Cultuur, gelijkheid: Joodse cultuur
|
5 apr.2010 |
De joodse cultuur is de laatste jaren, schrijvende in 2011, in
Nederland een expliciet besproken zaak geworden, door het veelvuldige gebruik
in de multiculturele discussie van de term "onze
joods-christelijke cultuur". Dat heeft ook enige discussie over de
juistheid van die uitdrukking opgeroepen, een discussie die voorheen niet
mogelijk was vanwege
de genocide op de joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hier gaan we verder met
die discussie, zonder verder nog aandacht te schenken aan de oude remmingen.
Overeenkomstig de hier ook voor de sociologie ingevoerde strategie
dat je bij een analyse eerste een inventarisatie maakt van de betrokken
factoren, en die daarna rangschikt in mate van invloed => , beginnen ook hier met
wat ook algemeen gezien wordt als de grootste overeenkomst tussen de
joodse en de Nederlandse cultuur, waarbij we dat laatste met gemak kunnen
uitbreiden met de Europese, en de westerse cultuur. Dat is natuurlijk natuurlijk de monotheïstische godsdienst,
waarbij de westerse versie, het christelijke geloof is een
rechtstreekse afstammeling van het joodse geloof - ze hebben een groot deel van
hun heilige boek gemeenschappelijk, en de originator van het christelijke geloof
was een jood => .
Echter, ga je daar in wat meer detail met christelijke gelovigen over praten,
dan zullen ze al snel de verschillen benadrukken. Zo hebben ze eigenlijk
(heel) veel minder met het Eerste Testament dan met het Tweede, terwijl de
Joodse gelovigen alleen het Eerste Testament kennen. En Joden beschouwen Jezus
als een afvallige. Dit laatste is altijd een belangrijke inspiratiebron voor het
antisemitisme geweest, een antisemitisme dat dan ook het sterkst was in de
meeste katholieke landen.
Maar op een wat grotere tijdschaal is ook het christelijke geloof
niet-Europees, of niet-westers. Het oorspronkelijke Europese geloof is dat van de
oorspronkelijke Europese volken, de Germaanse volken, het geloof in goden als Donar, Freya, enzovoort. Het is een natuurgeloof, en een cyclisch geloof: er is
geen einde. Het is een geloof van landbouwers.
Het Joodse geloof, daarentegen, is het geloof van een nomadisch volk. Een
geloof met een enkele almachtige God, duidelijk een man, met een einde der
tijden, de verlossing. Daarvan heeft het christelijke geloof een aantal scherpe kanten
afgehaald, maar de nomadische oorsprong is nog goed zichtbaar. Bijvoorbeeld in het
masculiene ervan - dat gedoe met Maria is geen vergelijking met de
meer gelijkwaardige rol van vrouwen in de natuurgodsdiensten.
Deze religieuze verschillen weerspiegelen zich ook in een aantal cultureel-sociale.
De nomadische cultuur kent andere vormen van samenwerking dan die van
landbouwers.
Landbouwers onderhouden over het algemeen bredere en ingewikkeldere sociale
verbanden dan nomaden, hetgeen uiteindelijk geresulteerde heeft in het ontstaan van
eerst dorpen en later steden. De culturele ontwikkeling heeft zich vooral afgespeeld in
die eerste steden - en later ook nog, trouwens. Een Joodse sociale bijeenkomst als
een begrafenis heeft een heel ander aanzien dan de Europese vorm - de Joodse vorm lijkt
als twee druppels water op de Arabische vorm, een ander nomadisch volk uit het
Midden-Oosten.
En die gelijkenis gaat in veel meer opzichten op: joden besnijden mannen,
Arabieren die moslims besnijden mannen. Joden hebben strenge eetvoorschriften,
moslims hebben strenge eetvoorschriften. Joden hebben strenge geestesvoorschriften
zoals bijbel en thora,
moslim-Arabieren hebben strenge geestesvoorschriften zoals koran en hadith.
Enzovoort. Kortom, niet alleen etnografisch, als semieten, maar ook cultureel
zijn Arabieren en joden eigenlijk één pot nat - met verschillen maar die zijn
voor de buitenstaander redelijk snel verwaarloosbaar klein.
Met als nog zo'n tot in de moderne tijd traceerbaar en definiërend verschil
met de westerse cultuur: de positie van de vrouwen. Die is bij de moslims alom
bekend als slecht tot zeer slecht
, en wat betreft de joden is dat minder bekend, maar voor zover ze
redelijkerwijs hun eigen cultuur nog hebben, is die nauwelijks beter, zoals
recente (schrijvende 2011) ontwikkelingen in Israel laten zien
.
