Bronnen bij Sociologische begrippen: xenofobie, psychologisch

Waar vertrouwen iets is dat de maatschappij bij elkaar houdt, zijn er ook krachten die mensen en groepen uiteen drijven. De meest "beruchte" daarvan is xenofobie of "angst voor het/de vreemde".

De oorsprong van xenofobie ligt vermoedelijk in de tijd dat mensen, en hun voorgangers, in kleinere groepen leefden. De ontmoeting met een andere groep, vreemden, hoefde niet per se vreedzaam te verlopen - reden voor voorzichtigheid dus. Xenofobie. Onder wat bronnen die die elementaire basis behandelen - eerste de menselijke (de Volkskrant, 20-11-2004, wetenschapsbijlage, door Simone de Schipper):
  Xenofobie | Zelfs op het meest basale dierlijke niveau is het vreemde eng

Bang volgens het boekje

Geef een homogene groep studenten rode en blauwe armbandjes en binnen de kortste keren veroordelen 'rooien' en 'blauwen' elkaar. 'We zien vooral verschillen en kunnen die niet goed beoordelen.'

Wat zijn de factoren die tolerantie doen omslaan in vreemdelingenhaat? Welke ingrediënten polariseren de Nederlandse polder? Ze kennen ze allemaal, de sociaal psychologen van de Nederlandse universiteiten. Verdrietig zijn ze, maar niet verbaasd. Het is haast volgens het boekje.
    'Vertrouwd is prettig, vreemd kan verwarrend of bedreigend zijn', zegt massapsycholoog dr. Jaap van Ginneken (Universiteit van Amsterdam). 'Vanaf het meest basale, chemische, dierlijke niveau - de eigen nestgeur stelt gerust terwijl vreemde geuren door onbekende eetgewoonten of andere lichaamsgeuren onrustig maken - tot de voorstelling over hoe de wereld zou moeten zijn, samengebald in ideologieën als zou de christelijke samenleving het toppunt van beschaving zijn en de islamitische barbaars.'
     Hoe schrikbarend makkelijk tegenstellingen tevoorschijn getoverd kunnen worden, uit het niets, werd afgelopen mei weer eens beschreven in het tijdschrift Psychological Science. Verdeel proefpersonen in twee groepen, geef ze respectievelijk rode en blauwe polsbanden, maak de 'rooien' een beetje boos en voilà, ze reageren negatief op de 'blauwen'.
    De onderzoeker, dr. David DeSteno van de Amerikaanse Northeastern University, draaide voor de verklaring zijn hand niet om. Boosheid wijst op vijandigheid of dreiging. Dan moet je niet overpeinzen maar reageren, snel en intuïtief. En die intuïtie zegt dat dreiging meestal van buiten komt. Wantrouw dus de buitenstaander.
    De negatieve reactie op de verkeerde kleur polsband kwam automatisch 'en onbewust; basale reacties die de mens ooit nodig had om te overleven, hebben zich genesteld in de diepe, primitieve hersenkernen, ontoegankelijk voor politiek correcte correcties. Zo zijn veel blanke Amerikanen, ongeacht of ze zich racistisch of tolerant uitlaten, schrikachtiger en wordt een hersenkern voor angst actief, zodra ze een foto van een zwarte Amerikaan zien.
    Groepsdenken dient om de voortdurende informatiestroom het hoofd te bieden, volgens sociaal-psycholoog dr. Bertjan Doosje (Universiteit van Amsterdam). 'Meubelstukken delen we in als "tafel" of "stoel", mensen als "islamiet", "autochtone Nederlander", "zij", "wij". Het is een bril om naar de wereld te kijken.'
    Combineer dat echter met de fundamentele behoeften om bij een groep te horen en om ons goed te voelen over onszelf, en de neiging tot vooroordelen is geboren. Doosje: 'Door slecht te denken over andere groepen, voelen mensen zich beter over hun eigen groep, en daardoor beter over zichzelf.'
     Vooral in onzekere tijden gebruiken mensen die truc, toonden de Amerikaanse psychologen Steven Fein en Steven Spencer aan in 1997. Blanke, niet-joodse Amerikaanse studenten die net kritiek te verduren hadden gekregen, bleven positief over een ogenschijnlijk katholieke 'Maria'. Maar over een ogenschijnlijk joodse 'Julie' uitten ze negatieve vooroordelen. Studenten van wie het ego juist gestreeld was, deden dat niet. Hoe negatiever de bekritiseerden over 'Julie' waren des te meer herstelde hun eigenwaarde.
    Het hokjesdenken kleurt onze hele waarneming. Van de eigen groep zien en onthouden we vooral de positieve eigenschappen, van buitenstaanders de negatieve. Groepsgenoten kennen we intelligentie en verfijnde gevoelens toe buitenstaanders vooral basale emoties. Van groepsgenoten zien we de individuele verschillen, van buitenstaanders vooral het stereotype.
    Dr. Maykel Verkuyten, sociaal-psycholoog van het European Research Centre on Migration and Ethnic Relations aan de Universiteit Utrecht kent de vele onderzoeken maar benadrukt dat ze niet bewijzen dat afkeer van vreemden aangeboren is. 'We zijn weliswaar van nature op de eigen familie of groep gericht die bieden steun en vertrouwen.' Maar dat is nog wat anders dan afkeer van vreemden zegt Verkuyten met klem.
    'In eerste instantie zijn we neutraal of zelfs belangstellend.' Naast het hokjesdenken heeft de evolutie ons immers óók gezegend met compassie, altruïsme zelfs voor iedereen en alles waarin we iets menselijks herkennen, tot robots en poppen aan toe.
    Niet voor niets zijn samenlevingen zelden zó diep verdeeld als bijvoorbeeld Israël en Noord-Ierland. En niet voor niets blijven zelfs in zulke extreme situaties velen de ander eerst als medemens zien. De angst voor het vreemde kan dan normaal en menselijk zijn, maar niet het enige gevoel waarmee we worden geboren. Het krijgt niet automatisch de overhand, laat staan dat het vanzelf verandert in afkeer.   ...
    De checklist van ingrediënten die het groepsdenken kunnen veranderen in afkeer of zelfs haat kan grotendeels worden aangevinkt. Inclusief de sterkste katalysator: het gevoel van bedreiging, in alle soorten en maten.
    Verkuyten: 'Voorheen was dat de economische bedreiging; de vrees dat banen en huizen naar buitenlanders gaan. Na de moord op Pim Fortuyn maten we dat veel autochtonen zich persoonlijk bedreigd voelen. Terwijl allochtone moslims vaker hun groep bedreigd zien: hun geloof zit in het verdomhoekje en hun cultuur wordt niet geaccepteerd.
    'Autochtonen praten wel over een multiculturele samenleving, wat ruimte en rechten impliceert voor meerdere culturen, maar eigenlijk bedoelen we: assimilatie. Je mag er zijn, als je je maar gedraagt zoals wij. Nou, voor veel allochtonen is assimilatie - het opgeven van de eigen cultuur - een schrikbeeld dat stekels overeind zet.
    'Dat gevoel van culturele bedreiging speelt nu ook sterker bij autochtonen.' Vooral nu de islam in Nederland - mede door uitvergroting door de focus van mensen én media - groot, groeiend en goed georganiseerd oogt. Als de islam doordringt in onze maatschappij, waar blijven dan onze waarden en normen, wat is Nederland dan nog, vraagt menig Nederlander zich af. En omdat zijn identiteit samenhang met zijn land: wie ben ik dan eigenlijk nog.
    'Dat verscherpt de tegenstelling, want, zegt Verkuyten: 'Naarmate men zich minder geaccepteerd voelt, denkt men negatiever over andere groepen.' Dat geldt nu voor beide groepen en dat drijft hen uit elkaar. De polarisatie versterkt zichzelf.
    Massapsycholoog Jaap van Ginneken: 'Polarisatie heeft altijd de neiging om te escaleren. De ene partij doet dit, de andere partij doet iets groters terug. Het kan in korte tijd uit de klauw gieren en dan is het moeilijk om de geest weer in de fles te krijgen.
    Mensen denken naïef dat zulke processen geleidelijk verlopen, maar er kan plotseling een kritische drempel worden bereikt. Opvattingen, gevoelens en gedragingen van grote groepen kunnen in korte tijd omslaan,' vertelt Van Ginneken, auteur van het boek Brein-bevingen - Snelle omslagen in opinie en communicatie.
    'Het World Trade Center in New York, Pim Fortuyn, Hirsi Ali; er is al het nodige losgewoeld. Het conflict ligt gereed onder de oppervlakte, en een moord als die op Theo van Gogh kan dan de laatste druppel zijn, de trigger. Ons denken werkt niet geleidelijk en evenredig. Ideeën vormen zich, sluiten en krijgen betekenis. Denken gaat in patronen.
    'Jarenlang kun je je Arabische buurman met djellaba en baard voorbij zien lopen en denken: exotische buitenlander rare kleren lekker eten. Ineens slaat dat om en denk je: oei. In je hoofd zijn verbindingen gelegd tussen alle stukjes informatie. Irak, Al Qaida, Osama, Mohammed B., de buurman met lang baard. Het samenhangend raamwerk met losse elementen is gestold tot een betonnen raamwerk. Vanaf dat moment valt iedere Arabische uiting binnen dat raamwerk.' ...

