Bronnen bij Multiculturalisme: campagne (schelden?)

9 dec.2008


De geschiedenis van de dominantie van de multiculturalisten in de media en bij opinievormend Nederland is in het kort beschreven door journalist en columnist (en socioloog) Hans Wansink, in het kader van een overzicht van de gebeurtenissen rond de film Fitna van Geert Wilders:


Uit: De Volkskrant, 08-12-2008, door Herman Obdeijn en Marlou Schrover, universitair hoofddocent migratiegeschiedenis te Leiden

Migranten komen niet om te parasiteren

Met zijn lofzang op de Polen doet Piet Emmer de Marokkaanse en Turkse immigranten te kort, zeggen Herman Obdeijn en Marlou Schrover
.

Tussentitel: Uit tal van onderzoeken blijkt dat hun kinderen grote sprongen maken

‘Ze werken hard en willen ons niet vermoorden’ was de kop boven een artikel van de hand van de Leidse hoogleraar Piet Emmer in (Forum, 27 november). Emmer maakt een vergelijking tussen de Marokkaanse en Turkse gastarbeiders, die in de tweede helft van de vorige eeuw naar Nederland werden gehaald, en de Poolse immigranten van nu. Met de kop wordt gesuggereerd dat de groepen waarmee de Polen worden vergeleken, lui zijn en tot moorden bereid. Dat is natuurlijk niet wat Emmer wil beweren, maar zijn betoog past wel bij de huidige sterke behoefte om, wanneer het gaat om Turkse en Marokkaanse migranten, steeds te spreken van falen en mislukken.
    In ons boek Komen en Gaan. Immigratie en emigratie in Nederland vanaf 1550 (Bert Bakker) geven wij een overzicht van wie er de afgelopen vier eeuwen naar Nederland kwamen of er juist vertrokken. Dat zijn, in tegenstelling tot wat Emmer beweert, geenszins louter succesverhalen. Met sommige migranten ging het onmiddellijk goed, anderen hadden tijd nodig. Maar stellen dat Turkse en Marokkaanse immigranten een uitzondering vormen, is pertinent onjuist.
    De voortdurende nadruk op het falen van de Turkse en Marokkaanse migranten is bedoeld om het beeld te schetsen dat zij anders zijn dan de migranten die hen ooit zijn voorgegaan. ...
    Emmer schreef zijn stuk omdat wij in ons boek de immigratie van Turkse en Marokkaanse gastarbeiders niet als mislukt beschouwen. Hij voert als argument aan dat een groot deel van deze immigranten werkloos thuis zit met een WAO of bijstandsuitkering.
    De Turkse en Marokkaanse gastarbeiders werden naar Nederland gehaald om ongeschoold werk te doen in bedrijfstakken die op het punt stonden ten onder te gaan: de mijnen, de textielindustrie en de scheepsbouw. ...
    Emmer stelt dat meer dan de helft van de voormalige gastarbeiders boven de 40 jaar een uitkering geniet. Maar hij zegt er niet bij dat de groep Marokkaanse en Turkse mannen boven de 40 in totaal slechts 44.000 personen telt, van wie dus 22.000 met een uitkering. Dit zijn mannen die in de kracht van hun leven naar Nederland zijn gekomen en hun beste jaren hebben gegeven aan het zwaarste en vuilste werk: aan opvoeding en opleiding kostten zij de Nederlandse samenleving geen cent. ...
    Volgens het CBS is de totale werkloosheid bij de eerste generatie Marokkanen en Turken tussen de 15 en 65 jaar respectievelijk 16 procent en 14 procent. Dit is weliswaar drie keer zo hoog als bij de autochtone bevolking, maar de vergelijking moet niet worden gemaakt met de gehele bevolking, maar met mensen die eenzelfde opleiding en arbeidsverleden hebben.
    Turken en Marokkanen doen het steeds beter in de Nederlandse samenleving. Het is nog niet eerder voorgekomen dat immigranten van de eerste generatie parlementsleden, staatssecretarissen en een burgemeester van Rotterdam leverden. Nederlanders van Marokkaanse afkomst maken furore als schrijver, cabaretier, modeontwerper en voetballer.
    De laatste tien jaar groeide het aantal Turkse ondernemingen van 4.000 naar 15.000 en het aantal Marokkaanse bedrijven van 1.800 naar 7.000. Uit tal van onderzoeken blijkt dat de kinderen van de gastarbeiders grote sprongen voorwaarts hebben gemaakt ten opzichte van hun ouders, vooral in vergelijking met kinderen van Nederlanders die ooit in de fabrieken de collega’s waren van de Turkse en Marokkaanse gastarbeiders.
    De geschiedenis laat zien dat migranten niet komen of gaan om van sociale regelingen te profiteren. Zij komen om voor zichzelf en vooral voor hun kinderen een beter bestaan te realiseren. Zij slagen daar vaak wonderwel in.
    Waarom dan toch die voortdurende nadruk op falen en mislukken? Het antwoord is zo oud als de migratie zelf: het apart zetten van een groep is een beproefde manier om de aandacht af te leiden van andere problemen waarvoor de oplossing minder gemakkelijk is te vinden. Het is een manier om een eenheid te creëren waar die op basis van enig ander punt niet (meer) te vinden is. Dat uit de geschiedenis blijkt dat op die manier problemen worden veroorzaakt, wordt genegeerd of vergeten.


