Bronnen bij Westerse organisatie: noord-zuid globaal

In aansluiting op de sociologische beschrijving van de cultuurverschillen tusen westerse en niet-westerse landen , met name datgene dat heet "de derde wereld", hier een groot aantal specifieke voorbeelden van hoe groot het verschil in organisatie, en dus cultuur, is. De eerste bronnen geven een globaal overzicht, en waarna het vanaf de grenzen van Europa steeds verder weg gaat, beschrijvende steeds ernstigere wantoestanden (het analoge verhaal binnen Europa staat hier ).

Eerste factor: maatschappelijke veiligheid (Dagblad De Pers, 29-01-2009, door Remco Tomesen):
  Wereldkaart vol met risicolanden

Welke landen moet je als bedrijf links laten liggen? Een wereldkaart met no-go-areas en veilige gebieden.

Eigenlijk zou de hele wereld nu donkerroodgekleurd moeten zijn. Op de wereldkaart waar landen een kleurtje krijgen op basis van het risico dat buitenlandse bedrijven er lopen, staat donkerrood voor ‘heel riskant’. Of je nu een fabriek wil bouwen in China of machines wil exporteren naar Amerika: dankzij de economische crisis is het maar de vraag of je de machines ooit betaald krijgt en of je fabriek het wel redt.
    ‘Omdat de economische situatie overal slecht is, kijken we alleen naar de politieke situatie’, vertelt Marc van Nuland, directielid van AON Risk services, dat gisteren de Political Risk Map 2009 presenteerde. Op die kaart staat weergegeven hoe riskant landen zijn voor bedrijven. Hoe groot is het risico op terrorisme? Is er een stabiele overheid? Zijn er veel stakingen, is er een oorlog? Hoe stabiel is de nationale munt? De antwoorden op die vragen bepalen de politieke stabiliteit van een land.    ...


Dit gaat over het risico voor bedrijven, maar het is ook een uitstekende maat voor de maatschappelijke gesteldheid in het algemeen.

Kijk ook nog maar naar het volgende staatje (de Volkskrant, 01-07-2009, door Rolf Bos):
  Column | Mislukte staten

Hakkers van Somalië scoren negens en tienen

Zeg Soedan, en je denkt aan Darfur. Aan vluchtelingenkampen, aan 'duivels op paarden' die de lokale bevolking terroriseren, aan verbrande dorpen, .... Nee, er is veel niet pluis in Soedan.
    Zeg Somalië, en je denkt aan piraten, aan hongerige vluchtelingen, aan handen en onderbenen afhakkende fundamentalisten, die na schimmige rechtszaken ook nog wel eens een meisje willen stenigen, aan islamisten die de al half vergane hoofdstad Mogadishu bijna hebben veroverd. ...
    Zeg Congo, en je denkt aan vluchtelingenstromen, aan het land afstropende ben des bestaande uit kindsoldaten die lokale vrouwen terroriseren, aan warlords die de rijk gevulde mineraalmijnen door hun eigen slaven laten plunderen, aan VN-blauwhelmen die weinig doen om de lokale bevolking bij te staan. ...
    Soedan, Somalië, Congo. Zomaar drie voorbeelden van landen die het woord 'land' niet waard zijn. Landen met overheden die - delen van hun eigen bevolking terroriseren, en vooral niet beschermen, landen zonder een werkend staatsapparaat, landen met autoriteiten die zichzelf verrijken, landen, kortom, die 'mislukt' zijn, in het Engels: failed states.   ...
    Deze week bracht het Amerikaanse tijdschrift Foreign Policy samen met The Fund for Peace zijn jaarlijkse lijstje met mislukte staten uit, The Failed States Index 2009. Meer dan 170 landen werden langs de meetlat gelegd. Het zal niet verbazen dat Somalie de lijst aanvoert. Als mislukt land 'doet' de islamitische republiek in de Hoom van Afrika het uitzonderlijk goed.
De samenstellers hanteerden twaalf meetpunten (ze keken onder meer naar de mensenrechten, het aantal vluchtelingen, de effectiviteit van het overheidsapparaat) en op alle fronten is de score voor Somalië bijzonder hoog. Een 7,7 en een 8,5; verder alleen negens en tienen - je kind zal met zo'n rapport thuiskomen.
    Somalië voert een hele reeks andere Afrikaanse land en in de toptien aan, van Zimbabwe (2), Soedan (3), Tsjaad (4), Congo (5), Centraal Afrikaanse Republiek (8) tot Guinee (9). In deze toptien verder ook nog, het zal niet verrassen, Irak(6),Afghanistan (7) en Pakistan (10).
Irak, waar de Amerikaanse soldaten dinsdag de steden hebben verlaten, is dus een puntje onveiliger dan Afghanistan, waar - curieus wellicht in dit verband - juist weer meer Amerikaanse troepen naar toe gaan.
    Wie op de website van Foreign Policy de wereldkaart bekijkt, kan aan de kleuren - van wijnrood tot diepgroen - zien waar de meest gelukte landen zich bevinden: Europa, Noord-Amerika, Australië en Japan. Afrika kent geen enkel stabiel land, Azië telt er twee: Japan en Zuid-Korea. Georgië is het minst stabiele land van Europa, ook Moldavië, Bosnië en Servië mogen zich schamen.
    Nederland staat negende van onderen. Het minst mislukte land? Dat is Noorwegen.

En er is eindeloos veel soortgelijk materiaal.

Een andere graadmeter (CNNGo.com, 18-11-2009):
  New Zealand tops least corrupt countries

New index ranks New Zealand, Denmark and Singapore as the least corrupt, but which countries were most besieged by graft?


New Zealand, Denmark, Singapore, Sweden and Switzerland are the top five least corrupt countries, according to a new report by Transparency International.
    Flipping things around, Somalia and Afghanistan head the blacklist drawn up by the anti-graft watchdog in its annual Corruption Perceptions Index.
    The ranking range from zero (highly corrupt) to 10 (very clean), with Transparency International saying that the majority of the surveyed 180 countries scored less than five.   ...
    African nations accounted for half of the bottom 20 countries on the list, with the lawless Somalia (which has been without a government for two decades) scoring 1.1. New Zealand, by comparison, scored 9.4.   ...
    The rankings were based on the perceptions of degrees of corruption from business people and analysts.
    The top 12 least corrupt nations are: New Zealand, Denmark, Singapore, Sweden, Switzerland, Finland, Netherlands, Australia, Canada, Iceland, Norway, Hong Kong, Luxembourg.
    The 12 most corrupt countries are: Somalia, Afghanistan, Myanmar, Sudan, Iraq, Chad, Uzbekistan, Turkmenistan, Iran, Haiti, Guinea, Equatorial Guinea.

Voor meer details zie de interactieve kaart hier , en de volledige lijst hier . De kaart laat meteen zien waar de minste corruptie is: de Noord-Europese landen, Canada,en Australië en Nieuw-Zeeland. En toont ook de noordzuid-verdeling binnen Europa.

En in 2012 is dat natuurlijk niet veranderd, maar toch hier weergegeven, voor het zeer illustratieve plaatje (de Volkskrant, 06-12-2012, van verslaggeefster Irene de Pous):
  Griekenland koploper corruptie

Van alle Europese landen staat Griekenland het hoogst op de lijst van corrupte landen: nummer 94 van de 176 onderzochte staten.


Griekenland wordt van alle Europese landen als het corruptst ervaren. Op de wereldranglijst die corruptiewaakhond Transparency International gisteren publiceerde, bungelt het land tussen Malawi, Colombia en India, op plaats 94 van de 176 landen die zijn onderzocht.
    Griekenland is daarmee veertien plekken gezakt ten opzichte van vorig jaar. Ook Italië is gezakt en wordt na Griekenland ervaren als het corruptste euroland. ...
    Griekenland wordt van alle Europese landen als het corruptst ervaren. Op de wereldranglijst die corruptiewaakhond Transparency International gisteren publiceerde, bungelt het land tussen Malawi, Colombia en India, op plaats 94 van de 176 landen die zijn onderzocht.
    Griekenland is daarmee veertien plekken gezakt ten opzichte van vorig jaar. Ook Italië is gezakt en wordt na Griekenland ervaren als het corruptste euroland. ...


Uitleg van de kleuren is overbodig. Zie hoe Griekenland en Italië het meest zuidelijk onderaan Europa hangen ...

Ook de publieke opinie is redelijk op de hoogte - die volgt als gemiddelde de berichten die ze leest - in het volgende artikel hierover gaat het niet om de tekst maar de illustratie (de Volkskrant, 16-04-2011, door Janny Groen):
  Nederlanders volgen Midden-Oosten
 

'Gegrepen' door Arabische lente
 Nederlanders zijn gegrepen door de 'Arabische revolutie'. Ze denken tamelijk goed op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen in het Midden-Oosten. ...
    Dit blijkt het een onderzoek naar beeldvorming over Arabische landen, uitgevoerd door TNS Nipo in opdracht van het instituut voor multiculturele vraagstukken Forum. or Europa kunnen reizen, zijn van april.   ...
    De berichtgeving over de strijd voor democratie heeft vooralsnog weinig invloed op de traditioneel negatieve beeldvorming over moslimlanden. Weliswaar wordt ietsje positiever geoordeeld over het Egyptische en het Tunesische volk, maar in het totaalbeeld blijft de Arabische wereld in het oog van de Nederlander ver beneden de maat.
    De onderzoekers vroegen in hoeverre de inwoners van een serie landen democratisch ingesteld zijn. Of ze als sympathiek, betrouwbaar, vredelievend worden ervaren. En hoe gedacht wordt over de rol van vrouwen in die landen. Weinig verrassend scoren moslimlanden laag op het democratische gehalte. Pikant is dat Nederlanders de Duitse buren ietsiepietsie sympathieker, betrouwbaarder en vredelievender vinden dan zichzelf.   ... 


Waarbij dat laatste stukje tekst aangeeft dat de resultaten redelijk accuraat zijn. Ook dus wat betreft de moslimlanden.

Mooi, het algemene beeld is geschetst. Nu wat details - de eerste route van Europa af begint in Turkije en gaat de islamitische wereld in (VARA TV Magazine #11-2005, door Roy van Vilsteren):
  De Genco-methode

In De Donderdag Documentaire staat de kruideniersfamilie Genco model voor drie generaties Turken in Nederland. Maar wat blijkt? Mehmet, de bedrijfsleider, leidt nu een badhuis.
...
Turkse ondernemers gaan nu terug naar Turkije vanwege de veelbelovende economie aldaar. Iets voor u?
Ach, ik geloof niets van die verhalen. Ik heb een vriend die na twee jaar ondernemersschap in Turkije alweer terugkwam naar Nederland. Hier heb je misschien wat kunnen sparen voor een Turks avontuur, maar je zult voornamelijk hinder ondervinden van je ervaring met ondernemersschap in Nederland. De werkwijze in Turkije is volstrekt anders. Hier ga je naar een groothandel om je inkopen te doen. In Istanbul komt iedereen naar je toe om je wat te verkopen, maar ze denken: jij komt als domme Nederlander terug, dus die kunnen we wel afzetten. ... 

En (de Volkskrant, 24-04-2007, column door Nazmiye Oral):
  Mehmet, een emigrant in spe

... mijn broertje trok mijn aandacht met een terloops gebrachte mededeling. Over een paar jaar wilde hij voorgoed naar Turkije emigreren.
    Ik stond perplex.
    Hoe dacht mijn broertje te kunnen overleven in Turkije? Hij spreekt bar slecht Turks en bezit een Europese goedgelovigheid en naïviteit, waardoor hij waarschijnlijk al zijn geld binnen een paar jaar kwijt zal zijn aan mensen die hij dacht te kunnen vertrouwen, reden genoeg om me zorgen te maken. ... 

Dit is het grote verschil tussen de westerse en niet-westerse vorm van samenleven: de westerse vorm gaat veel meer dan de niet-westerse vorm uit van een houding van samenwerking, in plaats van een houding om persoonlijk voordeel te behalen ten koste van anderen, of zoals het boven heet: 'afzetten'. Deze laatste houding betekent dat maatschappelijke transacties veel moeilijker tot stand komen. Veelal komen die transacties zelfs niet tot stand, omdat mens ervoor kiest niet het risico te nemen om bedrogen te worden. Voor een ver doorgevoerde literaire illustratie van dit proces en zijn gevolgen, zie Harry Harrison: Doodstrijd in Appsala .

