Bronnen bij Klassenstrijd: ontkenning

 26 feb.2012

De ontkenning van het bestaan van een klassenstrijd is in zwang geraakt tezamen met de stijging van het algemene welvaartspeil. Zolang het welvaartspeil boven een bepaald niveau stijgt, valt er genoeg te verdelen om ook de lagere klassen een deel daarvan te geven, ondanks het feit dat het merendeel of overgrote deel van die stijging ten gunste komt van een relatief kleine groep.
    Dit heeft enkele decennia geduurd, maar het einde van die periode stond vast met het feit dat de economische groei beperkt  is door de eindige hoeveelheid hulpbronnen van de planeet, en het beslag op het klimaat en milieu. En zodra de welvaartsgroei onder een bepaald minimum zakt, valt er niet genoeg meer te verdelen om zowel de graaiende rijken tevreden te stellen als de lagere klassen. En omdat de eersten de baas zijn, betekent dat dus een achteruitgang voor de lagere klassen. De laatste achteruitgang kwam deels door toeval nogal plotseling, door de kredietcrisis van 2008. Sinds die tijd is de klassenstrijd weer in alle omvang zichtbaar.
    De ontkenning van de klassenstrijd was vooral populair bij de groep die er relatief het meeste geprofiteerd heeft van de welvaartsgroei (de rijken hadden altijd al veel), en dat is de middenklasse, en vooral het bovenste deel. Ook deel daarvan maakt de werknemers in de media. En daar zij dus profiteerden van de status quo, waren ze tegen de klassenstrijd, want meer voor de lagere klassen betekent minder voor de middenklasse.
   Onderstaand is een bron die al vanuit de overgangsperiode stamt:


Uit: De Volkskrant, 23-05-2008, door Gert-Jan van Teeffelen

Wanhopig Labour haalt klassenspook van stal

Toen hoge hoeden bijna tweehonderd jaar geleden in het Engelse straatbeeld verschenen, werden ze als schokkend en ongepast beschouwd. Er zijn zelfs verhalen dat de eerste dragers werden beboet.
    Het duurde echter niet lang tot deze opzichtige hoofddeksels in de mode raakten bij de upper class. Hoewel ze nu bijna alleen nog op bruiloften figureren en zelfs de duurste kostscholen ze hebben afgeschaft, roepen ze nog altijd associaties op met aristocraten, industriëlen en andere lieden – in Engeland aangeduid als toffs – die weinig of geen affiniteit hebben met het volk.
    De afgelopen weken was de hoge hoed echter terug op straat. Dat wil zeggen, in het kiesdistrict Crewe and Nantwich. Hier werd gisteren een tussentijdse verkiezing gehouden voor een zetel in het Lagerhuis, ...
    Maar waar de campagne tegen Johnson zich nog toespitste op zijn gebrek aan ervaring, koos Labour – met goedkeuring van Downing Street – in Crewe een omstreden strategie: besloten werd de Tory-kandidaat te demoniseren op basis van zijn afkomst.
    Zo kwam het dat deze Edward Timpson, erfgenaam van een geslacht dat rijk werd met schoenen, de laatste weken op de voet werd gevolgd door als toff verklede Labourmedewerkers, in jacquet en met hoge hoed.
    In pamfletten werd kiezers duidelijk gemaakt dat Timpson met een zilveren lepel in de mond is geboren, en een ‘excessief bevoorrechte’ achtergrond heeft. De prijs van zijn huis (2 miljoen euro) werd gehekeld, en zelfs de Zuid-Amerikaanse bomen in zijn tuin werden als elitair en dus verdacht afgeschilderd.
    Intussen vragen commentatoren en zelfs prominente Labourpolitici zich af hoe de partij zo diep heeft kunnen zinken dat ze de ‘klassenkaart’ speelt. Tony Blair, destijds populair in alle lagen van de bevolking, verklaarde dit vuurgevaarlijke thema immers tot taboe bij zijn New Labour. ‘De klassenstrijd is voorbij’, zei hij toen.   ...
    De Conservatieven hebben zich wijselijk niet tot hetzelfde niveau verlaagd. ... Tot zover New Labour, terug naar de vorige eeuw.


Red.:   De Volkskrant-journalist laat overduidelijk zien waar zijn sympathieën liggen - of beter: antipathieën. Want hij is misschien niet zozeer voor de conservatief, maar in ieder geval sterk tegen de klassenstrijd.
    Een ander voorbeeld uit het archief;


Uit: De Volkskrant, 08-05-2009, door Anet Bleich

Op zoek naar het verloren monoculturele paradijs

Buitenstaander spelen op het Haagse Binnenhof en namens ‘het volk’ aantrappen tegen het politieke bestel. Populisten doen niets liever, tot ergernis van hun critici.


De virtuele stormloop op het Binnenhof van Geert Wilders’ PVV, voorafgegaan door de spectaculaire opkomst en val van Rita Verdonk, blijft de gemoederen bezig houden. De meest recente tegengeluiden komen uit christen-democratische en links-liberale hoek. In Populisme als politiek drijfzand levert de Rotterdamse socioloog Anton Zijderveld scherpe kritiek op het naar de mond praten van ‘het volk’, het versimpelen van politieke problemen en het aanwijzen van zondebokken ...
    ... Heel het denken in termen van ‘elite versus volk’ is zó dertiger jaren en pas recent opnieuw geïntroduceerd door, jawel, de rechtse populisten. ...


