Religie en psyche |
8 dec.2008; 24 mei 2013 |
Van zowel van religie als haar hoger liggende begrip, ideologie, heeft een groot
deel van de mensheid het idee dat het onderhouden ervan een goede zaak is voor de mens, en
dus ook voor zijn geest. Dit natuurlijk met name slaande op de aanhangers van de
religie of ideologie, maar van religie willen ook sommige niet-religieuzen wel
beweren dat er iets goeds in zit. Dit slaat dan met name op de bindende en
troostende aspecten ervan.
Hier gaat het over de aspecten van religie en ideologie op het niveau van het meer abstracte
denken van de mens. Daarover zijn al veel meer kritische geluiden te horen geweest Bekend is de uitspraak van Karl Marx: "Religie is opium van het volk". Minder bekend maar in dezelfde hoek
zit een uitspraak van de Indiase schrijver V.S. Naipaul, die, gevraagd naar de
betekenis van de stip op het voorhoofd van Indiase religieuze vrouwen,
antwoordde: "That dot means: My head is empty" ("Mijn hoofd is
leeg"). Hier zal blijken dat er ook objectieve verschijnselen achter dit soort
oordelen schuilen
Op een zeer basaal niveau is dat al aan de orde geweest in Wetenschap en religie
namelijk dat er een essentieel verschil is tussen deze twee levenshoudingen
zodra je iets ziet gebeuren, en de vraag gaat stellen "Waarom?" Of nog basaler:
je ziet iets gebeuren, en stel je dan jezelf de vraag "Waarom?" Het korte
antwoord: een wetenschapper wel, een religieus niet. Of als iemand anders de
vraag stelt, luidt het antwoord van de wetenschapper: "Dat zoeken we uit", en
dat van de religieus: "Het is Gods wil".
Wat nog een stap basaler kan worden gemaakt, met name slaande op de
situatie dat er al religie bestaat: Als er iets gebeurt, zijn er twee
mogelijkheden: "Je reageert gewoon op wat er gebeurt", en "Je reageert gewoon op
wat er gebeurt en je vraagt je, eventueel achteraf, af waarom het gebeurd is".
Het eerste slaat op de reacties van de religie, het tweede op de reacties van
een wetenschapper. Wat scherp geformuleerd: het eerste is een automaat, het
tweede een mens. De vraag naar "Waarom?" kan gebruikt worden als definitie van
het onderscheid tussen mensen en dier, of het mens-zijn in het algemeen.
In deze laatste vorm is ideologie volkomen bijna identiek aan religie: de
ideoloog heeft net als de religieus een vaststaand stel regels, soms zelfs
opgeschreven, en staat hi8j ergens voor een twijfel of keuze, raadpleegt hij de
regels. Ook de ideoloog hoeft zich niets af te vragen: hij heeft de regels
"Mensen zijn gelijk", "Culturen zijn gelijk", "Etnieën zijn gelijk", "Het
uiterlijk telt niet mee", "Diversiteit is altijd goed", enzovoort. Alle
werkelijkheden aangaande dit soort zaken hoeven niet onderzocht te worden, want
de uitkomst staat volkomen vast, en alle verschijnselen die wijzen op
afwijkingen van de regels, zijn het gevolg van "kwade krachten". De laatste niet
geheel ongelijk aan de rol van de duivel in het christelijke geloof.
Met deze omschrijvingen is het al bijna overbodig om de evolutionaire waarde van
de twee soorten benadering uit te werken, maar voor de volledigheid is dit toch
gedaan. Begin met een waargenomen gebeuren.
De eerste
te maken keuze is deze: "Ligt de oorzaak van het gebeuren in een ander waarneembaar gebeuren, of
ligt die
oorzaak in een onwaarneembaar gebeuren?" Het eerste pad volgende begint er
een zoektocht: welke andere dingen het waargenomene veroorzaken - het tweede pad
volgend is de zoektocht meteen afgelopen - er valt niets meer te zoeken. Het
eerste pad kan tot resultaten leiden, of niet, maar het is vrij zeker dat je er
voor een enkel geval wat van leert, en als je het vele malen doet, is het
absoluut zeker dat je er wat van leert
. Van het tweede pad is zeker dat je er niets van leert als je het één keer
volgt. En het is even zeker dat je er niets van leert als je het talloze malen
volgt. Het eerste pad is het pad van de wetenschap - het tweede dat van de
religie en de ideologie.