Nog wat Turkse cultuur (VARA TV Magazine, nr. 39-2007, door Roy van Vilsteren ):
  Weinig te doen

De VPRO heeft voor het migratieprogramma Terug naar Turkije goed inzicht in de migratiestromen en -beweegredenen van Turkse Nederlanders richting Turkije ('de trend is onmiskenbaar'). Migratie-expert Aslan Zorlu (Universiteit van Amsterdam) ... 'Het zijn waarschijnlijk hoogopgeleiden die de Turkish dream achterna jagen en een eigen zaak beginnen. Maar omdat ze in Nederland zijn geboren, gaan ze soms te democratisch met hun werknemers om. In Turkije geldt namelijk de norm: je hebt een goede baan als je weinig te doen hebt. ....' ... 

En (Leids universiteitsblad Mare, 30-11-2006, door Christiaan Weijts):
  Tussen de piraten op zee

Vijftien jaar was Hugh Pope correspondent in Turkije voor onder meer de The Wall Street Journal. Maandag geeft hij een lezing over 'een van de minst begrepen nationaliteiten van deze planeet'.


...  Pope's boek is een mix van geschiedenis, Middeleeuwse legendes en journalistieke reportages. 'De diepste indruk in die laatste categorie heb ik opgedaan toen ik de Kaspische Zee overstak. Ik was nog niet eerder met een wereld in aanraking geweest waar corruptie overal aanwezig is. Het duurde twee dagen voordat ik op de veerboot een plaats kreeg, en daarna moest ik voor elke kleine stap die ik wilde zetten iemand omkopen. Het was een nachtmerrie van drie dagen, alsof ik tussen een groep piraten op zee was.' 

Bedenk daarbij dat het in Turkije ook al weer veel slechter is dan in het zuiden van Europa. De overkant van de Kaspische Zee bestaat uit landen als Azerbeidzjan, Kazachstan, Turkmenistan, Iran en Rusland.

Nu naar de andere uitgang van Europa (Volkskrant weblog, 31-07-2006, door Lydia Rood):
  Doe de deur dicht van de doos

...   Morgen reis ik af naar Marokko, maar naar het zich laat aanzien, niet om er lang te blijven. De sms’jes en telefoontjes van M. [de Marokkaanse vriend van de schrijfster, red. RM] worden steeds dringender. De strekking: zullen we dit ka-uu-tee-land zo snel mogelijk verlaten? Marokko vliegt hem naar de keel.
    Ondernemer zijn in Marokko kan wel, maar alleen als je zakken en zakken smeergeld meebrengt. Een Nederlands-Marokkaanse kennis van M., nu eerzaam restauranthouder, heeft eerlijk toegegeven dat hij die zakken verdiend heeft in de drugshandel.
    Een Nederlands-Nederlandse kennis van ons heeft het in zijn hoofd gehaald om een restaurant te beginnen in Tanger. Wij willen hem vanaf deze plek veel succes wensen. We hopen dat hij zich niet laat naaien wordt door nieuwe zogenaamd beste vrienden, dat hij onuitputtelijke sommen heeft om de zakken van ambtenaren te spekken, dat hij oneindig geduld heeft en dat hij zijn seksuele geaardheid verzwijgt. Anders wordt zijn onderneming zo’n tragisch geval van Het Roer Om: goede bedoelingen te over, optimisme genoeg, energie zat, en dan toch stuklopen op plaatselijke omstandigheden waar je geen rekening mee hebt gehouden.
    Zoals het geval is met onze eigen plannen. M. blijkt, na driekwart jaar moeten we het toegeven, zijn vaderland ontgroeid te zijn. Hij houdt van eerlijk, van regelingen waar je staat op kunt maken, van rechtlijnige afspraken. Van ‘ja’ zeggen en ‘ja’ doen. De glibberige manier van zakendoen in Marokko, waar het woord ‘nee’ niet bestaat maar ook een duidelijk ‘ja’ zelden wordt gegeven, strookt niet met zijn intussen typisch Nederlandse manieren. M., die zijn hele jeugd heeft doorgebracht in Marokko en zijn land nooit heeft willen verlaten op jacht naar fortuin (hij werd eruit gegooid) blijkt er nu toch niet meer te kunnen aarden. ...
    M.’s ideaal om ooit voet aan de grond te krijgen in Marokko - we praten er nog niet in detail over - is niet vergeten. Maar we stellen het wel even uit. M. heeft nu eerst dringend behoefte aan een dompelbad in de samenleving die hij als normaal heeft leren beschouwen. Waar ambtenaren je vriendelijk glimlachend terwille zijn. Waar de overheid ten dienste staat van de burgers. Waar het geen schande is om eerlijk je brood te verdienen. Waar je niet per se op goede voet hoeft te staan met de politiechef of de burgemeester om te kunnen overleven. ...

Waarom zou zo'n land toch zo veel armer zijn dan een westers land?

Dus niet vanwege iets dat in de grond zit (de Volkskrant, 28-07-2010, door Greta Riemersma):
  Marokkanen aan de zwier in Spaans Melilla

Voor Marokko is de Spaanse enclave Melilla bezet gebied. Maar Marokkaanse inwoners genieten er van de Spaanse democratie en de hogere lonen.


...   Café Del Real is een eet- en dranklokaal in Melilla, de Spaanse enclave in het noordoosten van Marokko. Mina, Aziza en Karim wonen hier hun halve of zelfs hun hele leven. Van oorsprong zijn ze Marokkaans, maar hun houding is Spaans. ‘Als Marokko hier de baas wordt, ga ik naar de overkant’, zegt Karim, doelend op het vasteland van Spanje.
    Maar één ding is Marokkaans aan hen gebleven: Mina, Aziza en Karim willen niet met hun achternaam in de krant. Wat zij over Melilla zeggen is niet in lijn met wat de Marokkaanse staat uitdraagt en zij willen daarmee niet hun familie in Marokko in de problemen brengen. Zij zijn voorzichtig.
    Melilla ligt gevoelig in Marokko. Voor Marokko is het bezet gebied, een visie die onlangs opnieuw is bevestigd door de Marokkaanse premier Abbas El Fassi. Hij heeft gebeld met de Spaanse regering om te praten over de ‘bezetting’ van Melilla en Ceuta, die andere Spaanse enclave in Noord-Marokko.
    Spanje reageerde onmiddellijk door te zeggen dat de ‘soevereiniteit en het Spaanse karakter’ van Ceuta en Melilla niet ter discussie staan. ...
    Iets dergelijks zeggen ook Mina, Aziza en Karim, zoals zoveel Marokkanen in de enclaves. De meesten hebben hun best gedaan hier te belanden. Nu genieten zij van de Spaanse democratie, van goed onderwijs en betaalbare gezondheidszorg. Bovendien krijgen zij in de simpelste baantjes beter betaald dan in Marokko.
    ‘Als schoonmaker verdien je in Melilla 1.200 euro per maand en dan werk je een paar uurtjes per dag. Ik heb een nicht in Marokko die als schoonmaakster nog geen 100 euro per maand verdient en zij werkt zeven dagen in de week’, zegt Aziza. ‘En dan zijn in Marokko veel dingen nog duurder ook. Een pak melk kost 50 eurocent in Melilla, in Marokko 80 cent.’ Dus waarom zouden de Marokkanen willen dat er een einde komt aan hun mooie leven?   ...

Wat is het verschil tussen Melilla en het omliggende Marokkaanse gebied?  Westers bestuur, gedrag, en mentaliteit.

Een voorbeeld van die westerse waarden en de botsing ermee (de Volkskrant, 31-01-2006, door Igor Wijnker):
  Niks over voor de club

De journalist Igor Wijnker werd in 2004 lid van een Marokkaanse voetbalclub in Amsterdam-West. In een wekelijkse rubriek in de Volkskrant deed hij eerder verslag van zijn ervaringen ...


...   Maar bij Chabab wordt ook geen Algemene Ledenvergadering meer gehouden, vertelde wedstrijdsecretaris Habib mij laatst. 'Dat heeft toch geen zin. Iedereen steekt dan zijn vinger op en zegt dat hij helpt, maar doet uiteindelijk niks.'
...   De voorzitter [van een andere club; red. IRP] herkent dit probleem wel degelijk: 'Tachtig procent van onze leden is allochtoon en we hebben ook heel wat Marokkaanse jeugdtrainers, maar zodra er iets naast het veld moet worden gedaan, dan kunnen we daar alleen blanke Nederlanders voor krijgen. Ik dacht dat het bij allochtone clubs anders ging. Dat ze zich voor hun eigen club wél willen inzetten. Maar jullie hebben dus hetzelfde probleem.'
  Charly en Hassan knikken ernstig.
  Hassan herneemt het woord: 'Het is nu eenmaal zo. De Hollanders zijn goed in organiseren. Ze houden alles netjes bij, schrijven alles op. Ik weet niet hoe dat bij de Turken of de andere immigranten is, maar bij ons wordt dat werk slecht gedaan.'
...   Hassan spreekt me nog een keer aan: 'Hoe vond je mijn verhaal? Het was wel goed, hè?' Ik zeg hem dat het een realistisch verhaal was. 'Maar misschien had je niet zo moeten benadrukken dat Marokkanen geen vrijwilligerswerk willen doen. Er zijn hier toch ook enkele mensen die wél iets willen doen?'
  'Aah, kom op zeg, Igor, je weet toch hoe het gaat hier.'

Inderdaad.

En op wat grotere schaal (de Volkskrant, 19-12-2007, door Thomas von der Dunk, historicus):
  Betrek Hezbollah bij het Libanese machtsevenwicht

In het Midden-Oosten, en dus ook in Libanon, bereik je alleen stabiliteit als je alle clans laat delen in de macht, dus ook Hezbollah, betoogt Thomas von der Dunk.


Tussentitel: In het Midden-Oosten zijn de machtelozen ook rechteloos

De westerse benadering van Libanon berust op dezelfde misvatting als die van Irak en Afghanistan: dat een democratie daar in beginsel hetzelfde zou werken als bij ons. En dat men dus Hezbollah en haar Syrische bondgenoot door een boycot zou kunnen buitensluiten, precies zoals men dat probeert met de Taliban. Dat is echter een fundamentele miskenning van de situatie zoals die na het aftreden van president Lahoud is ontstaan.
    In het Westen kan de kiezer er in beginsel van op aan dat ook als zijn favoriete partij niet deelneemt aan de regering, hij toch niet in zijn rechten als burger wordt gekrenkt: hij mag exact hetzelfde en kan dezelfde aanspraak maken op middelen, ondersteuning, bescherming en juridische hulp door de overheid als zijn politieke tegenstanders die regeren. Dat is de essentie van de rechtsstaat: de rechterlijke macht is onafhankelijk, en iedereen is voor de wet gelijk. Niet toevallig slaat de publieke opinie bij ons op tilt, als blijkt dat iemand op grond van persoonlijke connecties door een minister of rechter bevoordeeld wordt.
    Dat is in het Midden-Oosten wezenlijk anders: macht en recht vallen samen. Er wordt, bij gebrek aan een natie met bijbehorend besef van algemeen belang, niet langs programmatische, maar langs etnische lijnen gestemd; een verkiezing is daarmee niet veel meer dan een veredelde volkstelling van clans en stammen. De regering is vervolgens geen neutrale overheid, maar partij: doordat geen scheiding gemaakt wordt tussen beheer en bezit, wordt het beginsel ‘the winner takes all’ letterlijk opgevat. Machthebbers beschouwen de algemene middelen als persoonlijk eigendom, dat ze vervolgens gebruiken om hun achterban te binden: cliëntelisme en corruptie vormen de pijlers van het politieke bestel. Wie dus niet deel heeft aan de macht, vist permanent achter het net.
    Het samenvallen van recht en macht is in het Midden-Oosten al eeuwenlang zo vanzelfsprekend, dat geen enkele inwoner zich iets bij onafhankelijke rechtspraak kan voorstellen, en dus bij voorbaat elk oordeel als onrechtvaardig zal beschouwen dat genomen is door een lid van een andere groep: zie de sjiitische ervaring in het Irak van Saddam Hoessein, waar de soennieten nu redenen hebben om bij een 'democratisch' meerderheidsbewind van de sjiieten hetzelfde te vrezen. Om je recht te krijgen, moet je deel hebben aan de macht. Wie dat niet heeft, zal zich tegen alle bestaande arrangementen verzetten, desnoods met geweld en door steun te zoeken in het buitenland – zoals Hezbollah nu door Syrië en de anderen door het Westen worden gesteund. De enige manier om stabiliteit te bereiken, is een regeling, waarbij in de wet vastgelegd wordt dat alle groepen deel hebben aan de macht, en dus de buit kunnen verdelen – zie Libanon, waar het presidentschap, het premierschap en het parlementvoorzitterschap over de soennieten, de sjiieten en de christenen zijn verdeeld.   ...