Red.:    Tja, dat zouden ze dolgraag willen. En ondertussen rustig door kunnen graaien.
    Ook bij sociologen is de klassenstrijd een object van hardnekkige ontkenning:


Uit: De Volkskrant, 23-02-2012, door Wilco Dekker

'Niet alles dat waarde heeft, is meetbaar'

De louter cijfermatige benadering van onder meer het onderwijs en de zorg is armoedig, betogen veertien prominenten in het boek 'Weten is meer dan meten'. Drie van hen lichten dat toe.

De trend van 'economisering', waarbij meetbaarheid en zakelijkheid vooropstaan, leidt tot verschraling van de publieke sector, het bedrijfsleven en de samenleving. Het 'dominante neoliberale marktdenken', waarbij iets pas waarde heeft als het meetbaar is, moet plaatsmaken voor meer evenwichtige varianten. Dat bepleiten veertien prominenten in het boek Weten is meer dan meten, dat vandaag verschijnt.    ...

Tussenstuk:

Socioloog Abram de Swaan:
'Bordelen van de universiteit'

...    Het neoliberalisme is een uiting van fundamentalistisch marktgeloof. Fundamentalisme en het idee dat er één absolute leer is waaruit met volstrekte stelligheid kan worden afgeleid wat waar is, wat goed is om te doen en wat van waarde is, is misschien wel de gevaarlijkste dwaling waarin de mens kan vervallen. De vorige eeuw zijn er ten minste twee wereldmachten te gronde gericht door een waanidee. Het ene rijk was dat van de rassenwaan, het andere dat van de klassenwaan.
    Ook een open, democratische samenleving als de onze blijkt niet immuun voor fundamentalisme. Want de afgelopen decennia is het Westen meer en meer in de greep gekomen van het waanidee van de absolute vrije markt. ...
    Dat is het niet. Er is geen enkele deugdelijke, wetenschappelijke grond voor de stelling dat de volledig vrije markt zichzelf weet te reguleren en in toom weet te houden, zoals de marktgelovigen bepleiten.   ...


Red.:   En één van de rededen, of dé reden, dat de vrije markt uit de bocht vliegt, is dat de hogere klassen de onbeperkte mogelijkheden heeft om de lagere klassen uit te buiten.
    De hardnekkigheid van de ontkenning van de klassenstrijd is hier dus heel goed te zien, in dat Abram de Swaan, een zeer prominent socioloog, alle noodzakelijke ingrediënten noemt, maar toch de conclusie niet kan trekken. En zelfs het tegenovergestelde beweerd.
    Voor meer bewijzen van de holheid van deze houding, zie hier uitleg of detail .
    Het volgende artikel is zowel ontkenning als erkenning van de klassenstrijd. Erkenning in de zin dat alle gegevens er staan:


Uit: De Volkskrant, 25-02-2013, van verslaggever Peter Giesen

Het is overal, maar het ene onbehagen is het andere niet

Voor menig politicus is het bestrijden van onbehagen een hoofdtaak. Een adviesraad denkt dat ze er wijs aan zouden doen het beestje bij naam te noemen.


De bestrijding van maatschappelijk onbehagen is tot mislukken gedoemd, zolang de discussie wordt gevoerd in abstracte termen als de onvrede of de normen en waarden. Dit stelt de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling.
    Politici, burgers en media kunnen beter een debat voeren over concrete problemen, die met gerichte maatregelen kunnen worden aangepakt. Zo is het vruchtbaarder te spreken over de gebrekkige participatie van ouders op sommige scholen, dan over het tekortschieten van 'de' opvoeding.
    De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) zegt dit in een advies dat vandaag zal verschijnen.
    Sinds de 'Fortuynrevolutie' van 2002 staat het maatschappelijk onbehagen in het brandpunt van de belangstelling. Toch is het verschijnsel allerminst nieuw. Sinds 1975, toen onbehagen voor het eerst werd gemeten, is het slechts licht gestegen.    ...
    'Sinds 2002 zijn politici bezig het onbehagen te bestrijden op verschillende manieren', zegt Sadik Harchaoui, voorzitter van de RMO. 'De stemming onder burgers wordt voortdurend gepeild. Politici spelen in op onbehagen met harde taal over immigratie ...


Red.:   Een leugen: de elite legt over bijna alle immigratieproblemen nodig steeds zachte zwachteltjes.

  Onoplosbaar
Kwesties als 'de' onveiligheid, 'de' opvoeding of 'de' normen en waarden zijn niet oplosbaar. Er zullen altijd weer schokkende incidenten zijn die burgers het gevoel geven dat de samenleving zich in de verkeerde richting beweegt ...