IRP:
   Dit stuk bevat een lange lijst leugens.
-  Er is geen sterke behoefte om over falen van Turken en Marokkanen te spreken, maar de censuur erop is opgeheven.
-  Turken en Marokkanen vormen op diverse manieren een uitzondering ten opzichte van eerde migraties: er is nu Nederland en sociaal stelsel, ze hebben het hele jaar door een nauw contact met thuisland en thuiscultuur, ze gaan 10 procent van het jaar naar thuisland/cultuur, ze komen uit en sterk achtergebleven cultuur, en ze hebben een sterk verschillende religie.
-  Turken en Marokkanen zijn dus anders dan wat hen is voorgegaan.
-  Het aantal gastarbeiders dat naar Nederland is gehaald bedraagt 75 duizend. De klein miljoen overigen zijn kettingmigranten - vrijwillige immigranten die op eigen gelegenheid gekomen.
-  De Turken en Marokkanen hebben geen spetter meer gedaan dan normale Nederlanders, dus de terminologie 'hun beste jaren hebben gegeven aan het zwaarste en vuilste werk' geldt net zo goed voor het merendeel der Nederlanders - zoals blijkt uit het feit dat er nog eens 100 duizend en meer Polen nodig zijn
-  Het feit dat Turk en Marokkanen een onevenredig beroep doen op sociale voorzieningen valt alleen op hun conto te schrijven - zoals, weer, blijkt uit de aanwezigheid van 100 duizend Polen.
-  De geschiedenis kan niet laten zien dat migranten hier niet voor sociale voorzieningen komen, omdat er vroeger geen sociale voorzieningen waren. En nu wel, en het bestaan ervan was ook bekend bij de kettingmigranten. Waarvan een groot deel inderdaad voor die uitkeringen zijn gekomen.
-  Dat sommige immigranten erin slagen om voor hun kinderen een beter (is: gewoon Nederlands bestaan) bestaan op te bouwen is minder relevant dan het feit dat sommigen dat niet lukt, en die groep overlast en andere problemen veroorzaakt - zoals ook vele miljarden aan kosten.


