Sociologische begrippen: culturele gelijkheid, toepassing

Het idee van culturele gelijkheid zoals besproken in Sociologische krachten is een mooi idee, zolang het overeenkomt met de werkelijkheid. Zodra dat niet het geval is, en je houdt er toch aan vast, heb je het idee veranderd van een die in een ideologie - de ideologie van de culturele gelijkheid. En als je die ideologie ten uitvoer brengt daar waar er geen culturele gelijkheid is, moet je dus iets doen met de werkelijkheid om die culturele gelijkheid te maken. Dat "iets doen" met de werkelijkheid kan je "veranderen", "vervalsen" of "verkrachten" noemen al naar gelang je belieft, maar de essentie is deze: er komt hoogstwaarschijnlijk ellende uit voort.
    Het onderzoek van dr. Serena Does en prof. dr Naomi Ellemers zoals genoemd in Sociologische krachten is er één op het meer theoretische vlak: het gaat over beleid en richtlijnen daarvoor. Hier gaan we dat toepassen op een meer praktisch onderzoek gedaan op hetzelfde sociologische vlak van de culturele gelijkheid. Ook hier moeten we werken met een nieuwsbericht erover, en omdat de titel van het bericht deel uitmaakt van de sociologische werking ervan en een vooronderstelling inhoudt, is deze even weggelaten (Telegraaf.nl, 19-05-2013, ANP, uitleg of detail ):
  Als in Nederland iemand wordt vermoord, gaat het relatief vaak om een Antilliaanse man. Tussen 1997 en 2011 zijn 113 mannen uit de Antillen door geweld om het leven gekomen, omgerekend 13,2 op elke 100.000. Dat is meer dan twee keer zo veel als bij Surinamers, Turken en Marokkanen en bijna 15 keer zo veel als onder autochtonen. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

DDe [typo in origineel, red.] bron voor het hoge aantal moorden ligt op Curaçao. Daar groeien jongens op in een ghettocultuur, zegt Frank Bovenkerk, emeritus hoogleraar criminologie aan de Universiteit Utrecht. „De jongens leven in buurten met extreem hoge werkloosheid, lage inkomens en veel drugsverslaving. Er zijn veel gezinnen die van de drugsverkoop leven. De vaders gaan van de ene vrouw naar de andere en zijn geen rolmodel voor hun zonen. Kinderen maken vaak hun school niet af. Ze brengen de dag door op straat en vormen daar jeugdgroepen.”   ...

Dat is het onderzoek, waarvan we de uitkomsten nu gaan gebruiken om de aanpak van Does en Ellemers op toe te passen.
    Als eerste is te formuleren wat het verschijnsel is waar het in dit onderzoek om gaat - dat is dus het hoge aantal Antilliaanse mannen dat vermoord wordt.
    Hierop is meteen inhoudelijk commentaar te leveren, want, weet iedereen met enige kennis van het gebied, het betreft hier een subgroep van de "Antillianen", namelijk de Curaçaoënaars. Maar dit ter zijde.
    Wat volgens Does en Ellemers datgene is dat we vervolgens moeten doen, is controleren of er al dan niet sprake is van sociale ongelijkheid. Het antwoord van onderzoeker Bovenkerk zou "Ja" moeten luiden, want hij constateert: 'extreem hoge werkloosheid, lage inkomens en veel drugsverslaving'. Dat is dan aanvankelijk wel op op Curaçao, maar constateert Bovenkerk:
  Als de jongens naar Nederland gaan, nemen ze hun leven op Curaçao met zich mee. Ze hebben geen opleiding, geen baan en geen perspectief.

Ook in Nederland is er dus sprake van sociale ongelijkheid tussen Curaçaoënaars en de rest. Volgens Does en Ellemers: de etnsiche minderheid der Curaçaoënaars en de etnische meerderheid der autochtonen.
    Wat moet er met die sociale gelijkheid gedaan worden, volgens Does en Ellemers:
  Hoe motiveer je mensen om zich in te zetten voor gelijke kansen?

Mensen moet zich gaan inzetten voor gelijke kansen.
    Als je dit praktisch gaat uitwerken, als toepassing van de theorie van Does en Ellemers, kan op meerdere manieren: je kan de mensen die vermoord worden hierin betrekken, of de mensen die moorden. Nu is het weinig effectief om vermoordde, dus dode, mensen zich te laten inzetten voor gelijke kansen, dus dat moet dan wel de moordenaars betreffen. Wie dan wel die moordenaars zijn, laten we even buiten beschouwing. Daar hebben Does en Ellemers een idee over waar ze zo meteen mee komen. Eerst volgen we hun methodiek - het is tenslotte wetenschap.
  Hoe motiveer je mensen om zich in te zetten voor gelijke kansen? Door op de juiste manier een moreel appèl op hen te doen, stelt sociaal psycholoog Serena Does.

