Bronnen bij Cultuur, multicult., zelfislamisering: waarschuwingen

23 okt.2009


Onderstaand een aantal voorbeelden van waarschuwingen tegen de zelfislamisering. De eersten zijn wat ouder, maar het lijkt totaal niet te helpen. De allereerste is uit het buitenland, want in Nederland was zo'n soort geluid zeldzaam (de Volkskrant, 12-10-2006, van correspondent Sander van Walsum):
  Interview | Volgens de Duitse schrijver Henryk Broder laat Europa zich willoos islamiseren

‘Wie de vrijheid lief heeft, verlaat Europa’

Volgens de Duitse schrijver Henryk Broder laat Europa zich willoos naar de islamitische slachtbank voeren; een vijandelijke overname is niet meer te voorkomen. Met die boodschap trekt hij volle zalen.


Fotobijschrift: Henryk Broder: ‘Onze houding is een groter probleem dan de ontbrekende bereidheid van moslims om te integreren.’

Vanaf het Hagenplatz, waar hij in de najaarszon een kopje thee drinkt, heeft de Duitse publicist Henryk M. Broder (60) een onbelemmerd zicht op de glorie van West-Berlijn. ...
    Met de nuchterheid waarmee de komst van de winter kan worden aangekondigd, stelt Broder vast dat we naar de wereld van gisteren kijken. Want het Europa zoals wij dat kennen, zal er over twintig jaar niet meer zijn.
    Broder zelf wil niet meer emigreren. ‘Daarvoor ben ik te oud.’ Maar jongeren – voor zover deze de vrijheid lief hebben – raadt hij met klem een verhuizing aan naar Australië of Nieuw-Zeeland. Alleen op deze manier kunnen zij ontkomen aan de plagen die het oude continent onleefbaar zullen maken.
    ‘Europa heeft eigenlijk maar drie opties’, zegt Broder. ‘En die zijn alle even onaantrekkelijk. De meest waarschijnlijke is dat Europa zich willoos laat islamiseren. De tweede is dat ze haar vrijheid opoffert aan een vals gevoel van veiligheid. De derde optie is dat Europa een economisch wingewest wordt van India en China. Deze landen moeten de Arabieren dan wel vóór zijn.’
    Eén ding sluit Broder echter categorisch uit: dat de Europeanen nog in staat zijn het onheil af te wenden. ‘Het dominante ethos werd vertolkt door een domme, blonde schrijfster met wie ik onlangs een debat voerde. Zij beweerde dat je je soms beter kunt laten verkrachten dan je daartegen te verzetten. Soms kun je beter de strijd vermijden dan het risico lopen ten onder te gaan.’
    In zijn recent verschenen boek Hurra, wir kapitulieren! laat Broder zien hoeveel vrijheid Europa al heeft opgegeven in de ijdele hoop een vijandelijke overname te voorkomen. Een regionale bank in Würzburg verontschuldigde zich ijlings voor de distributie van 30 duizend voetballen nadat een vertegenwoordiger van de islamitische gemeenschap zich not amused had getoond over het feit dat hierop de vlag van Saoedi-Arabië was afgedrukt – temidden van de vlaggen van de overige deelnemers aan het WK-voetbal.
    Uit beduchtheid voor het lot ‘van een filmmaker uit Nederland’ riep de voorzitter van de Düsseldorfer carnavalsvereniging de leden dit jaar op om de praalwagens zo te versieren dat moslims er geen aanstoot aan zouden kunnen nemen.
    Op verschillende plaatsen in Duitsland worden de bezwaren van islamitische ouders tegen zwemonderwijs voor meisjes geëerbiedigd. De ARD zag af van de uitzending van een documentaire over de vervolging van christenen in de Arabische wereld. Twee recente voorbeelden van ‘alledaags appeasement’ kon Broder niet meer in zijn bundel vermelden; In Berlijn annuleerde de intendante van de Deutsche Oper een moderne uitvoering van Mozarts Idomeneo, nadat een anonieme beller bezwaar had gemaakt tegen de scène waarin de afgehakte hoofden van Poseidon, Jezus, Boeddha en Mohammed worden getoond. In Groot-Brittannië ten slotte, getuigden twee banken van hun respect voor de islam door hun filialen niet langer met spaarvarkens te versieren.
    Met zijn polemiek tegen deze vormen van westerse zelfverloochening heeft Broder in Duitsland stormachtige bijval geoogst. Vooral tot zijn eigen verbazing. ...
    Als buitenstaander voelt hij zich niet gehouden aan de rituele oproep tot dialoog, waarmee het politieke establishment in Duitsland op de periodieke crises in de multiculturele samenleving pleegt te reageren. Hij onttrekt zich demonstratief aan de politiek correcte hang naar harmonie, en voorziet hiermee kennelijk in een grote behoefte.
    Dat bleek vorige week bijvoorbeeld tijdens een publiek debat over Broders bundel in het Berlijnse Museum voor Volkenkunde. De kloeke zaal was bij lange na niet berekend op de opkomst. En Broder, die werd geflankeerd door de islam-kritische schrijfster Necla Kelek, werd geregeld door applaus onderbroken.
    Bijvoorbeeld toen hij de honderden aanwezigen voorhield ‘dat onze houding een veel groter probleem is dan de ontbrekende bereidheid van moslims om te integreren’. Of toen hij de zelfkritische reactie van de westerse wereld op de rel rondom de Mohammed-cartoons hekelde.    ...