Dit artikel vervalt natuurlijk wel weer in het standaardpatroon: de autochtonen of Nederlanders hebben last van xenofobie, en de immigranten/allochtonen/moslims zijn terecht bang hun cultuur te verliezen (integratie wordt gelijk gesteld aan assimilatie. Terwijl het met het grootste gemak ook andersom kan worden geformuleerd: Nederlanders zijn terecht bang hun cultuur te verliezen (moskeeën schieten als paddenstoelen de grond uit), en immigranten/allochtonen/moslims staan xenofoob ten opzichte van de Nederlandse cultuur.

Ten bewijze van het universele karakter van xenofobie, hier een niet-menselijke bron - het lijkt van het omgekeerde te zijn (CNN.com, 13-08-2009, door Andy Rose):
  Study: Monkeys share human preference for imitation

Scientists find that monkeys gravitate toward humans who imitate their actions | The similarity to human behavior suggests an evolutionary link in social development | Further study could aid the understanding of social disorders such as autism

A new study shows capuchin monkeys prefer humans whose behavior mimics theirs, a trait they share with humans, scientists say.
    Research conducted by the National Institutes of Health in cooperation with two Italian institutions examined how monkeys reacted to two types of humans -- ones who copied their actions and ones who didn't.
    "If one person imitates what a monkey does, and the other person does not imitate, the monkey prefers to spend more time in front of the person that imitated them," said Dr. Annika Paukner at the National Institutes of Health offices in Poolesville, Maryland.
    Research has shown for some time that humans prefer to interact with others who act like them, and people have a subconscious tendency to imitate others. Paukner told CNN the new study shows it is more than just a human trait.
    "It's something that's quite old and something very, very basic. It's not just for us sophisticated humans," she said.
    In the study, a capuchin monkey was given a wiffle ball and was allowed to interact with a pair of researchers -- one who, using another ball, attempted to mimic the action of the monkey, and one who deliberately acted in a different way.
    Monkeys in the study consistently spent more time interacting with the imitators. They also more readily accepted food and trinkets from the mimicking humans, even when the non-imitators offered the same rewards.
    According to the report, the new findings indicate an evolutionary link to the way humans form friendships and create social connections. It also eventually may help people who struggle in social situations, including those suffering from autism. ...

Dit lijkt te gaan over aantrekking, maar dat betekent automatisch ook afstoting: als de aap zich aangetrokken voelt tot degene die zich als soortgenoot gedraagt, en dat is de norm, dan is er dus sprake van afstoting ten opzichte van de anderen.
 
Kort achter elkaar twee berichten die het allemaal nog eens heel dik onderstrepen (de Volkskrant, 19-01-2012, door Tonie Mudde):
  Help, mijn baby is een racist

Heeft een 11 maanden oude dochter al xenofobe trekjes? Op zoek naar antwoorden in het opvoedingsboek NurtureShock.


Beeld ik het me in? Of staart mijn baby echt opvallend lang naar 'nieuwe Nederlanders'? Die vraag spookt door mijn hoofd, terwijl ik een wandeling maak door mijn Amsterdamse multicultiwijk. Vanuit haar kinderwagen kijkt mijn dochter naar iedereen die aan haar voorbij trekt. Maar ze lijkt een bovenmatige interesse te hebben voor moslima's met hoofddoek.
    Dat komt natuurlijk door die hoofddoek, houd ik mezelf voor. Glimmende stof, felle kleuren; dat vinden alle baby's leuk. Dáár wordt haar aandacht door gevangen. Toch?
    Misschien toch niet, blijkt uit het boek Ouders Opgelet!, dat vandaag verschijnt. Het is de Nederlandse vertaling van de Amerikaanse bestseller NurtureShock, met opmerkelijke wetenschappelijke inzichten over kinderen en opvoeden. Pagina 74 vond ik het meest schokkend. Daarin staat een onderzoek beschreven waarin baby's van zes maanden portretfoto's worden voorgehouden. Soms van iemand met de huidskleur van hun ouders, soms van iemand met een andere huidskleur. Wat bleek? Baby's staarden langer naar mensen met een ander kleurtje.
    Dat hoeft natuurlijk nog niks te betekenen: een kind is geïntrigeerd door alles wat nieuw is, dus natuurlijk kijkt hij langer naar een gezicht dat afwijkt van wat hij gewend is. Maar die pagina 74 gaat verder, deze keer met een onderzoek naar kinderen van 3 jaar. De Amerikaanse psychologiehoogleraar Phyllis Katz liet ze foto's zien van willekeurige kindergezichten. Vraag: wie zou je het liefst als vriendje willen hebben? Van de blanke kinderen koos 86 procent voor foto's van andere blanke kinderen.
    Pats! Zo jong begint het dus. Mijn dochter, 'dadada' kirrend in haar wagen, is vast stiekem ook al druk bezig met het ontwikkelen van een voorkeur voor de eigen huidskleur.   ...