Oftewel: je moet op de moordenaars een moreel appèl doen.
    Misschien. Je zou ze ook kunnen straffen op diverse manieren, maar een moreel appèl is ook nooit weg, als je het goed doet.
    Als volgende dan de groep op wie volgens de theorie van Does' en Ellmers' een moreel appèl gedaan moet worden:
  De resultaten uit Does’ onderzoek kunnen helpen bij de ontwikkeling van maatregelen en beleid die erop zijn gericht om leden van meerderheidsgroepen te motiveren zich hard te maken voor meer gelijkheid.

Het zijn dus de meerderheidsgroepen op wie een moreel appèl moet worden gedaan. Oftewel: het zijn de meerderheidsgroepen die, theorie en praktijk combinerende, die moorden plegen. Welke suggestie nog versterkt wordt door het vervolg van de theorie:
  Does: ‘Meerderheidsgroepen hebben vaak meer macht dan minderheidsgroepen.

Daar heb je het dus al: macht. Dat leidt automatisch tot machtsmisbruik en moord. Dat is een bekend verschijnsel.
    Gelukkig besloot de maker van het bericht dat verspreid werd door het ANP dat stigmatiseren in zo'n geval niet verstandig is, en haalde de autochtone afkomst van de daders ('meerderheidsgroepen' is in Nederland natuurlijk een synoniem voor "autochtonen") uit de kop van het bericht:
  Antilliaanse mannen het meest vermoord

Dus wat is de stand van zaken volgens de theorie van onderzoekers Does en Ellemers indien toegepast op het praktische geval waar het bericht over gaat: autochtone Nederlanders vermoorden Antillianen, en daarom moet er een moreel appèl op die autochtonen Nederlanders gedaan gedaan worden. Een moreel appèl doe je tenslotte op de daders en niet op de slchtoffers.
    Natuurlijk weet iedereen die ook maar enigszins het nieuws volgt allang wat de werkelijkheid is - en natuurlijk wordt die werkelijkheid ook wel duidelijk uit het bericht - citerende Bovenkerk:
  Vooral tegen elkaar gebruiken de Curaçaose jongens veel geweld.

Waarmee er is afgeleid dat de theorie van Does en Ellemers, indien toegepast op een situatie in de werkelijkheid, leidt tot een contradictie. De theorie bevat dus een contradictie. En er is hier al gesteld waar die contradictie zit. De contradictie van de theorie van Does en Ellemers zit in het idee van de gelijkheid der culturen. Als alle culturen inderdaad gelijk waren, zou het begrip "cultuur" niet als zodanig bestaan, op de manier waarop het begrip nu gebruikt wordt.
    Het allereerste teken daarvan zit dus al helemaal in het begin, als de groepen van verschillende cultuur of etnie benoemd worden., en niet meteen wordt aangetoond dat die verschillen niet bestaan. Dus in de ontwikkeling van de theorie: op het moment dat geconstateerd wordt dat andere etnieën minder meedoen aan wetenschap. En in bovenstaande geval dat Antiliaanse mannen meer vermoordt worden door Antilliaanse mannen.
    Waarna er natuurlijk nog meer ongerijmdheden volgen. Does en Ellemers toegepast op de remedie: omdat de ene groep Antillianen de andere groep vermoordt, moeten autochtone Nederlanders gaan leren om iets te doen aan sociale ongelijkheid. ... Daar waar die sociale ongelijkheid helemaal niet uit Nederland stamt, maar van Curaçao komt. Waar Nederland niets te vertellen heeft. Ja, Nederland had ooit iets te vertellen, maar in die tijd viel het best wel mee met de sociale achterstanden. Net als op Aruba en de rest van die Caribische eilanden waar Nederland ooit zat. Paradijzen vergeleken bij de sociale ongelijkheid elders in het gebied. Nee, die sociale ongelijkheid is niet dankzij Nederland, maar ondanks Nederland. En dan komen ze hierheen en maken elkaar af. En dat is dan de schuld van de Nederlanders, volgens onderzoekers de theorie van Does en Ellemers.
    Waarop de gewone autochtone Nederlander met enig gezond verstand natuurlijk maar één enkele reactie heeft, parafraserend van soortgelijke opmerkingen op webfora en reactieruimtes onder artikelen op meer reguliere website: "Laat ze elkaar maar afmaken. Zolang ze ons niet raken. En gooi ze anders het land uit".
    Oftewel: het enige dat onderzoekers Does en Ellemers bereiken met dit soort wanstaltige praatjes, die het gevolg zijn van het wanstaltige verschijnsel van ideologie, is mensen tegen elkaar opzetten. Het omgekeerde van wat ze willen bereiken. Een bekende uitkomst van het toepassen van ideologie.
    Desalniettemin zijn de ideologie van de gelijkheid der culturen en uitwerkingen als van Does en Ellemers nog volstrekt dominant. Zoals blijkt uit de kop van het artikel in De Telegraaf, dat dus nog tot de minst politiek-correcte media behoort. Die kop had, indien waarheidsgetrouw,  moeten luiden:
  Antilliaanse mannen moorden het meest

Zelfs met al het voorafgaande als analyse achter de rug, laat deze kop zich nog steeds zonder enige moeite lezen als volstrekt politiek-incorrect. Hartstikke fout. En 'fout' als in "FOUT!!!". 'Fout' zoals "fout in de oorlog".
    En daarvan is er nog een overtreffende trap. Want ten eerste, zoals al eerder opgemerkt, slaat het niet op de hele Antillen maar op Curaçao, en ten tweede slaat het niet op heel Curaçao, want daar leven ook weer verschillende groepen, maar op de groep van creolen. En als je dat van die kop maakt:
  Creoolse mannen moorden het meest

Dan ben je pas echt nauwkeurig en waarheidsgetrouw, maar nog ontzettend veel fouter.

