takes a job as a butler with an American family ...
    The character of Lynn Belvedere was originally created by Gwen Leys Davenport in her 1947 novel, Belvedere. The following year, the title character was portrayed by Clifton Webb in the film Sitting Pretty, which told the story of an arrogant genius who answers an employment ad for a babysitter for three bratty kids. He accepts such employment because he is secretly writing a novel about a community filled with gossips and busybodies. ...

De herinnering voornamelijk bestaande uit de scène waarin met mr. Belvedere en één van de 'bratty kids' ("nare kinderen") aan de keukentafel en het 'bratty kid' zijn pap door de keuken heen mikt, waarop de camera even wegdraait, je even later het gehuil van een kind hoort, en als de camera terugdraait, je het 'bratty kid' ziet met de gevulde papkom omgekeerd op zijn hoofd.
    Zie ook de uiterst populaire uit het echte leven gegrepen scène "Krijsend kind op knieën door supermarkt gesleept "Ik wil een snoeppie!!!'".
    Het eindproduct van het voorgaande proces: "op gevoel afwijzen".
    En tja, dan komt het, hè ...
  Hoe pak je het aan?
Op jonge leeftijd duidelijke regels maken over eten, snoepen, slapen en tv-kijken scheelt opvoedstrijd. 'Als je kind om een snoepje zeurt, kun jij verwijzen naar die 'één snoepje per dag'-afspraak', zegt ontwikkelingspsycholoog Karla Mooy. 'Dan ben jij als ouder niet de boeman. Vertel je kind: ik vind het ook sneu voor jou, maar het is nou eenmaal de afspraak.' Maak je geen afspraken, dan moet je steeds in het moment beslissen wat je als ouder ergens van vindt en dat is lastig.    ...

Regels ... Hoe is 't mogelijk ...
  Opvoeden wordt moeilijker wanneer je als ouder denkt dat jij het gedrag van je kind moet dicteren zodat het zich volgens de normen gedraagt. Mooy: 'Stel: je peuter gooit eten op de grond. Je kunt als ouder denken: ik zet hem of haar als straf op de gang, anders krijg ik een ongemanierd kind. Of je denkt: voedsel is om te eten en hoort niet op de grond, dus ik pak het bordje even weg. Dat is geen straf, maar een logische consequentie van iets wat niet de bedoeling is.'
    Daarbij hoef je volgens Mooy echt niet altijd consequent te zijn, de heilige graal in opvoedland, want je gemoedstoestand als ouder verschilt per dag. 'Je kunt best uitleggen aan je kind: gister mocht de muziek hard, maar vandaag niet, want ik heb hoofdpijn. Als je kinderen begrenst vanuit je eigen behoefte, dan kom je authentiek over en nemen ze het makkelijker aan.'

Nou, we slaan echt steil achterover ...

Een voortgangsbericht uit 2022 (Volkskrant Magazine, 25-06-2022, column door Eva Hoeke):
  Slappe hap

Er moet Eva iets van het hart over ouders die vergeten hun kinderen op te voeden.


Dit wordt geen leuk stukje. Het gaat over ouders die een raar soort ontzag hebben voor hun kinderen, zich opstellen als dienaar en van de weeromstuit vergeten hun kinderen op te voeden, en daarvan zijn er een hoop. Sommigen kiezen ervoor, vanuit het vage idee dat nee zeggen zielig is, anderen lukt het domweg niet, maar de grootste groep heeft het niet eens door. Voor die laatste categorie kan dit stukje nuttig zijn, maar leuk wordt het dan nog steeds niet.

Voor we verder gaan: ik ben geen strenge moeder. Wel duidelijk. Nee is nee, tijdens het praten kijk je iemand aan, 's avonds is het stil, met eten wordt niet gespeeld en als je iets wil, kun je dat ook met een gewone stem vragen. Ik dacht altijd dat dat normaal was, maar telkens als ik denk dat we de zaak zelf ook niet helemaal onder controle hebben - ook in ons huis wordt geleefd - komt er iemand voorbij die het nog veel slechter doet.

Kinderen die schreeuwen.

Kinderen die gesprekken onderbreken.