Een aantal jaren terug was arabist Hans Jansen één van de weinige waarschuwers (de Volkskrant, 19-09-2006, door Hans Jansen):
  Zelfislamisering of Verlichtingsfundamentalisme

Arabist Hans Jansen meent dat de moslimse veroveringsdrang alleen wordt weerstaan door mensen ‘die zelf hardnekkig iets van oordeel zijn over de mens en de wereld, die hun eigen cultuur kennen en respecteren’.


In het jaar 630 trekt het leger van Mohammed de stad Mekka binnen. Acht jaar daarvoor hadden Mohammed en zijn volgelingen Mekka verlaten om zich te vestigen in het naburige Medina dat toen een oase was die vooral leefde van de dadelteelt. Maar algauw zou blijken dat de moslims niet naar Medina waren gekomen om dadels te gaan verbouwen, maar om de wereld te veranderen. Ongeveer een jaar na Mohammeds aankomst in Medina voelden de moslims zich sterk genoeg om te beginnen aan de onderwerping van het Arabisch schiereiland. In 629 was het einde van dat karwei in zicht gekomen. Toen was het de beurt aan Mekka om geïslamiseerd te worden.
    Volgens de islamitische overlevering vallen er op de dag van de moslimse invasie van Mekka slechts vijftien of zestien doden. Dat er weinig verzet geboden werd, kwam niet doordat de Mekkanen de islam eigenlijk best wel een interessante verrijking van hun cultuur vonden. Het kwam doordat ‘burgemeester en wethouders’ van Mekka, terwijl hun stad onder de voet werd gelopen, thee zaten te drinken bij Mohammed in diens commandotent. Ze hadden zich net officieel tot de islam bekeerd en de stemming was opperbest. Bij gebrek aan organisatie van het verzet maakte de bevolking van Mekka maar liever gebruik van de door de moslims afgekondigde amnestie voor eenieder die zich aan hen onderwerpen wilde.
    Het standaardverslag van deze gebeurtenissen is van Ibn Ishaq die meer dan een eeuw later zijn verhaal zwart op wit heeft gezet. Ibn Ishaq’s observaties over de bestuurders van steden die op het punt staan voor de islam te capituleren, zijn glashelder. Technocratische bestuurders blijken snel bereid moslimse eisen in te willigen. Er hoeft maar iets van een islamitische dreiging aan de horizon te verschijnen of de bestuurders passen zich aan en proberen het hun nieuwe meesters naar de zin te maken.
    In de ogen van deze bestuurders zijn alle ambities van al hun onderdanen even gewichtig of even dwaas. Dat sommige van die ‘onderdanen’ maar van één ding dromen, de triomf van de islam, willen en kunnen zij niet begrijpen. De bestuurlijke elite beschouwt het eigen vermogen tot het absorberen van vreemde aspiraties en evidente malligheid als onbegrensd.
    Medina is de eerste stad die de moslims innemen. Hij wordt bestuurd door een tweemanschap: Abdallah Ibn Ubayy en Abou Aamir. Ibn Ubayy gaat na een poosje tot de islam over. Maar zijn collega Abou Aamir ‘weigerde hardnekkig te geloven’. Hij blijft de rest van zijn leven voor de moslimse troepen uitvluchten, eerst naar Mekka, dan naar Taif en ten slotte naar Syrië waar hij overlijdt. Abou Aamir was de zaak van Byzantium en het christendom ten volle toegedaan. Capituleren voor de macht van de islam bleef hij levenslang afwijzen.
    Direct al bij de moslimse overname van Medina tekenen zich dus twee soorten reacties af: halfhartige zelfislamisering en de principiële weigering het eigen cultuurgoed overboord te gooien. De weigeraars zijn steeds mensen die zelf hardnekkig iets van oordeel zijn over de mens en de wereld, die hun eigen cultuur kennen en respecteren.
    Het is duidelijk dat er meer ideologieën bestaan die mensen immuun voor de islam kunnen maken, maar het is nog duidelijker dat de postmoderne onwetendheid daar niet bij hoort. Iemand die denkt dat of iets waar is, er maar vanaf hangt hoe je naar de dingen kijkt, is wanneer het eenmaal vrij worstelen wordt, geen partij voor welke solide activistische vroomheid dan ook. Ook de modieuze regenteske opvatting van veel Nederlandse bestuurders, dat alle godsdiensten eigenlijk apekool zijn, is geen effectieve bescherming tegen de islam. Wie dat vindt, onderschat zijn belagers.
    Toen Mohammed Mekka innam, zijn er dus zo’n vijftien doden gevallen. Voor wie gewend is aan de Tweede Wereldoorlog of het communisme, waar doden meestal met miljoenen geteld worden, is dat niet veel. Toch is het vreemd dat Karen Armstrong in haar boek over de islam schrijft: ‘Mohammed wist de stad Mekka in te nemen zonder een druppel bloed te vergieten’. Er gaapt een afgrond tussen de ongegeneerde rapportage van Ibn Ishaq over Mohammeds bloedvergieten en deze zin van Karen Armstrong, de moeder-overste van de zelfislamiseerders.    ...
    Linkse politici neigen eerder tot zelfislamisering dan rechtse. Links is, grof gezegd, van oordeel dat onze kapitalistische consumentistische racistische neokolonialistische & seksistische maatschappij niet deugt en dat daarom de ‘maatschappelijke structuren’ veranderd moeten worden. Dat vinden de imams ook. Een aantal jaren geleden ben ik allochtone studenten eens voorzichtig gaan vragen waar zij voor het eerst te horen kregen dat de Nederlandse maatschappij niet deugt. Het antwoord luidde onveranderlijk: ‘Maar meneer, bij maatschappijleer natuurlijk.’ Als de imam dat dan in zijn preken bevestigt, is voor veel jongeren de cirkel rond.    ...