Waarna de auteur, die tevens een column in het wetenschapskatern van de Volkskrant heeft waaruit blijkt dat hij een typische alfa, politiek-correct en een multiculturalist is, verder doorgaat over het racisme van de blanken. Terwijl het natuurlijk zo is dat dit gedrag voor alle menselijke etnieën geldt. Al was het maar omdat het doodgewoon overgeërfd gedrag is (Wetenschap in Beeld, nr. 1-2012, door Anders Enevold Christensen):
  Behoedzaamheid tegenover vreemdelingen is aangeboren

Mensen zijn intolerant

Vooroordelen over alles wat afwijkt, zijn niet uniek voor mensen. Proeven van Amerikaanse gedragspsychologen tonen aan dat apen ook onderscheid maken tussen 'wij' en 'zij'. Vijandig gedrag jegens vreemdelingen is mogelijk overgeërfd en diep in de evolutie geworteld.


Tussentitel: Bij resusapen zien we een sterk achterdochtige instelling tegenover soortgenoten buiten de groep - Gedragsonderzoeken Neha Mahajan van Yale Univesity in New Haven, Connecticut, VS.

Wij en zij, goed en fout, bekend en vreemd. Wij mensen hebben een sterke neiging tot indelen en groeperen, anderen in hokjes plaatsen en vooroordelen loslaten op alles wat we niet kennen. Dergelijk gedrag is van invloed op veel van onze besluiten en meningen, en het heeft consequenties voor het samenleven met anderen.
    De opvatting die onder psychologen en sociologen heerst, is dat verreweg de meeste conflicten in de geschiedenis van de mens worden veroorzaakt door onze indeling van de wereld in 'wij' en 'zij' - of het nu om sociale, etnische, religieuze of nationale verschillen gaat. Psychologen willen dan ook al een tijd weten waarom we vooringenomen zijn jegens anderen en waar onze vooroordelen vandaan komen. En of we misschien kunnen leren om deze neiging te onderdrukken of te beheersen. Eerder gingen psychologen ervan uit dat alertheid jegens vreemden sociaal bepaald is, en dat onze reactie op mens en van andere groepen beïnvloed is door onze sociale en culturele omgeving. Maar nu lijkt er eerder sprake te zijn van een diepgeworteld oerinstinct.

Proefeiland met duizend apen
Dit gedrag is namelijk niet uniek voor ons. De kleine resusapen treden apen buiten hun groep tegemoet met dezelfde argwaan en afstandelijkheid als waarmee mens en vreemdelingen meestal bejegenen. Gedragspsychologen van Yale University in Connecticut, VS, stellen dit vast in een opzienbarend onderzoek uit 2011 onder leiding van Neha Mahajan.
    De resusaap ging zich zo'n 25 miljoen jaar geleden afwijkend van ons mensen ontwikkelen. Hij kan snel onderscheid maken tussen apen van zijn eigen groep en apen van een andere groep, en hij is duidelijk het meest op zijn hoede bij onbekende apen. De wetenschappers onderzochten het gedrag van de apen in hun natuurlijke omgeving op het eiland Cayo Santiago bij Puerto Rico. Het is een ideale plek om het gedrag te bestuderen, want er leven 1000 resusapen in het wild, die net als mens en uit zichzelf sociale verbanden aangaan. De onderzoekers hebben nu gedetailleerde informatie over de groepssituatie van elke aap.

Fotoshow voor resusapen
Op een grasveld stelden de onderzoekers een decor met twee afgedekte schermen op, waarop ze de proefapen allerlei foto's lieten zien. Eerst deden ze een aantal proeven waarin een aap per keer twee foto's te zien kreeg, een van een aap uit zijn eigen groep en een van een aap uit een andere groep. Van eerdere studies wisten de onderzoekers dat apen langer naar nieuwe of vervelende dingen kijken dan naar bekende en leuke dingen. Alle proefapen keken inderdaad langer naar de foto van de vreemde aap, waaruit blijkt dat ze onderscheid maken tussen individuen van diverse groepen, en dat ze vreemde apen achterdochtig bekijken.
    Maar zou een aap niet altijd even lang naar iets onbekends kijken? En dan niet omdat het nieuwe hem tegenstaat, maar omdat hij gewoon meer tijd nodig heeft om een inschatting te kunnen maken van nieuwe dingen of apen? Dat testten de onderzoekers in een andere proef. Ze lieten de proefapen foto's zien van hun groepsgenoten, die z6 op de foto stonden dat ze moeilijk te herkennen waren. Ook lieten de onderzoekers ze foto's zien van apen buiten de groep die sterk leken op apen uit de groep van de proefaap. In dat geval staarden de proefapen nog steeds langer naar de gezichten van de vreemde apen dan naar de gezichten van de apen die bij hun eigen groep hoorden.
    Vervolgens voerden de onderzoekers een associatietest uit, waarbij proefapen een aantal foto's steeds per twee te zien kregen. Daarop stond een groepslid of een vreemde aap, samen met een vrucht (waar apen dol op zijn) of een spin (waar apen bang van zijn). In de test had den de apen maar weinig tijd nodig om te kijken naar een groepslid met een vrucht en een vreemde aap met een spin. Daaruit blijkt dat de apen die twee combinaties volkomen natuurlijk vinden. Ze hadden echter langer de tijd nodig om naar de 'tegenstrijdige' verbanden te kijken - dus de foto's waarop hun groepsleden met spinnen stonden, en de vreemde apen met vruchten. Daaruit blijkt wel dat deze combinaties niet stroken met de verwachting van de apen. Apen maken dus niet alleen onderscheid tussen de groepsleden en de apen buiten de groep, ze koppelen groepsleden ook vanzelf aan goede dingen en niet-leden aan slechte.   ...

Waarna ook deze discussie gesloten kan worden.
    Maar de politiek-correcte ideologie ettert natuurlijk rustig door.

Eén van de eigenschappen van menswetenschappers is dat ze hun literatuur zo slecht bijhouden. En daardoor zaken publiceren die al eerder zijn gedaan, of nieuwe resultaten niet goed interpreteren. Zoals dit (de Volkskrant, 17-03-2012, door Dennis Rijnvis):
  Bloeddrukverlager werkt ook als anti-discrimatiepil

De bloeddrukverlager propranolol heeft een verrassende bijwerking. Je gaat er minder van discrimineren.

