Bronnen bij Alfa en bèta, sociologisch: dominantie
| 27 apr.2011 |
De alfa's, onze afkorting voor het conglomeraat van alfa's en gamma's, dus
uiteenlopende van de literator in de media tot de economieprofessor, zijn de
baas. En dientengevolge zijn emoties, onderbuikgevoelens en willekeur de baas.
waarbij "de baas" staat voor een vrijwel volstrekte dominantie in zowat iedere
machtspositie, en tot en met het vrijwel volledig beheersen van het
intellectuele, maatschappelijke en politie discours. Hieronder wat voorbeelden
daarvan en een enkele uitspraak daarover, beginnende met het laatste. De auteur,
de prominente en zich ook regelmatig in het maatschappelijke debat roerende
wetenschapper Louise Fresco, beweegt zich door het veld van de interactie tussen
wetenschap en maatschappij als door een hal vol van lachspiegels met variabele
vervorming:
Uit:
De Volkskrant, 28-03-2011, door Louise Fresco
Emotie is verworden tot bron van kennis
De toenemende tolerantie voor onwetendheid ondermijnt zowel de
wetenschap als de democratie.
De auteur is universiteitshoogleraar aan de Universiteit van
Amsterdam. Dit is een ingekorte versie van de Kohnstammlezing die zij vrijdag
uitsprak. 'We lijden aan een overschot aan desinformatie'.
Onze samenleving worstelt steeds meer met wat de echte bronnen van kennis zijn:
wetenschappelijke, meningen of gevoelens. Pas met de Verlichting groeide de rol
van de wetenschap als bron van onafhankelijke, empirisch toetsbare kennis. De
expansie van het wetenschappelijk denken liep ongeveer parallel met de opkomst
van de democratie, en er is reden om aan te nemen dat zij elkaar hebben
versterkt. Beide zijn gebaat bij een open toegang voor talent.
Die openheid staat nu sterk onder druk. Sinds het einde van
de vorige eeuw wordt kennis minder beschouwd als objectief, maar als gereedschap
in allerlei welles-nietes spelletjes, bijvoorbeeld over klimaat of gezondheid.
...
Red.: Te algemeen zijn heeft zijn nadelen, net als te
specifiek. Fresco kan niet al te specifiek worden, omdat ze dan onmiddellijk in
discussies treedt waarin het misbruik van emoties hoogtij viert, zoals dus de
klimaat discussie. Waarin er door voornamelijk de aanhangers van het
neoliberalisme gelogen wordt dat er weinig of niets aan de hand is, omdat ze
beseffen dat het aanpakken van het klimaatprobleem niet kan in een neoliberale
maatschappij. dat vergt veel meer overheidsdwang, wat de gemiddelde burger wil
blijven consumeren, tot het moment dat zijn huis daadwerkelijke onder water
staat, is weggewaaid, of het tuintje ervan door de zon verbrand tot sintels. Je
kan nog makkelijke gedaan krijgen om de belasting te verhogen ...
|
Tot een generatie geleden was de overheid een objectieve bron van
kennis. Natuurlijk nam de overheid soms maatregelen die achteraf
onverstandig waren, maar dergelijke fouten werden wel weer gecorrigeerd. |
Dat wagen we te betwijfelen. het is waarschijnlijk dat door de toenemende
grootschaligheid van de wereld en het menselijke ingrijpen, de fouten steeds
zichtbaarder worden.
|
Vandaag is over alles verwarring ontstaan. Op ieder terrein buitelen
de meningen over elkaar heen. Wetenschappelijke conflicten worden live
op de televisie uitgevochten door wetenschappers met sterallures. De
overheid is daarbij gereduceerd tot een van de vele partijen. Het
resultaat: burgers weten niet meer wat zij moeten denken. |
Te algemeen. En de overheid op zich heeft geen mening. De overheid is een
verzameling mensen, en die hebben een mening. Het punt is dat in die overheid
natuurlijk ook de volstrekt verkeerde mensen zitten. Zie instituties als het
ministerie van Onderwijs, dat de ondergang daarvan aan het inleiden is, en
ministerie van Economische Zaken dat de economie in de uitverkoop doet
(bijvoorbeeld de energievoorziening), en instituten als de Wetenschappelijke
Raad voor het Regeringsbeleid, die in de praktijk de vrije immigratie van
allochtone ongeletterden bepleit.
|
Ook de overheid verkeert in verwarring. De Kamer springt op ieder
nieuw feit en dwingt niet zelden tot het terugdraaien van besluiten. Dit
gebeurt niet als uitzondering na grondige evaluatie, maar bijna
voortdurend. Zie de windmolenparken op zee: een miljardeninvestering met
beperkt rendement waarover twijfel bestaat: toch doen. |
Omdat er geen systematisch overleg is met deskundigen. Want oberleg met
deskundigen betekent dat je niet vrij en ongebonden kunt discussiëren. Waarover
zo meteen meer.
|
Hoe is het mogelijk dat wetenschap een bron van verwarring is
geworden in plaats van een leidraad voor vooruitgang? |
Voor dit soort mensen is wetenschap nooit een leidraad geweest. Wetenschap en
techniek hebben zich zelfstandig van hen ontwikkeld.
|
Paradoxaal genoeg zijn het de landen die het meest geprofiteerd
hebben van wetenschappelijke kennis die er nu het meest ambivalent
tegenover staan. |
Idem. Dat is nooit anders geweest. het valt alleen meer op, omdat er meer
wetenschap nodig is om de problemen van de groei te bestrijden.
|
Nog paradoxaler, het zijn juist de hoogst opgeleide klassen die de
grootste argwaan lijken te hebben. |
Absoluut geen paradox, maar een een directe causaliteit. De hoogst opgeleide
klassen die het voor het zeggen hebben zijn vrijwle allemaal alfa's en bèta's,
en die zien steeds duidelijker dat om vooruit te komen meer wetenschap nodig is.
