Bronnen bij Houding van de top, deel I: Commissarissen der Koningin

Analyse onderstaand.

De Volkskrant, 14-05-2005, rubriek 100 dagen later, door Raoul du Pré

'Het was een geweldige hype'

Plotseling stonden de provinciebestuurders te boek als zakkenvullers. 'Dat je je er nog voor léént.'

Daar ging de goeie reputatie van Hans Alders, commissaris van de koningin te Groningen. Dertig jaar zonder grote kleerscheuren in de Rijksdienst gewerkt en opeens kwamen de ingezonden-brievenschrijvers in alle kranten woorden tekort om lucht te geven aan hun woede.
'Zakkenvuller!' 'Commissaris Dagobert!' 'Graaifestival!'
    Het volkstribunaal van het dagelijkse Radio 1-programma Standpunt NL, was al niet veel genadiger: Schande, riep ruim 80 procent van de luisteraars: waar halen ze de brutaliteit vandaan?
    De onthulling die alles begin februari op gang bracht kwam van het weekblad Elsevier. Dat had onderzocht hoeveel de commissarissen der koningin bijverdienen met hun nevenfuncties, bovenop hun gewone salaris van 120 duizend euro. Dat viel nog niet mee, want de provinciebestuurders bleken zelf niet erg toeschietelijk met informatie. Maar daar stond het dan toch. Boele Staal (Utrecht): vijftigduizend euro. Ed Nijpels (Friesland): 36 duizend euro. Harry Borghouts (Noord-Holland): 33 duizend euro. En helemaal bovenaan stond Alders: negentigduizend euro. Houden die mensen nog wel tijd over voor hun echte werk, was de vraag die het land enkele dagen bezig hield.
    Alleen de commissarissen zelf bleken niet bijster onder de indruk van de verontwaardiging om hen heen. 'ik kan het uitleggen en ik schaam mij niet', zei Hans Alders. Om er aan toe te voegen: 'Dit is een geweldige hype.'
    'En dat wás het ook', zegt Alders' woordvoerster honderd dagen later. Maar schaamt de commissaris zich nog steeds niet? Is hij blij dat de hype voorbij is?
    'Mijnheer Alders heeft geen enkele behoefte om op wat voor manier dan ook nog eens publiekelijk stil te staan bij deze zaak.'
    Boele Staal dan, commissaris van de koningin te Utrecht, vond u het ook een hype?
'Dat was het inderdaad. Ik erger mij aan die incidenten-politiek. Als het gaat om personen wordt het zo langzamerhand een schiettent.'

U bent niet blij dat uw inkomsten nu bekend zijn?
'Het is heel goed dat het allemaal aan de kaak wordt gesteld. maar de discussie wordt zo eenzijdig gevoerd. Het gaat alleen over de bijverdiensten, niet over het nut dat die nevenfuncties misschien hebben. Politici en bestuurders worden geacht met beide benen middenin de maatschappij te slaan en een breed netwerk te onderhouden, dus ook in het bedrijfsleven. Dat is deels ten bate van de provincie. En in het bedrijfsleven wordt nu eenmaal meer betaald dan in de politiek. Met één toezichts- en adviesfunctie en zes vergaderingen per jaar zit je zo op eenzesde van de JP-norm.'

De JP-norm?
'Het inkomen van Jan Peter Balkenende, 140 duizend euro. Dat is nu toch de nieuwe norm? Maar als we die nu voor alle publieke functies gaan hanteren, is er straks niemand meer buiten de grijze middelmaat te porren voor die functies. Het wordt nu al steeds moeilijker om goede ministers en wethouders te vinden. Begrijp me goed: van mij mag een speciale inspecteur mijn neveninkomsten bijhouden om te zien of er geen gekke verhoudingen ontstaan. Wat mij betreft dragen we ook een bepaald percentage af aan de provincie en mag iedereen weten hoeveel tijd ik aan nevenactiviteiten besteed...'