Na het slikken van propranolol kijken blanke proefpersonen minder bevooroordeeld naar gezichten met een donkere huidskleur, melden neuropsychologen aan de Universiteit van Oxford in het vakblad Psychopharmacology.
    De onderzoekers baseren zich op een test die onbewuste dicriminatie meet door reactiesnelheid. Proefpersonen krijgen in hoog tempo verschillende woorden te zien. Ze moeten die zo snel mogelijk indelen in de categorieën zwart of wit, aangeduid met foto's van zwarte en blanke mensen.   ...

Ten eerste: het onderzoek meet helmaal geen discriminatie, maar de alertheid van het het waarneming- en evaluatiesysteem. waarschijnlijk krijg je soortgelijke effecten met andere stoffen die op dat system inewerken - bijvoorbeeld de bekende drugs als cocaïne en dergelijk. dat moet eerst allemaal gemeten worden voordat je meer gedetailleerde conclusies kan trekken, zoals het toekennen aan specifieke waarnemingen.
  De overgrote meerderheid van de blanke proefpersonen (ruim 70 procent) handelt in de regel sneller als ze positieve woorden koppelen aan blanke gezichten en negatieve begrippen aan donkere. Blanke proefpersonen die 40 milligram propanolol hadden geslikt bleken echter positieve woorden even snel aan zwarte als aan blanke gezichten te koppelen.

Waarin opzichtig is weggelaten, of  nog erger, totaal niet gemeten, hoe zwarte proefpersonen op voor hen vreemde gezichten reageren - bijvoorbeeld Aziaten of bavianen.
  Het opmerkelijke effect is volgens onderzoeksleider Sylvia Terbeck te verklaren door de invloed van propranolol op de hersenen. 'Het middel heeft een dempende invloed op de amygdala, een hersengebied dat angst verwerkt', vertelt ze.

Onderbouw dit. Door bijvoorbeeld dat bavianenonderzoek bij negers. Maar vermoedelijk wordt dat niet gedaan omdat je niets negatiefs mag vinden over negers.
  De Leidse hoogleraar klinische psychologie Bernet Elzinga betwijfelt echter of propranolol eventuele vreemdelingenangst echt via het angstsysteem bestrijdt. 'Het kan ook zijn dat je anders reageert door signalen uit andere delen van het lichaam. Propanolol verlaagt bijvoorbeeld de bloeddruk. Daardoor blijf je rustiger. Als je dat merkt, krijg je misschien onbewust het idee dat bepaalde gezichten minder bedreigend zijn.'

Een vermoeden dat versterkt wordt door:
  De auteurs van de Britse studie speculeren al over een anti-discriminatiepil.

Want de Angelsaksische wereld is nog veel gestoorder in haar overgevoeligheid voor alles dat wijst op etnische verschillen dan de rest van de westerse wereld. Vandaar ook deze gestoorde suggestie:
  'Waarom zou een jury bij een zangwedstrijd geen middel innemen om onbewuste vooroordelen tegen etnische minderheden uit te sluiten?', vraagt onderzoeker Guy Kahane zich per e-mail af.

Al was het maar omdat gekleurden bovenmatig veel van dit soort zang-en-dans wedstrijden winnen.

Nog een onschuldig sociologie-meisje dat in aanraking komt met de werkelijkheid (de Volkskrant, 06-07-2012, van verslaggever Tonie Mudde):
  Al in de 12de eeuw kon men elkaar niet uitstaan

Stereotypen over andere volkeren ontstonden in de Middeleeuwen, ontdekte de historica Claire Weeda.


Engelsen? Dronkelappen zijn het. Duitsers? Agressieve types, daar moet je met een boogje omheen lopen. En is er een Brabander in aantocht? Houd dan vrouw en dochters achter slot en grendel, want Brabanders zijn verkrachters.
    Historica Claire Weeda (38), die vandaag promoveert aan de Universiteit van Amsterdam, ontdekte dat middeleeuwers veel vooroordelen hadden over andere nationaliteiten. 'De twaalfde eeuw was een duidelijk kantelpunt. Ineens stonden geschriften vol etnische stereotyperingen.'     ...

Het komt niet in het politiek-correcte en ongetwijfeld ook multiculturalsitische hoofd van de sociologe-historica op dat wat er nieuw is die publicaties zijn, en niet het sociologisch proces van de vreemdelingenafkeer. Ongetwijfeld werkte het toen net zo als nu: gedurende lange tijd is het nooit gebeurd over iets te schrijven - eentje begint er mee - en meteen is het hek van de dam. Te ingewikkeld voor de reguliere sociologie ... uitleg of detail . Dus gaan we maar "verklaren":
  Waarom kwamen etnische vooroordelen zo plotseling op?
'De twaalfde eeuw was een tijd van verstedelijking, van de opkomst van de eerste universiteiten. Mensen gingen over grotere afstanden reizen, kregen vaker contact met buitenlanders. Dat gaf aanleiding om te denken over identiteit. Wie ben ik? En hoe verhoud ik me tot de ander?

Ach jee, het zal toch niet ... Of zal het dit zijn:
  Vanaf de twaalfde eeuw gingen mensen voor het eerst uitvoerig over hun volksaard schrijven.

Voorheen werd het misschien niet zinvol geacht. Het was "roddel". Of: Het was vanzelfsprekend, en schrijven kostte veel moeite (toen nog). Noemt u maar.
    Maar nu moet u niet denken dat deze historische oorsprong ook maar iets zegt over de realiteiten van het verschijnsel:
  Maar dat betekent natuurlijk niet dat etnische vooroordelen ook kloppen. Engelsen drinken net zoveel alcohol als Duitsers of Nederlanders, blijkt uit de statistieken. En de ober op een terras in Parijs kan arrogant overkomen, maar is dat beter op een Amsterdams terras?'

Nee hoor, er zijn écht geen verschillen tussen culturen ...
    Overigens toch lief van Tonie Mudde, die zoals we boven gezien hebben, al met de waarheid is geconfronteerd, niets ervan aan de promovendus heeft verklapt. Dat zou de vreugde van de promotie maar bederven ...

n ook bij vogels werkt het met herkenbaar verschillende groepen (de Volkskrant, 11-09-2012, van verslaggeefster Maxine Smit):
  Kraai onthoudt wie de rotzak is

Kraaien lijken gezichten te herkennen zoals zoogdieren dat doen. Een vriendelijk gezicht maakt andere reacties los dan een bedreigend gezicht.


De hersenen van een kraai die een 'vriendelijk' menselijk gezicht ziet, geven een andere reactie dan kraaien die met een 'bedreigend' gezicht worden geconfronteerd.    ...
    Van andere vogelsoorten is niet bewezen of ze mensen indelen in goed en slecht, zegt Ten Cate: 'Ik verwacht dat ook de papegaai goed zou scoren in zo'n onderzoek. Er zijn anekdoten dat papegaaien met een mannelijke verzorger eerder geneigd zijn andere mannen te accepteren. Op vrouwen reageren ze agressief.'    ...

Ander uiterlijk, dus andere groep, dus potentieel gevaarlijk ...