En wetenschap is iets waar ze niets van weten en ook niets van zullen leren.
Omdat ze tegen de noodzakelijke voorwaarde voor een wetenschappelijke houding
zijn: het bestaan van een objectieve werkelijkheid. Met een objectieve
werkelijkheid houden op een gegeven de discussies op. En dat willen ze niet. Hun
sterkte is het gebruik van woorden - het discussiëren. En min of meer
wetenschappelijke uitkomstem snijden dat af. Wetenschap betekent het inleveren
van hun macht.
|
Dit staat in schril contrast met de opkomende grote economieën, waar
geen sprake is van de merkwaardige inconsistentie dat mensen die hun
voordeel doen met moderne technologie die wantrouwen en terug willen
naar een geromantiseerd pretechnologisch verleden. |
Wacht maar, tot degenen die het proces aansturen eenmaal net zo rijk zijn als de
bazen hier. Dan krijgen ze precies dezelfde houding.
|
In het Westen ondermijnt eenzelfde fenomeen zowel de wetenschap als
de democratie. Dat fenomeen is de toenemende tolerantie voor
onwetendheid en de toenemende intolerantie voor het rationele debat.
Drie factoren liggen aan de basis ervan: de overvloed aan feiten, de
afkalvende autoriteit van kennis, en het uitdijend pessimisme van
burgers. |
De toename is dus dubieus - de toegenomen opvallendheid wel. Er is niet meer een
overvloed aan feiten dan vroeger, relatief gezien - er is een overvloed aan
emoties omdat de feiten steeds meer de wensen en emoties gaan tegenspreken. En
het pessimisme van de burgers gaat niet veel verder dat de strek propaganda van
de neoliberalen, die de verzorgingsstaat willen afbreken de gespaarde
pensioengelden in eigen zak willen steken, en daarvoor hel en verdoemenis
preken.
|
Deze overvloed aan feiten is te verklaren door de enorme druk op de
wetenschap om maatschappelijk nut te produceren, of in het modieuze
jargon, valorisatie.
Daardoor staat het zelfkritische systeem van de wetenschap
onder druk. Resultaten komen steeds sneller naar buiten, anders zijn
geld en aanstelling niet meer gegarandeerd. Dit vermindert de autoriteit
van de wetenschap. |
Alweer de schuld van de neoliberalen. In deze context ook wel de dictatuur van
de vrije markt of het (roof)kapitalisme geheten.
|
Pessimisme en irrationaliteit groeien in omgekeerd evenredige
verhouding met wetenschappelijke kennis. Zoals we ook nu weer zien met
de kernramp in Fukushima, legt een zakelijke, statistische benadering
van risico's geen enkel gewicht in de schaal ten opzichte van de
subjectieve beleving. |
Dat zijn de alfa's en gamma's' uit de linksige hoek, die kernenergie niet willen
begrijpen, en het gevaar van fossiele brandstof nog veel minder. Te ideologisch
en te dom in verschillende combinaties.
|
Ons pessimisme is geworteld in grote ambivalentie. Juist wij die met
onze overvloed zozeer hebben geprofiteerd van de vooruitgang van
wetenschap en technologie, voelen ons schuldig over de schade die de
wereld wordt aangedaan. Geen wonder dat het lijkt, vanaf de veilige
afstand van de 21e eeuw, dat vroeger alles harmonieuzer was. Dat lokt
uit tot het demoniseren van de tegenpartij. De vraag, wie is er voor een
betere wereld? wordt getransformeerd in: wie is er voor mijn oplossing
(windmolens, elektrische auto's, biologisch vlees)? En wie het niet met
mij eens zijn, zijn moreel slecht. |
Dat 'we' is weer veel te algemeen. Er staan specifiek groepen aan specifieke
kanten, gebaseerd op specifieke belangen.
|
Daarmee zijn wij aangeland bij het feitenloze debat dat drijft op
emotie en vooringenomenheid. Zo ontstaan besluiten, niet op basis van
redelijkheid, dat wil zeggen gebaseerd op de beste, zij het per
definitie altijd onvolledige kennis. Daarmee wordt onwetendheid als
legitieme attitude alleen maar bevestigd. |
Klopt. Dat is juist de bedoeling. Zo handhaven de alfa's en gamma's de macht.
|
Onwetendheid bestaat uit onschuldig onbegrip en moedwillige
onwetendheid. Het eerste is het gevolg van een gebrek aan basiskennis,
waardoor het onmogelijk is zich een mening te vormen over complexe
vragen zoals klimaatverandering of het ontstaan van kanker. Wie
ongeletterd is, heeft geen onafhankelijke referentie, en kan niet anders
dan de eerste beste mening geloven. Het spook van de irrationaliteit
waart rond, vooral door de moedwillige onwetendheid, de geestelijke
luiheid van mensen die zich beter zouden kunnen informeren.
Dat burgers wantrouwend staan tegenover de wetenschap is één
ding, |
Onjuist. "De burgers" staan niet wantrouwend tegenover de wetenschap - de alfa-
en gamma intellectuele elite en de graaiers staan wantrouwend tegenover
wetenschap. Want daaraan kunnen ze hun macht kwijtraken.
|
Dat burgers wantrouwend staan tegenover de wetenschap is één ding,
dat de politiek zich daarachter verschuilt een tweede. |
Nee, dat is dus niet het tweede. Dat is het eerste.
|
Hoe komen we uit deze patstelling van steeds minder feiten tegenover
steeds meer emoties en meningen? De vraag is hoe de emoties kunnen
omslaan. Van een nostalgie over vroeger en angst voor de toekomst, naar
vertrouwen in de weg vooruit.