De enige samennhang is die binnen stammen.

Van iemand die het van binnen kent (de Volkskrant, 06-01-2007, door Fouad Laroui, schrijver):
  Fouad Laroui staat stil bij de slotakte van een bloedig en kolderiek koningsdrama

Saddam Hussein was een bendeleider, dat is de Arabische tragedie

...   Als je behoort tot de stam kun je je alles veroorloven. Dat draaide dikwijls uit op een tragedie. Tijdens de invasie van Koeweit had Saddam het bevel over de helikopters gegeven aan zijn schoonzoon Hussein Kamal. Die droeg de piloten op: ‘Als jullie aanvallen, wil ik dat jullie zo laag mogelijk vliegen, niet hoger dan vijftien meter.’ Ik hoef niet uit te leggen dat Hussein Kamal geen snars wist van helikopters. Een piloot probeerde nog, heel voorzichtig, een tegenwerping te maken: zo laag konden ze niet vliegen, dat zou enorme stofwolken geven, ze zouden geen enkel zicht meer hebben, ze zouden tegen elkaar opvliegen. Hussein Kamal haalde zijn schouders op (je hoort hem zeggen: wie is hier mijnheer de Schoonzoon, jij of ik?). Het gevolg: 58 helikopters stortten neer in het eerste uur van de invasie. ...
    Je volgt met verbijstering die kroniek van een groots land dat ten prooi is gevallen aan een gewapende bende. De grote afwezigen zijn de sjiitische meerderheid, de Koerden en de andere burgers zonder directe banden met de maffia van Tikrit. Inderdaad, er waren wel een handvol spookfiguren, hier een sjiiet, daar een Koerd, een einde verderop de christen Tariq Aziz, als hofnarren. Maar de overweldigende meerderheid van de bevolking wordt buiten de gang van zaken gehouden.
    Dat zou nog voor verassingen zorgen in 2003. Het leger viel uiteen, hele divisies gingen in rook op, er was nauwelijks tegenstand bij het oprukken van het Amerikaanse invasieleger. Hoe valt dat alles te verklaren anders dan door het gezonde verstand van de Irakezen: waarom sterven voor je land als dat het privé-jachtterrein van een paar immorele types is?
    Stilstaand bij het debacle van Saddam, moet je wel vaststellen dat de ‘grote politiek’ een luxe blijkt te zijn, die niet is weggelegd voor bepaalde volkeren. Voor die volken wordt de geschiedenis maar al te vaak gereduceerd tot kleinzielige overwegingen volgens familiebanden. ...

Alweer: clan- en standenken.

Net als dit (de Volkskrant, 13-07-2007, door Geert Ruardij, advocaat en als politicoloog gespecialiseerd in politiek tribalisme in het Midden-Oosten
  Erken de tribale verhoudingen in Irak

Het sturen van meer troepen naar Irak heeft volgens Geert Ruardij geen zin. Kijk liever naar het bestuur van Libanon, sluit akkoorden met clans en richt het land in langs tribale lijnen.


Onlangs heeft president Bush nog eens dertigduizend soldaten extra ingezet in Irak. ...
    Wie is de vijand in Irak? Islamistische extremisten? Terroristen van Al Qaida? Soennitische opstandelingen? Radicale sjiitische elementen? Of zij allemaal? In oktober vorig jaar erkende de woordvoerder van Bush dat er veel groepen zijn die de Iraakse regering ondermijnen, maar dat ‘het niet duidelijk is dat zij gezamenlijk opereren’.
    Er is geen burgeroorlog gaande tussen soennieten, sjiieten en Koerden, want deze sektarische groepen staan niet onder een centraal gezag. Ze hebben geen legers. En hoewel er veel afkeer is van de Amerikaanse aanwezigheid in Irak, is het geweld niet enkel toe te schrijven aan opstandelingen. Om het geweld beter te begrijpen, moet men de clans begrijpen.
    In 1990 introduceerde Khaldoun Hassan al-Naqeeb de theorie over politiek tribalisme. Hij putte daarbij inspiratie uit een sociologische theorie uit 1377 van de beroemde moslimgeleerde Ibn Khaldoun. Politiek tribale clans bestaan uit een hiërarchisch geordende groep families, die verbonden zijn door bloedbanden, huwelijk, gedeelde loyaliteit en tribale allianties. In Irak zijn er meer dan honderd tribale clans te onderscheiden en de meeste Irakezen identificeren zich sterk met hun tribale groep, zowel in de stad als op het platteland.
    Veel Arabische staten worden gedomineerd door een familie die aan het hoofd staat van een solidariteitsnetwerk met andere families. De familie kanaliseert voordelen en geeft bescherming aan de families in het haar ondersteunende netwerk. Saddam zette veel leden van zijn eigen clan in de Iraakse regering en de Republikeinse Garde en hij rekruteerde zijn soldaten via clanleiders. Momenteel delen alle clans in Irak dezelfde angst: wat als een clan opnieuw de macht grijpt in de staat en daarbij een nieuwe Saddam opstaat? Vorige maand deed de Iraakse minister-president Al-Maliki aan het Amerikaanse leger al een verzoek dat geheel in dit kader past. Hij verzocht de Amerikanen niet de clans te bewapenen, omdat dat een taak van de Iraakse regering zou zijn. Lees: de clan van Al-Maliki. De angst van de buitengesloten clans is niet onbegrijpelijk. Wie garandeert hen dat Al-Maliki geen tweede Saddam wordt?
    Sektarische affiliatie blijft belangrijk. Wanneer men meent dat soennieten, sjiieten of Koerden als groep onder vuur liggen, dan kunnen clans zich verenigen tegen die gemeenschappelijke dreiging. Dat is altijd slechts tijdelijk. Zie hier het dilemma in Irak en het sektarisch karakter van het geweld aldaar. Zolang niet duidelijk is welke positie elke sektarische groep binnen de staat zal krijgen, blijft het chaotisch. ...

Clan- en stamdenken.

We zijn begonnen in Turkije, maar dat is weer relatief goed af, als je verderop gaat in de islamitische wereld (de Volkskrant, 12-08-2008, van verslaggever John Volkers):
  ‘Arabieren denken dat medailles te koop zijn’

Ontboezemingen van twee zwemcoaches van eenlingen uit Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten
.

De twee zwemtrainers hebben elkaar getroffen in hun omzwervingen rond de wereld. De Nederlander Eric Landa en de Amerikaan Jay Benner zijn in Peking coach van eenlingen, zwemmers op speciale wildcards van het Internationaal Olympisch Comité.   ...
    De blonde Amerikaan, befaamd opleidingscoach in eigen land, begint eigener beweging over de gewoonten van pupil Al-Jasmi. ‘Wij zitten nu naar deze finale 4x100 vrij te kijken, een hoogtepunt in de zwemgeschiedenis. En hij ligt op zijn bed. Veertien uur per dag. Om een uur moet ik dagelijks op zijn deur kloppen. Meneer slaapt.
    ‘Het is haast zielig. Als sportman is dit je hoogtepunt. Hier leef en werk je voor. Behalve in de Emiraten. Daar hoeven ze niks. En moeten ze niks. Ze krijgen alles. Er is zoveel geld. Niemand hoeft te werken. En als je niet hoeft te werken, waar leer je dan dat je je moet inspannen om resultaat te halen.
    ‘De Arabieren denken dat je medailles kunt kopen. Zij halen toptrainers die ze het liefst niet te veel betalen. Want zo zijn ze dan ook weer. ...
    Landa werkt sinds 2006 als zwemcoach bij de Egyptische federatie in Cairo. ...
    ‘Het is een derdewereldland met grote armoede. Vijf procent van de bevolking van 82 miljoen kan het zich veroorloven aan sport te doen. Mijn pupillen zwemmen voor de extra punten die ze op hun schoolrapport krijgen. Op die manier kun je overgaan als je goed bent in sport.’
    Benner zegt dat zijn zwemmers geld krijgen. ‘Zelfs kinderen van 8 die nauwelijks kunnen zwemmen, krijgen geld. Honderd dollar per maand voor die kleintjes. Het is de enige manier om ze te motiveren naar het zwembad te komen. Het is de wereld op zijn kop. In de Verenigde Staten of in Europa moet je contributie betalen om te kunnen zwemmen bij een club.
    ‘Nog een groot verschil. De ouders in de Emiraten bemoeien zich helemaal niet met hun kinderen. Ze komen nooit kijken. Ik heb in vijftien maanden twee ouders in het bad gezien. Als je iets wilt, neem je de zwemmers mee naar het buitenland. Daar kun je ze controleren. Anders blijven ze zomaar weken weg.’
    Landa: ‘In Egypte is een dictatuur. Moebarak, een klootzak maar dat hoor je mij niet zeggen, alleen maar denken, heeft de macht. De mensen onder hem oefenen ook macht uit. Sporters krijgen bij een olympisch succes geld. Zeggen ze. Maar de werkelijkheid is anders. Karam Gaber, de worstelaar, won goud in Athene. Hij zou een miljoen dollar en een huis krijgen.
    ‘Toen hij dat niet kreeg en naar de Verenigde Staten wilde emigreren, hebben ze hem bij de luchthaven opgepakt en in de gevangenis gegooid. Zonder enige discussie.
    ‘Wij zouden naar de Spelen gaan, maar tot één dag voor vertrek was dat onzeker. Ze willen macht over je uitoefenen. ...
    Benner: ‘Op 1 oktober wil ik wel het echte boek opendoen over de Emiraten, hoe ze daar leven en doen. Maar ik moet mijn salaris nog ontvangen. En voor je het weet, kom je het land niet meer uit.’
    Landa: ‘Wij kunnen samen een boek schrijven over wat we meemaken. Dat zou er niet om liegen. Sportmensen zijn in deze landen zo anders. Een Egyptenaar wil niet verliezen. Dat hoort bij een sport als zwemmen. Als de ander je voorbij zwemt, dan verlies je. Maar ik heb het meegemaakt dat de zwemmer die achter raakt, stopt met zwemmen en niet aantikt. Heb ik niet verloren, zegt hij dan.’
    Benner: ‘De Arabische wereld is overal hetzelfde qua mentaliteit. Hij maakt het mee in Cairo, ik in Dubai. Het is corrupt. Liegen en bedriegen zijn hun voornaamste kwaliteiten. En als je je zwemmers discipline wilt bijbrengen, lukt dat niet. Aan alle dingen die zij fout doen, wordt geen consequentie verbonden. Nooit is er straf.’
    Landa: ‘Maar als je als buitenlandse vrouw Egypte wilt vertegenwoordigen als coach, moet je je haar zwart verven. Het overkwam een Russische collega van mij. Anders mocht ze niet naar de Spelen. Een schande.’

Hoe zou het nu komen dat die landen arm zijn, als er geen olie in de grond zit. En hoeveel nóg armer ze zijn, als het er wél in zit!

Egypte geldt als relatief westers, door de lange Engelse aanwezigheid (de Volkskrant, 06-12-2008, The New York Times):
  Eeuwenoude piramides relativeren crisis Egypte

In Egypte werd vorige maand een nieuwe piramide ontdekt. Nog een symbool van het glorieuze verleden en het huidige verval
.

