Alfa-denken, tegen de publieke zaak: de vakbonden 27 okt.2008

Er zijn diverse afgeleiden van het anti-publieke-zaak denken binnen de wereld van de alfa-intellectuelen. Eén daarvan is de anti-vakbonden houding. Nu is een vakbond niet iets dat direct onder publieke zaak valt, maar de twee zaken hebben wel wat gemeen. Dat wat ze gemeen hebben is "grootschalige menselijke organisatie"- de staat organiseert de belangen van alle inwoners van het land als geheel, en een vakbond organiseert de belangen van de werknemers binnen een bepaald beroep of beroepen.
    Voor daar conclusies uit getrokken worden, moet er eerst aangetoond worden dat die anti-vakbonds houding bij alfa's inderdaad bestaat. Wat betreft het rechtse deel van het maatschappelijke spectrum behoeft dat geen bewijs - noem het woord vakbond in die kringen, en je krijgt kots over je schoenen.
    Wat betreft het linkse deel van het spectrum is dat bewijs wel nodig. Als representant van het de linkse alfa's is natuurlijk weer de Volkskrant gekozen.  Een grondige aanpak zou een langere termijn bestrijken, maar hier zijn de gegevens uit 2008, waarin twee kwesties speelde: politie en onderwijs. Het gaat naast de feiten, vooral ook om de toon van de berichten. Denk weer aan die kots:


De Volkskrant, 15-02-2008, van verslaggevers Jasper Karman en Elsbeth Stoker

Politie-cao | Agenten vinden ruim 10 procent meer loon onvoldoende

Negatieve reacties op loonbod Ter Horst

Toekomst conceptcao onzeker | Honderden boze reacties op internetfora.

Politieagenten reageren boos en teleurgesteld op het eindbod dat minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken) woensdag heeft bekendgemaakt. De afdeling Gelderland-Zuid van politiebond NPB heeft het bod al naar de prullenbak verwezen.
    In de nacht van dinsdag op woensdag werd bekend dat de vier politiebonden na twee dagen intensief onderhandelen een principeakkoord hadden gesloten met bemiddelaar Doekle Terpstra.
    Volgens de concept-cao, die een looptijd heeft van drie jaar, krijgen de agenten ruim 10 procent loonsverhoging. Dat komt onder meer neer op een loonsverhoging van 3,5 procent vanaf februari 2008. Volgend jaar krijgen de agenten er nog eens 3,3 procent salaris bij. De loonsverhoging voor 2010 zal uitkomen rond de 3,25 procent. De precieze hoogte is afhankelijk van een nieuw loongebouw dat wordt ontwikkeld. Terpstra typeerde het akkoord als ‘het best denkbare’ compromis.
    De vakbonden reageerden woensdag met gemende gevoelens op het eindresultaat. De ACP en ANPV vonden de term ‘principe-akkoord’ te voorbarig en zullen de looneis ‘neutraal’ aan hun leden voorleggen. Beide bonden eisen voor alle politiemedewerkers minstens 200 euro netto per maand, deze eis werd in de concept-cao niet ingewilligd.
    Het laatste woord is aan de leden. Het lijkt erop dat deze niet enthousiast zijn over het bereikte resultaat. Woensdag en donderdag lieten honderden agenten op diverse internetfora en vakbondssites weten dat ze teleurgesteld en boos zijn.
    Het is nog te vroeg om te oordelen of dit daadwerkelijk het einde betekent voor de ontwerp-cao, aldus Hans van Duijn, voorzitter van de vakbond NPB. ‘Iedereen mag vinden wat hij er van vindt en dat zeggen. Onze afdeling Gelderland-Zuid wijst het bod af, maar praat alleen nog namens zichzelf.’ De komende weken kunnen de vakbondsleden hun definitieve oordeel laten horen. Van Duijn: ‘Wij zullen onze leden volgende week informeren over de precieze inhoud van de cao. De week erop kunnen ze hun stem schriftelijk uitbrengen.’
    Minister Ter Horst heeft laten weten dat dit haar definitieve bod is. Ze hoopt eind februari een punt te zetten achter het twee maanden durende conflict met de politie.


Tussenstuk:
‘Waar zijn de ijzeren vakbondkerels ?’

Agent Dohmen: ‘Als de ACP woord houdt – 200 euro was de inzet – kan dit dus maar één ding betekenen: HARDE ACTIES.’

Agent Fokkens: ‘De Zuid-Gelderse afdeling van de NPB accepteert het cao-bod van minister Ter Horst niet. Ik roep de overige afdelingen van de NPB op dit voorbeeld te volgen.’

Agent Bayer: ‘Volgens Guusje is dit bod slikken of stikken. Dat laatste mag ze zelf doen.’