Het is inmiddels 2013, en de voorgaande bevindingen zouden doorgedrongen kunnen zijn tot de wetenschap, in ieder geval in enigerlei mate. Daarvan lijkt geen sprake te zijn. Het volgende artikel stamt uit KIJK, en dit soort populair-wetenchappelijke bladen geven over het algemeen goed de huidige stand van de wetenschap weer over de takken die ze behandelen (KIJK, nr. 5-2013, door Rik Peters):
  Welkom in je hokjesgeest

Waarom ook in een weldenkend mens een racist schuilt

Je zou het zelf waarschijnlijk nooit toegeven, maar onderzoek laat zien dat iedereen racistische vooroordelen heeft en gevoelig is voor traditionele man/vrowuw-beelden. Waar komen deze stereotypes vandaan? en wat kun je ertegen doen? Het antwoord op die laatste vraag is makkelijk: dit artikel lezen.


Tussentitels:  Vrijwel iedereen is racistisch. Ook de auteur van dit artikel, zo blijkt...
De helft van de proefpersonen dacht Dana te zien, de andere helft David
Apen associëren niet-groepsleden gemakkelijk met nare dingen

Veelzeggende titels. Want dit is de oude aanpak. En de introductie stapt meteen in de valkuil:
  Op 5 april 1968 besluit een basisschoollerares uit het Amerikaanse Riceville om een van de bekendste experimenten aller tijden uit te voeren. De avond daarvoor zag ze op televisie het verontrustende nieuws dat de zwarte activist Martin Luther King was doodgeséhoten op het balkon van het Lorraine Motel in Memphis, Tennessee. Terwijl elders in het land de rellen uitbreken, zint Jane Elliott op een manier om racisme en vooroordelen bespreekbaar te maken voor de kinderen in haar klas. Haar idee is simpel, briljant en eng tegelijk: ze is van plan om de kids zélf racistisch te maken ze wil hen laten discrimineren op basis van oogkleur. Volstrekt willekeurig deelt ze haar leerlingen op in twee groepen: de superieure en slimme 'blauwogen' versus de minderwaardige en domme 'bruinogen'. De eerste kliek krijgt privileges zoals een langere pauze, de tweede club wordt letterlijk achtergesteld en moet op de laatste rijen plaatsnemen. Het duurt niet lang voordat de kinderen volledig meegaan in het verhaal: blauwogen worden bazig en arrogant, bruinogen timide en onderdanig. De eersten gaan beter presteren, de laatsten gaan het slechter doen. Voordat Elliott uitlegt wat er écht aan de hand is, ziet ze hoe een klaslokaal vol 8-jarigen in één dag verandert in een gesegregeerde minimaatschappij waarin de deelnemers elkaar het licht in de ogen niet gunnen.

Een oud en redelijk bekend verhaal. Altijd gebruikt ter inleiding van het volgende (het bijschrift bij een foto):
  "Als je wilt dat racisme in jouw samenleving vermindert, moet je er eerst voor zorgen dat blanken weten hoe het voelt om aan de ontvangende kant ervan te staan", zegt Jane Elliot, bedenker van de 'blue-eyed;brown-eyed'-oefening.

Dus niet Aziaten, latino's of zwarten ... Alleen blanken. Maar dat zou ook wel de oorspronkelijk, Amerikaanse, blik van Jane Elliot kunnen zijn. Dus nog verder lezen:
  Een makkelijke manier om je eigen vooroordelen op te sporen, is de impliciete associatietest (IAT). Hierbij zit je achter een laptop, met je linkerwijsvinger boven de e-toets en je rechterwijsvinger boven de i-toets. Foto's verschijnen op het scherm: bij een zwart iemand ...
    De clou zit in de laatste twee stappen. Gemeten wordt namelijk hoe snel je op de toetsen tikt ... Zo'n 70 procent heeft 'een automatische voorkeur voor blanke mensen in vergelijking met zwarte mensen' 27 procent zelfs een 'sterke automatische voorkeur'.
    Vrijwel iedereen is dus racistisch. Ook de auteur van dit artikel, zo bleek uit de test...

Waaruit, zonder dat dit vermeld wordt maar dat is bij dit soort tests universeel het geval, meteen geconcludeerd kan worden dat die tests gedaan zijn door uitsluitend blanken - vaak worden studenten gebruikt, of in Amerika een representatieve groep, die veruit gedomineerd wordt door blanken
    Waarna, bijzonder eigenaardig, in het artikel overgegaan, kennelijk als modelvoorbeeld, wordt op het man-vrouw"probleem".
  Het lijkt gezien de statistieken dus waarschijnlijk dat ook jij bevooroordeeld bent. Hoe zijn de onbewuste stereotypen waardoor we worden geplaagd te verklaren? Wetenschapsjournalist Asha ten Broeke bestudeert al jaren de verschillen tussen mannen en vrouwen. Of meer: de ingebeelde verschillen tussen mannen en vrouwen. Zij gelooft niet dat jongens beter zijn in wiskunde dan meisjes, of dat mannen willen vechten en vrouwen willen moederen. In haar boek Het idee M/V stelt ze dat seksestereotypen worden aangeleerd, vanaf heel jonge leeftijd. Ten Broeke: "Meteen na de geboorte noemen Amerikaanse ouders en verpleegkundigen een babymeisje sugar of sweetie en zeggen ze hoe knuffelbaar, zacht en lief ze is. Kleine jongetjes daarentegen zijn big guy of tiger en worden geprezen om de kracht waarmee ze met hun vingertjes grijpen of met hun beentjes schoppen."

Het staat hier bijna letterlijk: de theorie dat het verschil tussen jongetjes en meisjes veroorzaakt wordt doordat de ene helft van de baby;s blauwe sokjes aankrijgt in de wieg, en de andere helft roze. Oestrogeen versus testosteron, oxytocine versus vasopressine ... Allemaal niets mee te maken. Het zijn gewoon die sokjes.
    En het argument lijkt te zijn, citerende eerder uit het artikel:
  ... Het roept de vraag op: is iedereen inderdaad zo makkelijk aan te zetten tot hokjesdenken ?
    Helaas is het antwoord simpel: ja. Ook jij bent een racist en een seksist. ...