Weer hebben archeologen diep in het Egyptische woestijnzand een piramide ontdekt. Het is een 4300 jaar oud grafmonument voor de moeder van een farao. ...
    Maar de monumenten van de Egyptische vindingrijkheid zijn ook een symbool van vergane glorie. Ze beklemtonen het verschil tussen het Egypte dat eens op vrijwel alle gebieden voorop liep in de wereld, en het moderne Egypte waar 40 procent van de bevolking moet rondkomen van 2 dollar per dag.   ...
    Egyptenaren zijn over het algemeen buitengewoon geduldig, al is dat onder druk van de dagelijkse zorgen iets minder geworden. Hun het-is-wat-het-is-houding wordt vaak toegeschreven aan een sterk geloof en de overtuiging dat God beschikt over de loop der dingen. Toch heeft die instelling ook iets te maken met het leven tussen zoveel geschiedenis. ...
    Mensen komen en gaan, farao's komen en gaan, zelfs president Mubarak, die Egypte al meer dan een kwart eeuw bestuurt, zal gaan. Niets om je druk over te maken. Of, zoals Egyptenaren zeggen: maalesh. Afhankelijk van de omstandigheden betekent dat 'laat maar zitten' of 'geeft niet'.
    'Als andere mensen zeggen te hopen dat iets snel gebeurt, denken ze waarschijnlijk aan enkele maanden', zegt toneelschrijver Aly Salem. 'Voor een Egyptenaar kan dat vijftig of zestig jaar zijn. Een Egyptenaar heeft zijn eigen tempo, een heel ander tempo dan dat van Amerikanen. Dat kan het resultaat zijn van een lange geschiedenis.'
    Tegenwoordig wordt zelden in positieve zin gesproken over Egypte. Het onderwijs verkeert in crisis, werkloosheid, vervuiling en erbarmelijk vervoer vormen grote problemen.
    De staat is van hoog tot laag vastgelopen. Toen er onlangs brand uitbrak in het historische parlementsgebouw waren brandweerlieden uren aan het prutsen voor dat ze het vuur onder controle kregen. Toen een wijk werd getroffen door een aardverschuiving reageerden de autoriteiten zo traag dat de getroffen bewoners woedend reageerden.   ...
    Onlangs gaf Abdel Hakim Karar, chef van de opgravingen, een rondleiding. Tegen de bezoekers" zei hij trots: 'In deze put ziet u' tweeduizend jaar geschiedenis.'
    Hij wees op de restanten van lemen huizen, gebouwd rond 300 voor Christus, en daarna op de.muur die rond de 4300 jaar oude piramide had gestaan. De zware stenen stonden nog precies zo als ze in het verre verleden waren geplaatst.
   'Voor het bouwen van deze piramide waren geduld, toewijding en zwaar handwerk nodig', zei Karar. Hij keek naar een groep arme Egyptenaren, boeren uit een nabijgelegen dorpje, die uiterst traag zand en stenen op hun rug uit de put sjouwden. 'Ze weten niet wat werken is,' klaagde hij.
    De arbeiders, de meesten barrevoets, zeiden dat ze per dag 13 Egyptische pond verdienen, iets meer dan 2 dollar. Ze waren blij dat ze werk hadden. De piramides? Die lieten hen koud.

Tja ...

Helaas kan het in die contreien altijd erger (de Volkskrant, 23-06-2007, van verslaggeefster Deedee Derksen):
  Klem tussen opiummaffia en Taliban

Afghaanse president Karzai is er ‘alleen voor zijn eigen stam.’


Tussentitel: Dwars door alles heen speelt er altijd wel een familiebelang

‘President Karzai laat Chora barsten.’ Abdul Khaliq, parlementariër en een belangrijke stammenleider uit Uruzgan, windt er geen doekjes om. Terwijl Khaliqs huis vorige week werd bestookt door mortieren van Nederlandse militairen, en hij werd gebeld door omsingelde krijgsheren die riepen dat hun vrouwen en kinderen werden onthoofd door Talibanstrijders, deed hij wat elke afgevaardigde in Kabul in zijn geval zou doen: hij wendde zich tot de president. Tevergeefs, overigens.
    Malem Faiz Mohammed, tijdelijk gouverneur van het dorp Chinarto ten oosten van Tarin Kowt, had meer geluk. Mohammed had direct het oor van de president, toen hij hem onlangs om hulp vroeg. Karzai maande het ministerie van Binnenlandse Zaken alles te doen om Chinarto van extra politiemannen, wapens en munitie te voorzien, aldus Mohammed. ‘Ik ben heel tevreden.’
    Waarom hielp Karzai wel Mohammed en niet Khaliq? Omdat Mohammed wel en Khaliq niet lid is van Karzais stam: de Popolzai. Dat is althans de verklaring van Khaliq. ‘Hij is er alleen voor zijn eigen stam.’ ...
    Hoewel de Popolzai in de minderheid zijn in Uruzgan (ze komen oorspronkelijk uit Kandahar), is de provincie een belangrijke machtsbasis van de stam. Het was vanuit deze provincie dat Hamid Karzai in 2001 zijn strijders optrommelde om het zuiden van Afghanistan te veroveren op de Taliban. Onder hen was ook Jan Mohammed Khan, de voormalig lijfwacht van Karzais vader. Toen Karzai president werd, gaf hij Khan het gouverneurschap van Uruzgan.
    Jan Mohammed Khan moest onder druk van de Nederlandse regering vorig jaar het veld ruimen – in de Haagse rapporten staat dat het machtsmisbruik van de Popolzai een belangrijke oorzaak is van de instabiliteit van de provincie. Maar ondanks de Nederlandse inspanningen is macht van de Popolzai nog altijd aanzienlijk, mede omdat vanuit Kabul zwakke bestuurders zijn aangesteld.
    Plaatsvervangend gouverneur Munib is een neef van Jan Mohammed Khan. En dan is er nog een ander invloedrijk familielid: de politiecommandant Matiullah Khan, wiens taak het is de belangrijke weg tussen Tarin Kowt en Kandahar te beveiligen....

Dat was de Arabische wereld.

Nu gaan we Afrika in. Ook hier geldt dat het noorden nog het minst slecht is, zie de landen van van de Maghreb en Egypte. Maar daaronder stort het allemaal razendsnel in. De principiële oorzaak daarvan is de Afrikaanse cultuur uitleg of detail - hieronder staat hoe dat in de praktijk werkt (de Volkskrant, 17-02-2007, ingezonden brief van R. van Hasselt (Gieten)):
  Slaafvrije chocolade zal het tienvoudige gaan kosten

Na decennia werkzaam te zijn geweest in de cacao-industrie, moeten een paar dingen van mijn hart. Teun van de Keuken gaat uit van een slaafvrij chocoladeproduct (de Voorkant, 9 februari).
    Dit is een illusie. Een groot deel van het Afrikaanse continent heeft een business-ethiek die in West-Europese landen als corrupt wordt beschouwd, terwijl die in Afrika deel van het dagelijks leven uitmaakt. ...

De term 'business-ethiek' is een eufemisme voor deze werkelijkheid (de Volkskrant, 30-09-2006, door Linda Polman):
  Jonge avonturiers moeten thuis Afrika opbouwen

Zolang Europa de illusie levend houdt dat bootmigranten hier een toekomst hebben, zal Afrika zijn jonge mannen blijven verliezen, meent Linda Polman.


Tussentitel: Afrika barst van de mooie kansen op winst, die blijven alle onbenut

...   Hoe vaak ben ik niet tegen de muur van ongeloof in de toekomst in Afrika opgelopen? Had ik bijvoorbeeld een muurtje dat hoger moest. Sprak ik met de buurtmetselaar af dat ik hem 30.000 leones (10 euro) zou betalen als de klus af zou zijn. Ik gaf hem 10.000 leones om cement te kopen en zag hem nooit meer terug. In zijn Afrikaanse redenering had hij 10.000 leones gescoord, terwijl ik het niet anders kan zien dan dat hij 20.000 leones verloor en bovendien de kans had verspeeld op vervolgklussen.
    De metselaar is typerend voor Afrikaanse vaklieden. ...

Of dit (de Volkskrant, 18-07-2007, door Olav Velthuis):
  ‘Als je ze betaalt, blijven ze weg tot het geld op is’
 
Niet de erfenis van het kolonialisme, de Koude Oorlog, de slavenhandel of de Europese landbouwsteun, maar het belabberde Afrikaanse arbeidsethos is debet aan de onderontwikkeling van Afrika. Dat stelt Toon van Eijk, tropisch landbouwkundige en ontwikkelingsconsultant.

Wat is er mis met dat Afrikaanse arbeidsethos?
‘Als je ze uitbetaalt, komen ze niet meer totdat het geld op is. Ze zijn niet gericht op het leveren van kwaliteit. Zo kun je geen project afmaken. Ik ben daar in mijn werk, of toen ik met mijn Afrikaanse vrouw in Tanzania een huis bouwde, voortdurend tegenaan gelopen. In Europa was dat vroeger trouwens ook zo. Rond 1900 klaagden fabrieksdirecteur er nog over.’

Hoe is dat arbeidsethos in Europa veranderd?
‘Door allerlei zaken: de opkomst van het calvinisme, dat mensen aanzette tot hard werken. De vakbonden, die hun leden stimuleerden. De middenstand, die een beschavingsoffensief ondernam. En het onderwijs, waarin discipline werd aangeleerd.’

Hoe lang gaat het duren voordat Afrika diezelfde ontwikkeling heeft doorgemaakt?
‘Lang. Afrika ligt niet decennia, maar eeuwen achter op Europa. Dat is geen optimistische maar wel een realistische boodschap. Als Afrikanen dezelfde materiële welvaart willen bereiken, zullen ze zich hiervan rekenschap moeten geven. Vanuit het Westen bekeken is het te oppervlakkig om alleen maar geld geven en technologie over te dragen. Ook op cultureel gebied moet iets gebeuren. Er zijn boeken volgeschreven over de ontwikkeling van Afrika, maar deze factor wordt niet besproken.’

Waarom niet?
‘In de praktijk hoor je iedereen over dat arbeidsethos klagen, zeker onder blanke ontwikkelingswerkers. Maar deze verklaring ligt erg gevoelig omdat zij snel kan ontaarden in paternalisme of in racisme.’ ...

Of dit (de Volkskrant, 02-04-2013, van verslaggever Wim Bossema):
  Westerse gelukzoekers in Angola

Jonge Portugezen stromen in groten getale naar de Angolese hoofdstad Luanda, voor werk in de groei-economie van hun voormalige kolonie. Zo ontsnappen zij aan de crisis in eigen land.


Fernando, een organisatiedeskundige uit Portugal, is een van de langdurige gasten in Hotel Soleme, een familiepension gerund door zes zussen van middelbare leeftijd. Hij is voor twee jaar ingehuurd door de Angolese posterijen om te adviseren bij een reorganisatie, die efficiëntie moet brengen.
    Elke ochtend verlaat hij het pension volledig in pak, ondanks de hitte. Het decorum hoort erbij, zegt hij, het trotse gevoel over je werk, dat wil hij uitstralen. Maar het heeft weinig effect: 'Het is een mentaliteitsprobleem: de Angolese postbeambten willen niet werken, dat zijn ze niet gewend. Je kunt nog zo veel aan de organisatie sleutelen, als die houding niet verandert, gebeurt er niets.'    ...

Of dit (de Volkskrant, 04-05-2013, van verslaggever Wim Bossema):
  'Dit is de springplank voor heel Afrika'

Buitenlandse bedrijven komen als vliegen op de stroop op de groeieconomie van Angola af. Paul Ang, een Chinese Braziliaan: 'We bouwen alleen nog peperdure villa's.'


Paul Marcius Ang is de mondialisering in eigen persoon: een succesvolle Braziliaanse aannemer die zich in de Angolese hoofdstad Luanda heeft gevestigd ...
    ... Ang had in Brazilië een eigen bouwonderneming opgericht in 1972 na zijn studie bouwkunde en was rijk geworden als projectontwikkelaar. Zijn twee broers hebben het Braziliaanse moederbedrijf overgenomen. Zijn twee zoons kwamen mee naar Luanda, maar ze zijn weer vertrokken, naar Londen om verder te studeren. 'Jammer, maar begrijpelijk.'
    ... Ang. Als je in Angola werkt, is het ook het beste om een Angolees bedrijf te worden, vindt hij. 'Maar ik stel één voorwaarde: geen Angolezen in mijn management.'
    Ang: 'Angolese werknemers neem ik aan omdat het nu eenmaal moet en ik best werk wil scheppen. Maar ze hebben geen opleiding en ze blijven ook zonder boe of ba twee dagen weg - en er zijn er ook die helemaal niet meer komen opdagen.'