Agent Woldhuis: ‘Onze onderhandelaars hebben zich laten inpakken door een gladde tekkel als Terpstra. Waar zijn ze gebleven, die ijzeren vakbondkerels?’

Agent Veenstra: ‘Bonden, weg ermee.’

Agent Jozz: ‘Wie is er nu gek? De minister in ieder geval niet. Die lacht zich een rolberoerte en neemt nog een extra borreltje op de goede afloop. Proost, Guusje!’

Agent Yilmaz: ‘Minister Ter Horst en Doekle Terpstra, wij willen nu harde doekoes zien. Anders krijgen jullie harde acties.’

Agent De Vries: ‘Minister Ter Horst waarschuwt dat er een groot probleem ontstaat als de bonden het eindbod voor de nieuwe politie-cao afwijzen. Ik zou als minister helemaal niet beginnen met dreigen. Als er één bang zou moeten zijn dan is zij het wel. Roep onze jongens maar vast terug uit Afghanistan want ik denk dat we nu hiér oorlog krijgen.'

Bron: website NPB en ACP
 

 

IRP:  ruim 10 procent is een ruime leugen: dit is over drie jaar!

 

De Volkskrant, 16-02-2008, hoofdredactioneel commentaar

Serieus bod aan politie verdient geen afwijzing

‘Roep onze jongens maar vast terug uit Afghanistan, want ik denk dat we nu hier oorlog krijgen.’ Die krijgshaftige taal is afkomstig van ‘agent De Vries’, die op de website van een van de politiebonden zijn frustratie laat blijken over het eindbod van minister Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken) aan hem en nog circa 52 duizend politiemensen. Ook andere agenten voelen zich afgescheept; een enkele afdeling van de politievakbond NPB heeft het bod zelfs al verworpen.
    Toch is het nachtelijke akkoord dat bemiddelaar Doekle Terpstra met de bonden wist te bereiken voor de agenten een vooruitgang ten opzichte van het eerdere bod van de PvdA-minister. In drie jaar tijd krijgt de gemiddelde agent er 10 procent bij, waarvan 6,8 procent in de komende twee jaar. Dat is meer dan de 5,75 procent over twee jaar die Ter Horst in eerste instantie bood.
    Voor straatagenten komen daar nog twee flinke toeslagen bij – 1200 euro bruto dit jaar en 600 euro volgend jaar. In vergelijking met de loonontwikkeling van andere ambtenaren kunnen agenten zeker tevreden zijn. Ter Horst heeft het van haar verlangde gebaar gemaakt.
    Dat frustratie en boosheid niettemin onder de agenten doorgisten, houdt verband met een aantal omstandigheden. De politie voelt zich structureel onderbetaald ten opzichte van het bedrijfsleven. Bovendien ervaren zij een verhoogde werkdruk: als gevolg van een publieke opinie die veiligheid tot hoogste norm heeft verheven en als gevolg van toegenomen mondigheid, die zich nogal eens in gebrek aan respect vertaalt. De druk neemt toe, de beloning niet navenant.
    Op de ergernis daarover speelden twee politiebonden, de ACP en de ANPV, in door een eis van extra 200 euro netto per maand op tafel te leggen. Een nogal buiten de werkelijkheid staand voorstel, gegeven het feit dat ervaren agenten, inclusief toeslagen, zo’n 1700 euro netto per maand verdienen. Inwilliging zou op een loonsverhoging van circa 12 procent neerkomen.
    Dat is onrealistisch, want cao-onderhandelingen zijn in Nederland nu eenmaal een kwestie van een procentje meer of minder. De politiebonden zouden dat nu duidelijk moeten maken aan hun achterban, die het voorstel in de komende weken ter goedkeuring krijgt voorgelegd. Weliswaar is er formeel sprake van een ‘eindbod’ van de minister, maar er is wel degelijk sprake van een gezamenlijk bereikt onderhandelingsresultaat. De bonden zouden dat ook moeten willen verdedigen. Dat de kleine ANVP en de ledenraad van de grote ACP het resultaat vrijdag hebben afgewezen, is dan ook een slecht voorteken voor het vervolg.
    Na twee maanden actievoeren krijgt zeker de straatagent een duidelijke verbetering van zijn arbeidsvoorwaarden ter goedkeuring voorgelegd. Hem moet duidelijk worden gemaakt dat een afwijzing nergens toe leidt. Dat nieuwe acties tot een hoger bod leiden, is uiterst onwaarschijnlijk. Het verlies van de sympathie van het publiek lijkt in dat scenario onvermijdelijk.
    Aan de grote politiebond NPB en de kleinere VMHP nu de taak zich moedig te tonen door hun nek voor dit akkoord uit te steken.

