Bronnen bij Psychologische krachten: spiegelneuronen, sociaal

Onderstaande concentreert zich op de sociale betekenis van het bestaan en de werking van spiegelneuronen. Voor die werking, zie de samenvatting hier  , of de complete artikelen van de bronnen onder:


Scientific American
, nov. 2006, door Giacomo Rizzolatti, Leonardo Fogassi en Vittorio Gallese
  Overview | Meeting the minds
  Subsets of neurons in human and monkey brains respond when an individual performs certain actions and also when the subject observes others performing the same movements.
 These "mirror neurons" provide a direct internal experience, and therefore understanding, of another person's act, intention or emotion.
 Mirror neurons may also underlie the ability to imitate another's action, and thereby learn, making the mirror mechanism a bridge between individual brains for communication and connection on multiple levels.

Mirrors in the mind

A special class of brain cells reflects the outside world, revealing a new avenue for human understanding, connecting and learning


Tussentitels: The pattern of activity was a true representation in the brain of the act itself, regardless of who was performing it.
When people use the expression "I feel your pain," they may not realize how literally it could be true.


 ...    In all these experiments, however, the movements to be imitated were simple and highly practiced. What role might mirror neurons play when we have to learn completely new and complex motor acts by imitation? To answer this question, Giovanni Buccino at our university and collaborators in Germany recently used fMRI to study participants imitating guitar chords after seeing them played by an expert guitarist. While test subjects observed the expert, their parietofrontal mirror neuron systems became active. And the same area was even more strongly activated during the subjects' imitation of the chord movements. Interestingly, in the interval following observation, while the participants were programming their own imitation of the guitar chords, an additional brain region became active. Known as prefrontal area 46, this part of the brain is traditionally associated with motor planning and working memory and may therefore play a central role in properly assembling the elementary motor acts that constitute the action the subject is about to imitate. ...
  ... In fact, the mirror mechanism solves two fundamental communication problems: parity and direct comprehension. Parity requires that meaning within the message is the same for the sender as for the recipient. Direct comprehension means that no previous agreement between individuals - on arbitrary symbols, for instance - is needed for them to understand each other. The accord is inherent in the neural organization of both people. Internal mirrors may thus be what allow John and Mary to connect wordlessly and permit human beings in general to communicate on multiple levels.

En meer praktisch (de Volkskrant, 16-06-2007, door Marcel van Dam ):
  Inleven raakt uit

... De meeste mensen hebben er een hekel aan andere mensen te zien lijden. Empathie noemen psychologen dat verschijnsel, inlevingsvermogen. Zou het mogelijk zijn dat het inlevingsvermogen bij jongere generaties afneemt? ...
    Inlevingsvermogen kan worden gemeten via een hersenscan van het betrokken deel van de hersenen. Niet iedereen heeft hetzelfde vermogen tot 'mede' lijden. Psychopaten missen dat vermogen zelfs helemaal. Die ervaren geen enkele emotie bij het lijden van anderen. Die kunnen dus bij de martelafdelingen van geheime diensten snel promotie maken. In de moderne westerse samenleving is voor het individu de afhankelijkheid van de groep steeds kleiner geworden. Individualisering noemen we dat proces. Mensen zijn steeds minder vaak lid van een groep en verbintenissen worden steeds losser. De moderne technologie maakt het mogelijk door het leven te gaan met steeds minder fysiek menselijk contact. Via radio, televisie, telefoon en internet heb je wel contact met anderen, maar je 'voelt' het niet.
    Zoals gezegd: door herhaalde ervaringen of juist het gemis daar aan vormen zich in het brein vaste circuits. Gedrag slijt in. Zou het denkbaar zijn dat het inlevingsvermogen afneemt omdat we minder afhankelijk zijn geworden van anderen en/of omdat we steeds minder vaak direct emotioneel contact hebben met anderen? Het is een huiveringwekkende gedachte. Verschillende keren is aangetoond dat menselijk contact via internet minder emotionele remmingen oproept dan direct fysiek contact. Dat is ook de verklaring voor het gemak waarmee gewelddadige computerspelletjes worden gespeeld of waarmee men zich seksueel blootgeeft. Als we nu eens de komende vijftig jaar van iedere nieuwe generatie de empathie gingen meten!