Dit is de ingekorte versie van de Anton Constandse-lezing die arabist Hans Jansen op 16 september 2006 hield in Utrecht.

Op het internet was er meer vrijheid - hier spreekt een van de drijvende krachten (de Volkskrant, 21-09-2006, door Annelies van der Veer, initiatiefneemster van de debatsite www.hoeiboei.web-log.nl ):
  Wie bekreunt zich nog om het lot van Wilders

De gematigde moslim die doodsbedreiging en vrouwenmishandeling niet normaal vindt, ontmoet vooral verbazing, vindt Annelies van der Veer.


Tussentitel: Khan begreep alles maar kon er toch met zijn verstand niet bij

Is er nog íemand die het raar vindt dat Geert Wilders bedreigd wordt door... tja, hoe zal ik ze noemen… door van die mensen die in Nederland wonen maar tegen de democratie en de rechtsstaat zijn omdat zij, op grond van hun religie of cultuur of allebei, vinden dat die democratie niet deugt? Zij eisen daarom meer respect en meer begrip voor hun ideeën. Verwezenlijking van hun leer dient, koste wat het kost, toch eigenlijk wel zo snel mogelijk plaats te vinden in Nederland. Zij bedreigen Geert Wilders met de dood en de vraag is of iemand zich daar nog druk over maakt.
    Ja hoor. Er is ten minste één man die het niet normaal vindt dat Geert Wilders met de dood wordt bedreigd. Zijn naam is Hikmat Mahawat Khan. Je moet voorzichtig zijn met etiketten, maar ingenieur Khan (ex-voorman van de Contactgroep Islam) schijnt een liberale moslim te zijn. Ik hoorde hem vorige week op de radio. Het was leuk te vernemen hoe verbaasd de interviewster klonk toen Khan spontaan zei zich nog steeds te verbazen over het feit dat niemand in Nederland zich meer verbaast over alle doodsbedreigingen aan het adres van Wilders. Want die gaan gewoon door.   ...
    ... Onze minister van Justitie is niet zo bezig met vrouwen, en al helemaal niet met geschikte huisvesting voor bedreigde vrouwen, hij heeft andere prioriteiten. Hij vindt het belangrijker ons erop te wijzen dat bij tweederde meerderheid van de stemmen de sharia (de islamitische wetgeving die het einde betekent van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst) hier kan worden ingevoerd. Dat recht te verdedigen is op dit moment belangrijker voor Donner.
    Van alle kanten, van alle politieke partijen, krijgen we berichten binnen dat we de gematigde moslims toch in godsnaam moeten steunen. Dat is onze heilige plicht. Terecht! Maar wat doet de politiek zelf? Die steunt alleen de orthodoxe en fanatieke moslims die niets doen aan de achtergesteldheid van de vrouwelijke moslims alhier. Zij vinden het wel best zo. Ze beweren dat hun ‘moslima’s’ zo aan de hoofddoek zijn gehecht en ze staan niet pal voor de vrijheid van meningsuiting. Ook geven zij het liefst Israël de schuld van het asociale gedrag van Amsterdamse rotjochies.
    En dus zijn we al lang bezig de sharia hier sluipenderwijs in te voeren. Steeds een beetje meer toegeven. In de ijdele hoop daarmee geweld buiten de deur te houden. We bevinden ons al lang op een glijdende schaal. Halal-hypotheken, gescheiden zwemlessen voor jongens en meisjes, geen handen schudden met vreemden want anders wordt men seksueel in verleiding gebracht, met hoofddoek op de pasfoto, het uitschelden van andersdenkenden, zelfcensuur, het zijn allemaal regels uit de islamitische wetten, de sharia. En anders staat het wel in het boek der boeken.