 


de Volkskrant, Economie, 20 februari 2008 (pagina 07)
ANP

Korpsbeheerders achter eindbod van minister Ter Horst

Burgemeesters willen dat agenten het loonbod van Ter Horst accepteren | Bonden verontwaardigd.

De burgemeesters hebben agenten opgeroepen het loonbod van minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken) te accepteren. Burgemeester Cohen van Amsterdam zei dinsdag dat het bod een loonsverhoging van ruim 10 procent over drie jaar behelst. Het eindbod kan de vergelijking met recente cao’s ‘glansrijk’ doorstaan, aldus Cohen.
    Om haar bod kracht bij te zetten, stuurde Ter Horst alle politiemensen maandag een brief waarin ze een toelichting geeft. Volgens haar is de kritiek dat haar laatste loonbod niet veel beter zou zijn dan het openingsbod van begin december, onterecht. Haar eerste bod zou circa 200 miljoen euro kosten, het bod dat ze vorige week woensdag deed, kost 80 miljoen euro extra.
    De bonden hebben de minister toegezegd het bod neutraal voor te leggen aan de leden. Inmiddels hebben de leden van de ANPV laten weten niet akkoord te gaan. Ook vinden diverse afdelingen van de ACP het loonbod te laag. Maandag maakt de ACP de resultaten van de ledenraadpleging bekend. Tijdens een vergadering van de vakbond VMHP is dinsdagavond besloten enkele wijzigingen in het bod voor te leggen.


IRP:   Journalist Argus schaart zich achter burgemeester Dickerdack

 

de Volkskrant, Economie, 26 februari 2008 (pagina 07)
Yvonne Doorduyn

Met een radicale vakbond is het lastig zaken doen

Het poldermodel leek met het aantreden van het nieuwe kabinet weer in ere hersteld. Maar compromissen liggen slecht bij kiezer en achterban.

Het was uit de wereld, vergeven, vergeten: de massale demonstraties op het Museumplein, polderkopstukken die weigerden elkaar de hand te schudden, het chagrijn van jaren ‘sloopwerk’ in de sociale zekerheid. Getergde verhoudingen, besmet verleden en een gebrek aan chemie maakten bij het aantreden van het nieuwe kabinet plaats voor optimisme. De kiezer had het CDA gedwongen tot een coalitie met de Partij van de Arbeid; ‘samen’ gingen ze investeren, binden en bouwen. Anders dan met de VVD in de regering leek de ontvankelijkheid voor wensen uit de polder bij dit centrum-linkse kabinet gegarandeerd. De bonden hesen de vlag in top.
    Waar is het misgegaan dat FNV-voorzitter Agnes Jongerius het kabinet, en vooral de PvdA, een jaar later in de Volkskrant van onbetrouwbaarheid beschuldigt? Aan de ontslagrechtaffaire kan het niet liggen. De verhoudingen zijn erdoor bekoeld, dat wel. CDA-minister Donner (Sociale Zaken) dacht PvdA en ChristenUnie mee te krijgen in een versoepeling van de ontslagprocedures, terwijl de vakbeweging mordicus tegen was. Maar die strijd hebben de bonden glansrijk gewonnen – met dank aan diezelfde Wouter Bos, de PvdA-leider die Jongerius in het Volkskrant-interview op zijn donder geeft.
    Heel even doemt het beeld op van een verwend kind dat herrie schopt omdat het niet is uitgenodigd op een feestje van VNO-NCW, noch op het jaarlijks terugkerende voorjaarsfeestje met het kabinet. Onterecht. Jongerius geeft uiting aan een diepgewortelde frustratie, en legt een fundamentele verandering in de verhoudingen bloot.
    Sinds het politieke midden (PvdA, CDA, VVD) leegstroomt en de kiezer naar de flanken vlucht (SP, Trots op Nederland, PVV), is de compromisbereidheid zowel in de polder als in de politiek tot een minimum gedaald. De Partij van de Arbeid houdt de blik in de onderhandelingen met het CDA angstvallig naar links gericht – bang als ze is dat de SP er bij een eventuele handreiking naar het CDA met de buit vandoor gaat.
    Maar ook Jongerius’ eigen FNV kan anno 2008 geen duimbreed aan werkgevers toegeven, of de grootste vakbond FNV Bondgenoten begint te steigeren. Niet de PvdA, maar de SP – bij elke staking trouw paraat met vlaggen en warme soep – is de nieuwe natuurlijke bondgenoot.
    Dat maakt standpunten radicaler, en brengt compromissen die de vakcentrale onder leiding van Jongerius in Den Haag moet bevechten, buiten handbereik. Voeg daarbij het afkalvende ledental en het gevoel bij leden dat ze met de ‘afbraak’ van WAO, WW, vut en prepensioen de afgelopen jaren al genoeg hebben ingeleverd, en de hakken in het zand worden voor iedereen begrijpelijk.
    Minister Donner reageerde maandag verbaasd op de verwijten die de FNV-voorzitter het kabinet maakt. Anders dan Jongerius betoogt, zijn de kansen op een Voorjaarsoverleg met de sociale partners nog niet verkeken. ‘De minister is alleen op zoek naar een inhoudsvolle agenda’, verklaart zijn woordvoerder. Over het afbouwen van extra verlofdagen voor oudere werknemers bijvoorbeeld, wil de minister wel afspraken maken. Laat dat nou net níet de agenda zijn van Agnes Jongerius.
    Polder en politiek lijken elkaars taal niet meer te spreken. En dat op een moment dat de 'vrienden' van het middenveld het land regeren.
 