Dat is dus de Afrikaanse "business-ethiek": ze willen niet werken.

En ze willen niet werken omdat dat de Afrikaanse cultuur is (de Volkskrant, 17-03-2010, door Kees Broere):
  Afrikaanse dienstverlening

'Stille corruptie' maakt het leven in Afrika zwaar


... Zolang de mensen aan de top niet alleen alles doen om hun eigen rijkdom te vergroten, maar daarnaast vooral minachting tonen voor degenen die het eigenlijke werk doen, zo lang zal de stille corruptie niet verdwijnen. ...

Het is de Afrikaanse cultuur. De cultuur van koning en slaven. want dat is de Afrikaanse onderdaan van de Afrikaanse koning de facto: een slaaf. Wat gunstiger gesteld maar minder waar: de meester-slaaf verhouding. Het zwart-wit-denken in de gezagsverhoudingen. het zit zo ingebakken in de cultuur, dat er de mogelijkheid bestaat dat het erfelijk is.
   En de meester werkt absoluut niet. Dat kan niet. dan zou hij afdoen aan zijn meester zijn. Als je werkt, ben je slaaf. Afrikanen zijn, als het nog wat gunstiger wilt formuleren, misschien niet zozeer lui, maar ze willen geen slaaf zijn. En als resultaat werken ze niet. En dat nomen wij in het westen die wel gewend zijn te werken, "lui". En rationeel gezien, waarin die meester-slaaf verhouding absoluut niet deugt, zíjn ze lui.

En die meester-slaaf verhouding zorgt ook voor andere ellende, zoals de corruptie (de Volkskrant, 17-03-2010, door Kees Broere):
  Afrikaanse dienstverlening

'Stille corruptie' maakt het leven in Afrika zwaar


...  nog steeds gaat er een lichte trilling door me heen als ik op straat een groepje kinderen in uniform zie lopen. ... trots op wat zij uitstralen: ‘Wij gaan naar school!’
    Want vanzelfsprekend is dat hier in Kenia, net als elders in Afrika, natuurlijk niet. Zelfs niet sinds in het Oost-Afrikaanse land het basisonderwijs officieel gratis werd gemaakt. In Nederland kennen we de leerplicht. Maar in Afrika geldt het naar school gaan helaas nog al te vaak als een voorrecht.
    Behalve leerlingen, boeken, pennen en schoolgebouwen zijn voor het onderwijs uiteraard ook docenten nodig. Dan blijkt dat op het platteland van Afrika, waar nog steeds de meeste mensen en dus ook kinderen wonen, in pakweg 20 procent van de lessen de docent met iets anders bezig en dus afwezig is.
    Iets vergelijkbaars geldt voor ziekenhuizen, of beter gezegd voor kliniekjes. Als de verpleegkundigen er al aanwezig zijn, zijn zij regelmatig druk met heel andere activiteiten dan patiënten verzorgen. Ze zijn dan, bijvoorbeeld, bezig met het doorverkopen van gratis aangeleverde medicijnen.
    Zelfs in de landbouw, de belangrijkste activiteit op het platteland van Afrika, komt het voor dat het personeel niet doet waarvoor het aangenomen heet te zijn. Zo zijn leveranciers van kunstmest soms vooral actief met het achterhouden en elders te koop aanbieden van de goede producten. De boeren ontvangen de restjes.
    ... Sinds deze week bestaat er een term voor: ‘stille corruptie’. Zo althans wordt het genoemd in een rapport van de Wereldbank. Niemand kan zich waarschijnlijk iets voorstellen bij ‘luidruchtige corruptie’, ...
    Niet toevallig stelt de Wereldbank dat met name Afrika’s allerarmsten hiervan het slachtoffer worden. ...
   De stille corruptie is volgens de Wereldbank zelden in het nieuws, maar heeft op Afrikaanse samenlevingen uiteindelijk een al even ‘uithollend’ effect als omkoopschandalen en andere vormen van mega-corruptie. Maar belangrijker nog lijkt me dit: de twee vormen van corruptie zijn nauw met elkaar verbonden.
    Neem de verpleegkundigen die zich niet aan het bed, maar aan de doorverkoopbalie van medicijnen ophouden. Op dagen dat zij hun eigenlijke werk wél doen, gebeurt dat voor een belabberd salaris. Natuurlijk willen zij iets bijverdienen. Hun bazen, de grote spelers in de wereld van de farmacie en politiek, zijn alleen maar met dit bijverdienen bezig.
    In het onderwijs is het niet anders, zo is ook in Kenia onlangs weer gebleken. Terwijl de slecht betaalde leraren worstelen om het hoofd boven water te houden, bleken op het ministerie van Onderwijs de leiders druk met het op grote schaal verduisteren van het budget. Een vergelijkbaar verhaal geldt voor het ministerie van Landbouw.
    Een slecht voorbeeld doet slecht volgen. Zolang de mensen aan de top niet alleen alles doen om hun eigen rijkdom te vergroten, maar daarnaast vooral minachting tonen voor degenen die het eigenlijke werk doen, zo lang zal de stille corruptie niet verdwijnen. Dan ook valt de docenten, verplegers en boeren weinig te verwijten.

Dat laatste is op zijn minst een voorbarige conclusie: het kan voor hetzelfde geld ook andersom zijn: als iedereen corrupt is, is de top dat vanzelfsprekend ook.

Waaraan het heel moeilijk werken is (Dagblad De Pers, 17-02-2009, door Marcel van Engelen):
  Ghana | Nederlandse miljoenen trekken openbaar vervoer vlot

Een blanke aan het stuur!

Het grootste busbedrijf van Ghana wordt gerund door een Nederlander. ‘Nee, dat voelt niet koloniaal’, zegt Henk Visschers in Accra.


...    Sinds anderhalf jaar is Henk Visschers de managing director van Metro Mass Transit (MMT), een bedrijf met ruim duizend bussen. Het is verrezen uit de as van voormalig staatsbedrijf OSA, mede dankzij miljoenen Nederlandse subsidie. Maar daarvoor moesten de bussen wél bij het Nederlandse busbedrijf VDL worden afgenomen en moest de leiding in Nederlandse handen komen. Behalve Visschers en zijn technisch directeur Ad van den Heuvel zijn alle 3.000 MMT-medewerkers Ghanees.
    ‘Nee, dat voelt niet neo-koloniaal’, zegt Visschers, die ondanks groeiende kritiek op ontwikkelingshulp (weggegooid geld, verdwijnt in verkeerde zakken) daar toch rotsvast in gelooft. ‘Een land dat volop in ontwikkeling is, zoals Ghana, kan niet zonder goed openbaar vervoer. Dankzij MMT hebben duizenden families een inkomen. Daarbij leiden we jonge medewerkers op. Dat is het voornaamste: overdragen van kennis.’
    Daarom is Visschers de ‘MD’, zoals de medewerkers hem met ontzag noemen. En daarom probeert hij tussen de vergaderingen door regelmatig op de werkvloer te zijn, achter het stuur van steeds een andere bus. Het leiden van een Ghanees busbedrijf doe je hands on. Zijn naaste medewerkers zijn het inmiddels gewend. De rest van Ghana nog niet.
    ... Human resource manager Stephen Yeboah, die mee is afgedaald naar de werkvloer, houdt in de volle bus een toespraak over het belang van tickets. Dat je bij het instappen niet kunt volstaan met wat geld in de hand drukken bij de chauffeur, omdat tijdens de rit inspecteurs kunnen instappen. Sinds kort.
    Visschers demonstreert aan de reguliere chauffeur hoe hij bescheiden met het gaspedaal kan omgaan. Zo basaal is het. Iets meer orde scheppen in de wanorde die het openbaar vervoer in Ghana is. Het personeel iets meer laten handelen in het belang van het bedrijf. Al wil Visschers zich geen illusies maken. ‘We zijn hier wel in Ghana. Binnen die context opereer je.’    ...
    Na jaren van verlies zit MMT nu op break even, zegt Henk Visschers. Het is veruit het grootste busbedrijf van Ghana, en heeft voor 2009 een omzet van 72 miljoen dollar begroot. Er blijven ‘obstakels’. Zoals het enorme brandstofverbruik en de gewoonte van chauffeurs en kaartjesverkopers een deel van de dagomzet mee naar huis te nemen, om hun salaris van honderd dollar per maand op te vijzelen. Ook is het gebruikelijk MMT-bussen te ‘verhuren’ of in te zetten voor een begrafenis van een familielid.
    Als Visschers van Accra naar het dorpje Tapa Abotoase in het Voltagebied is gereden, even heeft uitgerust en ’s nachts voor de terugreis weer achter het stuur is gekropen, blijkt hij 120 liter diesel te hebben verbruikt. De reguliere chauffeur zit vaak boven de 150 liter. De dagomzet die hij inlevert, zeshonderd euro, ligt 20 procent hoger dan normaal. De reguliere chauffeur hoort de verschillen bedremmeld aan.
    Uiteraard leeft onder het personeel het sentiment ‘Wie denkt die blanke wel dat hij is?’ Toch lijkt het leeuwendeel content met de buitenstaander. Ze beseffen dat MMT anders niet zou hebben bestaan. ‘En een witte man kan beslissingen nemen in het belang van het bedrijf’, zegt manager Yeboah. ‘Een Ghanees kan niet zomaar iemand ontslaan. Hij moet altijd rekening houden met belangen van families en stammen.’    ...

En ook is ingebakken meester-slaafverhouding een veel beter verklaring voor het feit dat als de oude top wordt vervangen door een nieuwe, wat toch met enige regelmaat gebeurd, die in Afrika minstens even corrupt blijkt te zijn  -  zowel de oude als de nieuwe top komen dan namelijk doodgewoon uit dezelfde corrupte achtergrond.

Maar natuurlijk zijn er ook manieren om zonder werk aan je kostje te komen (de Volkskrant, 06-04-2006, van verslaggever Ferry Haan):
  Nigeriaanse hit over het vrolijke oplichten

'Westerling, ik neem al je geld en dan ben ik verdwenen. Ik ben de winnaar en jij bent de verliezer', zingt Nkem Owoh in de Nigeriaanse hit: 'I go chop your dollar'. ('Ik ga je dollar afpakken'). Vooral in de Nigeriaanse hoofdstad Lagos kennen veel mensen de single die weergeeft hoeveel bewondering sommige Nigerianen hebben voor oplichters.


De westerling kent de Nigeriaanse fraude vooral in de vorm van vage e-mails waarin staat dat de ontvanger de loterij heeft gewonnen of recht heeft op een erfenis van een ver familielid. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet de begunstigde wel eerst even enkele duizenden euro's overmaken aan 'administratiekosten'. Een vreselijke misdaad? Nee, vinden ze in Nigeria. 'Ik ben geen dief, het is maar een spel', zingt Owoh.
    In het Westen denken de slachtoffers daar heel anders over. De 419-unit, een vrijwilligers-organisatie in 35 landen die strijdt tegen de Nigeriaanse fraude, heeft onlangs op een rij gezet hoe groot de fraude nu eigenlijk is. 419 staat ironisch genoeg voor het wetsartikel in de Nigeriaanse grondwet dat fraude verbiedt.
    Frank Engelsman van het bureau Ultrascan, het Nederlandse lid van de 419-unit, meldt dat Nigeriaanse bendes vorig jaar wereldwijd voor ruim 3 miljard euro aan schade hebben aangericht. ...
    Een westers slachtoffer heet in Nigeria 'Mugu'. 'Jij betaalt mij kleingeld. Jij bent de mugu. Ik ben de meester', zingt Owoh.
    Dat westerlingen nog steeds in de toch inmiddels overbekende fraude trappen, heeft een reden. 'Oyinbo people is greedy. I say they is greedy', aldus Owoh. De reden dat de Nigerianen de fraude plegen is net zo eenvoudig: 'Poverty no good at all.'