Maar u bent tegen volledige openbaarmaking van al uw inkomsten, zoals minister Remkes van Binnenlandse Zaken nu wil?
'Ja. Die openbaarheid leidt nergens toe. Het creëert jaloezie en zal de salarissen alleen maar opdrijven. Kijk maar wat er nu in het bedrijfsleven gebeurt. Daar loopt het volledig uit de hand. Ik hoef toch ook niet van al mijn buren het inkomen te weten? Dat is niet gezond.'

Had u last van de publiciteit? Werd u er op aangesproken op straat?
'Nee. helemaal niet. Er zullen best mensen zijn die zeggen: potverdikkie, die commissarissen - ze werden al goed betaald en nu dit ook nog. Maar in mijn eigen netwerk is de reactie heel anders. Daar zeggen ze: dat je je er nog voor léént.'

Minister Remkes heeft inmiddels zijn wetsvoorstel klaar. Alle publieke functionarissen moeten straks hun inkomsten openbaren voorzover die het salaris van een minister (circa 120 duizend euro) overstijgen. Dat geldt dus ook voor de commissarissen der koningin. Dan moeten de Provinciale Staten, die geacht worden de bezigheden van de commissaris te controleren, vervolgens beslissen of ze daarmee kunnen instemmen. 'Vergroting van de transparantie kan remmend werken op de salarisontwikkeling'. denkt de minister.
    Het wetsvoorstel gaat binnenkort naar de Tweede Kamer. Die hoeft er waarschijnlijk niet al te lang bij stil te staan voordat het wordt goedgekeurd, want ook de parlementariërs stonden in februari in de rij om hun afschuw uit te spreken over de bijbaantjes en neveninkomsten van Alders, Staal en hun collega's.
    Maar dat is misschien toch wat optimistisch, want er is inmiddels een belangrijke complicatie. Twee maanden na de commissarissen stonden de Kamerleden zelf in de krant: één op de drie parlementariërs heeft betaalde bijverdiensten, zo bleek. Nu consequent blijven, zei het PvdA-Kamerlid Staf Depla daarop tegen zijn collega's: de hoogste tijd dat de Kamer ook een gedragscode voor zichzelf in het leven roept. Kwestie van geloofwaardigheid.
    Helaas. Dát vindt opeens lang niet iedereen in Den Haag meer vanzelfsprekend. 'Zo'n code is een doekje voor het bloeden', vindt het CDA, zodra het over zichzelf praat. En ook de VVD zit er niet op te wachten: 'Want ieder Kamerlid weet precies hoe ver hij kan gaan.'
    Maar dat zeiden de commissarissen ook over zichzelf, honderd dagen geleden. En waarom zouden zij een code accepteren die de Kamer zichzelf onthoudt?
    'Inderdaad, dat vraag ik me ook af, zegt Boete Staal.
    Wordt het dus toch nog een spannend debat, later dit jaar in de Kamer.


Red.:   De commissarissen der koningen hebben dus geen enkele feeling voor de maatschappelijke werkelijkheid. De werkelijkheid is dat hun benoeming geheel is gebaseerd op politieke contacten, en hun functie is grotendeels ceremoniair, omdat ze geen functie met democratische verantwoording hebben; die democratische functie ligt bij provinciale en gedeputeerde staten. Als gevolg van die beperkte functie kunnen ze zoveel tijd aan nevenfuncties bekleden, die tot die extra inkomsten heeft geleid.

Wat betreft de argumenten in hun reactie: de kwaliteiten van eventuele opvolgers zijn volledig speculatief, maar gezien deze reacties zullen ze niet zoveel slechter zijn. Ten tweede: als hun capaciteiten inderdaad zo hoog zijn, kunnen die beter in essentiëlere maatschappelijke posities ingezet worden, dan een een representatieve.


Terug naar Bronnen bij Houding van de top I, commissarissen , Hiërarchie
sociologie
,  of naar site home .
 

[an error occurred while processing this directive]