Red.:   Onder een stuk van de vaste multiculti journalisten van de Volkskrant Janny Groen en Annieke Kranenberg, in het vervolg op het besluit om Geert Wilders te gaan vervolgen, mede door de inspanningen van advocaat Gerard Spong.
    Als het over moslims gaat, zijn deze in de stukken van de dames altijd integratiebereid, welwillend, gematigd, democratisch-gezind, en doodgewone Nederlanders. En hebben ze totaal geen last van emoties zoals angst of afkeer van het vreemde. Mensen die tegen de islam zijn, zijn daarentegen per definitie angstig. Ze hebben er een aantal opgezocht:


Uit: De Volkskrant, 21-02-2009, door Janny Groen en Annieke Kranenberg

Wilders heeft een angstige achterban

Wie zijn de potentiële Wilders-stemmers, die zich in deze tijden van crisis opwinden over de vrije meningsuiting en hun vertrouwen geven aan een politicus die door velen voor racist wordt uitgemaakt? Een zoektocht.

Als Arthur Spaan (61) alleen op straat loopt, durft hij ‘de buitenlanders’ wel aan te spreken op hun gedrag. Marokkaanse jochies die vanuit een flat vuurpijltjes op hem afschieten. Zigeuners die hun vuilnis op straat mieteren. En tegenwoordig ook Roemenen en Bulgaren die brutaal hun auto’s op het voetpad parkeren.   ...
    Hoewel Spaan nog geen overtuigd PVV-stemmer is, maakt hij zich grote zorgen over de oprukkende islam en de beknotting van de vrijheid van meningsuiting. Zozeer zelfs dat hij advocaat Gerard Spong een e-mailtje stuurde, nadat het gerechtshof in Amsterdam eind januari had beslist dat Wilders moet worden vervolgd wegens zijn anti-islamitische uitlatingen. Spong, openlijk homoseksueel, zette zich in voor die vervolging.   ...
    Tientallen anderen stuurden soortgelijke en nog heftiger e-mails aan Spong, die inmiddels wordt beveiligd. De strafpleiter ontving ook sarcastische ‘dankbetuigingen’, waarin werd voorspeld dat zijn inspanningen een averechts effect zouden hebben. En inderdaad, de PVV steeg fors in de peilingen na het besluit van het hof en groeide nog verder nadat Groot-Brittannië Wilders vorige week de toegang tot het land had ontzegd.
    Wie zijn die potentiële PVV-kiezers die zich in deze ongewisse tijd van massaontslagen en dalende welvaart opwinden over de vrije meningsuiting? Die hun vertrouwen geven aan een politicus die door velen voor racist wordt uitgemaakt?   ...
    Bij gebrek aan een PVV-ledenlijst, klopten we aan bij Spong, in de veronderstelling dat vooral Wilders-sympathisanten hem met woedende e-mails bestookten. De strafpleiter gaf ons inzage in de berichten, waardoor we rechtstreeks contact konden leggen met Wilders’ achterban.
    Sommige e-mails waren ronduit hatelijk en bedreigend. Zoals acht keer de zin Spong gaat dood!, getekend door ‘Moslimvarken’, met het e-mailadres sponggaatdood@yahoo.com. Een bedreiger stuurde Spong een anonieme brief waarin hij moslims Untermenschen noemt en Wilders onze grote Verlosser van het ‘Germaanse volk’. Deze reactie was het meest uitgesproken extreem-rechts.
    De vijftien personen die reageerden op ons verzoek – enkelen moesten eerst hun weerzin tegen de ‘linkse, politiek-correcte Volkskrant’ overwinnen – hadden Spong met naam en toenaam geschreven. Onder hen bewoners uit achterstandswijken, ondernemers, academici, voormalige PvdA- en VVD-stemmers, atheïsten en een nieuwe categorie PVV-kiezers: de vrijheid van meningsuitingadepten.
    Wat hen bindt, is de angst voor de islamisering, de roep om een harder optreden tegen criminelen van buitenlandse afkomst en een diepgeworteld wantrouwen jegens de gevestigde partijen. Door de groeiende invloed van de islam moeten Nederlandse burgers steeds meer vrijheden inleveren, zo klinkt het keer op keer.
    Vrijwel iedereen onderschrijft Wilders’ oproep om Marokkaanse criminelen terug te sturen naar hun moederland. Geen cent mag er meer worden besteed aan ‘dat tuig’ en ook niet aan multiculturele projecten. Allen vinden dat Wilders de Koran moet kunnen vergelijken met Mein Kampf, hoewel een Koran-verbod de meesten te ver gaat.
    Eensgezind ervaren ze dat Wilders en zijn achterban worden gestigmatiseerd. Dat was aanvankelijk de reden waarom Marijke Schouten uit Amsterdam niet wilde meewerken. ‘Het is gevaarlijk om je mening te geven, en daarom zijn er zo veel mensen in Nederland die er niet eerlijk voor uit komen dat zij op Wilders stemmen’, schrijft ze.   ...