De reden dat religie deze werking heeft is simpel: het is de reden dat religie
ontstaan is. Zoals gesuggereerd in Algemene basis
, is de menselijke geest qua bevattingscapaciteiten groter dan voor zijn
dierlijke overleven noodzakelijk. Die extra geestelijke ruimte schept
mogelijkheid tot keuzen, en onzekerheden. Zaken die het emotionele deel van de
hersenen een automatische reactie oproepen: onbekend
→ potentieel gevaar → voorzichtigheid
→ angst. De evolutionaire standaard
reacties op angstimpulsen zijn vluchten of vechten. Dat is bij dit soort door
geestelijke processen veroorzaakte angsten niet mogelijk. Eén van de mogelijke
andere mogelijke reacties is dan om het terrein van onzekerheden te verkleinen.
Dat verkleinen van onzekerheden kan door zelf antwoorden te verzinnen. Als je
niet weet waarom het gaat regenen, dan verzin je iets of iemand die voor die
regen zorgt. Dat is dus de oorspronkelijke, zeg maar "primitieve", rol die
religie vervult
. Of eigenlijk andersom: religie is de term voor het invullen van onzekerheden
met zelfverzonnen antwoorden - de onbekende oorzaak ligt in de hand van een god.
Religie is het natuurlijke gevolg van de menselijke angst voor onzekerheden
. En omdat de open ruimte van de geest is ingevuld met zekerheden, kan hij niet
langer goed reageren op de veranderen omstandigheden met aangepaste reacties.
Het leren is moeilijk tot onmogelijk geworden
Dit is geformuleerd in statische termen, maar het heeft ook verdere gevolgen
door de dynamiek ervan. De religieuze aanpak van problemen opgeworpen door de
leefomgeving is natuurlijk veruit het makkelijkst - in feite hoef je nauwelijks
of niet na te denken, want op heel veel vragen zijn de antwoorden hetzelfde. En
bovendien heb je die antwoorden, als gelovige, meestal al grondig tot zeer
grondig geleerd in je jeugd - het zijn bijna denkreflexen.
Dit in tegenstelling tot degenen die deze oplossing niet tot zijn beschikking
hebben. Daaronder bevinden zich ook veel mensen die er niet al te veel moeite in
zullen stoppen, maar toch ook een grote groep die dat in verschillende mate wel
doet. Hun hersenen worden dus aanzienlijk zwaarder op de proef gesteld dan die
van religieuzen, want zij moeten regelmatig nadenken over allerlei
gebeurtenissen en problemen die zich nu eenmaal in het leven voordoen. Het leven
als atheïst is geestelijk gezien dus beslist een stuk inspannender dan dat van
de gelovige.
Nu is er een sterke evolutionaire wet die zegt dat datgene dat je niet gebruikt,
als biologisch mechanisme, ook meestal door de natuur wordt afgeschaft - in het
Engels: use it or lose it
. De mens, of beter: zijn voorloper(s), had geen staart meer nodig, dus die
verdween. En er is geen enkele reden om te veronderstellen dat die wet niet zou
gelden voor de geest. Het is eerder andersom, want de menselijke hersenen
gebruiken, ten opzichte van de rest van het lichaam, ongelofelijke hoeveelheden
hulpbronnen, zoals rond 15 procent van de energie, en een proportioneel groot
deel van de zuurstof.
Dus als een persoon een bepaald deel van zijn hersenen consequent weinig of niet
gebruikt, kan je verwachten dat dat negatieve gevolgen heeft voor zijn
hersencapaciteiten op dat vlak op de langere termijn, en mogelijkerwijs ook die
van de hersenen in het algemeen.