Een leugen: de elite weigert nog steeds dit soort zaken effectief aan te pakken.
  Kringetje
In zijn advies richt de RMO zich sterk op het maatschappelijk debat. Er is een 'opinieplein' ontstaan, waar politici, burgers en media in een kringetje rond praten over 'het' onbehagen. Maar zit het echte probleem niet dieper? Opiniepeiler Maurice de Hond wijst op een gebrek aan democratie. Als burgers meer medeverantwoordelijkheid zouden krijgen, door referenda over belangrijke beslissingen, zou de onvrede afnemen, gelooft hij.

Inderdaad.
  In het RMO-rapport wordt de Vlaamse socioloog Mark Elchardus aangehaald, die gelooft dat de modernisering tot tamelijk onbestemde gevoelens van onvrede leidt. Om hierop vat te krijgen, richten burgers zich op concrete zaken, zoals de sluiting van een postkantoor.

Een leugen. het onbehagen richt zich op heel concrete dingen, maar die wil de elite niet horen, zie hiervoor. En hierna.
  Tussenstuk:
Veelkleurig palet van onbehagen
Onbehagen wordt vaak gezien als een massief verschijnsel. Achter onbehagen gaat echter een grote diversiteit schuil. De verschillende vormen van onbehagen kunnen samengaan, maar zijn soms ook strijdig met elkaar. Het onbehagen van de PVV-aanhang veroorzaakt weer onbehagen bij de kiezers van D66 en GroenLinks.
    De RMO onderscheidt in navolging van het Sociaal en Cultureel Planbureau de volgende vier vormen van onbehagen.
Links-conservatief onvrede over toenemende ongelijkheid, bezuinigingen op de verzorgingsstaat en ontwikkelingshulp.
Nativistisch Nederland gaat ten onder aan immigratie, criminaliteit en vrouwen in boerka.
Traditioneel-conservatief het echte probleem is individualisering, verhuftering en verval van normen en waarden.

Het onbehagen van de onderste tweederde. Allemaal zeer concrete punten: de graaiers, het afbreken van het sociale en het uitdelen aan derden.
    En aan de andere kant:
  Progressief-elitair Nederland is een intolerant en xenofoob land geworden. Kunst, milieu en ontwikkelingshulp staan onder druk door populisme.

De aloude houding van de bovenste derde: wij mogen jullie geld uitgeven en weggeven en iedereen binnenlaten om jouw salaris te ondermijnen en vrij naar het buitenland reizen, maar jullie mogen daar niet tegen protesteren. Want dan krijgen wij een slecht gevoel.
    Oh, en de ontkenning ligt er dus in dat het niet durven opschrijven. Terwijl de bijgeleverde illustratie het keihard in het gezicht schreeuwt:

Dit is een klassenstrijd!
    Maar elke keer is men weer "verrast":


Uit: De Volkskrant, 23-05-2014, door Martin Sommer

Analyse | Winnaars en verliezers

De nieuwe tegenstelling is die tussen hoog- en laagopgeleiden

De verkiezingsuitslag laat zien dat Europa populair is bij welgestelden die er baat bij hebben. Zij stemmen D66. Daartegenover staan SP- en PVV-stemmers buiten de Randstad


Red.:   Tjonge ... Die tegenstelling tussen hoog- en laagopgeleid was er natuurlijk al sinds de jaren 1980, toen dat deel van de bovenste derde dat nog niet was bezeten van het neoliberalisme, alsnog overliep naar de kamp van het kwaad. En de klassenstrijd uitbreidde.
    Een staaltje ontkenning op hoog niveau:


Uit: De Volkskrant, 09-12-2014, door Jeroen Visser en Wilco Dekker

Langs elkaar heen, nergens met elkaar

Ze leven in volstrekt gescheiden werelden, maar dat wil niet zeggen dat dat problemen geeft. Van spanningen is dan ook nauwelijks sprake, zegt het Sociaal en Cultureel Planbureau.
...

Hoewel lager opgeleiden en hoger opgeleiden veelal in gescheiden werelden leven, ervaren Nederlanders weinig spanning of conflicten tussen die twee groepen. Ook wrijving tussen jong en oud is te verwaarlozen. Dat blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
    Het SCP bevroeg 3.000 Nederlanders, verdeeld over de inkomensgroepen in het land. Slechts 19 procent van hen ziet veel wrijving tussen hoger- (hbo-plus) en lager opgeleiden. In oktober concludeerde het SCP nog dat hoog en laag opgeleiden steeds meer langs elkaar leven. Vooral hoog opgeleiden trekken zich terug in hun eigen homogene netwerken; ze trouwen met elkaar, wonen bij elkaar (binnenstad) en sturen hun kinderen naar dezelfde school. 'Tegenstellingen zien is iets anders dan echt conflict ervaren', concluderen de onderzoekers nu. ...


Red.:   Tja ... dat van die PVV-stemmers zijn ze natuurlijk weer even vergeten. Te druk met mensen vragen wat ze vinden, in plaats van naar hun daden te kijken ... En slechts 20 procent van de Franse vrouwen pleegt overspel, blijkt uit enquêtes ... uitleg of detail .
 

Naar Klassenstrijd , Sociologie lijst  , Sociologie overzicht  , of site home .