Red.:   Onder de velen die Wilders voor racist uitmaken zijn ook de journalisten Groen en Kranenberg. Of ze het letterlijk hebben opgeschreven doet er niet toe - ze staan in hetzelfde kamp als de schelders, en de sfeer in hun stukken is de vruchtvare grond waarop de de schelders, mensen van Ed van Thijn en de rest van de multiculturele maffia, kunne gedijen - en waarop de schelders kunnen vertrouwen voor steun. En dit is dan ook bij alle geïnterviewde tegenstanders van de islam bekend.
    Toevalligerwijs tegelijkertijd met het stuk van de dames, staat er in alle kranten een bericht over een onderzoek waaruit blijkt dat steeds meer hoger opgeleiden op Geert Wilders willen gaan stemmen, voornamelijk na het besluit om hem te gaan vervolgen, en de weigering daarna om hem toe te laten tot Engeland. In de volgende bron geven de onderzoekers passend commentaar op het commentaar:


Uit: De Volkskrant, 28-02-2009, door Peter Kanne en Tim de Beer

De nieuwe PVV-aanhangers komen bij de VVD vandaan

De PVV-achterban wijkt steeds minder af van de doorsnee Nederlander. Dat veroorzaakt oude en voorspelbare reacties, schrijven Peter Kanne en Tim de Beer

‘Wilders in trek bij hoger opgeleide kiezer’ kopte de Volkskrant afgelopen zaterdag op basis van onderzoek van TNS NIPO. In het stuk werd beschreven dat het profiel van de PVV-aanhang steeds meer gaat lijken op dat van de gemiddelde Nederlander. ‘De Wilders-stemmer normaliseert’, citeerde de Volkskrant TNS NIPO.
    Misschien is de term ‘normaliseren’ achteraf niet zo gelukkig gekozen, omdat het kennelijk een normatieve lading heeft. We beogen niet uitspraken te doen over wat wel en wat niet ‘normaal’ gevonden zou moeten worden in het publieke debat. Wat we vanzelfsprekend wél bedoelen, is dat de PVV-achterban op tal van demografische kenmerken steeds minder afwijkt van doorsnee Nederland.
    Het is fascinerend om te zien hoe een dergelijke analyse tot dezelfde reflexen leidt als toen Pim Fortuyn aan de bel trok. Kennelijk kan over dit thema niet met enige afstand en zonder emotie worden gesproken. Van Jan Blokker in nrc.next (‘Nog even, en het zijn net mensen’) tot Malou van Hintum op de vk.nl/opinie (‘Hun opvattingen blijven abject, daar verandert hun sociaal-economische status niets aan’) valt men over de term ‘normaliseren’.
    Wat we als politieke onderzoekers doen, is het monitoren van (voorgenomen) stemgedrag en een duiding proberen te vinden voor het wie, hoe en waarom daarachter, zonder er een waardeoordeel aan te verbinden.   ...
    Op dit moment stemt 5 tot 15 procent van de kiezers op de PVV, maar uit veel van onze onderzoeken blijkt dat zo’n 40 procent van de Nederlanders hem bij veel kwesties steunt, gedoogt, of zich door de PVV gehoord voelt Deze mensen gaan echt niet allemaal op de PVV stemmen, maar het is wel zoals Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, deze week in de Volkskrant stelde: de PVV verwoordt wat velen denken.
    In die zin lijkt Wilders in de voetsporen van Fortuyn te treden. Beiden zeiden wat velen dachten, en hun aanhangers laten zich niet ompraten door ze te vertellen dat ze ‘abnormale’ ideeën hebben. Voorspelbare uitlatingen over hoe ‘abject’ Wilders’ ideeën zijn, zullen de kloof tussen de ‘politiek correcten’ en de PVV-achterban alleen maar verdiepen.