Dat vraagt om onderwijs dat vragen formuleert, over tijd- en
ruimteschalen die uitgaan boven onze eigen beleving, dat niet gericht is
op gemakzuchtige maatschappelijke relevantie, waarbij het gaat jezelf
niet als uitgangspunt te nemen. |
Het soort onderwijs dat gericht is op de inhoud. En dat ze om die redenen:
"inhoud = wetenschap = verlies aan macht", hebben ze het afgebroken.
|
Dit vraagt ook om kunst. Dat lijkt in eerste instantie een
hachelijke zaak. De kunst laat zich niet zo maar een maatschappelijke
rol opleggen. Maar juist de kunst verkent de dubbelzinnigheid van
emoties, de tegenstrijdigheid van morele stellingnames. De kunst
doorbreekt daarmee de simpele dichtomie tussen pessimisme en optimisme.
|
Nou, dus mooi niet. Geef een voorbeeld, is de voor de hand liggende riposte.
Kunst geeft emotioneel commentaar op de dingen en de maatschappij. Maar leidt ze
niet.
|
Want het blijven steken in het feitenloos pessimisme ontkent datgene
dat het meest wezenlijk is voor de menselijke vooruitgang: het kunnen
leren van onze fouten. |
Leren van je fouten ... ook al zo ding van de wetenschap. Want "fout"
veronderstelt een objectieve norm. "We don't have mistakes, we just have
happy little accidents" (courtesy: Bob Ross). Nee, ook dit zal er
niet van komen, tot er eerst die revolutie in houding of personen is geweest.
Laten we nu eens een goed controleerbaar voorbeeld nemen met
betrekking tot die wens tot onzekerheid en discussie:
Uit:
De Volkskrant, 16-04-2011, door Ionica Smeets
Na 998 deuren kun je beter wisselen, om de auto te winnen
... Het drie-deuren-probleem is een berucht voorbeeld onder
wiskundigen. In een spelshow mag een kandidate kiezen uit drie deuren. Achter
één deur staat een prachtige auto, achter de twee andere deuren staan mottige
geiten. De kandidate wil graag de auto winnen en wijst één van de deuren aan. De
presentator, die precies weet waar de auto staat, opent één van de andere twee
deuren en laat zien dat daar een geit staat. De presentator vraagt de kandidate
hoe zeker zij is van haar keus. Wil ze misschien nog van deur wisselen? Ze mag
nu nog de andere gesloten deur kiezen! Heeft het op dit moment zin om van
gedachten te veranderen?
Bijna iedereen denkt hier hetzelfde: natuurlijk maakt het
niet uit of ze wisselt. Er zijn nu nog twee deuren en elke deur heeft een kans
van 1/2 op de auto.
Intuïtief lijkt volkomen duidelijk dat er geen verschil is
tussen die twee deuren. De kandidate zal waarschijnlijk bij haar eerste deur
blijven, omdat ze daar in eerste instantie een goed gevoel bij had.
En dat is jammer, want de menselijke intuïtie zit er in dit
geval behoorlijk naast. Als de kandidate van deur wisselt heeft ze namelijk 2/3
kans om te winnen. Als ze bij haar eerste deur blijft, is de kans om te winnen
maar 1/3. Ze verdubbelt dus haar winkans als ze wisselt.
Toen dit probleem voor het eerst in de krant stond, werd de
redactie bedolven onder grote stapels brieven. Lezers, waaronder grappig genoeg
diverse wiskundigen, beweerden op hoge toon dat er niets van het antwoord
klopte. Maar het klopt echt. De kandidate heeft als ze níet wisselt een kans van
1/3 om te winnen. Ze wint dan alleen als ze gelijk aan het begin die ene deur
aanwijst waar de auto achter staat. Als ze wel wisselt, dan wint ze juist als ze
oorspronkelijk een deur met een geit had aangewezen. En die kans is 2/3.
Wie het niet gelooft moet het thuis maar eens een paar keer
naspelen. Het helpt ook om aan een variant met duizend deuren te denken. Als de
presentator na de keuze 998 deuren opent (met een hele kudde geiten erachter),
is het een stuk duidelijker dat de kandidate maar beter kan wisselen.
Red.: Wie het nu nog niet geloofd, moet het maar
aannemen. Ook de redactie volgde aanvankelijk de intuïtie - het was fout. Maar
het gaat om dit:
|
Een hoogleraar vertelde ooit dat hij dit probleem al jaren bij zijn
college statistiek behandelde. Wiskundigen, economen, artsen, juristen,
ze hadden het allemaal in eerste instantie fout. Aan het eind van zijn
college was altijd iedereen overtuigd van het juiste antwoord. Behalve
de juristen, die bleven erover in discussie gaan. |
De economen zijn de meest exacte onder de alfa's en gamma's. En je mag rustig
aannemen dat degenen die naar dit soort lezingen komen niet het gemiddelde is,
maar voornamelijk uit een selecte groep komen die wel bereid zijn tot nadenken.
De rest is erger. Net als de juriste en de rest van de alfa's en gamma's: men
wil niet dat er een definitieve uitkomst is.
En natuurlijk stonken er ook nu weer mensen in (De
Volkskrant, 19-04-2011, ingezonden brief van Paul Grätz (Amsterdam):
|
Argument van de intuïtie
De guitige sneer in de rubriek 'Wiskundemeisjes' (Wetenschap, 16 april)
in de richting van al die domme mensen die hun intuïtie verkeerd
gebruiken, is mij in het verkeerde keelgat geschoten.