Maar kennelijk had het joods-christelijke geloof iets dat aantrekkelijk was in
de toenmalige ontwikkeling van de mensheid, want de Europeanen gingen er in
grote getale voor, en wel dusdanig dat het christendom iets de buurt van
tweeduizend jaar het continent gedomineerd heeft. De vraag is dan waar die
aantrekkelijkheid zit. Die is niet zo moeilijk te beantwoorden: het is
aantrekkelijk te verbonden te weten en soms zelfs een deel te weten van iets of
iemand die zo machtig is dat hij het hele heelal regeert. Een deel van zijn
macht straalt op jou af. Het versterkt je gevoel van eigenwaarde. En dat
versterkt tevens het gevoel iets te kunnen bereiken.
Aan de andere kant kan het besef van een bestaan van een almachtige je ook
terneerslaan, en je de wil tot eigen activiteit ontnemen. Maar kennelijk heeft
gedurende langere tijd het positieve gevoel zwaarder gewogen, denk aan met name
de Middeleeuwen en de bouw van de grote Midden-Europese kathedralen.
Maar één van de kenmerken van de natuur is dat weinig hetzelfde blijft, in ieder
geval over langere tijd, en over de bezwaren tegen de christelijke cultuur zijn
dusdanig veel groter geworden dan de voordelen, dat binnen relatief korte tijd,
een decennia of vijf, de invloed ervan sterk teruggedrongen is. Een trend waarin
er door de bestaande aanhangers van het christendom weinig tegengestribbeld is,
mede omdat telkens als ze het probeerden, ze de discussies verloren.
Hoe kan het dan dat ineens het begrip "onze joods-christelijke cultuur" opduikt,
waarin niet alleen gesteld wordt dat onze cultuur een christelijke is, maar
tevens de joodse voorloper erbij wordt gehaald?
Ten tijde van het schrijven van dit stuk is die reden nog maar weinig mysterieus: de
binnenkomst van moslim-immigranten en de opkomst van het multiculturalisme.
De moslim-immigranten waren de eerste die er een sport van maakten zich
afgescheiden te houden van de Nederlandse cultuur, hun eigen cultuur prominent
te uiten, en daarbij ook een algemene arrogante culturele houding aan te nemen,
met de introductie van de begrippen halal en haram, rein en onrein, halal of
rein staande voor de moslims, en haram of onrein staande voor de niet-moslims.
Dat kweekte, begrijpelijkerwijs, groeiende weerstanden bij steeds grotere delen
van de bevolking, en de introductie van het multiculturalisme staat daarbij
symbool voor de pogingen van bovenklasse om deze sociale tweedeling te
bestrijden. met daarbij dus de introductie van het begrip "een
joods-christelijke samenleving". Want als je eenmaal tweede van de broederlijke
monotheïstische godsdiensten in je aamborst hebt, moet het toch geen moeite zijn
om die derde, de islam, erbij bij in te sluiten ...?
Nu is over de wenselijkheid van het insluiten van de islam weinig zinnige
discussie mogelijk => . Er is wel veel discussie, maar dat is dus onzinnige
discussie - als er enige zinnigheid in zit, dan hebben zelfs de sterkste
voorstanders ze niet kunnen vinden want ze zijn er nooit mee gekomen. Deze
redactie heeft in vele tientallen discussies de andere partij gevraagd de
voordelen van allochtone immigratie te noemen, naast couscous en buikdansen, en
nooit een antwoord gekregen. De voordelen van vrouwenonderdrukking,
uithuwelijken, inteelt en eerwraak heeft men niet durven beargumenteren.
De voordelen van het christendom hebben we het al over gehad: misschien hebben
die ooit zwaarder wogen, maar nu zeker niet meer. Iets dat impliciet door de
intellectuele bovenklasse wordt toegegeven, in haar bij gelegenheid harde
kritiek op alles wat christelijk is => . Hoe dat valt te rijmen met de steun
aan de islam, is een, buiten de directe context van de multiculturele discussie
en haar taboes, makkelijk te
bedenken vraag. Hierop moet ook deze redactie het antwoord schuldig blijven. Die
is er ook niet - in een rationele wereld dan althans. Je kan alleen constateren dat het
kan, en wijzen op het neuro-psychologische verschijnsel van compartimentalisatie
=> .
Waarmee we aangekomen zijn bij het uiteindelijke onderwerp van dit artikel: de
Joodse godsdienst en cultuur, en haar inbreng en eventuele voordelen. Als het
volkomen duidelijk is dat de islamitische cultuur, met haar "bidden voor regen",
niets noemenswaardigs van waarde in te brengen heeft in de westerse, hoe zit dat
dan met de joodse, daar waar deze zo veel op elkaar lijken?
Het op deze manier stellen van de vraag, is het geven van meer dan de helft van
het antwoord. Die waarde is er niet. Of nog wat scherper gesteld: daar waar in
de westerse cultuur zo'n vijfhonderd jaar gevochten is om de christelijke
cultuur buiten de maatschappelijk deur te krijgen, is het voorvoeren van de
joodse cultuur, haar nog achterlijker voorloper, als voorbeeld meer dan en
anachronisme. Het is een anti-chronisme. Het is het omkeren van de pijl der
beschaving.