Red.:   Ach ja, zoals de onderzoekers al schrijven: voorspelbaar. En wat ze niet schrijven: uitermate dom en kortzichtig. Omdat al het eerdere geschrijf en gestook Geert Wilders had gebracht tot negen zetels. En ze nu doorgaan om hem tot meer dan het duvvele te schrijven en stoken. Weerzinwekkend dom.
    Een archetypisch stuk uit de "geven en nemen"-campagne


Uit: De Volkskrant, 25-03-2009, column door Evelien Tonkens

Mijn integratie in Nieuw Nederland

Integratie moet van twee kanten komen. Het is voor beide partijen pijnlijk en lastig. Blije multiculturalisten suggereerden ooit dat integratie een groot gezellig feest is met veel smakelijke exotische hapjes. Net zo naïef is de nu dominante gedachte dat alleen nieuwkomers zich moeten aanpassen.
    Nu eenzijdige aanpassing zoveel gepredikt wordt, is het hoog tijd de noodzaak van tweezijdige aanpassing in herinnering te roepen. Maar, anders dan blije multiculturalisten, met de erkenning dat het pijnlijk en moeilijke is. Integratie gaat gepaard met verlies, zowel voor nieuwkomers als voor wie die er eerder waren. Er kan allerlei moois uit ontstaan, maar dat kan het verlies niet uitvlakken. Wat we nodig hebben zijn persoonlijke, alledaagse, onheroische verhalen over het moeizame tweezijdige proces van integratie. Bij wijze van voorbeeld volgt hier het mijne.
    De start was ronduit beroerd. We schrijven 1974. Ik was 13 jaar en liep elke woensdagavond om half 11 vanuit mijn muziekensemble in het centrum van Utrecht naar station CS. Het begon al op de Drift maar culmineerde in Hoog Catharijne. Dat was destijds nieuw en van cameratoezicht had helaas nog niemand gehoord. Op dat tijdstip was het volkomen verlaten. Niemand kon dus zien hoe ik elke week weer achtervolgd werd. Elke week een andere ‘gastarbeider’ die steevast likkebaardend ‘Psst’ riep en mij steeds dichter naderde. Aangerand ben ik daar nooit; dat gebeurde later en de daders waren altijd kaaskoppen. Maar het was toch geen warm welkom in de multiculturele samenleving. Het heeft mij jarenlang belemmerd om interesse op te brengen voor de nieuwe Nederlanders. Tijdens mijn studie golden ze als zielig en onderdrukt. Maar ik zag steeds weer die sissende mannen voor me, hoezo werden die onderdrukt?
    Ook andere incidenten waren weinig behulpzaam. Een Turkse huisbaas bijvoorbeeld die mijn geliefde de toegang tot het huis verbood omdat ik de vorige avond een andere jongen op visite had gehad. ‘Eén meisje: één jongen’, herhaalde hij, de voordeur blokkerend. De geliefde woonde 250 km verderop, waar moest hij dan slapen? Ik moest hemel en aarde bewegen, toen mocht het toch. Een hele zelfoverwinning van de huisbaas, maar zo zag ik dat toen niet. Ik vond hem slechts een botte seksist.   ...
    Mijn laatste mijlpaal betreft de hoofddoek. Ooit wond ik mij op over dat symbool van vrouwenonderdrukking, verkocht als eigen vrije keuze. Nu vind ik het nog steeds geen toonbeeld van vrijheid maar dat geldt nog minder voor push-up bh’s, siliconenborsten of decolletés. De hoofddoek vind ik sympathieker dan siliconenborsten, want hij verminkt het lichaam niet. Hij is gemakkelijker in de omgang dan het decolleté want hij is gemakkelijker te negeren. Daarbij heb ik er genoeg van dat het vrouwelijk lichaam niet gewoon mag bestaan maar altijd weer symbool is en daarmee ieders bezit behalve dat van vrouwen zelf. Daar wil ik niet aan bijdragen.  ...