Dat lijkt een boude en verreikende uitspraak, maar daarvoor zijn concrete
aanwijzingen gevonden is bij onderzoek - hieronder de relevante stukken uit een
artikel dat de methodiek en resultaten beschrijft (uit: Leids universiteitsblad
Mare, 20-11-2008, door Bart Braun
):
|
Ongelovige ziet het grotere geheel
Atheïstische en bevindelijk gereformeerde studenten hebben niet alleen een
ander wereldbeeld; ze nemen de wereld ook daadwerkelijk anders waar. De
onderzoekster maakt zich zorgen over de interpretatie van haar gegevens.
‘Dit is misschien wel de belangrijkste ontdekking die ik ooit heb
gedaan’
Dr
Lorenza Colzato heeft een papiertje met letters bij zich. De vinger van
de psychologe volgt de letter S, die is opgebouwd uit allemaal losse
letters O. ‘De atheïst ziet eerst de S, de calvinist ziet eerst de O’s’,
legt ze uit. In haar recente publicatie in het vooraanstaande vakblad
Plos One gebruikte ze vierkanten die waren opgebouwd uit
driehoekjes, maar het effect is hetzelfde: bevindelijk gereformeerde
studenten zien de details beter, atheïstische studenten hebben meer oog
voor het grotere geheel. ...
In vergelijkbaar onderzoek stelden wetenschappers al eens
vast dat Aziaten een holistischer kijk op hun stimuli hebben dan
Amerikanen. Colzato: ‘Daar ligt de focus op cultuur. Ik wilde juist
weten wat het effect van religie was. In Nederland kan dat, omdat
religie en cultuur goed te scheiden zijn: mensen hebben dezelfde
cultuur, maar verschillende godsdiensten. ...’
Is die cultuur wel zo hetzelfde? Bevindelijk gereformeerden
staan bekend als een hechte en relatief gesloten groep. Ze hebben hun
scholen, hun eigen krant (het Reformatorisch Dagblad) en een eigen
partij (SGP). Televisie is uit den boze, en Internet mag alleen als er
strenge filters zijn geïnstalleerd.
Colzato: ‘Dat klopt, elk geloof brengt ook een stuk cultuur
met zich mee. Maar deze mensen zijn wel in Nederland opgegroeid. Ze eten
stamppot, ze studeren in dezelfde stad.’
Bovendien, benadrukt ze, is ze niet specifiek geïnteresseerd
in de effecten van calvinisme, maar in die van religie in het algemeen.
...
De onderzoekers hebben hard hun best gedaan om ervoor te
zorgen dat de twee groepen afgezien van hun geloof zo min mogelijk
verschillen. Wat betreft intelligentie, geslacht, etniciteit en leeftijd
zijn ze vergelijkbaar. ...
Atheïsten en bevindelijk gereformeerden hebben niet alleen
een verschillend wereldbeeld, zo blijkt, maar ze nemen ook daadwerkelijk
anders waar. ... |
Er zijn diverse manieren waarop dit zou kunnen werken. Op een basale manier
worden bijvoorbeeld alle waarnemingssignalen voorverwerkt met behulp van andere
informatie - dit proces is in meer detail beschreven hier
.
Meer specifiek is er een verklaring uit signaalanalyse. In
ieder geval bekend bij musici is bekend dat geluiden met meer details
overeenkomen met geluiden van hogere frequentie: een snelle tik klinkt hoger dan
een langzame - in de techniek hoort dit effect tot de Fourier analyse
. Toegepast op bovenstaande plaatjes: de snelle herhaling van kleine letters
geeft meer hoge frequenties in het spectrum dan de grote letter die ze tezamen
vormen - om lage frequentie waar te nemen zijn grotere structuren nodig dan
hoge. Ook dit is bekend uit de muziek: laatste zaken: een "krassende"
viool maakt meer hoge tonen dan een piano-aanslag van dezelfde toon, en een
contrabas is groter dan een viool.