Ionica Smeets heeft wel gelijk, maar haar argument deugt
niet. Dat komt wel meer voor bij wiskundigen. Ze kunnen aan anderen soms
niet goed uitleggen hoe ze tot hun resultaat zijn gekomen.
Bij drie deuren waarvan slechts achter één deur de prijs is
verborgen en waarbij de kandidate al een deur heeft gekozen, en waarbij
de presentator een van de twee andere deuren opent om te laten zien dat
daarachter de prijs niet is terug te vinden, zal het niets uitmaken of
de kandidate vervolgens de andere deur kiest dan de deur die ze
oorspronkelijk had gekozen. In beide gevallen heeft ze een kans van 2/3
om de prijs te winnen. ... |
Nu weten we niet wat de achtergrond van die laatste
briefschrijver is, alhoewel een andere reageerder de guitige suggestie deed dat
hij misschien jurist was ...
Hiermee was het verhaal nog niet afgelopen:
Uit:
De Volkskrant, 30-04-2011, door Ionica Smeets
Nogmaals die drie deuren
Tussentitel: Wie het nog niet gelooft moet het maar uitproberen
Toen ik twee weken geleden over het drie-deuren-probleem schreef, was ik
eigenlijk bang dat het verhaal te bekend was en dat de Volkskrant-lezers
in koor zouden roepen: wisselen natuurlijk! ...
Zoals ik hier vorige keer schreef, is het verstandig om te
wisselen. De kans dat de auto achter de deur van de eerste keus zit is1/3 en de
kans dat de auto achter de andere dichte deur zit is2/3.
Veel lezers geloofden hier niets van, ik kreeg een
recordaantal e-mails van lezers die dachten dat beide gesloten deuren een kans
van 1/2 hadden. De Volkskrant plaatste een brief waarin zelfs werd
beweerd dat de overgebleven deuren elk een kans van 2/3 hadden, wat weer een
nieuwe regen van reacties opleverde. ...
Red.: Allemaal keurige en aardige mensen, natuurlijk.
Alleen: je zou ze niet een brug laten bouwen, een metrolijn laten aanleggen, of
het beheer van jouw pensioencenten willen geven. En dat laatste is helaas wel
het geval Degen die die beslissingen nemen over het bouwen van bruggen,
metrolijnen en het beheer van onze pensioencenten zijn voor het overgrote mensen
die fout kiezen in het drie-deuren probleem. Die bovendien voor het overgrote
deel niets willen aannemen van hen die professioneel inzicht hebben in het
drie-deuren probleem. En, nog erger: die ijzerenheinig doorgaan met het herhalen
van hun fouten zelfs als het hen in de praktijk gedemonstreerd wordt dat ze fout
zitten. Hen die wij kennen als politici, en de andere bestuurders van onze
maatschappelijke en een groot deel van de bedrijfsmatige instellingen. Mensen
als deze:
Uit:
De Volkskrant, 02-04-2011, door Jeanine Daems
Een beetje eng als de PVV niet in statistiek
blijkt te geloven
PVV-kamerlid Lilian Helder veroorzaakte vorige week ophef toen ze in
de Tweede Kamer probeerde uit te leggen waarom haar partij vindt dat zwaardere
straffen nodig zijn. Haar opponent haalde onderzoeken aan naar de effectiviteit
van taakstraf ten opzichte van celstraf, en daaruit blijkt: na een taakstraf is
de recidive kleiner dan na een celstraf. Helders reactie was tenenkrommend.
Hieronder een paar van haar uitspraken, en tegelijk een korte inleiding in
statistisch onderzoek.
'Die onderzoeken, ik vind het een beetje appels met peren
vergelijken. (...) Iemand die een taakstraf opgelegd heeft gekregen en
recidiveert, is wel iemand anders dan die een vrijheidsstraf opgelegd heeft
gekregen en recidiveert. Diegene heeft een vrijheidsstraf ondergaan en geen
taakstraf.'
Ja. Maar niet alleen in onderzoek naar recidivisten, in alle
sociaal-wetenschappelijke statistische onderzoeken worden mensen met elkaar
vergeleken, juist mensen die op een bepaald punt verschillen (rokers en
niet-rokers, bijvoorbeeld).
Ze zegt ook: 'Iemand die een vrijheidsstraf heeft ondergaan,
misschien zou die anders gehandeld hebben wanneer die een taakstraf had
ondergaan. Dat kunnen we niet meten, want hij heeft geen taakstraf ondergaan,
hij heeft een vrijheidsstraf ondergaan.'
Dit is een redenering van het type: we kunnen niet meten of
iemand die al dertig jaar lang elke dag een pakje sigaretten rookt óók
longkanker gekregen zou hebben als hij dat niet gedaan had. Klopt. Daarom kijkt
statistisch onderzoek naar groepen mensen, en niet naar individuen.
Als twee groepen mensen alleen van elkaar verschillen in
rookgedrag, en rokers krijgen veel vaker longkanker dan niet-rokers, dan zijn we
terecht geneigd die correlatie te aanvaarden, en zelfs te geloven in een
oorzakelijk verband. Dat is hoe de oorzaken van ziektes aannemelijk worden
gemaakt, hoe effectiviteit van medische behandelingen wordt aangetoond,
enzovoorts. ...
Red.: Dit geval komt in de krant, vrijwel
zeker omdat het een PVV-Kamerlid betreft. Want de gebruikte manier van deken is
die van bijna alle politici, en, zelfs, ook van het grootste deel der
sociologisch onderzoekers. Nee, niet deze directe fout. Mar wel een andere: aan
mensen vragen over hun eigen eigenschappen en motieven. Die methodiek noemt men
enquêtes, en daaruit treklet met vrijuit conclusies. Zo ondervraagt men moslims
over de gematigdheid van moslims, waaruit blijkt te komen, hoe verassend, dat
moslims heel gematigd zijn. Een gang van zaken die relatief, het zijn tenslotte
onderzoekers, nog dommer is dan die van mevrouw Helder. Met als overeenkomst in
manier van denken: het gaat niet om de objectieve uitkomst, maar om de uitkomst
die ik wil - die klopt met mijn ideologie.