Iets dat iedereen moet weten, in het diepst van zijn geest. Iets dat kennelijk
ook de joden weten, in het diepst van hun geest. In 2012 werden in Nederland
kort achter elkaar twee discussies gevoerd: over ritueel slachten en over
besnijdenis. In beide gevallen werd door de aanhangers, zonder dat die term
eerder gebruikt was door de critici want dat durft men niet, de terminologie
gebruikt "We worden neergezet als barbaren". Een glashelder geval van "Wie de
schoen past, trekt hem aan". Rituelen als rituele slacht en besnijdenis zijn
rituelen uit tijden die wij als barbaars zien. Tijden waarin van dieven een hand
werd afgehakt. Tijden waarin van vaders gevraagd werd hun zoons te offeren ter
ere van de godheid. Barbaarse tijden.
Voor de rituelen uit die tijd is geen plaats meer in de moderne samenleving. Wat
mensen privé doen staat daar weer deels los van, maar de hand slaan aan je
kinderen is geen privé-zaak. En dit geldt dus, en een speciale groep van die
rituelen tezamen nemend, ook de culturen en godsdiensten uit die tijd. De
westerse cultuur moet heel weinig willen hebben de christelijke godsdienst en
cultuur, en absoluut niets van de islamitische en joodse.
Voor de joodse cultuur geldt daarbij nog iets extra. Want de joodse cultuur
heeft zich min of meer gesplitst in een orthodoxe en seculiere. Dit gaat zo ver
dat in een stad als New York, waar de "multiculturele samenleving" bestaat uit
een vorm van segregatie van culturen binnen diverse wijken, de orthodoxe joden
en seculiere joden in verschillende wijken wonen. Voor de volledigheid:
"orthodoxe joden: is die groep die zich tooit met pijpekrullen en
rondloopt in zwarte gewaden en de hele dag de thora bestuderen.
Seculiere joden hebben deze vormen van extremisme, die verklaarbaar zijn vanuit
het geloof in een absolute en almachtige godheid wiens naam je niet eens mag
uitspreken, grotendeels van zich af geworpen. Maar net zoals een hele grote
groep voormalig christenen nog geloven in "iets als een hiernamaals en dat er
nog boven iets is", afgekort tot "ietsisme", zijn ook bij seculier joden nog
restanten van het monotheïstische absolutisme aanwezig. Elders hebben we al
uitvoerig laten zien dat de restelijke voortzetting van monetheïstisch
absolutisme bestaat uit het koesteren van ideologie => . De secultie
voortzetting van de joodse cultuur is die van de ideologie. Het wereldlijke
absolutisme.
Op dit punt aangekomen kan iedereen die zich ook maar enigszins verdiept heeft
in de intellectuele geschiedenis van de mensheid hier het vervolg invullen:
onder de ontwerpers van al die "ismen" die de westerse cultuur geplaagd hebben
sinds de dominantie van het christendom niet meer absoluut is, bevinden zich,
allang bekend bekend, merkwaardig veel mensen van joods afkomst. Van bekende
gevallen communisme (Karl Marx) tot minder bekende als "multiculturalisme" (in
de vorm van "de gelijkheid der culturen": Claude Levi-Strauss), het aantal
joodse "ismisten" overstijgt hun numerieke representativiteit in tientallen en
honderden malen. Ook in Nederland, waar het relatieve aantal joden niet in de
procenten maar in de promillen ligt, en ze in dit soort discussies prominent
aanwezig zijn.
Daarvan zijn drie gevallen die in het huidige tijdsbestek en de nabije toekomst
een essentiële sociologisch factor vormen. Als is het debat rond allochtone
immigratie en multiculturalisme. Dit wordt voor een belangrijk deel aangevuurd
door de ideologie van de vrije immigratie. En daarin spelen joden een hoofdrol,
met regelmatige referentie aan de oorlog.
Het tweede sociologisch aspect van dit moment is de Europese eenwording. Ook
hierin wordt "de oorlog" zeer frequent genoemd als inspiratiebron, en ook hierin
staan de joodse vertegenwoordigers in het debat vrijwel unaniem aan één kant: de
kant van het open veld, de vrije migratie, van één enkel Europees Imperium => .
En het derde sociologische aspect is tevens het meest algemene: de strijd tussen
het neoliberalisme en de sociale staat. Het neoliberalisme kent verschillend
omschrijvingen, maar waar wij hier van uitgaan is dat het staat voor
voornamelijk twee dingen: "Ieder voor zich"en "Het recht van de sterkste'.
