Bronnen bij Religie en ratio

Het argument van de uniciteit-claims van de diverse godsdienst is ook gebruikt door de filosoof Herman Philipse in Buitenhof (TV Nederland 3, 06-03-2005): er zijn over de hele wereld vele godsdiensten, die allemaal beweren het juiste geloof te vertegenwoordigen, en tevens beweren dat alle andere godsdiensten dwaalleren zijn. Geen van deze godsdiensten vertegenwoordigt meer dan een deel van de mensheid. Aangezien ze dus onmogelijk allemaal de ware leer kunnen zijn, is er maar een conclusie mogelijk: het zijn allemaal dwaalleren. Als zodanig zouden ze buiten iedere vorm van maatschappelijke organisatie gehouden moeten worden.
    En daaruit volgt direct deze logische conclusie (de Volkskrant, 21-02-2005, artikel van Joost Eerdmans, lid van de Tweede Kamer voor de lijst Pim Fortuyn (LPF)):
  De neutrale staat is een grondrecht

Een ambtenaar met een hoofddoek achter het loket, geeft de staat het aanzien van een moslima. Dat is conform de godsdienstvrijheid, maar in strijd met de neutraliteit van de staat, zegt Joost Eerdmans.

De deelgemeente Charlois wil baliemedewerksters kunnen verbieden om in functie een hoofddoekje te dragen. De deelgemeente begrijpt er niets van dat je wel van ambtenaren mag eisen dat ze zich representatief en neutraal kleden, maar dat die eis niet mag gelden voor religieuze kledingstukken. De verwarring is begrijpelijk en heeft zijn oorzaak voor een groot deel in het ontbreken van een gedegen bescherming van de neutrale staat.  ...
    Immers, laat de staat religieuze uitingen binnen haar domein toe, en spreekt hij - net als in bijvoorbeeld Saoedi-ArabiĆ« - actief een voorkeur uit voor een bepaalde religie, dan worden burgers die een ander geloof hebben, of die niet geloven, achtergesteld. De staat is dan niet meer voor en van alle burgers.
    Niet minder fundamenteel is daarom het geval van de Nederlandse ambtenaar die, gezeten aan het gemeenteloket, een zichtbaar religieus symbool als de hoofddoek draagt. Voor de burger die zijn paspoort afhaalt, heeft de staat op dat moment het gezicht van een moslima. Als gezagsdrager die namens de staat handelingen verricht en vergunningen verleent, spreekt zij door het dragen van de hoofddoek in functie ook namens de staat een religieuze voorkeur uit. Haar feitelijk handelen zal er niet minder integer om zijn, maar impliciet worden anders- en niet-gelovigen op achterstand gezet.
    Hetzelfde geldt voor de leraar die met een keppeltje op of de lerares die met een hoofddoek om lesgeeft op een openbare school. Het onderwijs op openbare scholen wordt van overheidswege gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensovertuiging.
Logischerwijs dient een openbare school zich te onthouden van elke uiting waarmee een voorkeur voor een bepaalde religie wordt uitgesproken. Een gebedsruimte specifiek voor moslims, of een lerares met een hoofddoek of leraar met een keppeltje is met deze essentiƫle logica van de openbare school direct in strijd. De leraar op een openbare school moet, als morele gezagsdrager, voor zijn of haar jonge leerlingen een symbool zijn van wijsheid, en niet van religiositeit. Artikel 23 van onze grondwet geeft daarvoor ook volop de ruimte. Waar dit artikel leerlingen op een bijzondere school namelijk het recht geeft op een school met een eenduidig religieus karakter, laat het voor leerlingen op een openbare school ruimte voor een gelijksoortig recht op een school met een niet-religieuze identiteit. Een dergelijke moderne interpretatie van dit artikel uit 1917 is echter not done.
    Ondanks het waardevolle karakter moet de waarde van de neutrale staat het nu afleggen tegen de andere geschreven grondrechten. De enige manier om de neutrale staat de status van ondergeschoven kindje van onze rechtsstaat te laten ontgroeien, is codificatie. Codificatie naar Frans voorbeeld, dus in de Grondwet. Door opname in de Grondwet kan worden verzekerd dat de neutrale staat in de toekomst een botsing met andere grondrechten als de vrijheid van religie kan overleven. Iedereen die meteen beroep op de Nederlandse geschiedenis navolging van Frankrijk onzinnig acht, moet zich realiseren dat wij misschien niet dezelfde historie hebben als de Fransen, maar wel dezelfde toekomst.

Of ook wel: Iedere burger heeft het recht gevrijwaard te blijven van de hoogst intieme religieuze emoties van zijn medeburgers, op dezelfde basis als dat geldt voor seks.


Naar Religie en ratio  , of site home  .