Overigens denken hier in Nederland verblijvende Afrikanen langs dezelfde lijnen, zie de reacties op dit bericht (de Volkskrant, 10-04-2006, ingezonden brief van Maakoeba Muskieta (Amsterdam)):
  Nigeriaanse hit
 
Het verbaast mij dat het Westen zo verbijsterd is over Nigeriaanse oplichters: het had beter moeten weten.
    Het zijn westerse multinationals geweest die ongeoorloofd veel Afrikaanse landen leegroven en nog beroven van hun natuurlijke hulpbronnen, zoals olie (denk aan de Koninklijke Shell in Nigeria) diamanten (denk aan Zuid-Afrika en `Belgisch` Kongo: waarom is Antwerpen de diamanthoofdstad van Europa?) en vele andere producten.
    Ik zou zeggen: `lang leve de Afrikanen die hun schatten terugeisen`.

Geen gewone dieven, maar brutale dieven.

Dat het niet iets is dat speciaal voor de blanken is bedacht, blijkt hier (de Volkskrant, 14-06-2006, van verslaggevers Elsbeth Stoker en Merijn Rengers )
  Bidden voor meer geldtransactiekantoren

Ghanezen betalen graag elf euro om 100 euro over te maken naar Afrika. Dan komt het geld tenminste aan. ‘Familieleden verliezen altijd hun portemonnee of worden beroofd.’


Twee keer heeft de Ghanese Paul Asante geprobeerd geld via de post naar zijn familie in Ghana te sturen. Beide keren raakte de brief ‘kwijt’. Daarna probeerde hij het vijf keer via vrienden die op reis gingen naar Ghana. ‘Zij beloofden het geld af te leveren bij mijn neven en nichten. Gek genoeg verloren ze altijd hun portemonnee.’
    Omdat hij zijn vrienden niet kan aanspreken op het ‘verlies’ van het geld, gaat Asante sinds tien jaar naar het geldtransactiekantoor Unity Money Services in Amsterdam Zuidoost, specialist in geldzendingen naar Ghana.   ...

De correspondent-type-hulpverlener ondervindt het aan den lijve (de Volkskrant, 14-05-2011, door Kees Broere):
  419? Dat is een diepe belediging voor een Nigeriaan

...   Wie 419 zegt, heeft het over een van de bekendste exportproducten van Nigeria. Het getal verwijst naar een artikel in het Nigeriaanse wetboek van strafrecht. Waar het voor staat, valt in één woord samen te vatten: bedrog. En wel van het financiële soort.
    Met de komst van het internet heeft '419-fraude' vleugels gekregen. Bijna iedereen heeft ooit een e-mail ontvangen van bijvoorbeeld de dochter van een steenrijke Afrikaanse prins. Of een handelaar in goud. De kern is steeds dezelfde: de belofte van veel geld, te verkrijgen nadat eerst een redelijk voorschot is overgemaakt.
    Het voorschot wordt in dank ontvangen; naar het verdere geld kan men fluiten. ...
    De e-mails zijn al lang niet meer uit Nigeria alleen afkomstig. Maar als het om frauduleus handelen gaat, heeft dit West-Afrikaanse land nog steeds een bijzondere reputatie. Zoals ik laatst weer mocht ontdekken, toen ik met een collega een bezoek bracht aan het land ...
    Om het werk als journalist te kunnen doen, is ook in Nigeria een accreditatie nodig. Het papiertje daarvoor is gratis, maar wie behalve tekst ook voor beeld wil zorgen, dient 300 dollar te betalen. De bescheiden dienen te worden afgerekend bij een ministerie in de regeringshoofdstad Abuja.
    Maar omdat de meeste pers landt in de havenstad Lagos, is een medewerkster van dat ministerie ook bereid het vliegtuig te pakken om persoonlijk in Lagos de zaak te komen regelen. Dat scheelt de journalist en zijn collega tijd, én de kosten van een tweede ticket.
    Goed geregeld dus, in ons geval door de Nigeriaanse collega, de 'fixer' in Lagos met wie wij hoopten samen te werken. Op zeker moment verscheen in de lounge van ons hotel inderdaad een dame. Zij niette onze pasfoto's op het accreditatiepapier, liet ons tekenen en overhandigde een velletje papier.
    Op dat velletje, dat briefhoofd noch stempel bevatte, stond vermeld dat we 300 dollar hadden betaald. Zo zouden we ook als beeldend journalist ons werk kunnen doen. Dus of we daarvoor maar wilden betalen. Dat op zich was al vreemd genoeg. Maar nog gekker werd het toen de dame weigerde het ticket te laten zien voor de vlucht uit Abuja, terwijl zij daarvoor wel 400 dollar wenste te ontvangen.
    Tja. Even niet dus. In de felle woordenstrijd die ontstond, nam de dame het hazenpad. We bleven over met de man die deze onfrisse ontmoeting tot in de puntjes had geregeld, onze Nigeriaanse fixer. Van onze kant klonk het getal 419. Waarop hij ontplofte.
    Wie wij dachten dat we waren. Of we wel beseften dat wij hem als Nigeriaan diep beledigden. En dat we maar beter konden begrijpen dat we onze beschuldigende woorden moesten intrekken. Anders zou hij ons laten arresteren.
    Tot dat laatste nodigden wij hem van harte uit. 'See you in court!' had ik hem nog willen toevoegen, maar ook hij bleek plotseling verdwenen.
    Nog geen twee dagen later kregen we een bezorgd telefoontje. Aan de receptie van ons hotel stonden mannen van de Nigeriaanse Veiligheidsdienst.    ...

Samengevat (de Volkskrant, 02-08-2010, door Kees Broere):
  Internet en mobiele telefoon maken Kenianen mondiger

‘Denkend aan Holland zie ik...’, dichtte Marsman. Wat zien bijzondere buitenlandse waarnemers als ze denken aan hun eigen land? In een serie gesprekken vandaag deel 4: de Keniaanse schrijver en acteur John Sibi Okumu.

...    ‘Kenia is als zo veel landen in Afrika een Toren van Babel, .... En ja, Kenia is ook het land van harde individuele strijd, van wat Julius Nyerere in ons buurland Tanzania vroeger al de ‘man-eat-man’-samenleving noemde.

Het lijkt onweerlegbaar dat mensen die er in hun onderlinge relaties dergelijke mores op na houden, er nooit in zullen slagen een succesvolle, constructieve, samenleving op te bouwen.

En nadat de vorige stroom door dit soort berichten wat was opgedroogd, vond met een nieuw methodiek - van nog lager allooi (de Volkskrant, 07-06-2012, door Elsbeth Stoker):
  Oplichters in de liefde

Hij deed zich op een datingsite voor als een Amerikaanse militair. Maar hij bleek niet meer dan een stroman van een West-Afrikaanse oplichtersbende. Na de loterij- en erfenisfraude is de datingfraude in opkomst. Goedgelovigheid leidt tot torenhoge schulden. 'Of ik hem 150 euro kon lenen? Ik dacht: ach, het is een klein bedrag.'


'Ik wil wel een veteraan', dacht Anneke toen ze de foto van Anthony Beam Miller zag. 'Het was best een lekker ding.' En dus besloot de vijftiger dit voorjaar in te gaan op zijn verzoek om te skypen. ...
    Anneke is een van de recentste slachtoffers van datingfraude, een vorm van oplichting die thuishoort in het rijtje van de loterij- en erfenisfraude en steeds populairder wordt onder West-Afrikaanse bendes.
    Tot voor kort geloofde ze in een romantische toekomst met een Amerikaanse veteraan. Maar ze werd afgelopen maand hardhandig uit deze droom gehaald door de baliemedewerker van MoneyGram. 'Mevrouw, u wordt opgelicht. Ik bespaar u een hele hoop geld door niet op uw verzoek in te gaan', zei hij tegen haar toen ze op het punt stond 11.500 euro op te sturen. Dat geld was bestemd voor het transport van een box vol kostbaarheden die Anthony haar alvast had toegestuurd. In de weken daarvoor was al 8.500 euro die kant opgegaan. Maar de box met kostbaarheden kwam steeds weer nieuwe dure hobbels tegen bij de douane. Hij vroeg haar de kosten voor te schieten.    ...

De West-Afrikaanse cultuur is van een dusdanig niveau, dat je met plezier zou wensen dat een gigantische tsunami het hele gebied schok zou spoelen.
    Overigens klaagt hetzelfde soort volk, vooral als het zich in Europa of Amerika bevindt, nog steeds over het feit dat ze de blanke zeevaarders onderduikend slaven hebben geleverd - dat was de schuld van die blanke zeevaarders, namelijk ...

Op naar de economisch verwevenheden van deze cultuur (de Volkskrant, 24-02-2005, reportage van Kees Broere):
  Freetown draait weer, zij het op generatoren

In Freetown zijn de wegversperringen met VN-militairen vervangen door verkeersdrempels. De scholen zijn weer open, het leven neemt zijn gewone gang. Maar ook 'na corruption' is weer terug.

'Why de country dotty?' Daddy Saj scandeert de Creoolse zin in het ritme dat de fans van deze rapzanger kennen. Waarom is het land zo smerig? Het antwoord op zijn vraag kent iedereen in Sierra Leone: `Na corruption.' Vanwege de corruptie dus, een woord dat de verzamelnaam voor alle ellende is geworden.
    De 26-jarige Saj is schor na een lang en laat optreden. Maar hij wil nog wel uitleggen waarom zijn teksten zo aanslaan in dit West-Afrikaanse land. 'De corruptie was de belangrijkste oorzaak van de oorlog. Mensen zagen het als een manier om te overleven. En dat is niet veranderd. Daarom ook kan zo wéér een oorlog uitbreken.'

Een overduidelijk illustratie van het door de redactie gestelde aangaande de waarde van de rechtsstaat, en de invloed van corruptie als boven beschreven.

Hoe verder naar het zuiden, hoe weerzinwekkender de verschijnselen (Volkskrant.nl, 03-04-2008, ANP):
  'Verkrachting manier van leven in Congo’

Verkrachting is een manier van leven geworden in de Democratische Republiek Congo (RDC)    Daarnaast is er sprake van een ‘totale ineenstorting van het Congolese justitiële systeem’, waardoor de daders meestal niet gestraft worden.    ...
    Tijdens de oorlog in Congo die in 1994 oplaaide, werd vooral in het oosten van het land gevochten en verkracht.
    Sinds 2002 is het officieel vrede, maar daardoor heeft het fenomeen van de massale verkrachtingen zich juist ‘op het hele nationale grondgebied uitgebreid’, aldus Grâce Cécile Lula Hamba van de mensenrechtenorganisatie Lifded ...

En (de Volkskrant, 31-07-2008, van correspondent Kees Broere ):
  Seksueel geweld komt veel voor, slachtoffers zijn vooral Keniaanse vrouwen

Verkrachting is in Kenia aan de orde van de dag. Nu toeristen de dupe zijn, vreest regering de economische gevolgen
.

Geweld tegen vrouwen is in Kenia wijdverspreid. Elke dag worden vrouwen fysiek en seksueel misbruikt. Verkrachting komt in alle sociale en etnische groepen voor. Het is een misdaad die het slachtoffer schokt en traumatiseert en de status van vrouwen in de samenleving ondermijnt. Maar het leed wordt meestal in stilte geleden.'    ...
    Anders was dat begin deze week. 'De criminaliteit in Kenia, en in de grote steden in het bijzonder, is hoog te noemen', zo staat nu op de ministeriewebsite te lezen. Met de toevoeging: 'Hierbij wordt (seksueel) geweld vaak niet geschuwd.' Klopt, zo ondervonden vorige week vijf Nederlandse vrouwen in Kenia.
    Officiële cijfers zijn niet te vinden. Maar belangrijker nog is dat die weinig zeggen. De meeste gevallen immers, zo nemen instanties als Amnesty aan, worden niet bij de politie gerapporteerd: veel vrouwen vrezen dat zij op het politiebureau opnieuw slachtoffer worden, dit keer van verkrachting door dienders. Daarnaast geldt dat het taboe op seksueel geweld zo groot is dat veel vrouwen liever zwijgen over de misdaad.
    In het geweld na de verkiezingen van vorig jaar kwam het enorme probleem weer even sterker onder de aandacht. Zo meldde een ziekenhuis in de hoofdstad Nairobi meer dan twee keer zoveel vrouwelijke slachtoffers van seksueel geweid als gebruikelijk. 'Het leek alsof het vooral om systematische groepsverkrachtingen ging', aldus ziekenhuisdirecteur Sam Thenya. ...