De Volkskrant, 10-03-2008, hoofdredactioneel commentaar

Politiebonden dreigen hun hand te overspelen

Bijna drie maanden nadat door toedoen van stakende politieagenten twee belangrijke voetbalwedstrijden niet konden doorgaan, was de eredivisie dit weekeinde opnieuw het doelwit van morrende agenten. De steun voor de stakers is in die periode gestaag afgenomen.
    Bijna iedereen in Nederland was voor Kerst van mening dat de politieagenten een forse loonverhoging verdienden. Terwijl een steeds zwaarder beroep op de politie wordt gedaan, is de salariëring achtergebleven bij de inkomensstijging in het bedrijfsleven. Zelfs voetbalfans accepteerden toen de staking. Alleen Henk Kessler, directeur betaald voetbal van de KNVB, vergaloppeerde zich en noemde de stakende agenten verwende kereltjes.
    Inmiddels ligt er een mooi bod op tafel. Vooral agenten op straat kunnen twee forse uitkeringen tegemoet zien. De onmin bij de voetbalfans is daardoor ook toegenomen. AZ-trainer Louis van Gaal, die confronteerd werd met de afgelasting van de wedstrijd tegen Feyenoord, vond met zijn kritiek een betere toon dan Kessler. Hij stelde dat agenten gebruik mogen maken van hun stakingsrecht. Alleen hadden de bonden beloofd het voetbal bij nieuwe acties met rust te laten. Dat de politie na het mislukken van het laatste overleg met minister Ter Horst toch weer de voetbalcompetitie als doelwit van hun acties kozen, noemde hij daarom onverantwoordelijk.
    De bonden lijken de controle over de situatie te verliezen. Lange tijd wisten de vier bonden geen centrale looneis op tafel te leggen. De ene bond wilde 200 euro netto voor iedereen, de ander rekende in procenten en de derde hamerde op ziektekosten. Doordat een gesloten front ontbrak, maakten de bonden zich kwetsbaar. Vrijdag kwamen de politiebonden alsnog met een gezamenlijk voorstel, maar dat werd door minister Ter Horst terecht als een optelsom van eerdere eisen beschouwd. Het ziet er naar uit dat de sympathie voor de politieacties verder zal afnemen. Het voorstel om vanaf dinsdag de doorstroming van het verkeer te hinderen, zal daarbij niet helpen.
    De Nederlandse Politie Bond (NPB) zou bij het oplossen van het conflict normaal gesproken een voortrekkersrol kunnen vervullen. Als grootste bond, ingebed in de vakcentrale FNV, staat de NPB bekend als de meest gematigde van de vier vakorganisaties. Hans van Duijn, de ervaren voorzitter van de NPB, was ook de enige vakbondsbestuurder die het principeakkoord met bemiddelaar Doekle Terpstra redelijk positief beoordeelde. Door de felheid van de andere bonden en zijn eigen achterban, is ook de NPB opnieuw naar de onderhandelingstafel gestuurd. Het lijkt daarom niet waarschijnlijk dat Van Duijn nog veel krediet heeft om de komende tijd het voortouw te nemen.
    De kleinere, maar agressievere bond ANPV komt daarmee in een cruciale positie. Deze politiebond zal zijn achterban langzaam moeten voorbereiden op een akkoord. Want er zal ongetwijfeld een nieuwe bemiddelaar worden aangesteld. De bonden kunnen het zich niet veroorloven zo’n bemiddeling opnieuw te torpederen. De kleine extra geste die de bonden bij zo’n bemiddeling ongetwijfeld nog binnenhalen, zullen ze met beide handen moeten aangrijpen.
 