Dit wat betreft politici en sociologen. Nu een andere
genoemde groep: de literaire commentator. En het betreft niet de minste. De heer
Aron Grunberg wordt alom gezien als Neerlands grootste levende schrijver, en in
ieder geval is hij de meest succesvolle. Reden genoeg dus om hem een dagelijkse
column op de voorpagina van een kwaliteitsdagblad te gunnen. De maatschappij kan
alleen maar vooruitgaan van het commentaar van zulk goed ingelichte in gevierde
en zo verstandig oordelende mensen. Die, oh toeval, ook iets te melden heeft
over mevrouw Helder. Die tenslotte de eerste politicus is die ooit iets doms
heeft gezegd:
Uit:
De Volkskrant, 04-04-2011, column door Arnon Grunberg
Simpele boodschap
Op YouTube is een fragment te vinden van een Kamerdebat waarin Lilian Helder,
nummer 3 van de PVV, aangeeft niets van wetenschappelijk onderzoek te begrijpen.
Het lijkt kleinkunst, maar het is een Kamerdebat.
Dit weekend mocht mevrouw Helder in een interview in NRC
Handelsblad haar faux pas toelichten. Maar mevrouw Helder vindt haar
onwetendheid geen onwetendheid. Ze zegt: 'Wie een boodschap simpel wil maken,
komt al snel zélf simpel over.'
Waarmee ze bedoelt: wij baseren ons beleid niet op
wetenschappelijk onderzoek maar op gevoelens, een ander woord voor vooroordelen.
...
Misschien is mijn boodschap iets te simpel, maar ik vertrouw
erop dat de goedlachse flapuit die mevrouw Helder heet net kan begrijpen wat ik
bedoel.
Red.: Ja ja, de heer Grunberg is heel wat slimmer dan
mevrouw Helder. Kijk maar naar de volgende column - de heer Grunberg is het niet
eens met Erik Schilp van het nationaal Historisch Museum, die iets positiefs
over binding zegt:
Uit: De Volkskrant, 18-04-2011, column door Arnon Grunberg
Binden
Het Nationaal Historisch Museum bestaat nog niet, maar de directeur, Erik
Schilp, probeerde zaterdag in de Volkskrant de vraag wat ons bindt te
beantwoorden. ... Wat ons bindt, is het verleden en dat formuleert Schilp zo:
'Verhalen van helden en schurken, van idealisten en opportunisten, van grote en
kleine luiden, van Nederlanders en buitenlanders, een gezamenlijk dus sociaal
bindend avontuur.'
Een vriend van me die lesgeeft aan de universiteit van
Rochester vertelde me dat hij nog nooit een student had ontmoet die slecht
schreef, maar helder dacht. Ik vrees dat hij gelijk heeft. ...
Red.: Bèta's? Kunnen niet helder denken. Dyslectici?
Kunnen niet helder denken.
Wie kunnen wel helder denken? Successchrijvers, die kunnen
helder denken.
En hoe toevallig, laat de heer Grunberg nu zelf
successchrijver zijn ...
Sneu, hè ...?
Vergeleken hierbij is mevrouw Helder slechts
kinderspel. Die beseft tot op zekere hoogte dat ze niet zo snel redeneerde. De
heer Grunberg gaat daarover sneren, en begaat vervolgens een nog veel grotere
fout. Overigens: één van de vele, maar dat wordt bewaard tot een latere
publicatie. Deels van dezelfde soort, die doet vermoeden dat professionele
behandeling gewenst zou kunnen zijn.
Nu is de heer Grunberg een kras voorbeeld van mogelijk
institutionele behandeling vereisende domheid en kortzichtigheid, maar dat is
slechts een wat extreem geval van een hele volksstam bijna even vlot en bijna
even dom schrijvende literatoren, al dan niet would be, en andere
intellectuelen van de semi-soort. Deze groep vult de kwaliteitskranten de
Volkskrant, NRC Handelsblad en Trouw, en weekbladen als
Vrij Nederland, De Groene Amsterdammer, enzovoort. Met als grote
gemene deler qua opvattingen als die twee bekende ideologieën: "Alle mensen zijn
gelijk(waardig)", en "Alle culturen zijn gelijk(waardig)". En degenen die
verschillen constateren zijn fascisten en racisten. "Binding"...? Het is
den heer Grunberg een gruwel (tussen twee haakjes: behalve natuurlijk als het
exotische stammen uit verre oorden betreft, bij voorkeur uit het Midden-Oosten).
Oh, en het oordeel over mevrouw Helder is echt het oordeel
over de eerste politicus die iets doms zegt aangaande wetenschappelijke
bevindingen, en heeft niets te maken met het feit dat mevrouw Helder, van de
PVV, mogelijkheid niet gelooft in de ideologieën van "Alle mensen zijn
gelijk(waardig)", en "Alle culturen zijn gelijk(waardig)".
We hebben dus gezien dat zowel de politiek als opinievormend
Nederland bezet zijn door mensen met een zeer hoge graad van domheid, aangaande
zaken als redeneren en een enigszins betrouwbare kijk op de wereld.
Wetenschappelijkheid is in geen velde of wege te bekennen. Oh, en sociologen
hebben we ook al gehad.