Het "ieder voor zich" spreekt voor zichzelf - dat zit ook in het oude
liberalisme, wat voor een groot deel een zich afzetten tegen de oude strakke
sociale banden van voorla religie was. Neoliberalisme onderscheidt zich in dat
het het oorspronkelijke liberale programma wil voortzetten in tijden die al veel
liberaler zijn. "het recht van de sterkte" spreekt ook voor zichzelf", en in de
praktijk zijn deze twee hetzelfde: waarom zou je je zo voor je rechten als
individu inspannen, als je er als individu niet beter valt wilt worden ten koste
van anderen. Wil je dat laatste niet, dan heeft het geen zin je zo in te spannen
voor je rechten als individu. Dan ben je in feite voorstander van de sociale
staat.
En ook in het "isme" van het neoliberalisme spelen vertegenwoordigers van de
joodse cultuur een hoofdrol. Je moet dan niet meer in Europa zoeken, waar de
meeste van de vorige "ismen' zijn ontstaan, maar in Amerika. Daar is het
neoliberlaime ontstaan en viert het zijn grootste triomfen - zoals geïllustreerd
in de typisch Amerikaanse houding "Winner takes all". Zo veer gaande
dat in sportwedstrijden de Amerikanen geen gelijkspel accepteren.
De "godfather" van het neoliberalisme", is, universeel geaccepteerd,
geen "godfather" maar een "godmother', bekend
geworden als Ayn Rand, een joods-Russische immigrante
oorspronkelijk genaamd Alissa Zinovievna Rosenbaum
. In Europa is Rand een wat minder bekende naam, maar in Amerika is ze een torenhoog
geplaatst intellectueel, die haar ideeën onder andere heeft verwoord in romans
die aldaar de status van bijbels hebben.
De tweede vertegenwoordiger is Leo Strauss, een joods-Duitse immigrant, die grondlegger
is van de ondercategorie genaamd neo-conservatisme
. Waar Rand zich concentreert op de economische aspecten van de ideologie, doet
Starus dat meer op de sociologische.
En de derde is Milton Friedman, zoon van
joods-Oostenrijks-Hongaarse immigranten in Amerika, en grondlegger van de
ondercategorie genaamd neo-monetarisme
. In principe is Friedman econoom, maar hij is gespecialiseerd in de economie
van de financiële wereld. Op die financiële wereld heeft hij ook een versie van
het liberalisme losgelaten, die in de literatuur beschreven wordt las
monetarisme, maar door deze redactie is herbenoemd naar zijn ware rol tot
neo-monetarisme - "monetarisme" kan in principe over alle ideeën over geld gaan
- het zegt niets meer dat geld belangrijk is.
Voor de volledigheid kan hier nog bij vermeld worden dat de uitvoerders van het
neo-monetarisme, ook veelal van joodse oorsprong waren, waarbij directeur van de
Amerikaanse Federale Bank, Alan Greenspan, universeel genoemd wordt als
aanjager. De culturele achtergrond van zijn opvolger, Ben Bernanke, laat zich
raden.
Op welk punt er twee verdedigingslinies moeten worden opgetrokken in deze
welbewuste aanval op de joodse cultuur.
De eerste is dat "Ja, er zijn ook niet-joodse aanhangers van al deze zaken". Om
heel precies te zijn: de niet-joodse aanhangers zijn ruim in de meerdserheid
(bedenk hierbij overigens dat dit zich allemaal afspeelt in de top van de
maatschappij). Maar deze situatie is dezelfde als waarop heel europa besmet is
geraakt met christendom: het is van oorsprong joods, maar door de
besmettelijkheid ervan heeft het zich over een heel continent verspreid. Want
dat godsdienst in het algemeen gezien kan worden als een besmettelijke
geestelijke ziekte is een stellingname die algemeen geldt als een geldige
intellectuele stellingname ook als je het er niet mee eens bent. Er is geen
verbod op. Dus er hoeft ook geen verbod te komen op de stellingname dat andere
aspecten van de joodse cultuur besmettelijk zijn. Zoals het idee van "Het recht
van de sterkste' ("Offer jij je kind maar, want ik ben de sterkste") en "Winner
takes all" ("De Almachtige bezit alles").
Hetgeen ook nog eens geïllustreerd wordt dat waar het
neoliberalisme door joodse immigranten in Amerika is gebracht en dat continent
heeft verpest, het zich nu steeds verder in Europa lijkt te verspreiden. Het
idee dat neoliberalisme een besmettelijke ziekte is, kan wel van de lijst van
"ideeën" geschrapt worden: het ís een besmettelijke ziekte.
En de joods-culturele oorsprong van die besmettelijke ziekte,
is net als die van de besmettelijke ziekte genaamd monotheïsme, is onomstreden.