Een
ander aanwijsbaar aspect van het religie-experiment is dat van locatie. Want een
vrijwel identiek uitziende variant ervan is gedaan bij onderzoek naar de
gevolgen van hersenschade. Rechts is weergegeven de resultaten van een opdracht
om een soortgelijk tekening als boven de reproduceren, de tekeningen onder het
kopje "stimulus" (illustratie van hier
). Degenen met de
schade in de rechter hersenhelft (middelste kolom) raken duidelijk een
groot deel van het globale beeld kwijt, de getroffenen in de linker hersenhelft
(rechterkolom) nog veel duidelijker het zicht op de details.
Toegepast op het religie-experiment kan je dus theoretiseren dat mensen met
religie meer met hun linker hersenhelft werken, en de niet-religieuzen meer aan
de rechterkant.
En dat het een actief proces is, is inmiddels ook duidelijk, en wel uit weer
ander onderzoek (de Volkskrant, 27-04-2012, van verslaggever Maarten
Keulemans):
|
Analytisch
denken schakelt God uit
... Mensen die analytisch denken, zijn daarna
minder geneigd om in God te geloven, hebben
psychologen ontdekt.
Dat suggereert dat mensen er twee gescheiden denksystemen op
nahouden: een 'onderbuikgevoel' voor onder meer
godsdienst, en een meer analyserende manier van
denken.
... de Canadese psychologen Will Gervais en Ara Norenzayan in
het vakblad Science. ...
Gervais en Norenzayan baseren zich op een reeks experimenten
waarbij ze ruim 650 proefpersonen uit alle lagen
van de bevolking met puzzeltjes en foto's
aanzetten tot analytisch denken (zie kader).
Telkens was het effect hetzelfde: na de opdracht
scoorden de vrijwilligers lager op een meetlat
voor gelovig denken dan deelnemers die een
neutrale taak uitvoerden. |
Iets
dat de theorie van de linker- en rechterhersenhelft lijkt te ondersteunen, omdat
men daar een soortgelijke functie-indeling meent te zien, zie de illustratie
rechts.
Maar ook voor de langzaam-snelle signalen verklaring is hier
plaats, volgens de onderzoekers:
|
Dat sluit aan bij een klassieke theorie uit
de psychologie, die stelt dat mensen twee
'denkstanden' hebben: een snelle, onnauwkeurige
manier op basis van intuïtie en onderbuikgevoel,
en een langzame, maar preciezere manier, op
basis van zorgvuldig nadenken. De nieuwe
experimenten laten zien dat de twee systemen
elkaar in de weg zitten als het om religie gaat:
voor God is in ons analytische denksysteem
minder plaats. |
Maar voor maatschappelijke toepassing is het resultaat op zich natuurlijk al
voldoende: er is een wederzijds uitsluitende relatie tussen geloof en analytisch
dus redelijk denken. Iets dat natuurlijk uiterst gevoelig ligt - zie als
eerste de woorden van de eerste onderzoekster, Lorenza Colzato:
|
... het effect is hetzelfde: bevindelijk
gereformeerde studenten zien de details beter,
atheïstische studenten hebben meer oog voor het
grotere geheel.
En meteen na die eerste zin wordt ze nerveus. Zij is
wetenschapster, vooral geïnteresseerd in visuele
aandacht. Er zijn duizend-en-één manieren waarop
haar onderzoek verkeerd geïnterpreteerd kan
worden, en dat wil ze per se voorkomen. ‘Ik wil
dat je stuk aardig wordt voor religieuze mensen.
Wat ik doe zegt niets positiefs of negatiefs
over geloven. Het is slechts een andere
interpretatie van een stimulus.’ |
En van die van het laatste onderzoek:
|
Dat suggereert dat mensen er twee gescheiden
denksystemen op nahouden: een 'onderbuikgevoel'
voor onder meer godsdienst, en een meer
analyserende manier van denken.
