Bronnen bij Psychologische krachten: zelfbeheersing

Het marshmallow-experiment is al oud, uit de jaren zestig, en raakte bekend bij deze redactie door een uitzending van Oprah Winfrey uitleg of detail , die het zelf herhaalde - ook al weer vele jaren terug. Het is ook al jarenlang een grote hit op YouTube.

De wetenschapsredactie van de Volkskrant moeten er ook al heel lang weet van hebben, maar kennelijk met een grote boog om de zaak heengelopen: het wijst op gedetermineerdheid en genetische bepaaldheid van gedrag, en dat is allemaal ontzettend Fout! in de ogen van het politiek-correcte denken.

Maar na jaren is het dan nu toch eindelijk zo ver gekomen, en staat er een groot artikel over twee pagina's, naar aanleiding van een zoveelste herhaling van het experiment (de Volkskrant, 03-11-2012, door Ellen de Visser):
  'Wie zich inhoudt krijgt een beter leven'

Peuters met zelfbeheersing blijken later in het leven succesvoller. Dus, adviseren twee Britse hoogleraren: vergroot die vaardigheid.


Tussentitel: 'Er breekt een periode aan waarin psychologische eigenschappen het verschil maken'

Om te brullen van de lach, die laatste opmerking: alsof psychologische verschillen nu niet het verschil maken.
     De introductie:
  Zet een groep kinderen bij elkaar, noteer hun eigenschappen en kijk hoe ze jaren later in het leven staan. Wat voorspelt of ze rijk, gezond en gelukkig worden? IQ en sociaal-economische klasse worden gezien als de belangrijkste factoren: slimme kinderen hebben een voorsprong en geld van ouders geeft een duw in de rug. De gelauwerde Up-serie van de BBC, die veertien Britse kinderen al bijna vijftig jaar volgt, schetst daarvan een confronterend beeld: slechts een enkeling slaagt erin door de grenzen van de klasse heen te breken. Voor de meerderheid lijkt het levenspad al op zeer jonge leeftijd vast te liggen.
    Toch blijkt, onverwacht, nóg een factor al vroeg in de jeugd te bepalen welke kant je leven op gaat; een psychisch kenmerk dat cruciaal is voor latere gezondheid, rijkdom en succes: zelfbeheersing. Wie zijn impulsen kan onderdrukken, zich over tegenslagen heen kan zetten en weet te plannen, gaat het in het leven meer voor de wind dan de snel gefrustreerde, ongeduldige impulsieveling.
    Dat klinkt logisch, maar het wordt interessant als blijkt dat de verschillen in zelfbeheersing al bij peuters hun schaduw vooruitwerpen - en dat bijspijkeren van die vaardigheid hun levenskoers kan veranderen. Op het Instituut voor Psychiatrie aan het Londense King's College praten de hoogleraren psychologie en neurowetenschappen Terrie Moffitt en Avshalom Caspi vol geestdrift over wat zij 'de sleutel tot succes' noemen. Self-control, zeggen ze, is voor de huidige generatie jongeren waarschijnlijk de belangrijkste eigenschap om zich staande te houden. In een wereld waarin de keuzemogelijkheden oneindig lijken en er zoveel verleidingen op de loer liggen, is zelfsdiscipline doorslaggevend voor het bereiken van voorspoed.    ...

De eerste onzin: het oorspronkelijke onderzoek heeft uitgewezen dat het vroeger, met een mindere hoeveelheid keuzen, net zo hard gold.
  Begin vorig jaar bewezen de hoogleraren, al dertig jaar een stel, met een baanbrekende publicatie in het tijdschrift PNAS hoe groot de invloed is van zelfbeheersing. Al veertig jaar volgen ze een groep van ruim duizend Nieuw-Zeelanders. De peuters die op 3-jarige leeftijd weinig zelfbeheersing hadden, blijken drie decennia later veel slechter af te zijn dan hun gedisciplineerde leeftijdsgenoten: ze hebben vaker een zwakke gezondheid en overgewicht; ze kampen met verslavingen en financiële problemen; hebben een wankel huwelijk; en ze vertonen meer crimineel gedrag.
    Om de invloed van sociaal-economische achtergronden op de uitkomsten uit te sluiten, herhaalden de twee het onderzoek bij ruim 1.100 Britse tweelingen die ze sinds de jaren negentig volgen. Gezin, opvoeding en sociaal-economische achtergrond zijn per tweeling gelijk.
    De onderzoeksperiode was korter maar het effect was identiek: de kinderen die op 5-jarige leeftijd over minder zelfbeheersing beschikten dan hun tweelingbroer- of zus, deden het op 12-jarige leeftijd slechter: ze rookten vaker, presteerden minder op school, vertoonden meer asociaal gedrag. Twee groepen kinderen uit twee werelddelen, geboren in twee tijdsgewrichten - en toch was het verband tussen zelfbeheersing en levensgeluk overduidelijk, onafhankelijk van hun IQ.