Red.:   Zo, nu weten we ook meteen weer wat er gegeven en genomen wordt: autochtonen geven miljarden (even vergeten door Tonkens), en allochtonen geven overlast en reli-fascistische symbolen.
    De website versie had nog een paar extraatjes, in andere titels en een illustratie:

  Integratie moet van twee kanten komen reacties

Het is hoog tijd dat we ons herinneren dat tweezijdige aanpassing ook bestaat
.

De downloadtitel van de foto was deedee2_39308_300_01.jpg, waaruit, tezamen met de gelijkenis, valt af te leiden dat de rechter persoon de journaliste Deedee Derksen is, die correspondente in Afghanistan is geweest, en daarvoor moslim-kledij moest passen. Waarmee we tevens en symbolische weergave hebben van Tonkens' visie op het tweezijdige integratieproces: de Nederlanders nemen moslim-gewoontes over, en de moslims houden hun moslim-gewoontes.

 

De Volkskrant, 25-03-2010, rubriek weekvladen door Jean-Pierre Geelen

Alles versplintert in het kleine platte bergstaatje

Een week nadat vrijwel alle weekbladen Job Cohen op de cover hadden, volgt HP/De Tijd. Het bijbehorende verhaal is weer in de briefvorm – HP heeft er de laatste tijd patent op – waarin de aangesprokene vermanend en in de jij-vorm wordt toegesproken vanuit de zolderkamer van de afzender. ‘De vraag luidt: hebben we in het huidige tijdgewricht, met de gure globalisering rammelend aan onze poorten, behoefte aan nóg een toedekker? Nóg een vredesstichter? Nóg een zalvende Messias wiens laatste boek – kan het algemener en nietszeggender? – Binden heet? Hierop is mijn antwoord driewerf nee.’

In Elsevier tapt columnist Leon de Winter uit hetzelfde vaatje. ‘Cohen is een atheïstische boel-bij-elkaarhouder die moslims aanspreekt op hun religieuze overtuiging – dat is mooi, maar op langere termijn werkt zoiets maatschappelijk ondermijnend en het wekt de suggestie dat hij een machtsopportunist is. Economische migranten spreek je aan op hun vermogen om aan de economie bij te dragen, niet op hun vermogen om hun god te dienen.’

De Groene Amsterdammer maakt zich in een special druk om het imago van Nederland. Reputatieschade door Wilders is onzin: ‘In werkelijkheid zijn we niet zo bijzonder. In Hongarije, Slowakije en Roemenië kunnen ouderwets fascistische partijen op veel stemmen rekenen, in Noord- en West-Europa heeft een nieuwe generatie van rechtse, islamofobe partijen het tij mee.’
    Wel heeft de Nederlandse politiek ‘steeds meer weg van die van een bergstaatje: conservatief, xenofoob, en met een hang naar kleinburgerlijkheid. Daar ligt het werkelijke gevaar.’
    In Revu voorspelt CDA-lid Frits Wester ‘een dramatische uitslag voor het CDA’ bij de komende verkiezingen. Een van de redenen: Balkenende ‘zit tegen zijn houdbaarheidsdatum aan’.

‘We gaan sowieso een politiek instabiele periode tegemoet. De hele boel gaat op de schop. Er is een enorme versplintering. Of dat goed is voor het land, betwijfel ik.’

HP/De Tijd is het enige blad dat nog terugblikt op het Milly-drama. Met de vraag of de doodstraf weer moet worden ingevoerd. HP levert zes argumenten voor en tegen. De lezer moet zijn eigen oordeel vormen, met argument voor en tegen die elk door HP weersproken worden.