De Volkskrant, 26-03-2008, hoofdredactioneel commentaar

Plasterk heeft leraar wel degelijk iets te bieden

Eerst was er de commissie-Rinnooy Kan, die een structurele verhoging van de lerarensalarissen nodig vond om het beroep aantrekkelijk genoeg te maken voor een broodnodige nieuwe generatie docenten. Vervolgens was er de commissie-Dijsselbloem die de zeggenschap over het onderwijs aan de leraren wil teruggeven.
    De politiek lijkt over te lopen van begrip voor de benarde positie waarin de docenten terecht zijn gekomen. De bijval voor zowel Rinnooy Kan als voor Dijsselbloem was Kamerbreed. Toch zijn voor vandaag stakingen op scholen in Den Haag en omgeving aangekondigd. De vakbonden overleggen later deze week of ze doorgaan met onderhandelen of de voorkeur geven aan acties.
    Kennelijk zijn minister Plasterk en zijn staatssecretarissen er nog niet in geslaagd met het Actieplan Leerkracht het vertrouwen van de docenten terug te winnen. Plasterk is deze week een mediaoffensief begonnen. In de eerste plaats om duidelijk te maken dat de extra middelen voor de leraren, oplopend tot 1,1 miljard per jaar, voor het grootste deel niet uit de Onderwijsbegroting komen en in de tweede plaats om de vakbonden op het hart te drukken dat over alles valt te praten.
    Wat betreft de manier waarop hij de verbetering van de beloning van leraren wil financieren, rekent Plasterk voor dat hij 400 miljoen extra per jaar heeft losgepeuterd. Een tweede 400 miljoen komt uit de pot Incidentele Loon Ontwikkeling. Voor de volledigheid moet er op worden gewezen dat deze pot nu weliswaar bij Financiën is geparkeerd, maar de afgelopen jaren werd gevuld met meevallers bij de onderwijsuitgaven. Er waren namelijk meer goedkope jongere leraren en minder dure oudere leraren dan begroot.
    De overblijvende 300 miljoen wordt gevonden op de Onderwijsbegroting, met name door een geleidelijke verhoging van de collegegelden. Uit de zogenoemde Bapo-regeling voor oudere docenten is 100 miljoen afkomstig.
    Hoe dit ook zij, de leraren kunnen een forse, structurele verbetering van hun arbeidsvoorwaarden tegemoet zien. Dat het een sigaar uit eigen doos zou zijn, is maar voor een klein deel waar. Het is verstandig dat Plasterk ernaar streeft oudere docenten zo lang mogelijk aan het werk te houden. Aan de andere kant is het minder verstandig dat de minister wil afwijken van het advies van Rinnooy Kan om docenten een loonsverhoging te geven wanneer zij een mastertitel behalen. Initiatieven om meer academici in het onderwijs te krijgen en te houden moeten worden gesteund. Docenten die in de vrije uren de collegebanken opzoeken om hun vakbekwaamheid te versterken, moeten daartoe financieel worden aangemoedigd.
    Het wantrouwen van de leraren in de politiek zit diep. De aantrekkingskracht van het beroep laat nog steeds veel te wensen over. De bewindslieden van Onderwijs zullen alle zeilen moeten bijzetten om het vertrouwen van de docenten terug te winnen. Een akkoord over het Actieplan Leerkracht vormt daartoe een belangrijke stap die in de scholen voor de nodige rust kan zorgen.
 

De Volkskrant, 30-04-2008, hoofdredactioneel commentaar

Tekort aan leraren was al lang geleden te voorzien

Het lerarentekort in het voortgezet onderwijs leidt tot taferelen die associaties oproepen met het bedrijfsleven. Docenten in vakken waarbij schaarste heerst (wiskunde, natuurkunde, economie), laten zich door wervende scholen verleiden met extra periodieken en zelfs lease-auto’s.
    Dit is een ongewenste ontwikkeling. Natuurlijk staat het iedere leraar vrij zijn positie te verbeteren, maar het onderwijs dient in maar zeer beperkte mate een markt te zijn. De overheid heeft tot taak van stad tot platteland onderwijsvoorzieningen van voldoende niveau te bieden.