En (de Volkskrant, 23-10-2008, van verslaggeefster Natalie Righton):
  De duivelskinderen van Darfur

Duizenden vrouwen in Darfur zijn verkracht. Hun baby’s worden gezien als kinderen van de duivel. Niemand wil ze.


...   Ajaba is een van de naar schatting 200 tot 300 vrouwen in Oure Cassoni die bruut zijn verkracht door Janjaweed, door Darfurianen ook wel ‘duivels te paard’ genoemd. De Janjaweed zijn Arabische nomadenstammen die met steun van de Soedanese overheid jacht maken op de voornamelijk zwarte boerenbevolking van Darfur. Mannen worden afgeslacht, vrouwen verkracht.   ...
    De zogenoemde Janjaweed-baby’s worden met de nek aangekeken in de Soedanese gemeenschap. Evenals de vrouwen. ‘Mensen zeggen misschien niks in mijn gezicht, maar ik voel hoe ze naar ons kijken. In hun ogen zie ik minachting,’ zegt Ajaba. ‘Kinderen zijn nog gemener. Als Yusuf buiten speelt, duwen andere kinderen hem weg.’ Ajaba houdt Yusuf daarom zoveel mogelijk binnen.
    De schaamte en afschuw over het krijgen van een kind van de vijand is zo groot, dat niet alle door de Janjaweed verwekte baby’s blijven leven. Soms worden ze direct na de geboorte gedood door hun moeder. De baby’s worden door de Soedanese gemeenschap gezien als kinderen van de duivel. Niemand wil ze zien of horen. Velen verdwijnen spoorloos.    ...
    Van Janjaweed-baby’s die wel blijven leven, is de toekomst onzeker. Naar school kunnen ze wel, maar daar blijven ze vermoedelijk een buitenbeentje. Trouwen binnen de stam – zoals het hoort volgens de Soedanese cultuur – zal onmogelijk zijn. ‘Mensen vrezen dat als de kinderen ouder worden, ze net zo duivels zullen zijn als hun vaders en zich tegen de Darfurianen keren,’ zegt Awad Nahar, eveneens sociaal werker.
    Ook al is de afkomst van de Janjaweed-baby’s voor buitenstaanders niet altijd duidelijk, Soedanezen kunnen het verschil van een afstand zien. Nahar: ‘Een baby van een Arabier pikken we er zo uit. Je ziet het aan de gelaatstrekken.’    ...

Tussenstuk:
Arabische milities gebruiken verkrachting als wapen

Sinds het uitbreken van de oorlog in Darfur in 2003 wordt verkrachting van vrouwen (en incidenteel mannen) ook daar gebruikt als psychologisch wapen.
     Volgens hulporganisaties zijn duizenden Darfurianen slachtoffer geworden van verkrachting. De slachtoffers zeggen aangevallen te zijn door gewapende militieleden, vaak in uniform. Het zou meestal gaan om Janjaweed. Exacte cijfers over het aantal verkrachte vrouwen in Darfur ontbreken, omdat humanitaire organisaties niet in staat zijn geweest om systematisch data te verzamelen.
    Vrouwen durven nauwelijks te vertellen over de verkrachtingen, uit vrees voor represailles van de Janjaweed of de Soedanese regering. Veel mannen scheiden bovendien van hun vrouw als blijkt dat hun vrouw is verkracht. zeker als zij een kind van 'de vijand' verwacht.
    'De Janjaweed willen graag Arabische-baby's verwekken bij zwarte vrouwen', zegt sociaal werker Awad Nahar in Oure Cassoni.'Volgens hem gaat het de Janjaweed om etnische zuivering. 'Ze willen dat deze kinderen later loyaal zijn aan hun Arabische stammen en niet aan de onze.'   ...

Twee jaar later: geen verbetering (de Volkskrant, 16-04-2010, van een verslaggever):
  'Verkrachtingen in Congo deel van cultuur geworden'

De grootschalige verkrachtingen in Oost-Congo zijn allang niet meer het gevolg van oorlogshandelingen alleen.


Waren in 2004 burgers nog verantwoordelijk voor minder dan 1 procent van alle verkrachtingen, in 2008 was dat percentage gestegen tot 38 procent. Dat blijkt uit een donderdag gepubliceerd onderzoek dat de Britse hulporganisatie Oxfam liet uitvoeren.
    ‘Een deel van die daders zijn oud-militieleden of -militairen, die hun gewoontes voortzetten, maar een gevaarlijk deel zijn gewapende burgers. Ze hebben gewoon de cultuur van de milities overgenomen’, zegt Eveline Rooijmans, beleidsmedewerker van Oxfam Novib. ...

En het verschijnsel is nu ook te zien in het noorden (de Volkskrant, 12-04-2012, van de buitenlandredactie):
  VN-rapporteur meldt seksueel geweld in gebied Toearegs

'Alarmerende toename verkrachtingen' in Mali


De VN-rapporteur voor seksueel geweld, Margot Wällstrom, maakt zich 'grote zorgen' over de 'alarmerende toename van publieke verkrachtingen en ander seksueel geweld' in de noordelijke regio van Mali, waar Toeareg-rebellen de macht hebben overgenomen. 'Meisjes en vrouwen worden seksueel misbruikt voor de ogen van hun familieleden', aldus Wällstrom.

Het houdt maar niet op ...

Een eminent argument tegen de opvatting dat de Afrikaanse ellende veroorzaakt is door de Westerse invloed is het geval Rhodesië/Zimbabwe. Tezamen met de afnemende rol van de blanken, nam daar de puinzooi toe (de Volkskrant, 31-03-2005, van een verslaggever in Harare):
  Alleen de fietspaden herinneren nog aan de luxe

De neergang van Zimbabwe, dat vandaag ter stembus gaat, begon met de constitutionele wijziging die de president alle macht gaf. 'We hebben een monster geschapen.'


Fietspaden, kom daar in Afrika eens om. De meeste autowegen verkeren in zo'n slechte staat, dat aan tweewielers al helemaal niet wordt gedacht. Wie fitst, doet dat voor eigen risico. Een eigen pad is dan ook een luxe.
    Maar niet in Zimbabwe. In de hoofdstad Harare, maar ook elders in het land, beschikken de fietsers op veel plekken over een eigen, veilige weg. Het lijkt een kleinigheid, maar het zegt veel over de manier waarop dit land zich de afgelopen decennia heeft kunnen ontwikkelen.
    Luxe was een vanzelfsprekendheid. Tot de eeuwwisseling, toen het politieke gekrakeel begon. Inmiddels is het ooit relatief rijke Zimbabwe een land met een ingestorte economie, een werkloosheid van rond de 70 procent en met soms halflege winkels, waarin dan vooral veel toiletpapier te krijgen is.
...    Het klinkt allemaal zo doorsnee-Afrikaans. Maar dan is het goed aan de fietspaden te denken. In 1980, toen het Rhodesië van Ian Smith het Zimbabwe van Robert Mugabe werd, stond het land er goed voor. En in de eerste vijftien jaar na de overwinning op de Rhodesische apartheidspolitiek ging het Zimbabwe ook voor de wind, zeker vergeleken met andere Afrikaanse landen.

Even leek in Zimbabwe het licht te gaan schijnen, toen de economie op wel zeer spectaculaire manier instortte naar het vertrek van de blanken, vooral door de neergang van de landouw (de Volkskrant, 24-04-2006, van correspondent Kees Broere):
  Regering-Mugabe wil blanke boeren terug

De regering van Zimbabwe wil blanke boeren laten terugkeren naar hun land. De beslissing komt ruim vijf jaar na het begin van het controversiële landhervormingsprogramma van president Robert Mugabe.


Sinds 2000 zijn meer dan 3500 blanke boeren verjaagd. De economie van Zimbabwe is vrijwel geheel ingestort.
    Tot 2000 was de meeste landbouwgrond in Zimbabwe in handen van de kleine blanke minderheid. Vierduizend boeren gaven werk aan 300 duizend zwarte arbeiders.
    President Mugabe wist zich echter bedreigd door de financiële steun die blanken gaven aan de oppositiepartij MDC. Hij beloofde het land te zullen ‘teruggeven’ aan de zwarte Zimbabwanen. In de praktijk echter waren het vooral zijn vertrouwelingen die van de hervorming profiteerden.
    Op de meeste buitgemaakte boerderijen kwam de productie zo goed als stil te liggen. De oogst van tabak, maïs, fruit en bloemen is tot een minimum gereduceerd. Door het instorten van de zo belangrijke landbouweconomie zijn dit jaar minstens vier van de dertien miljoen Zimbabwanen op voedselhulp aangewezen.
    ‘Er is begrip voor het feit dat onze leden een belangrijke rol willen spelen in de agrarische productie, de voedselzekerheid en het genereren van buitenlandse valuta voor het land’, zo reageerde Trevor Gifford, de vice-voorzitter van de (blanke) Unie van Commerciële Boeren, op het regeringsbesluit. Op dit moment zijn tweehonderd aanvragen van blanke boeren in behandeling.
    In totaal zullen mogelijk tweeduizend zwarte boeren die de hun toegewezen grond niet bewerken hun bedrijf weer in blanke handen zien overgaan. Minister Didymus Mutasa van Landhervorming houdt echter vol dat het hervormingsbeleid niet overboord wordt gezet. Niettemin wil de regering volgens hem de blanken een ‘hand van verzoening’ reiken.

In de praktijk is daar natuurlijk niets van gekomen.

Nog een geval van verslechtering na "vertrek" van de blanken (de Volkskrant, 25-09-2010, van de buitenlandredactie
  ANC zet omstreden plan voor mediatribunaal door

Ondanks protesten van journalisten en uitgevers wil de Zuid-Afrikaanse regeringspartij ANC de invoering doorzetten van een tribunaal voor de media dat ‘misleidende informatie’ moet bestraffen.
    De partij zal het – door het ANC gedomineerde – parlement vragen hierover te beslissen. Volgens het ANC zijn de al bestaande persombudsman en de mediaraad ‘ineffectief’, zodat er behoefte zou zijn aan een speciale rechtbank die klachten over de media kan horen en straffen kan opleggen.
     De vele tegenstanders in de media zien het tribunaal als middel om onthullingen over corrupte politici te weren. ...
    Het parlement buigt zich op dit moment over een even omstreden ‘Bescherming van Informatie’ wetsontwerp, die het de regering veel gemakkelijker maakt publicaties tegen te houden, zich beroepend op de staatsveiligheid.
    Reporters Without Borders zei vrijdag ‘verbijsterd’ te zijn dat het ANC wil doorgaan met de wet en het tribunaal.    ...