.Oftewel: dat het het maken van onderscheid tussen man en vrouw seksisme is en dat racisme net zo is als seksisme.
    Maar gelukkig wordt ook de andere kant van de medaille belicht:
  ... Volgens Daniël Wigboldus, als sociaal psycholoog gespecialiseerd in stereotypen, is hokjesdenken namelijk óók heel erg handig. Zoals de hoogleraar aan Radboud Universiteit Nijmegen zelf zegt: "Ik kan me geen wereld voorstellen zónder vooroordelen."
    Onze hersenen denken namelijk vanzelf in kaders. "Om de wereld om ons heen te begrijpen, moeten we categoriseren", legt Wigboldus uit. ''Als je een object ziet, gaatje brein meteen op zoek naar betekenis: is dit object een stoel of een tafel? Zodra een van die categorieën geschikt lijkt, wordt je kennis rondom die categorie ook meteen toegankelijk. Is het een stoel, dan weet je dat je erop kunt zitten. Is het een tafel, dan weet je dat je eráán kunt zitten." En dat is verdomd vernuftig, want anders moest je bij elke confrontatie met een meubelstuk eerst een encyclopedie (of de IKEA-gids) doorpluizen voordat je kon besluiten waar je het neer zou zetten.
    En het stopt natuurlijk niet bij binnenhuisarchitectuur, want datzelfde brein en diezelfde denkwijze gebruiken we ook wanneer we in contact komen met andere levende wezens. "Stel je voor dat je een levend object op je af ziet rennen", zegt Wigboldus. "En stel je vervolgens voor dat je dit object categoriseert als een hongerige tijger. Deze classificatie zal in hoge mate je gedrag beïnvloeden. Doordat meteen de relevante kennis rondom de categorie 'hongerige tijger' beschikbaar komt, weet je direct dat je kunt kiezen tussen stilstaan en hopen dat het dier je niet ziet, en wegrennen. Je zult hoe dan ook heel anders reageren dan wanneer je ditzelfde object categoriseert als een konijntje:' Dat voorbeeld verklaart ook waarom vooroordelen zelden positief zijn. Wigboldus: "Wat als iemand besluit om niet alle hongerige tijgers over één kam te scheren, maar vanuit de overtuiging dat er ook goede hongerige tijgers zijn deze dieren voortaan het voordeel van de twijfel te geven? Die persoon zou het niet lang volhouden. Je kunt namelijk heel vaak ten onrechte een goede tijger aanzien voor een hongerige tijger zonder dat je iets overkomt. Maar je kunt slechts één keer ten onrechte een hongerige tijger aanzien voor een goede tijger, want dan loopt het slecht met je af. Er kleeft een evolutionair voordeel aan stereotypen die gevaarvermijdend zijn, en dus aan stereotypen die negatief zijn:'
    Een hokjesgeest is uiteindelijk gewoon heel erg nuttig. Alleen daardoor kunnen we onze omgeving interpreteren, en alleen daardoor kunnen we gevaar ontlopen.

Tja, de open deuren intrappen is in dot soort discussies nog altijd broodnodig. Zie:
  Maar het sublieme (en subliminale) systeem botst met onze moraal wanneer we het ook inzetten bij mensen. "Zodra we iemand tegenkomen, categoriseren we die persoon meteen naar jong of oud, gekleurd of blank, vrouw of man", zegt Wigboldus. "En opnieuw bepaalt de hieraan gekoppelde informatie het gedrag: wanneer ik iemand categoriseer als American wrestler, reageer ik anders dan wanneer ik iemand categoriseer als vrouwelijk topmodel. Maar hier wringt natuurlijk dat mensen als groep niet homogeen zijn, maar heterogeen. Mensen verschillen van elkaar, waarschijnlijk nog meer dan tijgers van elkaar verschillen:'

Wat niets anders zegt dan dat je categorieën niet absoluut zijn, maar dat er uitzonderingen zijn. Wat voor de praktijk betekent dat je uitgaat van het reguliere geval, en later eens gaat bestuderen of het een uitzondering is. Ook bij mensen. Zoals de natuur natuurlijk al lang geleden heeft uitgevonden:
  ... Yale-psychologen. Op een eiland bij Puerto Rico onderzochten zij resusaapjes. De lievelingsdieren van veel wetenschappers, omdat ze op ons lijken en interessante sociale banden smeden, waarin de vrouwtjes nogal domineren. Eigenlijk bedacht het team een IAT voor apen, waarin de beesten twee foto's zagen: een van een bekende soortgenoot (een ingroup member) en een van een onbekende soortgenoot (een outgroup member). Daarbij bleek dat de proefdieren nog geen 7 seconden naar hun kennissen keken, maar bijna 11 seconden naar de nieuwe gezichten. Oftewel: van vreemdelingen werden ze waakzaam en wantrouwig.
    Nu kan het natuurlijk ook dat de apen gewoon nieuwsgierig waren. In menselijke maatschappijen worden verse buren, tussen de gordijnen door, immers ook belangstellend gadegeslagen door de gevestigde straatgenoten. Om dit uit te sluiten, draaiden de onderzoekers de rollen om: de testdieren zagen een oude soortgenoot die onlangs was weggegaan (bekend, maar outgroup) plus een nieuwe soortgenoot die onlangs was aangekomen (onbekend, maar ingroup), en ook toen staarden ze langer naar de buitenstaanders. Bovendien bleken de beesten hun ingroup-leden makkelijker te associëren met leuke dingen (zoals fruit), en de outgroup-leden makkelijker te verbinden met nare dingen (zoals spinnen). Het vroeg behoorlijk wat 'aapjes kijken', maar zo kwam de xenofobe aap wel uit de mouw.
    Wat hebben we hier nu aan? Volgens de onderzoekers zelf maken de resultaten aannemelijk dat vooroordelen inderdaad een evolutionaire basis hebben. De gemonitorde dieren werden niet beïnvloed door stereotyperende kraamzusters, discriminerende massamedia of een taal waarin 'wit' en 'zwart' tegenover elkaar staan - en tóch vreesden ze de exoot. Bovendien: de voormoeder (!) van de matriarchale resusaap splitste zich zo'n 25 tot 30 miljoen jaar geleden af van onze voorvader (?), wat het plausibel maakt dat het gedeelde gedrag nóg ouder is. Allang voordat mensen concepten als 'ras', 'religie', 'nationaliteit' of 'politieke kleur' bedachten, waren hersenen al voorgeprogrammeerd tot hokjesdenken.

Het hokjesdenken is dus een natuurlijk zaak. Die volgens dit artikel alleen voorkomt bij blanken.
  Aan het eind van dit artikel weet je dat ook jij waarschijnlijk een negatief beeld hebt van gekleurde mensen ...

Blanken hebben een negatief beeld van zwarten, maar zwarten dus niet blanken. Zwarten stammen dus kennelijk uit een andere lijn van resusapen naar de mens dan blanken.
    Spannende theorieën.
    En exclusief blanke racisme  moet dus ook iets aan gedaan worden:
  Je weet dat dit komt door opvoeding en cultuur, die je aangeboren hokjesgeest hebben gevuld met stereotypen. Maar dat pleit je nergens van vrij. Sterker nog: juist die wijsheid stelt je nu in staat om je eigen gedrag te analyseren en te ontdekken hoe en wanneer die vooroordelen opspelen. Je vond jezelf natuurlijk al een behoorlijke gelijkheidsdenker, maar nu kun je uitvogelen of je dat ook écht bent.