    De gematigde moslim Hikmat Mahawat Khan heeft de strijd nog niet opgegeven. Gisteren werd bekend dat hij op nummer drie staat van de kandidatenlijst van Eén NL, de partij van Marco Pastors. Er is nog hoop.

Het volgende stuk is naar aanleiding van dit bericht uitleg of detail (de Volkskrant, 28-03-2008, door Sander van Walsum):
  Moslimscholier moet gewoon buiten spelen

Zo’n dertig jaar geleden wisten cabaretiers en cineasten – per definitie vlijmscherp en vreselijk links – wel raad met gelovigen. Pastoors werden opgevoerd als corpulente figuren die niet van jeugdige parochianen konden afblijven. Gereformeerde predikanten maakten gemene zaak met de wrekende God, maar namen het met de eigen moraal niet zo nauw.
    Volgens de modieuze opvatting van die dagen handelden jeugdige kerkgangers onder dwang, of miskenden ze de tekenen des tijds. Wie als 16-jarige de Heer liefhad, werd door zijn ruimdenkende leeftijdsgenoten ter verantwoording geroepen. Soms oogstte de gelovige nog wel respect voor de eerlijkheid waarmee hij zijn afwijkende opvattingen opbiechtte. Maar dat respect strekte zich niet uit tot het geloof zelf. De keuze voor allerlei exotische varianten van het communisme was makkelijker te verklaren dan de keuze voor welke God dan ook.
    Die houding veranderde toen de migranten in ons midden als gelovigen werden geïdentificeerd. We waren – wijs geworden door het verleden – tot het inzicht gekomen dat onze cultuur niet superieur was aan andere. Dus we haalden het niet in ons hoofd om net zo schamper over moslims te doen als over onze protestanten en katholieken.
    Sterker: we gingen ons respect tonen voor de islam. Daarin zijn we dermate opgegaan, dat het woord ‘respect’ aan een gierende inflatie onderhevig is geraakt. Temeer omdat iedereen die zich in zijn religieuze eigenwaarde gekrenkt voelt, respect opeist – en het vaak nog krijgt ook.
    Vroeger werd het individueel geloof niet serieus genoeg genomen, nu geniet het misschien wel te veel eerbied. Waar dat toe kan leiden, blijkt uit een curieuze uitspraak van een administratieve rechtbank in Berlijn: openbare scholen moeten een gebedsruimte beschikbaar stellen aan leerlingen die daarom vragen.
    De zaak was aanhangig gemaakt door een 14-jarige leerling van het Diesterweg-gymnasium in het stadsdeel Wedding. Hij had zich beknot gevoeld in zijn religieuze rechten omdat de rectrix zijn gebedsrituelen niet wilde faciliteren. De rechter heeft de jongen in het gelijk gesteld. Hij merkt bidden aan als een grondrecht dat ook op openbare scholen moet worden gewaarborgd.   ...
    Alleen het feit dat de klacht van de gymnasiast in behandeling werd genomen, getuigt al van een mateloze overwaardering van het geloof. Zal een 14-jarige werkelijk de behoefte voelen om zich in de pauze met een gebedskleedje in een ongezellig kamertje terug te trekken? Ik geloof er – met alle respect – niets van. ‘Ga buiten spelen!’ Dát had de rechter moeten zeggen.