Gewoon een bevestiging van wat iedereen met enig gezond verstand en zonder ideologische bagage al kon afleiden uit het oorspronkelijke onderzoek.
  Het onderzoek had een hoopvolle ondertoon. De Nieuw-Zeelandse kinderen die er op latere leeftijd in slaagden hun zelfbeheersing te verbeteren, deden het veel beter dan op grond van hun 3-jaar-score kon worden becijferd. In welke klasse je wordt geboren, ligt vast; IQ kan hooguit een beetje worden opgekrikt; maar zelfbeheersing kan worden verbeterd, en fors ook. Dat biedt de mogelijkheid een hele bevolkingsgroep te verheffen.

Voor de onderzoekers nieuw, prettig om het bevestigd te zien, maar ook dat lag in de lijn der dingen.
  Zelfbeheersing zou voor deze eeuw weleens net zo doorslaggevend kunnen zijn als de alfabetisering rond de vorige eeuwwisseling, zegt Moffitt. 'Ooit konden alleen de hoogste klassen iets bereiken in het leven, maar dat is dankzij de leerplicht en beter onderwijs veranderd. Tegenwoordig kunnen slimme mensen hogerop komen ongeacht hun afkomst. Nu begint een nieuwe periode, waarin psychologische eigenschappen in de samenleving het verschil maken. Niet hoe rijk je ouders zijn, of in hoe slim je bent, maar vooral hoeveel discipline je hebt.'

Veel te optimistisch: tegenwoordig gaat het om netwerken, en die zijn maar weinig opener dan de vroegere klassen.
  Waarom is zelfbeheersing de belangrijkste eigenschap voor later succes?
Caspi: 'Steeds minder jongeren moeten steeds meer ouderen opvangen. Daarom is het relevant te bedenken welke eigenschappen essentieel zijn voor een goed functionerende maatschappij. ...

Dit verband is volstrekt duister en vermoedelijk irrelevant.
  Waarom is zelfbeheersing de belangrijkste eigenschap voor later succes?
...    Moffitt: 'We hebben discipline nodig om al het voedsel te trotseren en niet te dik te worden, om verleidelijke koopjes te weerstaan en niet te veel geld uit te geven, om onszelf van de bank te trekken en naar de sportschool te gaan.'

Dat is wel waar. Dat dik-worden is een weerslag van de mate waarin de opvoeding gedurende de decennia permissiever is geworden. Maar opvallend genoeg valt de term "opvoeding" slecht één enkele keer in het hele stuk.
  Wanneer ontstaat zelfbeheersing?
Moffitt: 'Als je 2 à 3 jaar bent. Hoeveel zelfbeheersing je hebt, is grotendeels erfelijk bepaald. Bij de kinderen in Dunedin zagen we op hun 3de jaar, bij de eerste test, al flinke verschillen.

Kijk, daar is de schoen die wringt.
  Caspi: 'Het goede nieuws is dat zelfbeheersing groeit met de jaren, het slechte dat de verschillen tussen mensen groot blijven en dat een geringe zelfbeheersing haar weerslag heeft op de volgende generatie. De kinderen met een 'lage zelfcontrole' kregen later vaker ongepland kinderen, vormden vaker een eenoudergezin, hadden vaker een laag inkomen.'