Maar er zijn wel voorwaarden wil het werken:
  Wigboldus: "Wil je vooroordelen los kunnen laten, dan moet je aan drie voorwaarden voldoen." "Je moet de intellectuele capaciteit hebben om de eigen vooroordelen te herzien. Daarnaast moet je de wil hebben om de eigen vooroordelen te veranderen. En ten slotte moet je kennis hebben, dus het inzicht dát ook jij denkt in vooroordelen."

Wat wordt samengevat als, uit de onderkop:
  Waar komen deze stereotypes vandaan? en wat kun je ertegen doen? Het antwoord op die laatste vraag is makkelijk: dit artikel lezen.

En wat betreft dat laatste ... daarvan is de clou al gegeven:
  Aan het eind van dit artikel weet je dat ook jij waarschijnlijk een negatief beeld hebt van gekleurde mensen ...

En dus is het maar goed dat zwarten geen vooroordelen hebben. Want volgens dit artikel zit het niet er niet in dat ze er iets aan zouden kunnen doen, want een sterke vereiste is toch wel het kunnen lezen. Wat zwarten volgens dit laatste citaat kennelijk niet doen. In ieder geval niet de KIJK. En dat is vermoedelijk wel een juiste inschatting.
    Overigens: er zijn misschien wel aanwijzingen dat het, als blanke, toch wel verstandig kan zijn om voorzichtig te zijn... Zie daarvoor hier uitleg of detail .

Overigens nummer twee: in hetzelfde nummer van KIJK wordt een archetypisch geval voorgevoerd van hokjesdenken, volgens de algemene definitie: mensen van buiten je eigen groep in een hokje stoppen. De "eigen groep" waar het hier om gaat zijn de "verlichte intellectuelen", de mensen die stukjes schrijven voor de KIJK en degenen die ze raadplegen. Eerst dus even voorstellen (KIJK, nr. 5-2013, door Lieke Steijvers):
  De Middeleeuwen als politieke grabbelton

...    Lieke Steijvers is historica met als specialisatie de beeldvorming over de middeleeuwen. Voor dit artikel sprak ze met Peter Raedts, hoogleraar mediëvistiek aan de Radboud Universiteit Nijmegen en politiek historicus Koen Vossen en mediëvist Rombert Stapel (beiden van de Universiteit Leiden).

En hier wat er betoogt gaat worden:
  Rechtse dromers vluchten in valse romantiek

Populistische en extreemrechtse partijen in Europa dwepen met de middeleeuwen. Een tijd die nog 'puur' was, met dappere strijders die vochten voor eigen volk en vaderland. Maar klopt dat beeld wel? En waarom zijn de middeleeuwen juist nu zo populair?


Tussentitel: Breivik ziet zichzelf als tempelier, strijdend vaar een christelijk Europa
Woorden als 'opnieuw' en 'herstel' wekken de suggestie dat het ooit veel beter was

We concentreren ons even op één zaak: Geert Wilders. Hier is zijn eerste vermelding - in de eerste zin van het artikel:
  Geert Wilders liet zich twee jaar geleden samen met zijn toenmalige partijgenoot Hero Brinkman portretteren als Michiel de Ruyter en Cornelis Tromp, de grote zeehelden uit de zeventiende eeuw.

De tweede is in combinatie met een illustratie, de eerstgenoemde afbeelding:
  PVV-leider Geert Wilders poseert voor een foto uit de serie Heroes, die bekende Nederlanders toont, getransformeerd tot hun held. In Wilders' geval was dat Michiel de Ruyter. "De Ruyter is een van de grootste helden uit onze geschiedenis", aldus Wilders. "Strijdbaar. Voor niets en niemand bang."

En de derde is deze:
  Geschiedenis is sowieso opvallend populair bij rechtse en populistische partijen, stelt politicoloog Koen Vossen van de Universiteit Leiden. De basis van deze partijen ligt niet in het sociaal-economische, maar in de cultuur - dat wil zeggen 'onze' cultuur: westers, christelijk. Deze cultuur bestaat al eeuwen, zo is het altijd geweest en zo moet het ook blijven, is de gedachte. Cultuur hoort bij het land, net als het volk dat in dat land woont. Extreemrechts geeft hierbij weinig blijk van historisch besef. Het verleden, het heden en de toekomst verschillen nu eenmaal van elkaar en elke periode heeft zijn eigen historische waarde. "Geert Wilders lijkt te geloven dat Henk en Ingrid uit de middeleeuwen en Henk en Ingrid van nu dezelfde zijn, met dezelfde behoeftes en ideeën.

De stappen van de argumentatie zijn dus: Geert Wilders portretteert zichzelf als Michiel de Ruyter - jezelf portretteren als iemand uit de Gouden Eeuw is hetzelfde als terugwillen naar de Middeleeuwen - dus, ergo, q.e.d.: Geert Wilders wil terug naar de Middeleeuwen.
    Dit is het niveau van: "De maan heeft een lichtgroengele kleur - groene kaas heeft lichtgroengele kleur - dus, ergo, q.e.d.: de maan is van groene kaas".
    Maar zelfs deze stappen bevatten nog fouten. Lees het bijschrift bij de illustratie goed. Daar staat: 'PVV-leider Geert Wilders poseert voor een foto uit de serie Heroes, die bekende Nederlanders toont, getransformeerd tot hun held.'  Geert Wilders portretteert zichzelf dus helemaal niet als Michiel de Ruyter. Hij heeft naar een voorbeeld gevraagd, zich laten portretteren als Michiel de Ruyter, voor één en slechts één doel: die fotoserie. Niet als politiek statement of boodschap.
    En de tweede fout, waar het hier allemaal om draait, zit in de uit de uitspraken van Koen Vossen, politicoloog van de Universiteit Leiden. Want wat Koen Vossen, politicoloog van de Universiteit Leiden, doet, is het timmeren van een hokje genaamd "rechtse en populistische partijen":
  ... rechtse en populistische partijen, stelt politicoloog Koen Vossen van de Universiteit Leiden. ...

Aan dat hokje een eigenschap toekennen:
  Geschiedenis is sowieso opvallend populair bij rechtse en populistische partijen, stelt politicoloog Koen Vossen van de Universiteit Leiden.

Vervolgens Geert Wilders is dat hokje stoppen:
  ... rechtse en populistische partijen, stelt politicoloog Koen Vossen van de Universiteit Leiden. ..."Geert Wilders lijkt te geloven ...

En Geert Wilders de eigenschap van het hokje toekennen:
  ... politicoloog Koen Vossen van de Universiteit Leiden. ..."Geert Wilders lijkt te geloven dat Henk en Ingrid uit de middeleeuwen en Henk en Ingrid van nu dezelfde zijn, met dezelfde behoeftes en ideeën.