De volgende was naar aanleiding van de zoveelste zelf-islamiseringsfestival uit de tussenliggende jaren (de Volkskrant, 05-03-2009, door Simon Admiraal, arabist, en onderzoeker naar radicalisering in Arabische preken):
  Amsterdam en FNV hebben niets te zoeken bij Hoofddoekbrigade

Poldermoslima Hoofddoekbrigade strijdt tegen discriminatie van moslima's op het werk. Toch staat zij hun integratie in de weg, zegt Simon Admiraal


Tussentitel: Op manifestatie werd kuisheid bewierookt als vorm van emancipatie

In onze multiculturele samenleving wordt van overheidswege druk toegezien op de mate waarin moslimvrouwen en moslimmeisjes kansen krijgen om zich te ontwikkelen tot volwaardige medeburgers. Dat is een goede zaak. We zijn blij als we ze op de werkvloer tegenkomen.
    De vraag is alleen of we ook blij moeten zijn als zij hun arbeidsparticipatie afhankelijk maken van de mogelijkheid om zich op die werkvloer religieus te uiten in kleding en gedrag. De motivatie zal divers zijn, zoals groepsidentificatie of de hang naar traditionele, modieuze kledij.
    Maar vrouwelijke publicisten en wetenschappers uit dit milieu wijzen vooral op de zeer bewuste campagnes van fundamentalisten om de hoofddoek in te zetten als middel om een ‘publieke onzichtbaarheid’ van de vrouw af te dwingen. Ze mag zich vertonen op straat, maar wel zo onzichtbaar mogelijk, zodat ze mannen niet in verleiding brengt.
    Bovendien wordt haar geleerd dat het hoofdhaar een bron van schaamte is dat ze alleen mag tonen aan haar directe familieleden. Dit zijn voor moderne fundamentalisten de spelregels waarbinnen moslimvrouwen mogen emanciperen.
    Twee weken geleden stond het kledingonderwerp centraal in een manifestatie in de Grote Moskee van Amsterdam (‘El Kabir’). Hier werd heel opvallend ook de scheiding van staat en religie weer eens op de proef gesteld. Het was een vrolijke en kleurige bijeenkomst, een manifestatie van diversiteit: vrouwen mét bedekte hoofd- en nekpartij, vrouwen zonder; mannen mét baard en zonder; mannen in jurk en mannen in pak of trui. Allemaal gezellig door elkaar in een godshuis waar normaliter de seksen strikt gescheiden zijn.
    De manifestatie was georganiseerd door de onlangs opgerichte Poldermoslima Hoofddoekbrigade. Ze was (mede) mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de gemeente Amsterdam. Achter de tafel zaten geen imams, wel seculiere vertegenwoordigers van overheid en wetenschap. De voorzitters van de FNV en de HBO-raad waren gekomen. Agnes Jongerius deelde er een hoofddoekprijs uit aan firma Dirk van den Broek. Het was een manifestatie die vooral in dienst van de fundamentalistische islam leek te staan. Kuisheid werd hier bewierookt als vorm van emancipatie.
    De manifestatie draaide om diversiteit. Niet voor niets werd de opening verricht door mevrouw Reil, hoofd Diversiteit en Integratie van de gemeente Amsterdam. Deze tweede taak, integratie, is uiteraard van eminent belang in een grote stad.
    Het is daarom interessant om te kijken hoe de hoofddoekdames daarover denken. In Metro van 18 februari gaf Nora El Jebli, initiatiefneemster van de Poldermoslima Hoofddoekbrigade, een samenvatting van haar denkbeelden: ‘Mijn hoofddoek staat symbool voor de liefde voor het geloof. Ik geloof meer in participatie dan in integratie.’
    Lees dit goed. Ze zegt: mijn hoofddoek is een uiterlijk teken (‘symbool’) dat mijn aanhankelijkheid voor de islamitische leer (‘het geloof’) aangeeft die mij oproept om mee te doen in deze samenleving (‘participatie’), maar dat is wat anders dan integreren.
    Deze opvatting van integratie tref je ook telkens aan in bijvoorbeeld Arabische preken van imams en geschriften van fundamentalistische moslimpolitici wereldwijd. Zij is in overeenstemming met de voorschriften van de orthodoxe islamitische wet zoals die in vele handboeken is vastgelegd.
    Daarin is ook te vinden dat de ideale moslim zich in kleding (en gedrag) dient te onderscheiden van zijn en haar medemens. Ettelijke uitspraken worden de stichter van de islam in de mond gelegd die dit moeten bevestigen. De meest geciteerde luidt: man tashahhaba bi qawmin fa huwa minhum (‘Wie een andere groep mensen nadoet, behoort tot hen’). De angst om echt te integreren of, nog erger, om te assimileren, zoals bijvoorbeeld Joden en Indonesiërs hebben gedaan, krijgt hierdoor een religieuze lading. ‘De hoofddoek is het politieke spandoek van de fundamentalisten’, schreef de Egyptisch-Nederlandse schrijfster Nahed Selim in 2006 in Opzij.
    Natuurlijk zijn niet alle meisjes met hoofddoek zelf fundamentalist. Maar een bewust politieke steun voor dit wereldwijde symbool betekent wel steun voor het oprukkende fundamentalisme.    ...
    Altijd als ik over de Meiden van Halal en hun ‘lieve gesluierde zusters’ hoor, moet ik denken aan het grote plein voor de Egyptische Universiteit in Caïro, waar een groot standbeeld staat van een vrouw die haar hoofddoek afwerpt. Dertig jaar geleden zag je daaromheen nog vrolijke Egyptische vrouwen met onbedekt hoofd. Tegenwoordig vormen zij een zeldzaamheid.
    Het fundamentalisme is een plaag voor de emancipatie in de ouderwetse, seculiere betekenis van het woord. De FNV zou zich daarvan moeten distantiëren, net als de gemeente Amsterdam.