Nog een wringende schoen: dat hebben van een één-oudergezin is ook al bepaald door een zeer ongewenste factor: de cultuur - de etnie, om correcter te zijn - de creoolse etnie, met name uitleg of detail .
  Wat is het beste moment om zelfbeheersing te trainen?
Caspi: 'Kinderen met een lage zelfbeheersing blijken als tiener en jongvolwassene vaker in de fout te gaan. Ze stoppen met school, raken aan de drugs, worden te jong zwanger, belanden in de criminaliteit. Ze nemen de verkeerde beslissingen en dat beïnvloedt hun latere levensgeluk. Door kinderen al op jonge leeftijd meer zelfbeheersing bij te brengen, kan een openstapeling van misstappen mogelijk worden voorkomen.'

Wat de socioloog razend nieuwsgierig maakt naar de culturele en etnische verschillen.
    Allemaal slecht nieuws voor de politiek-correcte. En hij vreest nog meer:
  Gaat ingrijpen niet te ver?

Stel je voor ... Ingrijpen ... Verplichtingen... Regels... Bah!!! uitleg of detail .
  Kun je ook te veel zelfbeheersing hebben?
Caspi: ... 'In de buitenwereld bestaat het vreemde idee dat mensen met weinig zelfbeheersing creatiever, spontaner en gelukkiger zijn. Maar zelfs de grootste creatieve geesten, zoals Van Gogh en Mozart, dwongen zichzelf om een paar uur per dag te schilderen of te spelen. Ook zij hadden zelfbeheersing nodig, anders waren ze nooit zover gekomen.'

Dat 'In de buitenwereld' is natuurlijk de buitenwereld van de onderzoekers. Die niet leven tussen de werkenden, maar temidden van de intellectuele elite. Aldaar ongetwijfeld ongeveer net zo samengesteld als hier: vrijwel allemaal alfa's. Het zijn de alfa's (gamma's). Politiek-correcten.
    Overigens hebben de onderzoekers door hun ervaringen hun wereldbeeld enigszins bijgesteld:
  Gaat ingrijpen niet te ver?
Moffitt: 'Toen een eeuw geleden scholing verplicht werd gesteld, had niemand daar moeite mee. Rijke mensen zagen dat een opleiding ook voor de minder welvarenden goed was. Maar of die steun er ook is voor het beïnvloeden van de zelfbeheersing van de bevolking?
    'Op sommige terreinen dwingen we nu al beheersing af. Wij vinden als samenleving bellen in de auto niet acceptabel, of roken in openbare ruimtes, of motorrijden zonder helm. Daar staan dus sancties op. Maar hoever gaan we daarin?

Nu de politiek-correcten, met name die in de media, nog.
    Die hun bezwaren nog eens uitleven in de technische beschrijving, zoals gewoonlijk apart gezet:
  Tussenstuk:
De marshmellow(s): klassiek experiment - met haken en ogen

...    De beperktheid van de marshmallow-test werd vorige maand bevestigd. Toen wetenschappers van de Amerikaanse Rochester-universiteit de studie overdeden, viel het experiment van zijn voetstuk. Of de kleuters lang genoeg konden wachten, bleek afhankelijk van omgevingsfactoren. De kinderen die kort ervoor een paar keer voor de gek waren gehouden ('Als je even wacht, krijg je mooiere stiften') aten het snoepje gemiddeld al na 3 minuten op. Die dachten vermoedelijk: ik heb net voor niks gewacht, het zal nu ook vast niet gebeuren. Kinderen die geen valse beloften hadden gekregen, waren geduldiger. Zij konden gemiddeld 12 minuten wachten. Het gedrag van kinderen, schrijven de onderzoekers in het blad Cognition, wordt dus ook bepaald door rationele beslissingen.

Zal je de donder halen ... Natuurlijk worden die factoren ook meegenomen door de kinderhersenen. Die maken een afweging op basis van alle beschikbare informatie uit de omgeving - al dan niet gemanipuleerd door volwassenen. Deze extra factoren halen het experiment absoluut niet onderuit.
    Wat onderuit gehaald wordt, is de claim van de auteurs achter dit soort opvattingen op het hebben van enige zelfbeheersing. Want zij worden overduidelijk gedreven door emoties. Emoties opgewekt door hun verslaving aan ideologieën: mijn opvattingen zijn Goed!, dus ik schrijf alles naar mijn opvattingen toe, want dan voel ik me Goed!. Emoties die ze niet opzij kunnen zetten ten gunste van rationele overwegingen als die hun ideologieën tegenspreken. Waaruit je kan afleiden dat ze kennelijk een geestelijke leeftijd van onder de vijf hebben.