Dan de tweede noodzakelijke verdedigingslinie: "de oorlog". Zijnde de afkorting
van "Eerdere kritiek op joden heeft geleid tot het antisemitisme en de Tweede
Wereldoorlog en de holocaust, dus mag je nooit geen kritiek meer hebben op de
joodse cultuur, want dat is hetzelfde als kritiek hebben op joden, en leidt dus
mogelijk tot een nieuwe jodenvervolging en mogelijk tot een nieuwe holocaust".
Zo uitgeschreven in haar verschillende stappen blijkt al onmiddellijk dat de
waarschijnlijkheid van het geheel niet groot is, omdat ieder van de
tussenstappen noodzakelijk is en ze allemaal een zekere waarschijnlijk en een
zekere onwaarschijnlijkheid hebben. Maar dat is niet de kern van de verdediging
die hier wordt opgetrokken.
Die verdediging ligt anders. Die ligt in het hier al veelgenoemde
absolutistische karakter van de monotheïstische godsdienst, die het sterkst is in
de judaïsche versie, iets minder in de islam, en nog wat minder in het
christendom. De min of meer algemeen filosofische stellingname hier is dat
absolutisme, in zijn ernstigere vormen, een geestesziekte is, of gemakkelijk tot
geestesziekte leidt. Zie het als een zwakte die de structuur van de hersenen,
die het algemene patronen zoeken in de wisselvalligheden van de natuurlijke
omgeving met zich meebrengt: als je het met mate doet is het goed, maar in de
vorm als in de monotheïstische religies is het geestesziekte.
En een bijkomend probleem van gesteziekte als extremistische geesteshouding, met
zijn bijbehorende afwijkende extremistisch gedrag, wekt van nature ook
extremistische reacties in houding en gedrag op. Een stelling die in zijn
algemeenheid en in bijna al zijn toepassing nauwelijks tot niet omstreden is.
Zoals in "Wie voor het zwaard leeft, zal met het zwaard sterven'. een vorm van
"de continuïteit der dingen" => .
Er is geen enkele reden om aan te nemen dat dit niet zou gelden voor het
extremisme genaamd monotheïstische godsdienst. Kijk maar naar de talloze wrede
oorlogen die onder die vlag zijn gevoerd. ook gepaard gaande met grote
afslachtingen. waarvan er ook zijn waarvoor de term "holocaust" met gemak
gebruikt zou zijn, als die term toen al bestaan had.
Het kan niet anders dan dat de holocaust van de Tweede Wereldoorlog mede in dat
licht moet worden gezien. Er is een verschil met de voorgaande gevallen: het was
allemaal wat georganiseerder. Maar dat is het gevolg van de algemene vooruitgang
in de maatschappelijke organisatiegraad. Vroeger had je de smid, nu de fabriek.
Vroeger had je gilden, nu de vakbeweging. Vroeger trokken ze van straat tot
straat met bebloede zwaarden om man, vrouw en kind te vermoorden, nu gingen de
slachtoffers per trein naar concentratiekampen.
Maar het gaat om de conclusie die je moet trekken uit deze schijnbare
ontheiliging van de holocaust: hij kan wel gebeuren, maar niet het bestrijden
van de extremistische ideeën (deels) afkomstig uit de joodse cultuur maakt een
herhaling van die holocaust waarschijnlijker, maar het niet-bestrijden van die
extremistische ideeën.
Het idee van een absolute almachtige godheid is een extremistisch idee dat
intellectueel bestreden dient te worden.
Het idee van de absolute gelijkheid der culturen is een absolutistisch idee dat
bestreden dient te worden.
Het idee van idee van een absoluut "recht van de sterkste" is een absolutistisch
idee dat bestreden dient te worden.
En al deze ideeën hebben een sterke oorsprong in de joods cultuur. En het idee
dat de joodse cultuur iets van waarde meebrengt voor de westerse cultuur, is een
idee dat intellectueel ten sterkste bestreden moet kunnen worden.
Al deze ismen hebben met elkaar gemeen
de houding van de Israëlische rij-instructeur ten opzichte van de fietser - in
algemenere termen: de sterkere ten opzichte van de zwakke: "Rot jij maar op,
anders rij ik je voor de donder".
"Rot jij maar op, jij wat minder begaafde loser -
het feit dat ik begaafder bent, geeft mij het recht je tot op het bot uit te
buiten", is de samenvatting van de ismen van Rand, Strauss en Friedman. Typisch
Bijbelse ideeën. Oude testament. Typisch Joodse ideeën, dus. De ideeën die
corresponderen met een wrakende godheid. Een godheid die aan een man vraagt zijn
zoon te offeren. Een erfzonde waaraan zelfs Jezus niet genoeg heeft kunnen doen.