Dat betekent overigens niet dat gelovige mensen dom of
irrationeel zijn, beklemtonen de Canadese
psychologen Will Gervais en Ara Norenzayan in
het vakblad Science. Wel wijst hun
onderzoek uit dat 'analytische denkstrategieën
een krachtige bron van ongeloof zijn'. |
Woorden die in isolatie van hun respectievelijke bevindingen eigenlijk al
eigenaardig klinken, maar misschien nog wel vol te houden zijn. In combinatie
met elkaar en met de andere informatie zijn het duidelijke gevallen van
politieke-correctheid, of beter: gevallen van taboe.
De conclusies die wij hier trekken is volkomen in overeenstemming met de
verwachting die we al hadden uitgesproken op grond van gezond-verstand
beschouwingen gebaseerd op andere wetenschappen: de religieuze houding
veroorzaakt beperkingen op de hogere niveaus van denken - die niveaus die minder
aangesproken worden als je je minder vragen stelt
. In termen van de uitleg met de analyse met frequenties en de bijbehorende
muziekinstrumenten: om de grote letter waar te nemen is een groter denkraam
nodig.
Die (mogelijke) beperkingen in het denken van de gelovigen zijn terug te zien in
hun houding ten opzichte van de meeste cognitieve zaken, want waar je niet goed
in bent of tegen je standaardpatronen ingaat, trekt je ook meestal niet aan. Die
beperkte aantrekkingskracht van religieuzen voor cognitieve zaken is ook
duidelijk terug te vinden in de houding ten opzichte van onderwijs, die in
Nederland redelijk goed te bepalen is door te kijken naar de meest religieuze
groep in Nederland: de moslims. Dit geeft resultaten die volledig in
overeenstemming zijn met de conclusies uit de onderzoeken
- daarmee de hoofdconclusie: religie is slecht voor de cognitieve capaciteiten,
verder verstevigend. Maar ook uit andere landen zijn daarvan cijfers bekend
.
Er is wat dat betreft nog een parallel te trekken. Er is ook een natuurlijke
vorm van hersenbeperking, genaamd autisme. De autist verhelpt zijn
tekortkomingen in het omgaan met de voor hem te hoge wispelturigheid van de
gewone wereld door het aannemen van strakke gewoontes en routines - rituelen.
Rituelen lijken ook een integraal deel uit te maken van vrijwel alle religies.
Ze hebben voor een belangrijk deel natuurlijk dezelfde functie: het voorkomt de
noodzaak voor het maken van keuzes.
Het neuro-psychologisch onderzoek boekt ook vooruitgang in de zoektocht naar de
oorsprong van het godverschijnsel (uit: DePers.nl, 03-12-2009, door
Marcel Hulspas):
|
Gelovige weet wat zijn God goed vindt
Gelovigen weten niet altijd wat God van actuele kwesties vindt, maar als
ze er even over nadenken, blijkt dat God het opvallend vaak met hen eens
is. Dat is de uitkomst van een serie onderzoeken uitgevoerd onder
leiding van de Amerikaanse economisch psycholoog Nicholas Epley van de
Universiteit van Chicago, deze week verschenen in de Proceedings of the
National Academy of Sciences.
...Daarbij vroegen ze de deelnemers naar hun mening omtrent
bepaalde actuele kwesties, zoals de doodstraf, en wat ze dachten dat de
mening was van bekende personen zoals de president, bepaalde sporters en
Bill Gates, maar ook van de gemiddelde Amerikaan – en ook van God.
Steevast bleek dat gelovige proefpersonen ervan overtuigd waren dat
andere mensen er wellicht andere opvattingen op na hielden, maar dat God
het met hen eens was. Proefpersonen die een lezing moesten voorbereiden
en geven over een bepaald onderwerp, en daarna van mening waren
veranderd, meenden dat ook God zijn mening had herzien.