Is aan zo veel onwetenschappelijkheid nu wat aan te doen,
vroeg mevrouw Fresco. Nou, daarvoor hebben de alfa's en gamma's ook een goed
plan:
Uit: Leids universiteitsblad Mare, 24-03-2011.
Solliciteren voor studie
VVD-Kamerlid Anne-Wil Lucas wil dat studenten voortaan een motivatiebrief moeten
schrijven als ze zich willen bij een hbo-instelling over universiteit.
Ze denkt zo dat studenten een bewustere keuze zullen maken
voor een opleiding en dat een hoger percentage de opleiding ook al afronden. ...
Red.: Kijk, dat is nu nog eens een wetenschappelijk
uitgangspunt: wie het beste een brief kan schrijven, kan het beste studeren.
Bijna dezelfde redenatie als die van Arnon Grunberg: wie goed kan schrijven, kan
goed redeneren. Het staat dan ook vrijwel vast dat mevrouw Lucas een sterk
wetenschappelijke opleiding heeft gevolgd: natuurkunde of sterrenkunde. Van die
vakken die je echt niet succesvol kan afsluiten zonder mooi te kunnen schrijven.
En wie denkt dat dit idee, en soortgelijke, nu als meteen als
kansloos zou worden afgeschoten, vergist zich deerlijk:
Uit: Leids universiteitsblad Mare, 10-02-2011, door Vincent Bongers
Selectie aan de poort mag
Kabinet wil intakegesprekken en opleidingen
snoeien
Het kabinet wil het hoger onderwijs verbeteren door selectie aan de poort van
universiteiten toe te staan en te stimuleren. Door het houden van individuele
intakegesprekken komen meer studenten bij de juiste studie terecht, denkt het
kabinet. ...
Red.: Ook uit het Leidse blad kwam onbedoeld een
aardige analyse van dit soort voorstellen:
Uit: Leids universiteitsblad Mare, 17-03-2011, column door David van
Bodegom, promovendus ouderengeeeskunde
Freakshow
Drie mensen die ik ken zijn onlangs afgestudeerd en verzenden nu al maandenlang
sollicitatiebrieven naar prullenbakken in het hele land. ...
Solliciteren lijkt een beetje op het ritueel waarmee iedere
student ooit zijn entree maakte in Leiden; hospiteren. In de El Cid-week volgde
ik ooit de cursus met de veelzeggende titel ‘Hospiteren kun je leren!’. Nu zou
ik natuurlijk ook beter weten, maar ik was jong, had veel tijd en belangrijker:
nog geen kamer. Een enthousiaste psychologe leerde ons hoe je een kamer kon
veroveren.
Tijdens een hospiteeravond moest je je onderscheiden van de
andere eerstejaars die geforceerd op de bank zaten te lachen. Om ons te
onderscheiden moesten we een originele hobby verzinnen. Op dit soort momenten
etaleert zich de verbazingwekkende creativiteit van jonge mensen. In mijn groep
spaarden mensen navelpluisjes, oude boodschappenlijstjes en teennagels of gingen
ze op zondagmiddag bejaardenspotten en zeeroeien.
Ik betwijfelde of deze tips me echt een kamer zouden
opleveren, maar als je iedere dag anderhalf uur moet reizen ben je bereid ver te
gaan. Ik stelde me voor hoe een hospiteeravond eruit zou zien als alle studenten
deze cursus in de eerste week zouden volgen: waarschijnlijk iets dat het midden
zou houden tussen een freakshow en een therapiesessie.
Hospiteren kun je leren. Naarmate je vaker hospiteert leer je
wat je wel en wat je niet moet zeggen tijdens die avond. De psycholoog die de
cursus hospiteren gaf, was duidelijk een behavorist. Zij zag het hele leven als
een sociaal experiment. Je zegt en je doet dingen en andere mensen reageren
daarop. Je leert van die reacties, sommige dingen resulteren in prettige
reacties, andere had je bij nader inzien beter kunnen laten of voor je kunnen
houden. ...
Het deed mij denken aan de film Groundhog day, waarin
Bill Murray iedere dag dezelfde dag beleeft. Op die bewuste dag heeft hij een
afspraakje met een vrouw aan de bar van een hotel. Iedere dag past hij zijn
openingszin en zijn reacties op haar aan. Hij probeert van alles, op de meeste
dagen leidt dat tot een klap in zijn gezicht, maar na een paar maanden trial and
error weet zelfs Bill Murray wat hij moet zeggen om met haar in bed te belanden.
Hospiteren kun je leren door de juiste woorden te leren
gebruiken. Dat idee stond mij als eenvoudige letterknecht natuurlijk wel aan.
...
Red.: Tja ...
In het voorgaande artikel stond nog een staaltje van
alfa-redeneren;
|
Dit blijkt uit een reactie van staatssecretaris van Onderwijs Halbe
Zijlstra ...
Ook het onderscheid in titulatuur tussen bachelors in het
wetenschappelijk onderwijs en het hoger onderwijs verdwijnt. |
We willen meer hoger opgeleiden, dus geven we meer mensen een hoog-opgeleid
diploma. Simpel toch?
Wie zei er hier nog wat over mevrouw Helder? Die meneer
Zijlstra zit in de regering en neemt allerlei gewichtige beslissingen aangaande
ons onderwijssysteem. Mevrouw Fresco kan beter een kalasjnikov kopen en in de
ondergrondse gaan, als ze iets wil doen aan de bezetting door de stompzinnige
alfa's.
Maar met stompzinnigheid is het nog lang niet gedaan met de
goede eigenschappen van alfa's:
Uit: Leids universiteitsblad Mare, 07-04-2011, door Dirk-Jan Zom
‘Weet u wel wie ik ben?’