    Ongebreidelde concurrentie tussen scholen tast het niveau van de voorzieningen in kwetsbare gebieden aan. Met name scholen in de achterstandswijken van de grote steden of in regionale gebieden kunnen de dupe worden, en daarmee de leerlingen die deze scholen bezoeken. Als leraren daar wegtrekken omdat zij elders in ‘een auto van de zaak’ kunnen rijden, is dat de bijl aan de wortels van het onderwijsbestel. Het omgekeerde zou moeten gebeuren: leraren die werken op scholen waar veel problemen samenkomen, zouden beter betaald moeten worden.
    Het pijnlijke van het lerarentekort is, dat het al jaren geleden werd voorzien. De leeftijdsgroep die nu het onderwijs verlaat, is zwaar oververtegenwoordigd. Het gaat dus om een structureel probleem, waarvoor allerlei maatregelen hadden kunnen worden genomen.
    Arbeidstijdverkorting leek zo’n optie. Maar die brengt met name in het basisonderwijs grote roosterproblemen met zich mee. Het arbeidsvoorwaardenbeleid had gericht moeten worden op het aantrekkelijk maken van een langere werkweek. Hetzelfde geldt voor het op latere leeftijd blijven doorwerken. Het onderwijs leent zich in principe uitstekend voor experimenten met werken na de pensioengerechtigde leeftijd.
    Het belangrijkste is natuurlijk dat een carrière in het onderwijs aantrekkelijk moet zijn voor nieuwe generaties docenten. De lerarenopleidingen voldoen wat dit betreft onvoldoende. De kwaliteit van de opleidingen is onder de maat. Van degenen die de opleidingen afronden, kiest ongeveer de helft direct of na enkele jaren voor een baan buiten het onderwijs.
    Naast het opkrikken van de opleidingen is het van belang dat leraren een loopbaanperspectief wordt geboden. Er moeten mogelijkheden worden geschapen voor jongeren – ook al hebben ze nog niet de juiste papieren – om als assistent te ‘ruiken’ aan het vak van leerkracht. Via deeltijdopleidingen moeten beginnende, maar ook ervaren leraren de mogelijkheid hebben zich verder te bekwamen. Differentiatie in de functie – van assistent, via junior- tot seniordocent en lerarenopleider – met bijbehorende loonschalen, kan een eerste stap zijn voor een carrièreperspectief, zoals dat ook in het wetenschappelijk onderwijs gangbaar is.
    Minister Plasterk heeft aangekondigd de lerarensalarissen te verhogen. Dat is een zinnige maatregel. Maar het zal nog even duren voordat die gelden beschikbaar komen. Tot die tijd is het beter als scholen andere, creatievere oplossingen zoeken.
 


De Volkskrant, 29-10-2008, hoofdredactioneel commentaar

Conflict rechtvaardigt onderwijsstaking niet

De leraar heeft een belangrijk en moeilijk beroep. Politiek en samenleving raken daar ook steeds meer van doordrongen en het kabinet heeft extra geld uitgetrokken om het leraarsvak aantrekkelijker te maken. Daarom is het niet verstandig dat leraren deze week een estafettestaking voeren vanwege een kleine kwestie die voor ouders en leerlingen nauwelijks te volgen is.
    De staking is een gevolg van bestuurlijk onvermogen. In september sloten de onderwijsbonden en de werkgevers, verenigd in de VO-Raad, een akkoord waarin onder meer werd afgesproken het aantal uren voor de klas met 3 procent te verminderen. Vervolgens kregen de partijen echter ruzie over de vraag of deze afspraak ook voor parttimers gold. Het is onthutsend dat hierover onduidelijkheid kan ontstaan in een sector waar zoveel mensen in deeltijd werken. Van professionele onderhandelaars mag worden verwacht dat zij hierover heldere afspraken maken.
    Het meningsverschil ontaardde al snel in een ruzie, waar de rechter aan te pas moest komen. De werkgevers stelden dat zij geen geld hadden voor werkdrukvermindering van parttimers, de onderwijsbonden vonden dat alle docenten gelijk behandeld moesten worden: de werkdruk van parttimers moest naar rato worden verminderd. Volgens de rechter viel uit de tekst niet onomstotelijk op te maken welke partij gelijk had. Daardoor bleef het conflict bestaan.
   Verstandige bestuurders hadden het niet zo ver laten komen. De VO-Raad had bij de onderhandelingen meteen duidelijk moeten maken dat er geen geld voor parttimers zou zijn, zo heeft voorzitter Slagter inmiddels erkend. Anderzijds maken de bonden een erg groot nummer van een erg kleine kwestie. Zoals bijna altijd het geval is bij stakingen die buiten proportie lijken, speelt op de achtergrond een machtsconflictVolgens het oorspronkelijke akkoord zou een fulltime leraar jaarlijks geen 750 uren voor de klas staan, maar 728. Als deze reductie naar rato wordt doorberekend, zou een leraar met een halve aanstelling per jaar 11 uur minder les te hoeven geven. Daarbij moet uiteraard nog worden bedacht dat de werkdruk voor parttimers minder groot is, omdat zij meer tijd hebben om te recupereren.
    Zoals bijna altijd het geval is bij stakingen die buiten proportie lijken, speelt op de achtergrond een machtsconflict. De werkgevers willen een centraal akkoord voor alle scholen. Schoolleiders kunnen de uitvoering daarvan bespreken met de medezeggenschapsraad, waardoor de bonden buitenspel komen te staan. De bonden willen juist met elke school kunnen onderhandelen over de werkdruk.
    Welk model er ook uit rolt, de werkdruk kan het beste worden verminderd door goede afspraken tussen leraren en schoolleiding. Uit onderzoek, onder meer van de commissie-Rinnooy Kan, blijkt immers dat het aantal gewerkte uren van leraren zeker niet excessief is. Maar veel leraren hebben het gevoel dat zij in een keurslijf van het schoolmanagement zitten. Versterking van de autonomie van de professional is belangrijker en effectiever dan jaarlijks een paar uur minder les geven.


