Gelijkheid en ongelijkheid

13 jul.2003; 3 jun.2010

Zijn mensen fundamenteel gelijk of ongelijk? Over deze vraag is al veel gediscussieerd, met posities die grotendeels samenvallen men wat men politiek links en rechts noemt: links verklaart alle mensen gelijk, en rechts alle mensen ongelijk. De inspiratiebron achter de rechtse ongelijkheid is dat en een inherente voorwaarde is voor de kern van het rechtse politieke denken: het primaat van het recht van de sterkste uitleg of detail . De inspiratiebron achter de linkse gelijkheid is de bestrijding van de door de rechte ongelijkheid ontstane wantoestanden.

Er is een belangrijk fundamenteel verschil tussen de rechte ongelijkheid en de linkse gelijkheid: de rechtse ongelijkheid historisch gegroeid als een pragmatisch verschijnsel - het ging en gaat in eerste instantie om eigenbelang. De linkse gelijkheid is voornamelijk een ideologie - de ernst van misstanden van de rechtse ongelijkheid heeft geleid tot het verheffen van de gelijkheid tot een principe, zoals in de Franse revolutionaire kreet van "Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap" - let op de hoofdletters. Na het ontstaan van deze linkse gelijkheidsideologie zijn er ook rechtse tegenhangers ontwikkeld, zie de voorbeelden hier uitleg of detail uitleg of detail .

De morele positie van de rechtse ongelijkheid heeft weinig uitleg nodig - je hoeft maar de term "Dickensiaanse toestanden" te laten vallen, en het is duidelijk wat die positie is uitleg of detail . Die van de linkse gelijkheid is wat moeilijker, want het lijkt zo voor de hand liggend en mooi: waarom zou de ene mens meer waard zijn of anders behandeld worden dan de ander? De reden voor dat oordeel is negatief: we leven nog te zeer leven in en zijn te gewend aan een maatschappij die op de rechtse manier is ingericht. Dat wil zeggen: een maatschappij waarin de organisatorische verhoudingen grotendeels bepaald door de factor "macht", met als kenmerk willekeur, in plaats van gezag, met als kenmerk competentie uitleg of detail . Het uitoefenen door de ene mens van willekeurige macht op de andere is een moreel en praktisch verwerpelijke zaak, en een principiële stellingname daartegen is een verdedigbare zaak. Het probleem met de linkse gelijkheid is dat men het verheft tot een ideologie, en op alle aspecten van de maatschappij van toepassing verklaard. Dat gaat dus fout uitleg of detail - zoals het met de meeste of alle ideologie fout gaat. Dat het fout is dat een directeur een werknemer ontslaat alleen omdat zijn gezicht hem niet aanstaat of omdat hij kritiek heeft op arbeidsomstandigheden, wil niet zeggen dat het fout is dat een agent iemand die tegen de gevel piest een bon geeft en als deze agressief wordt hem in de cel stopt.

Net als voor Vrijheid gaat het er dus om iets dat in zij  algemeenheid een goed ding lijkt, eerst te vertalen naar de specifieke situatie waar men het over wil hebben, dan alle relevante omst5adigheden er ij betrekken, en dan pas een oordeel geeft over de waarde van het toepassen van gelijkheid (of vrijheid) in dit specifieke geval.

Dus wat we als eerste nodig hebben is een indeling en rangschikking van specifieke situaties waar we mee te maken kunnen krijgen. Dat lijkt een onmogelijke zaak, maar dat is het niet, want het is al min of meer gedaan. Het natuurlijke uitgangspunt bij zo'n benadering is namelijk dat naarmate zaken voor mensen van meer fundamenteel belang zijn, je ze in dat opzicht gelijker moet behandelen - voorbeeldje: het is een redelijk fundamenteel belang om te blijven leven - dus moet je alle mensen gelijk behandelen in dat je ze niet zomaar dood mag maken (N.B. Mocht je dat wel vinden, heeft iedereen dus het recht om jou dood te maken).

De indeling van zaken naar de mate van belang voor mensen is bekend als de piramide van Maslow (Wikipedia), de piramide van menselijke behoeftes,  zie hiernaast (klik erop voor een vergroting). Het is tevens een rangschikking naar gemeenschappelijkheid - hoe gemeenschappelijker een behoefte, hoe fundamenteler: iedereen kan zonder een piano, maar niemand kan zonder voedsel. En hoe gemeenschappelijker, hoe belangrijker.

Je kan natuurlijk over diverse aspecten van de gegeven verdeling praten, maar op een hoger niveau gaat het er er hier om dat je over de zaken nu concreet kan praten, en aan je ideeën sleutelen.

Met deze rangschikking als uitgangspunt  in de hand kan je ook snel zien dat de aanpak overeenkomt met praktische maatschappelijke zaken. Zo zijn de sociale voorzieningen in de beschaafde maatschappijen in Europa erop gericht om wat betreft de zaken genoemd op de onderste rij van de piramide een sterke vorm van gelijkheid te verschaffen. Terwijl wat betreft de bovenste drie lagen iedereen het (grotendeels) maar zelf uit moet zoeken. Met een tussenliggende aanpak voor de tussenliggende situaties.

De conclusie is dus dat de nu bekende vormen van gelijkheid niet deugen, omdat ze geformuleerd zijn als zwart-wit gevallen, waarbij het rechtse denken uitgaat van absolute ongelijkheid, en het linkse denken van absolute gelijkheid.

De vorm van gelijkheid die hier geïntroduceerd wordt hanteert hetzelfde idee van gelijkheid, maar past het toe in verschillende mate, afhankelijk van de maatschappelijke context. Dat maakt dat er moeilijk algemene regels zijn op te stellen, en iedere situatie op zich bekeken moet worden. Dat wordt vergemakkelijkt in dat vele situaties niet volkomen gelijk zijn maar wel gelijksoortig, zodat er per soort algemenere regels geformuleerd kunnen worden, die per specifiek geval te amenderen zijn. Met als voorbeeld de indeling van Maslow

Voor zowel soortregels als detailregels kan bovendien gebruik worden gemaakt van de regel van de inschatting: neem de situaties van volkomen gelijkheid en volkomen ongelijkheid als eindpunt op een fictieve schaal, en schat in op welk punt van deze schaal de specifieke situatie ligt: meer naam links of meer naar rechts.


Naar Competitie en samenwerking , Sociologie lijst  , Sociologie overzicht  , of site home .