In tegenstelling tot wat men nu denkt, is in Europa het
christelijke geloof geen eigen geloof, maar een uit het Midden-Oosten
geïmporteerde zaak, waarover je kan discussiëren of het een verrijking is
geweest of een verarming. En dat geldt voor het joodse geloof in cultuur
natuurlijk in nog veel sterkere mate: dat is een geïmporteerde cultuur die zich
op essentiële punten onderscheidde en onderscheid van de oorspronkelijke
Europese cultuur. In basistermen: monotheïstische einde-der-tijden godsdienst
versus poly-theïstische eeuwige-cyclus natuurgodsdienst. Nomadische oorsprong
versus landbouw oorsprong. En dus kan je nog meer over wenselijkheid van de
invloed van die joodse cultuur discussiëren dan over de wenselijkheid van de
christelijke invloed.
Dat discussiëren over de waarde van de komst van het
christelijke geloof is hier elders al gedaan, een groot deel in termen van de
waarde van religie in het algemeen, waar hier dan voornamelijk de ons bekende
grote drie mee worden bedoeld: jodendom, christendom, en islam
. Het resultaat van die analyse is dat deze godsdiensten leiden tot geestelijke
verzwakking door het onderhouden van een absolutistische ideologie en dus uit
hoofde van geestelijke gezondheid afgewezen moet worden.
De genoemde reden voor deze beoordeling zijn het onderhouden
van vaste en onveranderlijke regels omtrent hoe de wereld in elkaar zit, wat we
afkorten tot ideologie, en het zwart-wit karakter van deze regels. Daar komen
wat betreft het jodendom nog diverse andere zaken bij: zeer strak geformuleerde
leefregels, zeer strak geformuleerde regels voorde omgang met niet-joodse
groepen tot en met eigen terminologie voor niet-joden en regels omtrent wie al
dan niet joods is. Regels van een vorm die buiten deze context keihard
veroordeeld zouden worden als racisme - minder strenge regels in Zuid-Afrika
werden universeel ten sterkste veroordeeld als "apartheid".
En in ultimo en in combinatie met de monotheïstische
godsdienst die een alles-wetende en alles-besturende godheid kent: de regel dat
het joods volk het door die godheid uitverkoren volk is. Dit is sociologische
termen hetzelfde als het psychologische verschijnsel van iemand die denkt dat
hij Napoleon is en zich een steek aanmeet.
Het onderhouden van dit soort denkbeelden heeft de
dragers ervan ook een voordeel verschaft: het absolute en abstracte karakter
ervan heeft er door langdurige blootstelling toe geleid dat die dragers
extra getalenteerd geworden in vele zaken aangaande regels en abstracties.
Het onderhouden van dit soort denkbeelden heeft ook nadelen,
die min of meer het spiegelbeeld zijn van de voordelen: ze zijn zwakker in vele
zaken aangaande zowel de materiële en de geestelijk realiteit. Dat leidt tot
conflicten tussen de onderhouden ideologie en de werkelijkheid op beide vlakken,
wat voor het materiële vlak leidt tot niet werkende zaken en theorieën, en op
het geestelijke vlak tot diverse vormen van neurose en erger.
Deze combinatie van eigenschappen is niet uniek voor de
Joodse cultuur. Ook de Griekse cultuur had iets dergelijks, met name in een
aantal van haar filosofen, met als archetype Plato. Die stelde dat Ideeën,
ideologie dus, reëler zijn dan de werkelijkheid. En deze stroming heeft lang
navolging gehad in diverse andere stromingen, zoals bijvoorbeeld blijkt in de
reactie van filosoof Hegel op een kreet vanuit het publiek "Uw beweringen zijn
in strijd met de feiten!" - antwoord: "Des te erger voor de feiten!"
Het Griekse voorbeeld laat ook zien dat het het niet zo
is dat de ideale toestand aangaande ideeën en de bijbehorende intellectualiteit
de nul-toestand is - het gaat ook hier niet om zwart-wit waardes. Waar we het
hier over hebben is dat iets dat tot een zeker punt een positieve waarde is,
voorbij dat punt in zijn tegendeel kan verkeren - en ook hier weer: dat punt zal
geen vastgelegde en scherpe overgang zijn. Het tegenbeeld van het Griekse
idealisme is het fundamentloze pragmatisme van de Romeinse wereld - een houding
die, zeker in vroeger tijden, veelal verviel tot blinde machtsuitoefening.
De kwestie is dus ook hier weer het vinden van een evenwicht - het evenwicht
tussen ideologie oftewel theorie en realisme oftewel praktijk. Het leidt weinig
twijfel dat datgene dat dit evenwicht op dit moment het beste benadert de
natuurwetschappelijke houding is: maak je theorie aan de hand van praktische
ervaringen, denk verder, maar test je resultaten weer tegen de praktijk
.
Deze natuurwetenschappelijke methode is in Europa ontstaan in een tijd, het
einde van de Middeleeuwen, dat de invloed van de christelijke kerk op de
maatschappij tanende was. Volgens niet-standaard theorie ontwikkeld op deze
website is het ontstaan van de natuurwetenschappelijke methode een amalgaam van
overgeleverde Griekse wetenschap en ideologie en Europese maatschappelijke
houdingen die veel met egalitarisme en meritocratie te maken hebben
. Deze houdingen stammen van tijden voor de komst van het christendom in Europa.
