Bronnen bij Ras-taboeïsme: geschiedenis

 aug.2011

In het hoofdartikel is de geschiedenis van het ras-taboeïsme met hulp van enkele stellingen weergegeven. het toeval wil dat er nog tijdens het voltooien dat artikel er een bron verscheen met wat meer details:
 

Uit: De Volkskrant, 20-08-2011, door Geertje Dekkers

Rassen zijn 'open systemen'

In de eerste helft van de vorige eeuw probeerden wetenschappers racisme een wetenschappelijke basis te geven. Maar er waren ook toen sterke tegengeluiden.

Als een blanke en een zwarte ouder samen een kind krijgen, zou dat wel eens lange benen en korte armen kunnen hebben. Deze disharmonie is een negatief effect van het mengen van rassen.
"   Dat was een van de conclusies van geneticus Charles Davenport (1866-1944) na onderzoek op Jamaica in de jaren 1920. Davenport was er, net als veel wetenschappers in zijn tijd, van overtuigd dat interraciale relaties ongezond nageslacht opleverden, met een 'chaotische constitutie'. ...


Red.:   Op zich een normale redenatie. Bij de toenmalige kennis van de evolutie en de natuur behoorde dat tot de mogelijkheden. Dus iets dat je niet mag uitsluiten, en de moeite waard is om te onderzoeken:
 

  Op Jamaica, waar volgens hem zowel puur-blanke als puur-zwarte als gemengde populaties leefden, hoopte hij bewijs te vinden voor dat idee.

Conclusie: de veronderstelling is niet waar. Volgende veronderstelling. Maar zo werkt dus niet de ideoloog:
 

  Toch hield hij vast aan zijn overtuiging.

Een ideoloog houdt vast aan zijn vooronderstelling, ongeacht te feiten. Hetgeen het makkelijkst gaat door überhaupt niet te willen weten over de feiten, over de werkelijkheid.
    Ideologie is wijdverspreid, en zelfs de wetenschap heeft grote moeite ze buiten de deur te houden. Met name ook in zaken rond ras:
 

  'Velen weten dat wetenschappers in de eerste helft van de twintigste eeuw hebben geprobeerd racisme een wetenschappelijke basis te geven', zegt de Amerikaanse wetenschapshistoricus en bioloog Paul Farber. 'Maar het is minder bekend dat andere wetenschappers die ideeën juist hebben ondermijnd.'

Het minder bekend zijn van die andere stroming, dat wil zeggen: dat de kennis omtrent de werkelijkheid niet overeenstemt met de werkelijkheid ondanks het verstrijken van in de buurt van honderd jaren, kan ook nauwelijks iets anders zijn dan een effect van een ideologie - dat is de ideologie die, mede, stelt dat het racisme een blank probleem is.
    De aanleiding voor het artikel is een boek geschreven door Fraber, waarin wel beide kanten van de zaak worden belicht:
 

  Farber, emeritus hoogleraar aan Oregon State University, houdt woensdag een lezing over het onderwerp in Museum Boerhaave, naar aanleiding van zijn onlangs gepubliceerde boek Mixing races. From scientific racism to evolutionary ideas (Johns Hopkins University Press).
    Een van de helden in Farbers verhaal is Franz Boas (1858-1942), een jood van Duitse afkomst en een van de grondleggers van de culturele antropologie. Voor zijn verhuizing naar de VS in 1887 had Boas in Duitsland genoeg antisemitisme ervaren om zich een carrière lang te verzetten tegen het idee dat de mens gedetermineerd was door zijn ras. Hij benadrukte dan ook het belang van omgevingsfactoren. 

De facto de huidige ideologie.
 

  En bewijs dat mixen zou leiden tot ongezond nageslacht was er niet, aldus Boas.
    Dat laatste punt werkte geneticus Theodosius Dobzhansky (1900-1975) verder uit. Hij is de tweede held van Farbers verhaal. 'Dobzhansky stelde dat rassen altijd mengden', legt Farber uit: 'Dat hield ze volgens hem juist gezond.'
    'Dobzhansky veralgemeniseerde de resultaten van zijn fruitvliegonderzoeken en concludeerde dat ook verschillende groepen mensen zich onderling goed kunnen voortplanten', zegt Farber. 'Dat onderbouwde hij verder met observaties uit het zuiden van de VS, waar veel mensen woonden van gemengde afkomst.' Net zo min als Boas zag Dobzhansky bewijzen voor het idee dat deze mensen een inferieur gestel zouden hebben. 

Zo werkt de wetenschap. Uit welker geschiedenis de redactie de naam van Dobzhanski allang kende als iemand met goede inzichten. Zoals deze:
 

  Opvallend is dat Dobzhansky het begrip 'ras' op zich niet ter discussie stelde.