En (de Volkskrant, 14-03-2009, column door Frans Verstraten, hoogleraar psychologische functieleer aan de Universiteit Utrecht):
  Netwerken met je lachspieren

Denken aan lachen doet je lachen

Onze lach is belangrijk. Neuropsychologische gevalstudies laten zien dat er ruwweg twee soorten zijn. De eerste lach manifesteert zich als iemand echte lol heeft, bijvoorbeeld na het horen van een goede mop. De tweede lach is een sociale lach, vooral zichtbaar als mensen elkaar ontmoeten. Vanuit evolutionair perspectief geeft deze lach aan dat de ander niets van je te vrezen heeft, vandaar wellicht dat het ook bij sommige dieren voorkomt. Voor mensen is deze lach een belangrijk gereedschap om sociaal goed te functioneren, om aardig gevonden te worden. Erg belangrijk dus als je wilt netwerken.
    Neurowetenschappers hebben aangetoond dat een heel netwerk van hersenstructuren en gezichtspieren betrokken is bij de verwerking van de lach en andere emotionele uitdrukkingen. Is er iets kapot in dat netwerk, dan kan dat grote gevolgen hebben, juist omdat het begrijpen van emoties belangrijk is voor ons sociaal functioneren. Met emotionele uitdrukkingen, zoals lachen, geven we elkaar immers inzicht in hoe we ons voelen en soms zelfs wat we denken.
    Het idee dat veel functies in ons brein met elkaar verbonden zijn en gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor ons gedrag wordt door wetenschappers breed gedragen. Maar hoe uitgebreid dit netwerk is, weet nog niemand. Gelukkig komt daar nu verandering in. Binnenkort publiceren Gün Semin, hoogleraar sociale psychologie aan de Universiteit Utrecht, en zijn collega Francesco Foroni (VU in Amsterdam) bewijs dat het netwerk waarvan de lach deel uit maakt wel eens verrassend groot kan zijn.
    Het was al bekend dat het kijken naar iemand die lacht, gevolgen heeft voor de lachspieren in ons gezicht. Die worden namelijk actief, alsof we zelf lachen. We spiegelen als het ware onze emoties. Het nut daarvan mag duidelijk zijn: je ziet iemand lachen, dat is in de regel een ontspannen en leuke situatie en de beste manier om daar mee om te gaan, is om zelf ook in die state of mind te komen.
    De onderzoekers Foroni en Semin vroegen zich af of ook verwoordingen van gezichtsuitdrukkingen tot (lach)spieractiviteit zou leiden. Dit is geen triviale vraag omdat taal wordt gezien als een verschijnsel dat pas laat in de evolutie onderdeel is gaan vormen van ons brein, zeker wat het lezen van taal betreft. Kortom, als ook taal op onze gezichtsspieren werkt dan wil dat zeggen dat ons hele doen en laten wordt geregeld door een uitgebreid netwerk.
    In het experiment werd tijdens het lezen van woorden als bijvoorbeeld ‘komisch’ of ‘lachen’ met een speciaal apparaat de spieractiviteit in het gezicht gemeten. De resultaten waren klip-en-klaar: de gezichtsspieren bleken inderdaad de verwachte activatiepatronen te laten zien. Naast het kijken naar echte gezichtuitdrukkingen brengt dus ook de verbale representatie van emotionele gezichtuitdrukkingen ons in de gewenste mentale toestand.
    Een mooi vervolgexperiment gaf aan hoe belangrijk het netwerk als geheel is. Taal activeert niet alleen de lachspieren, maar een groot netwerk, waarvan de gezichtsspieren een onderdeel vormen. Het actieve netwerk als geheel heeft invloed op je beoordelingsvermogen: bijvoorbeeld of je iets leuk vindt of niet.
    Toen Foroni en Semin het netwerk disfunctioneel maakten door een onderdeel uit te schakelen – in hun geval door de spieractiviteit van het gezicht te blokkeren – bleek het beoordelingsvermogen van de proefpersoon niet meer te werken. Iets wat mensen voorheen als grappig beoordeelden werd, nadat de spieren uitgeschakeld waren, niet meer als grappig beoordeeld. Hiermee werd een elegant bewijs geleverd voor een groot interactief netwerk. Spieren in de lachstand bepalen dus ook je beleving en gevoel.    ...


Naar Psychologische krachten  , of site home  .

4 aug.2007