In Vrij Nederland een lijvig verhaal over Jan-Dirk Paarlberg, de vermeende handlanger van Willem Holleeder die volgende week terecht staat. Die relatie is er volgens het blad ‘niet of nauwelijks’. Toch begint Paarlberg het proces met een forse achterstand: ‘Zijn vermeende handlanger Willem Holleeder is zowel in eerste aanleg als in hoger beroep veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf. Die veroordeling is vooral gebaseerd op de betalingen van Endstra aan Paarlberg. Daarmee hebben rechtbank en hof Paarlberg in die eerdere zaken impliciet al schuldig verklaard.’

 

De Volkskrant, 11-06-2010, tv-recensie door Jean-Pierre Geelen

Bal

Tussentitel: 'Helemaal klaar met pers en politiek'

Misschien kent u Salem Samhoud niet. Dat kan, hoewel hij zich de laatste weken met grote regelmaat ongevraagd in de huiskamer vertoont, vooral in het reclameblok voor Knevel & Van den Brink.

Salem Samhoud is een onopvallende man in lichtblauw overhemd tegen een grijze achtergrond. Tussen zijn ogen loopt een verticale groef. ‘Ik ben Salem Samhoud, een onbekende Nederlander’, zegt de onbekende man in de camera.

Salem zit er wat getergd bij. Weliswaar zegt hij: ‘Ik hou van Nederland, een land van plezier en prestatie. Een land om wereldkampioen te zijn. Een gewoon ongewoon land’. Maar, jammert Samhoud: ‘De pers en politiek maakt ons ongelukkig. Dat gevoel wil ik niet meer. Daar ben ik helemaal klaar mee.’

Daar heeft Salem Samhoud iets op bedacht: ‘Wij zijn aan de bal. De blauwe bal. De bal van verbinding. Samen kunnen wij een betere toekomst bouwen. Wij kunnen wereldkampioen zijn in het leven met elkaar. Stop met vechten, start de verbinding.’

Er start een zoet sentimenteel muziekje, een beetje in de sfeer van de Amerikaanse kerstkraker We are the World. Onderwijl zijn over de hele wereld Chinezen, Afrikanen, een jong tijgertje en anderen aan het spelen met een blauwe bal. Een jonge, blije vrouw zingt: ‘Start believing in a fair world, brighter future!’.

Het filmpje duurt op internet vier minuten, maar ook in STER-tijd mag deze boodschap kennelijk wat kosten. Salem betaalt.

Tot slot zegt een vrouwenstem: ‘Inspireer en verbind je met elkaar. Bestel gratis de blauwe bal van verbinding’, met verwijzing naar de website Samhoud.nl.

Naar verluidt zijn al tienduizenden blauwe ballen besteld. Nederlanders geloven graag in een betere wereld, vooral als die gratis is.

Salem heeft iets verlichts, iets zalvends, zoals je dat kent van de vaste christengasten van Knevel & Van den Brink. Ze hebben iets vreselijks meegemaakt, maar gelukkig kennen zij De Weg. Salem doet misschien aan hogere yoga, of transcendente meditatie – dat mag je niet uitsluiten.

Ik zou er hoe dan ook erg voor zijn dat Salem Samhoud zijn verborgen drama vanavond nog mag komt opbiechten aan tafel bij Andries en Tijs.

Op de site blijkt Samhoud een organisatieadviesbureau ‘met het visionaire doel om doorbraken te realiseren door het inspireren en verbinden van mensen’. Het wemelt van ‘tools’, ‘kerncompetenties’ en ‘mensgerichte verandertrajecten’.

En dat allemaal dankzij die blauwe bal.

Intussen blijft de vraag: wat heeft de visionair hier precies bedoeld te zeggen met dit raadselachtige, megalomane reclamespotje? Ik zou het best willen vatten, maar op een of ander manier krijg ik maar geen verbinding met het hogere universum van Salem Samhoud, onbekende Nederlander.