Om te onderzoeken of het hier wellicht alleen maar om sociaal
wenselijke antwoorden ging, voerden de onderzoekers ook een experiment
uit waarbij proefpersonen in een scanner werden gestopt, en hetzelfde
type vragen moesten beantwoorden. De scans lieten zien dat als
proefpersonen nadachten over wat God zou vinden dezelfde hersengebieden
actief werden als wanneer ze nadachten over wat zijzelf vonden. God en
‘mezelf’ zijn voor veel gelovigen grotendeels dezelfde. |
Het is dan het meest simpel om te veronderstellen dat deze dingen die hetzelfde
doen ook hetzelfde zijn: dat het denkbeeld van "God", op het moment van bevragen
een neurologisch proces in de hersenen, samenvalt met het neurologische proces
dat aan het werk is als men het heeft over zichzelf, oftewel het niet eens
nieuwe idee dat mensen hun eigen bewustzijn op het idee "God" projecteren. Wat
met de resultaten van ander onderzoek zelfs nog wat nauwer te preciseren is: het
gaat hier om dat deel van het bewustzijn dat ook de morele afwegingen maakt
. En dan is het
ook weer geen wonder dat het idee van een "God" zo universeel voorkomt - bij
mensen met een bewustzijn.
Hier is tot nu toe de generiek term "geloof" of het synoniem "religie" gebruikt.
De conclusies gelden echter niet voor alle versies en varianten in geloof in
gelijke mate. Logisch is dat naarmate een individu sterker gelooft, de effecten
sterker zullen zijn. En ook dus naarmate een geloof sterker is, de effecten
sterker zijn. Hier slaat "sterkte" voornamelijk op hoe de geloofsartikelen staan
in betrekking tot de reële wereld. Hoe meer een geloof zegt over de reële,
materiële, wereld en hoe daarover te denken, hoe meer het de perceptie
veranderingen van de werkelijkheid blokkeert. In het algemeen kan je zeggen dat
de joods-christelijke-mohammeddaanse godsdiensten met een almachtige god die de
hele wereld bestiert daarin het ergst zijn, en daarbinnen is de islam-versie het
ergst gevolgd door de joodse - uiterlijke overeenkomsten tussen die laatste twee
zijn voedsel- en kledingsvoorschriften. Het minst erg zijn de christelijke
"ietsisten" ("Er bestaat wel ik iets bovennatuurlijks maar ik weet niet zo goed
wat") en diverse Aziatische godsdiensten. Sommige van de laatste zijn misschien
zelfs positief in dit opzicht - men denke aan zenboeddhisme. Lorenza Colzato wil
nader onderzoek doen in die richting.
Maar het argument over de zelf-opgelegde beperking aan het denken geldt
natuurlijk niet alleen voor geloof. Ook de niet-gelovige mens kan ideeën
koesteren die hem het waarnemen van de werkelijkheid hinderen. Dat zijn vrijwel
altijd idealen of ideologieën. Een ideaal of ideologie is een vooropgezet idee
over hoe de werkelijkheid zou moeten zijn, dat niet door diezelfde werkelijkheid
bijgesteld kan of mag worden. Puur en alleen de daardoor normaliter groeiende
discrepantie tussen ideologie en werkelijkheid, en de noodzaak om deze
neurologische processen in de hersenen gescheiden te houden, ontstaan er in de
hersenen andere processen die een kenmerkende uitingsvorm hebben (uit
De Volkskrant, 18-12-2009, column door Nausicaa Marbe):
|
Een jeugdvriendin is voortvarend aan het radicaliseren. Deze
voormalige wetenschapper vindt nu haar heil in aura’s, chakra’s en
gebedsgenezing. Ze is streng in de leer. Zitten we ergens, komt eerst de
pendel tevoorschijn die de ‘energie’ van de plek moet meten. Genante
taferelen, zelfvoldane preken, dedain. Ik zwijg en hoop maar dat het
overwaait.
Maar dat is buiten de woekerdrift van de orthodoxie gerekend.
Bekering is het doel. Ik begreep dat toen zij in een esoterische winkel
ging samenzweren met de eigenaresse. Ze wilde een boek voor de
‘verdwaalde’. Dat was ik. Makkelijke lectuur graag, want ik was – ze zei
het met medelijden en afkeer – ‘totally ignorant’.