Een eminent voorbeeld van hokjesdenken. Pas het toe op negers, pardon: zwarten, pardon: gekleurden, pardon: Afro-Amerikanen (de eerdere zijn allemaal verboden hokjes), en je krijgt een proces wegens racisme aan je broek.
    En gezien de eerste volledige alinea van het artikel ...:
  Geert Wilders liet zich twee jaar geleden samen met zijn toenmalige partijgenoot Hero Brinkman portretteren als Michiel de Ruyter en Cornelis Tromp, de grote zeehelden uit de zeventiende eeuw. En bij de herdenking van de doop van de middeleeuwse koning Clovis in de kathedraal van Reims in 1996 stond de Franse rechts-nationalistische politicus Jean-Marie Le Pen te trappelen om aanwezig te zijn.

... is er geen enkel twijfel dat dit de boodschap is van het hele artikel. het artikel is als geheel een lashelder voorbeeld van hokjesdeken. Gedaan door mensen die ook tezamen in één hokje zitten: dat van de verlichte intellectuelen. Die ook hun eigen "Middeleeuwen" hebben: die van het kosmopolitisme, internationalisme, de Grote Alomvattende Wereldvrede, de "Great Big Melting Pot", enzovoort.

Zie hier hoe er buiten het hokje van de linksige verlichte intellectuelen over hokjesdenken gedacht wordt (de Volkskrant, 10-05-2012, ANP):
  Milde straf ex-student

Een Amerikaanse ex-student is maandag in New Brunswick, New Jersey, veroordeeld tot 30 dagen cel omdat hij stiekem had gefilmd dat zijn homoseksuele kamergenoot een man zoende. Hij liet de beelden aan vrienden zien, waarna de kamergenoot zelfmoord pleegde. Dharun Ravi had 10 jaar cel kunnen krijgen. Volgens de rechter handelde Ravi uit 'kolossale ongevoeligheid', maar niet uit homohaat.

Met honderden Hindoestaanse demonstranten voor de deur van de rechtszaal ...
hindoestanen

... die demonstreerden met één en slechts reden: de verdachte was een mede-Hindoestaan.
    En de zwarten die demonstreerden voor voor Trayvon Martin ... :

... die met een gangster-capuchon, een hood, op liep door een bewaakte blanke wijk en in een gevecht werd doodgeschoten door een latino-bewaler, en waarvoor de zwarten dus massaal de straat op gingen om, uit solidariteit met alle zwarte "hooded gangster" of "hoodies" getooid met een gangster hood, uitsluitend en alleen omdat het slachtoffer zwarte was en de dader blank (als zwarten een blanke doodschieten, maalt er geen enkele zwarte om).
    Dit is dus hoe de niet-blanke etnieën denken over hokjesdenken: het is de kern van hun leven. Meer voorbeelden hier uitleg of detail .

Nog een bewijs van het essentiële functioneren van xenofobie (de Volkskrant, 28-02-2015, door Yoshi Tuk):
  Kinderen denken al in 'wij' en 'zij'

Aan de Universiteit Utrecht promoveerde Jellie Sierksma vrijdag op haar onderzoek naar discriminatie onder kinderen.

Denken jonge kinderen al in etniciteit?

'Door bijna 3.200 kinderen fictieve situaties voor te leggen, heb ik gemeten hoe ze hulp aan anderen beoordelen. Uit het onderzoek blijkt dat als Mohammed zijn fietssleutels kwijt is een autochtoon kind het vanzelfsprekender, maar ook beter vindt dat Abdul helpt zoeken dan dat Kees dit zou doen.'

Wat zegt dit?
'Dat we op jonge leeftijd al veel waarde hechten aan loyaliteit. Evolutionair te verklaren, want hoe hechter de groep, hoe groter de overlevingskans. Maar ook dat zoiets kleins als de voornaam voldoende is voor groepsdenken.'    ...

Onzin: het is niet de voornaam op zich, maar datgene waar de voornaam voor staat: "de andere groep". Iets dat de andere groep zelf heeft veroorzaakt door "andere" voornamen te kiezen: de ene groep heet "Jan, Piet, Kees, enzovoort", de andere groep heet "Mohammed, Achmed, Abdel, enzovoort".
  Is discriminatie op afkomst van nature aanwezig?
'Nee zo concreet is die discriminatie niet. Hoewel ze in groepen denken, is etnische discriminatie geen automatisme. Kinderen hebben daarvoor een 'duwtje in de rug' nodig. Iemand moet dat onderscheid benadrukken.

Juist. Dus door "andere" namen te kiezen en "andere" symbolen te dragen, zoals hoofddoeken.
  Wat betekent dit voor onze samenleving?
'Dat kinderen al denken in 'wij en zij' en dat het expliciet benoemen van lidmaatschap of stimuleren van groepsdenken kan leiden tot discriminatie. Als zo'n denkwijze via onderwijs of media wordt benadrukt, leidt dat zeker tot uitsluiting.'

Precies: het is het stimuleren van groepsdenken door moslims middels "andere" aannemen en "andere symbolen" dat leidt tot discriminatie.
  Hoe voorkom je dit?
'Door te focussen op emotie. Als je aan een kind vraagt hoe de ander zich voelt, blijken ze veel minder aandacht te hebben voor hun eigen groep. Empathie geldt als interventie - het voorkomt discriminatie. Dat is wat we moeten stimuleren.'

Precies: moslims moeten meevoelen met Nederlanders, en hun "andere" symbolen afleggen.

Eigenaardig nieuws (de Volkskrant, 16-05-2015):
  Wetenschapsnieuws
...
Eenkennige bavianen

Bavianen, het zijn net mensen. Ze begeven zich bij voorkeur onder soortgenoten met vergelijkbare leeftijd, status en persoonlijkheid. Dat ontdekten onderzoekers van de universiteit van Cambridge, die ze vijf jaar in Namibië bestudeerden. Volgens de onderzoekers kan dit gedrag nadelig zijn voor de groep: de informatieoverdracht kan erdoor worden belemmerd. Het zijn meestal de jonge, moedige dieren die oplossingen vinden voor (voedsel)problemen. Door nuttige kennis in kleine kring te houden verkleinen ze kans dat die de rest van de groep bereikt.

Die onderzoekers weten het echt veel beter dan de natuur. Die natuur blijft maar in eigen kringetjes draaien. Terwijl het zo veel beter is om met zo veel mogelijk zo divers mogelijke individuen om te gaan - dat is namelijk goed voor de informatieoverdracht, die diversiteit. Heel fout, van die natuur, om zo eenkennig te zijn. Het is dan ook geen wonder dat er niets van die natuur is gekomen (sarcasme-modus uit).
    Mar goed, dat is niet echt eigenaardig dat ze in Engeland zo hogelijk politiek-correct zijn dat ze zelfs in de biologie er aan lijden. Dat wisten we al. Wat eigenaardig is, is dit: bavianen zijn dus xenofoben. En blanken zijn xenofoben - dat wisten we al. En niet-blanken zijn géén xenofoben - dat wisten we ook al. Dus hoe zit het? Kennelijk stammen blanken van de bavianen af. En niet-blanken van een andere soort. En dat is echt hoogst eigenaardig.


Naar Sociologische krachten , of site home .

13 aug.2009