Het volgende stuk is in bescheiden termen geformuleerd, en je zou het over het hoofd kunnen zien als een waarschuwing (de Volkskrant, 21-10-2009, column door Aleid Truijens):
  Privé

Tussentitel: Als we er eens mee ophielden altijd de islam erbij te slepen

Ze fokken als de konijnen, die geile ouwelvreters. En ze hebben het achter de ellebogen ook. Ze praten met gespleten tong. Vertrouw nooit een katholiek. Elke verjaardag was het raak, na drie bier. ...De sfeer was oubollig, maar goedmoedig. Niemand voelde zich ten diepste gekwetst of aangetast in zijn identiteit. Natuurlijk niet. ...
    Nu weet ik pas hoe weldadig dat was. Job Cohen wil dat het beeld van de ‘gematigde moslim’ meer gaat figureren in het debat. De reflex bij ‘moslim’ is onmiddellijk: criminaliteit, overlast, kutmarokkaantjes en fundamentalisme. Dat moet anders, vindt Cohen, en hij roept de wetenschap te hulp, die een genuanceerd beeld van de islam schetst.
    Je verdiepen in de achtergrond van religies kan nooit kwaad, maar die kennis zal het begrip tussen buurtbewoners niet vergroten. Wat wel helpt, is als mensen elkaar met rust laten. Mensen zíjn hun religie niet. Als we nu eens ophielden altijd de islam erbij te slepen als het om immigranten gaat. Waarom zou de identiteit van een Marokkaan volkomen samenvallen met zijn moslim-zijn?
    Laten we ook de term ‘gematigde moslim’ afschaffen. Die is enorm goedbedoeld, maar beledigend. Ze klinkt als ‘je hebt ook goede Duitsers.’ Of: ‘Er zijn óók betrouwbare katholieken.’ Dan liever een foute papenmop. Dat wij thuis zongen bij het kindeke Jezus maakte mij als student niet slimmer of achterlijker, gewetensvoller of onbetrouwbaarder dan andere studenten.
    Verdraagzaam samenleven is pas mogelijk als je mensen in het openbare leven niet aanspreekt op hun geloof. Nooit. Je verkoopt worsten bij de HEMA, je bent loodgieter of biologieleraar, maar je verkoopt geen worsten op moslimwijze, je legt geen islamitische leidingen en doceert geen koranbiologie. Je bent een belasting betalende burger en werknemer. Als je vreest dat worsten verkopen of de evolutieleer uitleggen in strijd is met je privégeloof moet je vooral niet op zulke banen solliciteren.   ...