Toen brak mijn klomp. Sinds de eerste dag van de basisschool
zijn we onafscheidelijk. Dictatuur, emigratie, alles overleefd. En
ineens word je te kakken gezet tegenover de eerste de beste
wierookboerin van de juiste leer. Al het persoonlijke, intieme,
gezamenlijk meegemaakte en opgebouwde is naar de ratsmodee.
Zo werkt fundamentalisme: ontmenselijking van relaties,
afkeer van eigenheid, weg empathie en ontspanning in de omgang. De rede
duikt onder en houdt zich koest. Zo verzieken niet alleen persoonlijke,
maar ook maatschappelijke verhoudingen. Met naargeestigheid als toegift. |
Wat hier beschreven staat voor een alternatieve vorm van geloof, is alle vele
malen eerder beschreven voor alle andere geloven en ideologieën.
En al even bekend zijn de verhalen over het omgekeerde proces, voor mensen die
van hun geloof of ideologie willen afkomen. Omdat het zo'n verweven en
verknoopte zaak is, vergt dat normaliter een proces van vele jaren om daar weer
vanaf te komen
. Een methode om van al dit problematiek (sneller) af te komen is beschreven
hier
.
Ook voor de niet-religieuze versies van ideologie bestaat er een variatie in
ernst, met het verschil dat die variatie hier veel groter is - sommige idealen
lijken noodzakelijk voor vooruitgang, en sommige ideologieën zijn beslist even
schadelijk als godsdienst. Een belangrijke factor hierin lijkt de inspiratiebron
ervan: ligt die bij hoop en verwachting, of bij angst en cynisme - dit
komt in belangrijke mate overeen met de houding achter het linkse en het rechtse
denken. Omdat het rechtse denken net als religie voor een flink deel gebaseerd
is op angst, zie je daar ook overeenkomstige processen als boven beschreven
. En omdat het linkse denken sterk beïnvloed is door ideologie, zie je ook daar
dezelfde praktische fouten als de gelovigen en de rechtsen maken
. De gevolgen van de discrepantie tussen het ideologische denken en de
werkelijkheid zijn te zien in diverse psychologische problemen, zoals cynisme
en depressie
. En voor gelovigen weer specifieke eigen zaken
.
Tenslotte is er nog een belangrijk aspect aan het religie en denken verhaal, en
dat is dat van de generaties. We hebben hier gebruik gemaakt van de wetten en
regels van de evolutie, maar die slaan ook op het doorgeven van dit soort
eigenschappen naar volgende generaties. In hoeverre is het zo dat als een groep
religieuzen een huwelijkspatroon heeft dat ze grotendeels tot de eigen groep
beperkt, de eigenschappen van de beperkte hersencapaciteiten reeds bij geboorte
doorgegeven worden? Een vraag waarmee je als onderzoeker op nog meer problemen
kan stuiten. Want religieuzen vormen nog steeds een grote meerderheid in de hele
wereld, en sommige van die geloven zijn erg trots op hun eigen "prestaties" -
joden achten zich het uitverkoren volk, en bij de moslims is dat nauwelijks
minder - die zien in iedere kritische beschouwing van hun geloof aanleiding voor
reacties lopende van diepe afkeer tot geweld.
Maar ook zonder dat hier expliciet wetenschappelijk onderzoek naar gedaan wordt,
zullen we als mensheid over een paar decennia het antwoord op die vraag wel
kennen. Want door maatschappelijke ontwikkelingen over de laatste drie tot vier
decennia is hierin al een grootschalig experiment begonnen, met de import van
honderdduizenden en miljoenen moslims in diverse West-Europese landen. De eerste
deelresultaten geven vooralsnog geen aanleiding om de doorgeef-variant uit te
sluiten.
Meer over de hersenstructuren achter dit algemene proces hier
.
Naar In het kort
, Religie, nut
,
Wetenschap en religie
,
Psychologie lijst
, Psychologie overzicht
, of site home
.
|