De eerste onderzoeker heeft een boek geschreven (de Volkskrant, 30-05-2015, boekrecensie door Ranne Hovius):
  Behoeftebevrediging en zelfbeheersing

Wat als uw kleuter die marshmallow wel opeet?

De psycholoog die de marshmallow-test ontwikkelde, heeft een toegankelijk boek geschreven over zijn onderzoek en hoe we onze zelfbeheersing kunnen verbeteren.


...    Tussen 1968 en 1974 kregen ruim 550 kinderen van de Bing-kleuterschool van Stanford University dit dilemma voorgelegd: iets lekkers (niet altijd marshmallows) meteen of een dubbele portie later.
    De Amerikaanse psycholoog Walter Mischel beschrijft in De marshmallow-test waarom hij dit experiment had bedacht: hij wilde weten waarom het ene kind wel in staat was de onmiddellijke behoeftebevrediging uit te stellen en het andere niet. Was zelfbeheersing een aangeboren eigenschap? Gebruikten de uitstellers trucjes om zichzelf af te leiden?
    Wat Mischel niet voor ogen stond, was het ontwikkelen van een test die de toekomst van deze kleuters kon voorspellen. Toch leek het erop dat hij juist dat gedaan had. Via zijn drie dochters, die ook de Bing-school bezochten, hoorde hij verhalen over klasgenootjes die aan de proef hadden deelgenomen. Telkens bleek uit die verhalen dat de kinderen die de marshmallow hadden laten liggen zowel op school als in sociaal opzicht beter presteerden dan de kinderen die niet hadden kunnen wachten. Met zijn onderzoeksteam besloot hij tot vervolgonderzoek: ze selecteerden een groep kinderen die met tussenpozen van zo'n tien jaar getest werden op diverse criteria. In de puberteit op criteria als schoolprestaties, concentratievermogen, zelfstandigheid, sociaal gedrag en gedrag bij tegenslag. En tegen de tijd dat ze een jaar of 40 waren ook op beroep, huwelijkse staat, financiële situatie en geestelijke gezondheid. En het zag er op al die criteria rooskleuriger uit als ze indertijd, als 4-jarigen, de marshmallow hadden laten liggen.
    Mischels aanvankelijke onderzoek trok nauwelijks de aandacht in de jaren zeventig - toen zelfontplooiing het toverwoord was en zelfbeheersing als een vooroorlogse obsessie gold - maar groeide in de nieuwe eeuw uit tot het vlaggeschip van een almaar groeiende stroom onderzoekspublicaties, zelfhulpboeken en onderwijsinitiatieven die stuk voor stuk onderstrepen dat zelfbeheersing en wilskracht aan de basis van een succesvol leven liggen. In Amerika zijn tegenwoordig zelfs buttons en T-shirts te koop met teksten als I Passed the Marshmallow Test en Don't Eat the Marsmallow!.
    Maar wat als je kind die marshmallow wel opeet? Mischel kan de paniekerige ouders die hem benaderen omdat hun kleuter in het zicht van snoepgoed geen greintje zelfbeheersing aan de dag legt, geruststellen: zelfbeheersing mag bij sommige kinderen van nature aanwezig zijn, alle andere kinderen kunnen het aanleren.
    De inmiddels 85-jarige Mischel heeft met De marsmallow-test zijn eerste boek voor een groot publiek geschreven. Het is een toegankelijk en informatief boek over de geschiedenis van zijn marshmallow-test, de vele en uiteenlopende onderzoeken van hemzelf en anderen die er het gevolg van waren, de biologische en psychologische achtergrond van verleiding en zelfbeheersing, en de verschillende technieken waarmee we onze kinderen en onszelf kunnen leren hoe we de kracht van verleidingen kunnen temmen en onze zelfbeheersing versterken.    ...

En de critici zijn lieden met een pikzwarte ideologische agenda.


Naar Psychologische krachten  , of site home  .

5 nov. 2012