De Volkskrant, 01-05-2009, door Martin de Haan |
1 mei 2009 |
Roman waarin 'n significant blanco zit
Georges Perec schreef een roman waarin de letter e ontbrak: La
Disparition. Die is vertaald.
Tussentitel: Meer dan taalspel of boodschap, is La Disparition een
miraculeuze roman
Aardige opdracht voor een cursus creative writing: schrijf een tekst waarin
de letter e niet voorkomt. Een e-lipogram heet zoiets, en wie met het
verschijnsel bekend is (bijvoorbeeld uit het werk van Battus) weet
waarschijnlijk ook dat er zelfs een hele roman zonder e bestaat: La
Disparition uit 1969 van de Franse schrijver Georges Perec. Sterker nog: die
roman bestaat nu ook in het Nederlands, onder de titel 't Manco.
Knutselen met taal is altijd leuk, en Perec was er een
meester in. La Disparition is zijn bekendste huzarenstukje, maar hij
schreef ter compensatie ook een roman met alleen maar e's (Les Revenentes),
plus tal van kortere teksten waarin hij zichzelf strenge vormbeperkingen
oplegde, overeenkomstig de ludieke uitgangspunten van de schrijverswerkplaats
OuLiPo.
Het heeft hem voor de komende eeuwen de stevig gevestigde reputatie van
taalvirtuoos opgeleverd, met een grote schare aanhangers en een niet minder
grote schare tegenstanders.
Wat bezielt iemand om een jaar lang zes regels per uur te
schrijven zonder e erin, acht uur per dag? Dat is inderdaad de grote vraag - die
je niet op verontwaardigde toon moet stellen, met als impliciete aanname dat zo
iemand niet goed bij zijn hoofd kan zijn, maar in alle ernst. Wat Perec bezielde
toen hij La Disparition schreef, was wat elke grote schrijver bezielt: de
zoektocht naar een vorm waarin hij zijn ei kwijt kon en die hem kon inspireren.
Waarbij die vorm niet het doel was, maar de drager van iets wat uiteindelijk het
onderscheid tussen vorm en inhoud overstijgt, omdat de vorm zelf inhoud is
geworden en de inhoud vorm.
La Disparition vertelt in 26 min 1 hoofdstukken het
verhaal van Anton Voyl (van Voyelle, 'klinker'), die steeds sterker het gevoel
heeft dat hij aan een essentiële waarheid raakt, waar hij net niet bij kan - tot
hij na vier hoofdstukken ineens spoorloos verdwijnt. Een groepje mens en
probeert het raadsel op te lossen, de roman wordt een spannende detective, maar
dan blijken ook de speurders zelfhun leven niet zeker.
Uiteindelijk blijken ze allemaal verbonden door een vloek die
als een zwaard van Damocles boven hun hoofd hangt, en die uiteraard alles te
maken heeft met de afwezige en tegelijkertijd dreigend aanwezige letter e.
In die vloek is eenvoudig een autobiografische verwijzing te
herkennen, want Perec verloor als Jood zijn ouders in de Tweede Wereldoorlog.
Het blinde lot dat een gebrandmerkt geslacht treft, de onuitsprekelijke leegte
die de verdwijning achterlaat, het zijn thema's waarvan zijn werk doortrokken
is, zozeer dat ze er de voornaamste sleutel toe vormen. Zowel in La
Disparition als in het vuistdikke meesterwerk La Vie mode d'emploi
staan de zelfopgelegde vormbeperkingen rechtstreeks in relatie tot het thema van
het boek.
Maar het is zoals met alle sleutels: als de deur open is,
moet je verder. Inderdaad dreigt er na een eerste mechanische lezing, die het
werk van Perec afdoet als inhoudsloos formalisme, een tweede die zeker zo
gevaarlijk is: het reduceren van het werk tot pure boodschap. De beste manier om
beide valkuilen te vermijden is waarschijnlijk om de roman gewoon te lezen als
roman, als opeenvolging van al dan niet spectaculaire gebeurtenissen. En in dat
opzicht komt de lezer van La Disparition goed aan zijn trekken, want de
roman is. een mirakel van romaneske verbeelding.
Maar hoe vertaalbaar is een boek zonder e? Dat hangt
uiteraard van de taal af. In talen die van zichzelf al geen e kennen is er geen
vuiltje aan de lucht, in talen die alleen de klinker e kennen wordt het lastig -
tenzij je in plaats van de e een andere letter weglaat, om een vergelijkbare
beperking te hebben als in het Frans. Hoe dan ook trekt de uitdaging vertalers
aan, vaak juist vertalers die nog nooit iets anders hebben vertaald. Alleen al
in het Engels, de taal met het laagste aantal vertalingen per hoofd van de
bevolking, bestaan niet minder dan vier versies van La Disparition.
Het Nederlands is ten opzichte van het Frans flink in het
nadeel, vooral omdat al onze lidwoorden een e bevatten (in het Frans blijven la,
un en l' bruikbaar). In de vertaling van Guido van de Wiel heeft dat geleid tot
bijna 10 duizend weglatingstekens ("t Is 'm 'n doom in 't oog' etc.), waardoor
de tekst direct gekunstelder overkomt dan het Franse origineel en nadrukkelijker
naar zijn eigen vormbeperking verwijst.
Maar juist die vormbeperking geeft de vertaler paradoxaal
genoeg veel ruimte, omdat iedereen hier meteen snapt dat woordelijk vertalen
niet mogelijk is. Als in het Frans een carillon zwaarder dan een doodsklok
(glas) wordt genoemd en de vertaling het op die plaats heeft over ''n carillon
dat zo klaar klinkt als glas', is dat dan een domme vertaalfout of een
intertalige knipoog?
De vraag is op grond van de tekst niet te beantwoorden en
lijkt er ook niet veel meer toe te doen: de vertaling heeft zich losgezongen van
het origineel, de vertaler zichzelf in de schijnwerpers gezet als virtuoos,
inclusief speciale website en biografietje achter in het boek (langer dan dat
van de schrijver);
Ook in Turkije verscheen niet zo lang geleden een vertaling.
De Turkse vertaler heeft het boek drie hoofdstukken langer gemaakt, omdat het
Turkse alfabet geen 26, maar 29 letters kent. 'Hier mengt de halfschrijver van
dit boek, C. Yardimci, zich noodgedwongen in het gesprek,' is de titel die hij
ze meegeeft, en hij gebruikt de extra hoofdstukken om zijn bescheiden visie op
de roman te geven. Zo kan het ook.
Naar Alfa's en bèta's, vorm, bronnen
, Sociologie lijst
, Sociologie overzicht
, of site home
.
|