Want Dobzhanski realiseerde dat dat totaal niet in strijd is met deze:
 

  Volgens Dobzhansky bestonden er dus geen scherpe grenzen tussen rassen. Sterker: individuen van één ras kunnen onderling soms sterker verschillen dan individuen van verschillende rassen. En sommige genen mogen kenmerkend zijn voor het ene ras, maar individuen van het andere ras kunnen ze ook hebben. Want rassen zijn open systemen.

De redactie kent de de naam van Dobzhanksi vanuit dezelfde intellectuele omgeving, biologen die nadenken, als mensen als Julian Huxley uitleg of detail en J.B.S. Haldane uitleg of detail , die totaal onconventioneel waren in hun denken omtrent dit soort zaken - vooral de laatste. Van Haldane kent de redactie als eerste het verhaal over het voorkomen van bloedgroepen in verband met de verspreiding van de mens op aarde, een voorloper van het huidige genetische onderzoek daarnaar. En ook heeft Haldane al in 1937, ruim voor Dobzhanski, alle zinnige hoofdzaken die over ras waren te weten opgeschreven (gepubliceerd in Heredity & Politics, 1943), inclusief de statistische verdelingen van eigenschappen die elkaar deels overlappen maar waarvan de gemiddelden verschillen, de kern van de wetenschappelijke zienswijze.
    Van deze belangrijke inzichten en de wetschappelijke benadering van met name Haldane is na de oorlog vrijwel niets bewaard gebleven:
 

  De afgelopen decennia is het begrip vaak afgedaan als een cultureel 'construct' dat alleen thuishoort in het vocabulaire van fokkers van rashonden.

Je reinste opzichte onzin, aangezien een Japanner even makkelijk onderscheidbaar is van een neger als een Duitse herder van een Ierse terrier.
 

  Die gevoeligheid heeft alles te maken met 20ste-eeuwse gevallen van rassenscheiding en natuurlijk met de holocaust. De schok na de Tweede Wereldoorlog leidde in de VS tot kritiek op het alledaagse racisme.

Direct heeft racisme niets met rassen te maken - rassen zijn een biologische zaak, racisme een psychologische. De link is dezelfde als die tussen "varken" en "vies beest": een varken "is", een "vies beest" is een bestrijdbaar adjectief door mensen eraan gehangen.
    En ook nog zestig jaar na de oorlog heeft het taboe vrijwel dezelfde kracht, voornamelijk door een gerichte campagne ter ondersteuning:
 

  het woord is ernstig besmet. Dat merk ik als ik lezingen geef: velen reageren erg gevoelig als ik het woord 'ras' gebruik.'

Achter deze campagne zitten niet louter ideële doeleinden, daar ze voor een flink deel komt vanuit de slachtoffers van de holocaust, die er voorrechten aan ontlenen, zoals de bezetting van andermans land in het Midden-Oosten.
    Dat wil dus niet zeggen dat er geen echt racisme is:
 

  Farber was er bij. ... Bestuurders van universiteiten ... zagen het als hun taak blank en zwart uit elkaar te houden.

Maar er altijd een steeds groeiende hoeveelheid tegenkracht geweest:
 

  Farber: 'In dit geval leidde het tot verzet, van ons. Ik kan me nog goed herinneren dat ik erg kwaad was. Zo ging het op veel universiteiten.'

Welk verzet juist gebaseerd is op het openlijk bespreken van rassenkwesties, en niet het negeren.
    Maar zoals zo vaak, is ook hier de ideologie aan de haal gegaan met de realiteit. Waar het een juiste zaak is de benadeling van een groep te baseren op uitsluitend ras, is het een foute zaak het bestaan van "ras" ideologisch te ontkennen, dat wil zeggen: om iedere verschil overeenkomend met een rassenverschil te ontkennen. Een rassenverschil mag ontkend worden als er geen bewijs voor is, maar een bewijsbaar rassenverschil moet bespreekbaar blijven. Voor degenen de vasthouden aan absolute rassengelijkheid, moeten eventuele echte verschillen het gevolg zijn van racisme, ook als dat laatste niet het geval is. Dat vermeende "racisme" moet volgens de ideologen dan bestreden worden - door tegenmaatregelen. Maar als het verschil echt is, benadelen de tegenmaatregelen de andere groepen. en aangezien deze benadeling gebeurd uitsluitend op grond van ras, is de bevoordeling van de doelgroep en de benadeling van andere groepen dus zelf een vorm van racisme.
    Met tot slot een volkomen sluitend evolutionair argument: de kans dat de evolutie alle rassen gelijk geschapen heeft, is van dezelfde orde als de kans dat de evolutie alle mensen dezelfde lengte geeft: zeer dicht naderend tot absoluut nul. Omdat het evolutionair zeer onvoordelig is, in de zin dat monocultuur leidt tot een grote kans op uitsterven.


Naar Multiculturalisme , Allochtonen lijst , Allochtonen overzicht , of site home .