Ondersteunend personeel belaagd door
wetenschappers
Het ondersteunend personeel bij Geesteswetenschappen voelt zich soms onveilig
door bejegeningen van sommige wetenschappelijke personeelsleden.
Dat bleek vorige week bij de faculteitsraad Geesteswetenschappen. Het
faculteitsbestuur zegt zich zorgen te maken over het probleem en schreef een
plan om de problemen aan te pakken.
Het faculteitsbestuur ontdekte het probleem na bestudering
van de personeelsmonitor 2010, waarin de tevredenheid van alle universitaire
medewerkers gemeten. De cijfers specifiek voor Geesteswetenschappen gaven echter
een zorgelijk beeld.
Volgens het plan gaat het om in grove bewoordingen verwijten
maken, frustraties afreageren, of al te vanzelfsprekend op bekendheid en
dienstverlening rekenen die niet kan worden geleverd.
‘Een van de meest gebruikte zinnen die baliemedewerkers horen
is: “Weet u wel wie ik ben?” vertelde bestuurslid Jolanda Riel. ...
Red.: Geesteswetenschappen zijn de meest alfa van alle
faculteiten. Bij de bèta-faculteiten is zoiets volstrekt ondenkbaar. En waren we
zoiets al niet tegengekomen bij de heer Grunberg? Hm, dat leek veel meer op
onbegrensde ijdelheid. Uit de stapel die verzameld is om dit artikel te
schrijven, nog een aardige met Grunberg in een bijrol:
Uit:
De Volkskrant, 01-03-2011, van verslaggever Hein Janssen
Arnon Grunberg speelt schrijver in toneelstuk
Arnon Grunberg gaat het toneel op. De schrijver en columnist speelt
in het toneelstuk Am Ziel van Thomas Bernhard de rol van de schrijver.
...
Theaterpoductiehuis Zeelandia heeft Grunberg gevraagd omdat
het volgens artistiek leider Alex Mallems een functionele manier van casten is.
'In Am Ziel trekken een moeder en dochter naar zee en ontmoeten daar een
schrijver. Het ligt voor de hand daarvoor dan ook een schrijver te vragen. Net
zoals ik destijds voor King Lear bij het Nationale Toneel Freek de Jonge voor de
rol van nar heb gevraagd. Dat heeft een artistieke reden.' ...
Red.: Ja hoor. En voor de rol van de slager kiezen we
een slager, en als beul een beul, enzovoort. Oftewel: wat kunnen die alfa's toch
uit hun nek kletsen als het in hun kraam te pas komt. En wat een ijdeltuiterij
van die Grunberg, om die rol te aanvaarden:
Uit:
De Volkskrant, 07-02-2005, televisierecensie van Wim de Jong
Boer zoekt vrouw
Kan R.A.M. van het scherm af? Niemand kijkt er meer naar, en de onnozelen
die dat per ongeluk nog wel doen, worden beledigd. Zondag bleek het
tweetakt-motortje van presentator Grunberg opnieuw aan de praat te zijn gekregen
voor een tripje naar Berlijn. ...
Om die in zijn hengsels hangende open deur voor de zoveelste
keer in te trappen, ging de schrijver namens het VPRO-kunstprogramma op bezoek
bij de in Berlijn wonende Rus Vladimir Kaminer, die een roman heeft geschreven
(vraag je als kijker nooit af waarover, niet bij R.A.M.) en daarnaast
veel plezier schept in zijn werk als dj. Van de vrolijke jongen die vanaf zijn
gebloemde driezits Grunberg toevertrouwde dat hij houdt 'van beweging en
verandering' in het leven, was al gauw weinig meer over.
Grunberg, nooit vies van een overdosis effectbejag, confronteerde
de stomverbaasde Kaminer met Hitler en Stalin, die tenslotte ook hele volkeren
in beweging hadden gebracht, en kwam pas na tien minuten tot de ontdekking dat
het geronk van zijn tweetaktje werkelijk weer álles had overstemd. Want Kaminer
bleek weinig meer te willen dan dat mensen door zijn muziek in beweging komen en
er plezier aan beleven.
Hoezo, een nostalgische hang naar kapotheid? Het zoveelste
mislukte interview, want wéér niet even een stapje opzij gedaan, maar de
zelfvoldaanheid van Grunberg vertoont evengoed nog geen barstjes. Een oudere
mevrouw bij de VPRO moet hem toch eens een keer op schoot nemen. Of de hoop dat
het nog goed komt met R.A.M. moet maar definitief opgegeven worden.
...
Red.: Ja, die meneer Grunberg heeft alle mogelijke
kwalificaties om Nederland te vertellen hoe ze hun leven moeten leiden en hun
maatschappij moeten inrichten. Iedere dag voorop de Volkskrant ...
Het spreekt voor zich dat op terreinen waar veiligheid en
gezondheid een factor zijn, de alfa-domheid leidt tot menselijke schade en
verlies van leven:
Uit:
De Volkskrant, 28-04-2011, van verslaggeefster Anneke Stoffelen
Jeugdzorg brengt afspraken vaak niet in de
praktijk
Tussentitel: Richtlijnen over veiligheid kinderen slecht
nageleefd
Van de afspraken in de jeugdzorg die drama's met kinderen moeten
voorkomen, komt in de praktijk te weinig terecht. De Inspectie Jeugdzorg
concludeert dat vandaag in haar jaarbericht. Zo heeft het personeel niet altijd
de benodigde Verklaring Omtrent het Gedrag. Die moet voorkomen dat
zedendelinquenten zich bewust aanmelden voor een baan waarin ze met kinderen
werken.