Sinds het ontstaan van de natuurwetenschappelijke methode is er dan ook,
geïnitialiseerd door de christelijke machthebbers, strijd met het het
christelijke denken.
De strijd tussen het christelijke en het natuurwetenschappelijke denken
verkeert op dit moment vermoedelijk in een eindfase. Het christelijke denken
blijkt weinig tot niets te kunnen bieden in de omgang met moderne problemen,
daar waarde aan de gang zijnde uitbreiding van de natuurwetenschappelijke
methode tot de menswetenschappen wel gestage vooruitgang boekt - te noemen valt
de ontdekking van de ontwikkeling van vormen moraliteit in de hogere
diersoorten, die sterk lijken op de menselijke vorm.
Deze "natuurlijke" ontwikkeling in Europa is de laatste decennia verstoord
door de komst van de islam. De islam ligt als godsdienst in ontwikkeling nog
weer achter op het christendom, en kan dus in het geheel niet meekomen in de
moderne maatschappij
.
Het naast elkaar bestaan van zulke grote verschillen roept natuurlijk wrijvingen
op, zeg maar "strijd". Een flink deel van het maatschappelijke debat, zeker in
Nederland, gaat erover de laatste twee decennia over aan welke kant je staat: de
islam of de godsdienst, of de natuurwetenschappelijke houding, dan meestal de
"verlichting" genoemd.
En hier vinden we gewenste en noodzakelijke reden om het over de invloed van
de joodse cultuur in Nederland en Europa te hebben: de dragers ervan kiezen in
grote meerderheid voor steun aan de islam, door hun steun aan de dragers ervan:
de moslims. Die steun aan islam en moslims is "multiculturalisme" gaan heten, en
tot belangrijke ondersteuners hiervan behoren vele joodse politici, al dan niet
"ex", en mediamensen, waarbij te denken valt aan politici als Hedy d' Ancona,
Jacques Wallage, Ed van Thijn, Job Cohen, enzovoort, en mediamensen als Anet
Bleich, Frits Barend, Sonja Barend, Peter van Ingen, Clairy Polak, enzovoort.
Natuurlijk zijn er ook talloze mensen uit vele andere groepen onder de
aanhangers van het multiculturalisme, maar de joodse groep is daarin sterk
oververtegenwoordigd
. En
dit geldt niet alleen op het numerieke vlak, maar ook voor de toegekende zwaarte
aan de argumenten. Oordelen van joodse kant over dit soort zaken werden gezien
als overheersend over andere, met een beroep op de genocide van de Tweede
Wereldoorlog - "Nooit meer Auschwitz" werd gebruikt om steun aan moslims te
onderbouwen - soms letterlijk: "Moslims zijn de moderne joden".
De analyse tot dusver heeft twee dingen laten zien: het gaat over een
essentiële culturele kwestie: de strijd tussen religie en verlichting, en we
hebben laten zien dat de dragers van de joodse cultuur daarin kiezen voor de
religie. Dat zijnde noodzakelijke stappen om een streep trekken achter aangaande
voorgaande geschiedenis, en de waarde van de invloed van de joodscultuur op de
huidige ontwikkelingen puur naar hedendaagse maatstaven te beoordelen.
Twee aspecten heven we al genoemd: de godheid met zijn alwetendheid en
absolute macht, en de uitverkorenheid van het joodse volk. Die absolute godheid
is natuurlijk de ultieme overtreffende trap van de dictator en usurpator, en kan
op geen, eventuele positieve aspecten meegewogen in hun huidige
tijdsgewricht op geen enkele denkbare wijze als iets positiefs gezien worden.
Reden nummer één om de joodscultuur af te zwijzen.
Het tweede al genoemde aspect is de uitverkorenheid van het joodse volk. Die
uitverkorenheid van het joods volk betekent dat alle andere volken niet
uitverkoren zijn. Een weerzinwekkend idee om te onderhouden. Dit idee, in
combinatie met de absoute godheid, een vorm van absolute superioriteitsdenken,
is in ieder opzicht volkomen verwerpelijk.
Het derde en nog niet genoemd aspect is de manier waarop op de joodse cultuur
haar groepsregels formuleert. Die zijn strikt op etnische gronden gebaseerd. Dat
zou in elke andere context als het meest pure racisme worden gezien. Er is geen
enkele reden omdat anders te zien als het gaat over de joodse cultuur.