De Volkskrant, 15-06-2010, column van Bert Wagendorp

Moeilijke situatie

Tussentitel: Nog een verschil: in1935 waren de mijnen nog open

Volgens informateur Uri Rosenthal heeft de koningin hem gevraagd als eerste de mogelijkheid van een kabinet met VVD en PVV te onderzoeken, waarbij zij verwees naar de ‘moeilijke situatie waarin ons land verkeert’.
    Rosenthal zei dat het sinds 1935 niet meer was gebeurd dat de koningin er, voor de vorming van een nieuw kabinet, op had gewezen dat het land in ‘een moeilijke situatie’ verkeerde.
    Gelukkig is Uri van het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement, dus hij weet beter dan wie ook dat er sprake is van een crisis. Ik vraag me zelfs af of, als er dan toch een VVD’er premier moet zijn, Rosenthal niet de leider is die we nodig hebben - het gevoel dat me vier jaar geleden ook al bekroop met zijn CDA-voorganger Herman Wijffels.
    Overigens waren er in 1935 geen Kamerverkiezingen; het tweede kabinet Colijn maakte in de zomer een doorstart naar Colijn III. Maar de werkloosheid bedroeg dat jaar dertig procent en in april waren er wel Statenverkiezingen geweest. Daarbij had de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) van Anton Mussert de grootste verkiezingszege uit haar bestaan geboekt: bijna acht procent van de stemmen.
    Ik weet niet of de toenmalige koningin Wilhelmina alleen de economische crisis en de werkloosheid in gedachten had, toen ze wees op de moeilijke situatie waarin het land verkeerde, of dat ze ook de recente politieke ontwikkelingen had meegenomen in haar sombere analyse.
    Overigens behaalde de NSB destijds in Limburg het hoogste percentage, twaalf procent.
    Je moet altijd erg oppassen met historische vergelijkingen. Voor je het weet ga je finaal de mist in en heb je de poppen aan het dansen.
    Zo was koningin Wilhelmina bijvoorbeeld een heel andere vrouw dan haar kleindochter. En wanneer we nu dertig procent werkloosheid zouden hebben, had Hare Majesteit de informateur vast en zeker in nog veel krachtiger bewoordingen op de moeilijke situatie gewezen. Nog een verschil: in Limburg waren destijds de mijnen nog open en de PVV haalde er 26,9 procent van de stemmen.
    Sorrysorrysorry, de PVV is geen NSB. De Rotterdamse emeritus-hoogleraar sociologie Anton Zijderveld waagde het vorig jaar een vergelijking te trekken tussen PVV en NSB, volgens hem beide ondemocratische en populistische partijen. Dat werd hem niet in dank afgenomen.
    De vergelijking zou nu natuurlijk helemáál schandalig zijn geweest, omdat Hero Brinkman inmiddels met zijn kruistocht voor een democratischer PVV is begonnen. Die heeft hij nu, ‘omdat het landsbelang voorgaat’ even op een laag pitje gezet. Maar als er straks een kabinet met de PVV is, met een meerderheid van één zetel, staat Hero een stuk sterker om democratie af te dwingen in de eenmanszaak van Wilders. Hero kennende zal hij die kans niet laten lopen.
    Afgelopen weekeinde stond er in Trouw een interview met Zijderveld, waarin het woord NSB gelukkig niet meer viel. De voormalige CDA’er noemde de PVV gewoon een partij van ‘in de kern onfrisse politiek’. Oké, dat kan ermee door.
    Hoe dan ook, zou de huidige koningin bij haar woorden over de moeilijke situatie alleen de economische problemen hebben bedoeld? Of toch ook de electorale schok? Ik wil niks suggereren, maar Wilders is geen vriend van het koningshuis en van de koningin hoor je wel eens fluisteren dat ze er ietwat linksige sympathieën op na houdt.
    En wat zou de eminente Uri Rosenthal eigenlijk hebben bedoeld, met zijn verwijzing naar 1935?


Naar Multiculturalisme , Allochtonen overzicht  , Sociologie lijst  , Sociologie overzicht  , of site home .