IRP:   Waar ligt de sympathie wel:


de Volkskrant, Economie, 26 februari 2008 (pagina 09)
Van onze correspondent Sander van Walsum

Informant van Duitse inlichtingendienst blijkt anken eerder te hebben gechanteerd

‘Bankverrader’ is rijk en eenzaam

Informant Duitsers blijkt man met discutabel verleden | Lichtensteiners speculeren druk over verblijfplaats van de 42-jarige Heinrich Kieber.

In Liechtenstein wisten ze, aldus een verslaggever van het dagblad Vaterland, allang wie de beleggingsgeheimen van 1400 vermogende Duitsers voor 4,2 miljoen euro aan de Duitse inlichtendienst BND heeft verkocht. ‘In een kleine gemeenschap als de onze is dat een kwestie van plussen en minnen’, zegt hij. ‘Je vraagt aan je vrienden bij de bank welke werknemer er opeens niet meer was, en wie zich verdacht gedroeg. De dader had vorige week al een naam.’
    Diens vroegere werkgever, de in opspraak geraakte LGT-bank, heeft pas zondag willen bevestigen dat het om de 42-jarige Heinrich Kieber gaat. Over de huidige verblijfplaats van de man die in Liechtenstein als ‘verrader’ wordt aangemerkt, wordt druk gespeculeerd.
    Volgens de ene bron bevindt hij zich in Australië. Volgens andere bronnen is hij alweer ontgoocheld uit het land van zijn dromen teruggekeerd. Zijn moeder Maria, die in het Zwitserse Bellach woont, zegt de laatste jaren ‘nog slechts sporadisch contact’ met hem te hebben gehad. Heinrich Kieber ‘is steenrijk en verschrikkelijk eenzaam’, stelt Der Spiegel vast.
    Kieber had al een leven in de schemerzone van de legaliteit achter zich toen hij in april 2001 als computerdeskundige bij de Liechtenstein Global Trust ging werken. In Spanje was hij betrokken geweest bij een dubieuze transactie in onroerend goed. Dat hij daarmee een rijke man met goede connecties in het criminele circuit had gedupeerd, werd hem duidelijk toen hij – naar eigen zeggen – kort daarop werd ontvoerd, en tien dagen lang werd mishandeld.
    Kieber zou zware schulden zijn aangegaan om aan de eis tot de betaling van losgeld te kunnen voldoen. In een poging aan zijn benarde financiële situatie te ontkomen, dreigde hij de LGT-bank in 2003 met de openbaarmaking van vertrouwelijke informatie. De bank ging niet in op Kiebers ‘zakelijke aanbod’, maar was bereid de zaak te laten rusten toen Kieber (die ontslag had genomen) de cd met data van 4527 Liechtensteinse ‘stichtingen’ had teruggegeven.
    Kort daarop probeerde hij de (gekopieerde) informatie alsnog te gelde te maken. Hij attendeerde de Amerikaanse autoriteiten op vijftig gevallen van belastingfraude, en wendde zich vervolgens tot de Britse fiscus. Toen die niet meteen van zijn belangstelling blijk gaf, nam hij op 26 januari 2006 per e-mail contact op met de BND. Nadat Kieber een aantal keren betrouwbare informatie had geleverd, maakte de BND 4,2 miljoen euro in drie termijnen over.
    Tegenover de BND wekte Kieber de indruk ‘uit rechtvaardigheidsgevoel’ te hebben gehandeld. Zijn geweten speelde op toen hij zag dat rijke mensen de fiscus benadeelden met bedragen die zij makkelijk konden missen. Kiebers zuster hecht kennelijk waarde aan dit motief. In het Zwitserse boulevardblad Blick vergelijkt zij hem met Christoph Meili, die twaalf jaar geleden verhinderde dat Zwitserse banken zich het vermogen van holocaustslachtoffers toeëigenden (waarmee hij de risée van Zwitserland werd). Die eervolle vergelijking komt Heinrich Kieber echter niet toe.