Ten vierde zijn daar ook nog een aantal meer secundaire factoren. Volgend uit
de absolutistische ideologie zijn daar een sterke hang naar theoretisme en wat
wij hier het "zenuwziek intellectualisme" genoemd hebben
. Verder, ook door de religie natuurlijk, een geneigdheid zich meer met
vorm-zaken dan met aardse inhoudelijke zaken bezig te houden - in het
schematische overzicht van alfa- en bèta-eigenschappen vindt je de opvallendere
eigenschapen van de joodse cultuur in hoge mate aan de alfa-kant
, waaronder op het sociologische vlak het aanhanger-zijn van
migratiefundamentalisme
en kosmopolitisme
. De verbale talenten leiden bovendien in onze sterk op verbale vaardigheden
gerichte maatschappij tot een sterke oververtegenwoordiging in media en politiek
, en daarbij helpende de corresponderende macht van de alfa's te consolideren
. Op deze wevsiste wordt de overheersing van de alfa's als sterk nadelig
gezien - een sterke rem op de matschappelijke ontwikkeling richting beschaving
.
Dat zijn ieder voor zich vier uitstekende redenen om de invloed van de joodse
cultuur af te wijzen, en in combinatie is het dat in overvloed. Dat joden zelf
ermee door het leven willen gaan, is hun eigen zaak, maar zodra hun overtuigen
ook aan andere mensen en groepen raken, zouden die andere mensen en groepen daar
zonder enige remmingen inhoudelijk op in moeten kunnen gaan. Dat wil zeggen:
zonder bij het eerste teken van kritiek om de oren geslagen te worden in termen
van beschuldigingen van anti-semitisme. Anti-semitisme is het onderhouden van
negatieve houdingen of daden jegens joden puur op grond van ras. De kritiek op
zeer kwestieuze culturele eigenschappen is dat beslist niet. Als dragers van de
joodse cultuur zich uitspreken voor het multiculturalisme, op grond van hun
drager zijn van de joodse cultuur, moet het aan de orde gesteld kunnen worden
waarom die dragers van de joodse cultuur dat doen: zij steunen de dragers van
een absolutistisch ideologie met superioriteitsdenken en discriminerende
opvattingen, zaken die in onze maatschappij onwenselijk zijn, omdat zij zelf een
absolutistisch ideologie, superioriteitsdenken, en racistische cultuurregels
onderhouden. Iedereen moet zich openlijk kunnen uitspreken tegen deze ideeën van
zowel de islamitische als de joodse cultuur.
Waarmee we een tegenspraak lijken te hebben met aanhef van het artikel: de
beschrijving van onze cultuur als "joods-christelijk". Dat stond daar, omdat het
de gebruikelijke visie is. In recente tijden werd het weer eens opgerakeld door
voormalig minister van integratie Ella Vogelaar, die het gebruikte als opstapje
om de islam in te sluiten: we zouden op een natuurlijke wijze van een
joods-christelijke naar een joods-christelijk-mohameddaanse cultuur kunnen gaan.
En moeten gaan, volgens haar.
Maar deze opvatting slaat volledig de plank mis. In onze cultuur is heel
weinig van het joodse terug te vinden, behalve dat de originator van de
christelijke religie van joodse afkomst is, en men daar nogal eens aan
refereert. Verder houdt het eigenlijk heel snel op.
Ten tweede hebben we al gezien dat waar er in onze cultuur vooruitgang is,
die vooruitgang vetstaat uit het vervangen van de christelijke aspecten van die
cultuur door aspecten uit van de Verlichting, zeg maar van het wetenschappelijke
en rationele denken.
En ten derde, dat dat wetenschappelijke en rationele denken weer een
essentieel aspect in zich draagt van onze pre-christelijke oorsprong, de
culturen van de Noord en West-Europese volken. Terwijl het christendom import
uit het Midden-Oosten is.
Dus onze cultuur was en wordt meer steeds meer een Europese-verlichtings
cultuur, of als je het volkeren-termen wil zeggen: een Germaans-Griekse cultuur.
En is dus zeker geen joods-christelijke.
Waarmee we de stap kunnen maken waarin het in de hedendaagse cultuurdiscussie
over gaat: de islamitische cultuur. Voor het afwijzen van die cultuur zijn
bijzonder goede redenen, en de inzet in die discussie van de joodse cultuur en
geschiedenis in een poging de zaak van de islam te steunen, kan gezien worden
als contraproductief: het leidt er uiteindelijk alleen maar toe dat blijkt dat
die joodse cultuur voor belangrijk deel aan dezelfde euvelen leidt als de
islamitische, en eveneens afgewezen zou moeten worden.
27-07-2012: Bij herlezen biografie Ayn Rand (Wikipedia) (nav. schrijven
artikel over Grunberg): Natuurlijk moeten joden bij verlies van het
religieuze superioriteitsgeloof wel vallen in het materiële
superioriteitsgeloof: dat is de stapregel: slechts één aspect per overgang
Naar
Cultuur, gelijkheid
, Sociologie lijst
, Sociologie overzicht
, of site home
.
|