Kinderen die drenzen, kinderen die hun aangevreten kadet laten liggen maar wel iets anders willen (en krijgen!), kinderen die vanaf moedersschoot eerst een half uur vijandig om zich heen zitten kijken, kinderen die geen antwoord geven als je ze iets vraagt, kinderen die ongevraagd naar boven lopen, kasten opentrekken, naar koek zoeken, kinderen die jengelen dat ze naar huis willen, kinderen die jengelen dat ze níét naar huis willen, kinderen die pleisters eisen op onzichtbare wonden, kinderen die vallen en vervolgens zo huilen dat iedereen in de wijde omtrek hoort dat het aanstellerij is, behalve pa en moe - meer voorbeelden zijn niet nodig, u kent de verhalen.

Zelf ben ik eens voor rotmoeder uitgescholden toen ik mijn dochter kwam ophalen na een middag spelen, het beëindigen van die gezelligheid veroorzaakte enige kortsluiting bij het kind des huizes. De opmerking kon me niet schelen, interessanter was de reactie van de moeder: een soort mompelende vermaning, een handeling die meer voor mij bedoeld was dan voor haar dochter. Ik weet het niet, maar als ik dit vroeger had geflikt, zou mijn moeder me bij kop en kont hebben gepakt en naar mijn kamer hebben gestuurd, meteen na de excuses. Grote waffel? Korte metten. Je vader of moeder slaan of schoppen - ondenkbaar. Nee, dan nu. Een verzuchting, een vraag ('Wat ís er toch met je'), en in het slechtste geval schieten ze de opstandige larf nog te hulp met excuses ook: kind is moe, kind is ziek, kind is overprikkeld. Nee schat, je kind is niet ziek, je kind is vervelend.

Voor de goede orde: kinderen zíjn soms vervelend. Die van mij ook, daar zijn het kinderen voor. Maar dat is precies waarom er een ouder nodig is: om dat gedrag te corrigeren, zodat ze een level verder komen in het leven en later een leuk mens worden. Het eigenaardige is dat ouders die de confrontatie niet aangaan ook vaak ouders zijn die zich bovengemiddeld uitsloven voor hun kinderen (pretparken, koekjes bakken, het kan niet op) en ze zijn vrijwel allemaal hoogopgeleid. En daar wordt het menens. Want waar de meeste kinderen vroeg of laat tegen een buitenwereld aanbotsen die nee zegt, maken deze kans die dans te ontspringen - iedereen weet dat kinderen uit bepaalde klassen helemaal geen nee te horen krijgen, nu niet en later niet, zonder dat het consequenties heeft voor hun baan, status of kapitaal. Het zijn de kinderen die nu hun ouders schofferen, en straks hun personeel.

Ik zei al, dit is geen leuk stukje.

Maar íémand moet het zeggen.

Gunst, we konden er niets uit halen als overbodig.
    Het is allemaal keihard nodig om de kans dat er iets van overkomt te maximaliseren.
    Want laat deze redactie twee dagen geleden nu precies hetzelfde verhaal gehoord hebben, maar dan op de schaal van hele schoolklassen.
    Met dezelfde ...
  ... Het eigenaardige is dat ouders die de confrontatie niet aangaan ook vaak ouders zijn die zich bovengemiddeld uitsloven voor hun kinderen (pretparken, koekjes bakken, het kan niet op) en ze zijn vrijwel allemaal hoogopgeleid ...

... soort mensen, alleen moet je dat hoogopgeleid enigszins preciezeren tot alfa-intellectueel opgeleid en gematigd tot zeer politiek-correct.
    Politieke-correctheid is een geestelijke kwaal die al het normale en gezonde functioneren van mensen aantast, van redeneren tot opvoeden, in dit geval het operatieve aspect zijnde het gelijkheidsideaal: gehandicapten ("fysiek uitgedaagden") zijn gelijk, psychiatrische patiënten ("geestelijk uitgedaagden") zijn gelijk, moslims ("Allah-uitgedaagden") zijn gelijk, donkerbruinen ("winti-uitgedaagden") zijn gelijk ... Nou, dan kunnen kinderen ("levensjaar-uitgedaagden") ook best gelijk zijn ...


Naar Psychologische praktijktips  , site home  ·.

14 nov.2007