'Na een incident waarbij bijvoorbeeld een kind overlijdt,
worden er bijna altijd plannen opgesteld om de risico's te beperken', zegt
hoofdinspecteur Gemma Tielen. 'Maar als de inspectie een jaar later checkt of er
echt wordt gewerkt volgens de nieuwe afspraken, blijkt dat in de praktijk lang
niet altijd het geval.'
Schrijnend voorbeeld is het overlijden van drie baby's in de
regio Rotterdam, eind 2009. Naar aanleiding van eerdere calamiteiten was begin
van dat jaar een nieuwe werkwijze afgesproken tussen Bureau Jeugdzorg en de Raad
voor de Kinderbescherming. Als een moeder van wie al eerder kinderen uit huis
waren geplaatst opnieuw zwanger raakte, zou Jeugdzorg dit direct melden. Zo zou
de baby na de geboorte onder toezicht kunnen worden gesteld en eventueel in een
pleeggezin geplaatst.
Nog geen jaar later overlijden er in Rotterdam baby's van
drie moeders, die allen bekend waren bij Bureau Jeugdzorg. Tielen: 'Hadden de
hulpverleners gewerkt volgens de afspraken, dan was de kans een stuk kleiner
geweest dat het zo vreselijk was misgegaan.'
Zo was er over een van de drie overleden baby's al twee keer
over en weer gemaild tussen Bureau Jeugdzorg en de kinderbescherming. 'Er werd
nog geen actie ondernomen omdat er gegevens ontbraken. Maar bij de derde mail
was het baby'tje al dood.'
Het gaat volgens Tielen te vaak fout doordat hulpverleners in
de praktijk een andere invulling geven aan afspraken. Daardoor ontstaan
misverstanden of werken instanties langs elkaar heen. 'Het is moeilijk een
werkwijze te veranderen. Maar als blijkt dat een andere aanpak beter werkt,
zullen hulpverleners daar toch op over moeten gaan.' ...
Red.: Kijk, ten eerste hebben alfa's en gamma's al;
een bloedhekel aan regels op zich. dat gaat in tegen de creativiteit, enzovoort.
ten tweede. Ten tweede: als er dan al regels zijn, dan willen ze het liefst zo
min mogelijk uitvoeren, en er van afwijken naar eigen goeddunken. Nu is afwijken
van de regels daar waar dar wenselijk is een goede zaak, maar alfa's en gamma's
wijken van alle regels af,. En dat is geen goede zaak. En ten derde:
gecorrigeerd worden op grond van de regels is natuurlijk extra irritant.
Dat afwijken van de regels voeren ze zelfs in extrema door.
Want voorgaande bericht kan misschien bij sommigen enige verbazing wekken, maar
het is het directe gevolg van een nog fundamentelere denkfout, die al naar voren
was gekomen in een eerder bericht:
Uit:
De Volkskrant, 13-04-2011, door Anneke Stoffelen
Interview | Anne Felicitas, moeder van Kevin, die een excuusbrief van
Jeugdzorg kreeg
'Contact zoeken met Jeugdzorg: fout'
Anne Felicitas' zoon werd uit huis geplaatst. Het laat zien hoe het mis kan
gaan als hulpverleners zich niet door feiten laten leiden.
Ze werd door de gezinsvoogd een borderliner genoemd en een hoer. Anne Felicitas,
de 41-jarige moeder van Kevin (nu 9), klopte aan bij Bureau Jeugdzorg omdat ze
veel problemen had met haar ex-man, een stalker. Maar in plaats van hulp,
leverde het haar een uithuisplaatsing van haar zoontje op.
'De vader van Kevin beet me toe: als ik mijn kind niet meer
mag zien, zie jij hem ook niet meer', zegt Anne Felicitas. Haar ex-man Gerard
werd meerdere keren veroordeeld voor bedreiging en geweldpleging. Niettemin
slaagde hij er jarenlang in de instanties naar zijn hand te zetten.
'Wij doen niet aan waarheidsvinding', is het adagium
dat ouders van Bureau Jeugdzorg te horen krijgen als zij het niet eens zijn met
rapportages. Gezinsvoogden maken van ontmoetingen met een familie een verslag en
schatten op basis daarvan in, in overleg met collega's, welke hulp het beste is
voor het kind. Verhalen van de ene ouder over de ander worden opgetekend en
gewogen, maar niet per se op feiten gecheckt. ...
Tussenstuk:
Geen waarheidsvinding, tot frustratie van de ouders
Tot frustratie van benadeelde ouders, zeggen Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de
Kinderbescherming steevast niet aan waarheidsvinding te doen. Zij handelen uit
belang van het kind. ...
Red.: Je reinste waanzin, natuurlijk - ook dat
laatste zinnetje. Want hoe kun je nu handelen in het belang van het kind, als je
omstandigheden omtrent dat belang niet kent. Als je een liegende vader gelooft,
is het duidelijk dat je beslissing niet in het belang is van het kind.
Het idee dat je gebaat bent met minder waarheid dan er te
krijgen is, is in alle omstandigheden een vorm van krankzinnigheid - een ziekte
van de geest. Een ziekte die er toe leidt dat je als begeleider van een
kind-verdachte, dat kind kunt overleveren aan de verdachtmakingen van justitie,
zoals gebeurd is in de Schiedammer moordzaak
(Wikipedia). De fouten van jeugdzorg zullen niet allemaal direct hiertoe te
herleiden, maar wel de mentaliteit die aan die fouten ten grondslag ligt.
En het leidt weinig twijfel dat er hoogstens een gradueel
verschil tussen dit geval en het denken en de houding van de alfa en gamma in
het algemeen: de waarheid is een lastige stoorzender op het veld van de geest
bezet door "creativitiet" en dieologie.
Naar Alfa's en bèta's, sociologisch
, Sociologie lijst
, Sociologie overzicht
, of site home
.
|