Een onderbreking, want eigenlijk is dit al allemaal sensationeel. Want het gaat regelrecht in tegen de volstrekt dominante houding: "We moeten hoofddoekjes omarmen".En niet vanuit een of ander principieel standpunt, maar gewoon vanuit de mores: hoe ga je fatsoenlijk met elkaar om. En fatsoenlijk met elkaar omgaan houdt, ook volgens Aleid Truijens, in dat je elkaar niet lastigvalt met je religie.
    Truijens geeft ook nog aan hoe diep de zelfislamisering ingekankerd is:
  Het begint bij kinderen. Ahmed staat vanaf de peuterschool op achterstand omdat hij zo heet. Bij hem thuis leven ze anders, denken leerkrachten en mede-ouders, en dat komt door dat strenge geloof. Ahmed wordt zieliger gevonden en lager ingeschat dan katholieke, joodse of goddeloze kinderen, en die lage verwachtingen komen uit. Goeiig speelt de juf in op de ramadan en het suikerfeest bij Ahmed thuis – wat zijn status aparte alleen maar versterkt, of, op een zwarte school, het collectief buitengesloten zijn bevestigt. Gun kinderen de kans om buiten hun gezin ‘niks’ te zijn, op straat, op het voetbalveld, en vooral op school. Allemaal niks, dat schiet beter op dan allemaal anders.

Ook heel illustratief zijn de titels bij de webversie:
  Laat die religie toch

Mensen zijn hun religie niet. Laten we afspreken dat we allemaal niks zijn, dat schiet beter op dan allemaal anders


Tussentitel: Goeiig speelt de juf in op de ramadan en het suikerfeest bij Ahmed thuis

Wat er dus allemaal wel gebeurt, is volstrekt ongewenste steun aan religie, en wel een specifieke religie. Het is zelfislamisering.

Aanstaande gemeenteraadsverkiezingen bieden nog eens gelegenheid voor een waarschuwing (de Volkskrant, 23-02-2010, ingezonden brief van David Vesters (Boskoop)):
  Multicultureel

Vergeet alle andere onderwerpen. Het gaat nu nog maar om één iets: wordt Nederland onder leiding van de PvdA en GroenLinks definitief een multicultureel land of wil Nederland Nederland blijven met Nederlandse normen, waarden en tradities en is het: stop aan de islam.
    Dit is de vraag die tijdens de komende Kamerverkiezingen en de daarop volgende kabinetsformatie centraal staat. Alle andere onderwerpen zijn voor de kiezer ondergeschikt. ...

Dat laatste is wat sterk gesteld, maar dat het een belangrijke rol speelt, klopt wel steeds meer.
    De schrijver had nog een paar behartenswaardige opmerkingen:
  Nederland heeft genoeg van de allochtone dictatuur op straat. Pim Fortuyn wilde die terreur aanpakken, maar hij werd vermoord. De chaos die dreigde te ontstaan, werd beteugeld door het fenomeen Balkenende. Hij kreeg echter te maken met een instabiele LPF. De geschiedenis gaat zich straks herhalen. Wilders zal winnen, maar hij heeft geen goede mensen om zich heen. Een kabinet met de PVV erin zal daarom spoedig vallen. Dan komt er weer een klassiek kabinet en die laat vervolgens de kern weer liggen: de onvrede over de allochtone terreur. En het land zal daardoor nog meer afglijden.
    Ik hoop dat Wilders goede mensen om zich heen weet te verzamelen, opdat hij een serieuze coalitiegenoot kan zijn en dat gewerkt kan worden aan het weer leefbaar maken van Nederland.

Voor een gesproken variant, door Wafa Sultan, zie de volgende uitzending van EénVandaag (30-06-2010) uitleg of detail .


Naar Zelfislamisering , of site home .