De Volkskrant, 12-02-2007, door Bart Dirks  23 feb.2007

Weg naar de club lang en duur

Tussentitel: ‘Het is hier de gewoonte om een stropdas te dragen’

De wereld van de Belgische elite en haar sociëteiten is lang voor me gesloten gebleven. Clubs zijn er te kust en te keur: adellijke verenigingen zoals de Cercle Royal du Parc en de Ridderordes, militaire onderonsjes zoals de Prins Albertclub, ideeënbolwerken zoals de Orangistische Orde van den Prince en zakennetwerken als de Club van Lotharingen.
    Belgen kennen groot belang toe aan clubs. ‘Die en die is van de loge’, wordt er over een minister gefluisterd en dan moet je als buitenlander maar gissen welke dubbele agenda deze vrijmetselaar heeft. Menig Belg tast daar zelf ook over in het duister, want toen journalist Jan Puype in De Elite van België op 552 pagina’s liefst 62 exclusieve clubs beschreef, stond zijn boek in 2004 en 2005 maanden in de toptien.
    Onlangs werd een tipje van de sluier opgelicht. De Warande, volgens Puype behoorlijk hoog in de hiërarchie, nodigde me uit voor een diner. De sociëteit ligt aan het Brusselse Warandepark waar ook het federale parlement, het koninklijk paleis en de premier op uitkijken. Wie bij de voordeur wil komen, moet zich melden bij een controlepost van de marechaussee. Die staat er voor de buurman, de Amerikaanse ambassadeur, maar het verhoogt onbedoeld wel het cachet.
    Nieuwe leden moeten – na te zijn goedgekeurd door een geheime ballotagecommissie – diep in de buidel tasten. Na een instapbedrag van 800 euro volgt een lidmaatschap van drie jaar voor 2200 euro; exclusief maaltijden en activiteiten. Ik betwijfel of ik dat royale bedrag zou kunnen declareren; temeer daar hetgeen onder de kroonluchters wordt besproken sub rosa moet blijven.
    De Warande wil ‘de Vlaamse presentie’ in het overwegend Franstalige Brussel versterken. (Veel Vlamingen klagen trouwens wel steen en been over de verfransing van Brussel, maar de snelste remedie, er zelf komen wonen, gaat hen veel te ver. Maar dit terzijde.) Het Vlaamse bolwerk is de tegenhanger van de Franstalige Cercle Gaulois, anno 1847. Eind 2005 veroorzaakte een aantal clubleden, behorend tot de ‘Denkgroep In de Warande’, commotie met hun Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa.
    De Warande is nog relatief jong (anno 1988), maar compenseert dat gebrek aan historie met zijn stek, een neoklassiek gebouw uit 1870. Overdadig houtsnijwerk met taferelen met Jeanne d’Arc, marmeren vloeren, eikenhouten lambrisering en wat al niet.
    Het is maandagavond; in de salons op de begane grond speelt men bridge. Via een trap van Carrara-marmer bereik ik de borrelzaal. De Warande telt onder zijn leden alle Vlaamse ministers, veel captains of industry, ondernemers, politici, oud-premiers, baronnen en graven, maar ik herken niemand. Afgaande op de gastenlijst zijn de meeste aanwezigen vanavond ondernemers.
    Leden, zo wordt uitgelegd bij de champagne, dienen aan twee criteria te voldoen: ze moeten Nederlands spreken en hetgeen ze als persoon toevoegen aan de club moet groter zijn dan wat ze uit de club halen. Dat klinkt vaag, maar volgens de gastheer van de avond heeft dat tweede criterium niets met de contributie te maken.
    Na het diner, in de bar die vroeger een luxueuze slaapkamer was, volgt in een geanimeerd gesprek een kleine terechtwijzing.
    ‘Het is hier gewoonte om een stropdas te dragen’, zegt een van de leden me vriendelijk.
    Het was me niet ontgaan. Gelukkig neemt een ander Warandelid het voor me op. ‘We hebben meneer Dirks niet uitgenodigd om zijn mooie das, maar voor wie hij is’, repliceert hij vriendelijk doch beslist.
    De dure beginnersfout is me vergeven, denk ik nippend aan mijn glas. Toch eens met de hoofdredacteur overleggen hoe onoverkomelijk de contributie is.


Terug Naar Houding top V , Sociologie lijst , Sociologie overzicht  , of naar site
home .
 

[an error occurred while processing this directive]