Tussenstuk:
Duitsland wil informatie delen

Duitsland wil de informatie over belastingfraude via geheime banktransacties in Liechtenstein met andere landen delen. Volgens een regeringswoordvoerder valt inzage te krijgen in de informatie om te zien of onderdanen belasting hebben ontdoken. Er hoeft niet te worden betaald, ook al heeft de Duitse geheime dienst de informatie voor meer dan 4 miljoen euro gekocht.
    De zakenkrant Handelsblatt schreef dat Zweden, Finland en Noorwegen interesse hebben in de lijst met honderden namen van mogelijke belastingontduikers. In Nederland liet staatssecretaris Jan Kees de Jager (Financiën) zondag weten er op te rekenen dat de Nederlandse autoriteiten door de Duitsers worden ingelicht als er ook Nederlanders op de lijst staan.

 

de Volkskrant, Economie, 29 februari 2008 (pagina 09)
Van onze correspondent Sander van Walsum

Duits belastingschandaal verschrompelt tot affaire

Duitse fiscus ontvangt 28 miljoen euro aan nabetalingen, terwijl was uitgegaan van 3 miljard in Liechtenstein.

Tussentitel: Laten zien dat vermogende Duitsers niet boven de wet staan

De eerste acte van het Duitse belastingschandaal werd nog als ‘spectaculair’ omschreven. Op de vroege ochtend van donderdag 14 februari werd de (inmiddels afgetreden) bestuursvoorzitter van de Deutsche Post, Klaus Zumwinkel, in Keulen aangehouden omdat hij ervan werd verdacht 13 miljoen euro in Liechtenstein onzichtbaar te hebben gemaakt voor de Duitse fiscus.
    Een kleine twee weken later presenteerde het Openbaar Ministerie in Bochum het voorlopige resultaat van de jacht op belastingontduikers. In vergelijking met de ‘razzia’ in Keulen was deze bijeenkomst nogal sober van karakter. Een persofficier las een vijf minuten durende verklaring voor, en kondigde vervolgens een mediastilte af.
    Ook de gepresenteerde cijfers waren teleurstellend. De afgelopen twee weken zijn in Duitsland 120 huiszoekingen verricht. Van de verdachte belastingontduikers hebben 91 hun zonden opgebiecht. 72 personen hebben zichzelf aangegeven. Inmiddels heeft de fiscus bijna 28 miljoen euro aan nabetalingen ontvangen.
    Het Openbaar Ministerie toonde zich tevreden met dit voorlopige resultaat. Minister van Financiën Peer Steinbrück achtte het rendement van de operatie ‘redelijk goed’. De investering van 4,2 miljoen euro in de cd-rom met Liechtensteinse ontboezemingen is in elk geval al terugverdiend.
    In het commentaar van de kranten klinkt echter teleurstelling door over de oogst. Die Welt herinnert eraan dat het ministerie van Financiën in eerste instantie nog het stellige vermoeden uitsprak dat het om ten minste duizend belastingontduikers gaat, die samen drie miljard euro in Liechtenstein hebben weggezet. Volgens de Frankfurter Allgemeine Zeitung zal de affaire hooguit de dimensie van ‘de zaak-Batliner’ uit 2000 evenaren. Die ging over een onderzoek naar 150 Duitse klanten van de Liechtensteinse stichting-beheerder Herbert Batliner, wat de fiscus honderden miljoenen opleverde.
    De meeste commentatoren menen echter dat de balans pas kan worden opgemaakt als het lopend onderzoek is afgerond, en als de schok van de publiekelijke vernedering van Zumwinkel is uitgewerkt. De Süddeutsche Zeitung suggereert dat belastingontduikers met ingevulde aangiften in de rij staan om te voorkomen dat zij voor het oog van de camera’s naar een politie-Mercedes worden geleid. De Frankfurter Rundschau acht een verdrievoudiging van de tot dusverre geïnde nabetalingen zeer wel mogelijk.
    In dat geval zou het ‘belastingschandaal van de eeuw’ tot aanzienlijk bescheidener proporties worden teruggebracht. Niettemin gaat, zo betogen veel kranten, van de huidige affaire een louterende invloed uit op de belastingmoraal. In een tijd waarin veel burgers aan de sociale rechtvaardigheid van het Rijnlands kapitalisme twijfelen, kan het geen kwaad om te laten zien dat vermogende Duitsers niet boven de wet staan.
    De vraag is echter of dit de dure aankoop van gestolen informatie rechtvaardigt. Een andere vraag is of het doel – de zuivering van de belastingmoraal – het middel van de mediale executie van Zumwinkel rechtvaardigt, en of daardoor niet een erg hetzerige stemming is gecreëerd tegen iedere boven-modale Duitser. Die vraag wordt vooralsnog ontweken.
 



Naar Alfa wereld , Politiek lijst , Politiek & Media overzicht  , of site home .
 

[an error occurred while processing this directive]