Na de rassenrellen in Parijs (en andere Franse steden) in 2005 en in Londen (en andere Engelse steden) in 2011, is in 2013, direct volgende op het schrijven van het voorgaande, de beurt aan Stockholm, en andere Zweedse steden. Het grote belang van deze keer, zeg maar: "Drie keer is scheepsrecht", is de Volkskrant niet ontgaan. De rellen starten in het weekeinde van 19 en 20 mei, en op een kort ANP-berichtje na heeft men het tot aan donderdag 23 mei verzwegen. En ook nu is het slechts een kantlijnbericht op de linkerpagina. Wel wordt uitgelegd waarom men het had verzwegen (de Volkskrant, 23-05-2013, van verslaggeefster Irene de Pous):
  Politiekogel doodt man: rellen in Stockholm

Rellen in Stockholm hebben zich verder over de stad verspreid na drie nachten van onrust. In meer dan tien buitenwijken staken relschoppers in de nacht van dinsdag op woensdag tientallen auto's in brand. ...
    De onrust ontstond zondagavond toen in migrantenwijk Husby bewoners de straat op gingen om te protesteren tegen een politieoptreden eerder die week, waarbij een 69-jarige man om het leven kwam. ...

Zoals gezegd: de politiekogel in de kop stamde van de week ervoor. Oftewel: in de kop staat een feit van een week oud. De Volkskrant geeft dus de facto toe censuur te plegen. En wel hierom:
  Experts vergelijken de rellen met de eerdere escalaties in Parijs en Londen. De oorzaak zou dezelfde zijn: een falend integratiebeleid in een land dat nog altijd het ideaal van een multi-culturele samenleving hoog houdt.

... dat men moet toegeven dat er een integratiebeleid noodzakelijk is om een "multiculturele samenleving" te doen ontstaan. Dat er een integratiebeleid nodig is, ligt niet aan immigratie op zich: er is geen integratiebeleid nodig voor westerse immigranten. Het ligt ook niet aan niet-westerse immigratie op zich: er is geen integratiebeleid nodig voor Chinese en andere Aziatische immigranten. Er is een integratiebeleid nodig voor islamitische en Afrikaanse immigranten.
    Met welke constatering al is aangetoond dat de multiculturalisten die reppen over ene integratiebeleid toegeven dat verschillen in cultuur zijn, op het niveau van het kunnen functioneren binnen een westerse maatschappij, dat wil zeggen: op gelijke voet met een westerse maatschappij.
    Die achterstanden zijn overduidelijk en voor iedereen zichtbaar:
  De brandhaard van de rellen, Husby, is een van de vele buitenwijken in Zweden die een gesegreerde samenleving tonen. De inwoners worden ook wel de 'Miljoenenzweden genoemd', naar een woningbouwproject in de jaren zestig waarbij een miljoen woningen uit de grond werd gestampt in een land met toen nog geen acht miljoen inwoners.
    Deze flats aan de randen van de grote steden zijn sinds de jaren tachtig gevuld met immigranten die nu in sommige buitenwijken meer dan 80 procent van de bevolking uitmaken. De werkloosheid is er er hoger dan elders, net als de schooluitval en criminaliteit.

Combineer dit met het idee dat deze inwoners cultureel, dat wil zeggen: inherent, gelijk zijn aan etnische Zweden, en er is maar één conclusie mogelijk: ze worden gediscrimineerd en onderdrukt. Dus hebben ze deze houding ten opzichte van de Zweden:
  'Mensen zijn het brute optreden van de politie zat,' verklaarde Megafonen, een organisatie die zich inzet voor sociale verandering in de migrantenwijken. 'Dit is de enige manier die ze zien om dat duidelijk te maken.'

En het lang genoeg voeden van dit ressentiment met achterstand en gelijkheidsideeën, leidt automatisch tot rellen. In Frankrijk zijn de dezelfde soort omstandigheden, en ontstonden de rellen. In Engeland zijn dezelfde soort omstandigheden, en ontstonden dezelfde soort de rellen. In Zweden zijn dezelfde soort omstandigheden, dus ontstonden de rellen. En in Nederland zijn de omstandigheden ook hetzelfde. De rellen zijn er al geweest in kleinere vorm, net als in Frankrijk en Zweden, en grote rellen zullen vermoedelijk ook wel komen.
    Gevoed dus door twee zaken; de daadwerkelijke achterstanden zijnde een uiting van daadwerkelijke culturele verschillen, en het door de westerse intellectuelen, elite en media verspreidde gelijkheidsideaal.


Naar Sociologische krachten , of site home .

22 mei 2013