Maar in plaats hiervan iets te leren, is de gebruikelijke houding van Afrikanen om het blanke verleden de schuld te geven van het eigen falen in het heden (de Volkskrant, 13-04-2005, door Kees Broere):
  Keniaan nog niet rijp voor zelfkritiek

...    Goed, eerst wat geschiedenis. Ooit werd Kenia bestuurd door de Britten. In 1963, ruim veertig jaar geleden, kreeg het land zijn onafhankelijkheid. De Britten zijn gegaan. maar ook een beetje gebleven: met hun handelsbetrekkingen, hun politieke invloed achter de schermen en huil British Council. Voor veel Kenianen is de strijd van de zogeheten Mau Mau beslissend geweest voor hun vrijheid. Het gaat hier om leden van het Kikuyu-volk, het grootste in het land, die in de jaren 50 gewapenderhand probeerden hun land terug te krijgen van blanke settlers. De Britse machthebbers traden vaak grof tegen hen op.   ...
    Anderson, en na hem drie andere panelleden (allen Keniaans), deden eerst uit de doeken waar het volgens hen in de Mau Mau-strijd om draaide. Daarna was het de beurt aan het publiek om te reageren en vragen te stellen. Dat bijna niemand het (dure) boek zelf gelezen had, was voor de mensen in de zaal helemaal geen probleem. Zij immers, al waren de meesten van hen nauwelijks geboren toen de Mau Mau door de bergen slopen, beschouwden zich als de ware dragers van het verleden. En dat op een vaak klassieke manier: als de zwarte man of vrouw, die niet alleen onderworpen was geweest, maar die anno 2005 nog altijd voelt hoe hij, zoals iemand het onder applaus uitdrukte, 'psychologisch door de blanke wordt gekoloniseerd'.
    De kritiek was dan ook niet van de lucht. Niet zozeer op de schrijver, maar bijvoorbeeld wel op het feit dat een geschiedkundig boek voor de zoveelste keer door een blanke en niet door een zwarte was geschreven. Dat Anderson zich in zijn onderzoek baseert op documenten die in het Nationaal Archief van Nairobi voor iedereen toegankelijk zijn, werd daarbij gemakshalve vergeten.   ...
    Op een gegeven moment ging het licht uit. Letterlijk. Het regende buiten niet eens, maar toch verdween de stroom zomaar. Zouden die verdomde Britten soms... Nee natuurlijk, dit had niets met het verleden, maar alles met het heden te maken. Het heden van een ruim veertig jaar onafhankelijk Kenia, dat er zelfs in de hoofdstad nog altijd niet in slaagt de lampen te laten branden. Het incidentje zou ruimte hebben moeten bieden voor enige zelfkritiek, het soort zelfkritiek dat ook in de discussie niet zou hebben misstaan. Maar voor de meeste aanwezigen kon daarvan geen sprake zijn. Dat is een bekende reflex, maar verbazingwekkend en teleurstellend blijft het. ...

Het is bij Afrikanen nog steeds niet doorgedrongen dat de westerse rijkdom is ontstaan door veel hard werken door gewone mensen en gedurende lange tijd het samenwerken van de top. In Afrika is hardwerken een zeldzaamheid, en de top staat volledig los van de rest. Vrijwel alle Afrikaanse leiders leven luxueus op kosten van de rest zonder noemenswaardige bijdrage, en dat geldt ook voor de hen omringende kliek - Afrikaanse leiders is een hoofdstuk apart, zie hier uitleg of detail .

Al met al is het bijzonder logisch dat velen weg willen uit die puinzooi (de Volkskrant, 07-10-2005, ANP/AFP/Reuters):
  Opnieuw doden bij bestorming enclave Melilla

Bij een nieuwe massale poging om de Marokkaans-Spaanse grens over te steken bestormden 400 illegalen, volgens een zegsman bij het Marokkaanse ministerie van Binnenlandse Zaken 'op een extreem gewelddadige manier, gedreven door de energie van de wanhoop', de hekken en wachtposten rondom de enclave.
    Enkele mensen stierven doordat ze onder de voet werden gelopen, anderen kwamen om toen de Marokkaanse grenspolitie in de belegerde wachtposten uit zelfverdediging het vuur opende. Volgens een Spaanse mensenrechtenorganisatie zijn er veel meer doden dan Marokko toegeeft. Vandaag stuurt Spanje 70 opgepakte illegalen, grotendeels afkomstig uit Mali, terug naar Marokko.

Weg, weg, weg van Afrika!

En nog een heel voor de hand liggende (DePers.nl, 07-04-2009):
  Congolese politici betalen eindelijk belasting

De president, de ministers en de parlementariërs in de Democratische Republiek Congo zijn om: ook zij betalen sinds kort belasting. Dat zei een woordvoerder van de Congolese regering dinsdag.
    Door de heffing heeft de Congolese belastingdienst in maart ruim 950 miljoen Congolese francs (bijna 1 miljoen euro) aan inkomstenbelasting binnengekregen, aldus minister van Begroting Michel Lokola.
    Officieel moesten de bestuurders al langer belasting afdragen, maar daar hield niemand zich aan. De meeste Congolezen verdienen zo weinig dat ze sowieso geen belasting hoefden te betalen. Daardoor kreeg de overheid nauwelijks geld binnen.

Het laatste is natuurlijk andersom: de meeste Congolezen zijn zo arm omdat de regering weinig geld binnen krijgt. Dat wil zeggen: als de regering dat geld zou besteden aan gemeenschappelijke voorzieningen als wegen, waardoor Congo zijn rijkdommen zou kunnen benutten. Maar in Congo zijn de leiders ongetwijfeld net zo als in de rest van Afrika: de staatskas is voor eigen gebruik. Dus gaat u maar een oplossing zoeken voor deze vicieuze cirkel.

In de sectie over de Arabische wereld is al melding gemaakt van de houding waarbij wie de verkiezingen wint recht heeft op de staatskas. Dat geldt in in nog sterkere mate voor Afrika (de Volkskrant, 14-06-2012, van de buitenlandredactie):
  Ambtenaren Z-Soedan geschorst na verduistering van miljarden

Het parlement van de jonge staat Zuid-Soedan heeft 75 parlementariërs en topambtenaren geschorst op verdenking van grootschalige corruptie. Zij zouden een bedrag van 3,2 miljard euro hebben verduisterd. ...

Je hoeft daar dus niet eens verkiezingen te winnen, of een staatsgreep te plegen, gewoon toegang is al voldoende.

Hebben we net de verzameling gemaakt over respect in de diverse culturen, onderstreept Afrika nog eens zijn minderwaardige positie (de Volkskrant, 26-07-2012, door Kees Broere):
  Jij daar, weet jij wel wie ik ben?
Sommige zinnetjes zijn gewoon lekker handig. Neem deze: 'Wewe, unajua mimi ni nani?!' Het is eenvoudig, maar doeltreffend Swahili voor: Jij daar, weet je wel wie ik ben?! De aangesprokene heeft, waarom zou hij ook, doorgaans geen idee wie jij bent. Maar hoort wel onder de indruk te zijn. ...
    Een onderminister van Toerisme uit de vorige Keniaanse regering, een man wiens politieke en bestuurlijk kwaliteiten waarschijnlijk hemzelf niet eens duidelijk waren, drong ooit hinderlijk voor bij de ingang van de luchthaven in Mombasa. Het was rond het middaguur, een mooi tijdstip blijkbaar voor de bewindsman om reeds in beschonken staat te zijn.
    Toen ik het waagde hem aan te spreken op zijn irritante optreden, kwam hij onmiddellijk met de vraag die mij de mond zou moeten snoeren. Of ik wel wist wie hij was. Toen ik, geheel tegen de regels in, antwoordde met 'Jazeker, maar dat betekent nog niet dat u hoeft voor te dringen', wist hij binnen een minuut een agent te voorschijn te trommelen die mij dreigde te arresteren.
    Want wie gezag en aanzien heeft ...

Een leugen. Dit gaat niet over gezag ('een man wiens politieke en bestuurlijk kwaliteiten waarschijnlijk hemzelf niet eens duidelijk waren), maar over macht.
  ... wil het hier ook doen gelden. En komt dan vaak weg met wanstaltig of ronduit onbeschoft gedrag.

En het is beslist niet beperkt tot mannen:
  Nancy Baraza, de plaatsvervangend opperrechter in Kenia. Zij wilde snel nog een paar boodschappen doen en stond op het punt de supermarkt in te rennen, toen een vrouwelijke bewaker haar stilhield om met een metaaldetector de inhoud van Baraza's tas te controleren.    ...
    De 'eenvoudige' bewaakster waagde het om gewoon haar werk te doen en het daarmee op te nemen tegen de 'machtige' plaatsvervangend opperrechter. Volgens de verslagen kwam ook Nancy Baraza met het gouden zinnetje, maar zelfs dat maakte geen indruk. Dat maakte de juriste zo razend, dat zij zou hebben gedreigd de bewaakster om het leven te brengen.

Natuurlijk lardeert de zeer politiek-correcte correspondent dit met allerlei mitsen en maren en verzekeringen dat het beter wordt, maar dat is vermoedelijk met St. Juttemis.

Nu naar het Aziatische continent (de Volkskrant, 17-05-2005, rubriek Passanten, door Michel Maas):
  'Dat ik geen eigen huis en auto bezit, bewijst dat ik me nooit heb verrijkt, zoals degenen na mij deden'

Naam: Willy Ruitenschild leeftijd: 79 jaar. Nationaliteit: Nederlandse. Beroep: gepensioneerd hoofd waterleiding in Palembang. Betreurt: dat zijn corrupte opvolgers een puinhoop hebben gemaakt van het waterleidingbedrijf

...    Een Japanse generaal kreeg medelijden met de jonge Willy en stuurde hem naar Bangkok. Daar studeerde hij op een technische school watervoorziening. Met die kennis is hij, na de Japanse capitulatie, met een Amerikaanse 'Liberator' naar Palembang gevlogen. Daar is hij gebleven. Omdat hem dat werd gevraagd. Hij bleek op heel Sumatra de enige man met verstand van waterleiding. 'Tot mijn pensioen in 1981 heb ik daar gewerkt. Mijn water kon u zo uit de kraan drinken!' Hij is er trots op. 'Ik maakte 2200 liter schoon water per seconde. Als u nu naar Palembang gaat, heeft u geen water meer. Nu maken ze nog maar achthonderd liter. Al die ingenieurs van Indonesië, die kennen nog niet eens het verschil tussen de soorten pijpen die er zijn. Zij hebben geen interesse in hun werk, zij weten niet eens of het water dat zij afleveren goed is of niet.'
    In zijn huis met twee kamers in Jakarta leeft hij met de herinnering aan zijn gevecht tegen dit soort mensen. 'Iedereen probeerde alleen maar zoveel mogelijk te verdienen. Als Hollander hebt je je eergevoel. Ik vroeg zo'n hoofd waterleiding: waarom is uw water zo vuil? U maakt de mensen dood! De man bleek goud te verdienen aan de chemicaliën. In elke liter water deed hij twintig milligram minder dan was voorgeschreven. Elke twee maanden wisselde hij van auto. Ik heb hem een rotschop verkocht.' Dat soort mensen heeft hem nu opgevolgd en 'maakt van zijn levenswerk een zooitje'.
    Ruitenschild is 24 jaar na zijn pensioen nog steeds de enige die precies weet hoe het waterleidingsysteem op Noord-Sumatra in elkaar zit. 'Ze hebben mij gevraagd of ik terug kom, om de zaak weer in orde te maken. Zij kunnen het niet', glundert hij. Hij kan het ook niet, zijn been is opgezet. Hij is gevallen toen hij in een nog rijdende bus probeerde te springen. Dat zij hem hebben gevraagd is voor hem echter een erkenning van zijn vakmanschap, die hem meer waard is dan al het geld in de wereld.  ...

En natuurlijk (de Volkskrant, 06-01-2011, column door Michel Maas, correspondent in Indonesië):
  'Belastingmaffia' kan zijn gang weer gaan

Voordat je een Indonesische rechtbank uitloopt, kun je beter je voeten vegen. Voor je het weet is er iets aan je schoenen blijven plakken. En niet alleen bij de rechtbank: ook bij de politie, het Openbaar Ministerie, de belastingdienst, de politiek en de zakenwereld staan ze tot over hun enkels in een blubber van corruptie, omkoperij en witwasserij. En het lijkt erger dan ooi.
    Dat merk je als iemand in die blubber begint te roeren. Dan werken al die partijen hartstochtelijk samen om er weer snel een deksel op te gooien.
    Indonesië staat bol van de affaire van ex-belastingambtenaar Gayus Tambunan. Deze bleek miljoenen dollars op bankrekeningen te hebben staan, en werd daarvoor in 2009 voor de rechter gesleept. Gayus bekende dat meer dan 3 miljoen kwam van drie bedrijven van de steenrijke gebroeders Bakrie. In ruil zou hij de Bakries 180 miljoen aan belasting hebben bespaard. Dat was een pijnlijke bekentenis: een van de gebroeders is Aburizal Bakrie, voorzitter van de invloedrijke partij Golkar en coördinerend minister van Sociale Zaken in Yudhoyono's regering.
    Gayus Tambunan berechten is één ding, maar de onaantastbare Aburizal Bakrie voor de rechter slepen is iets anders. De rechtzaak tegen Gayus verzandde daarom in mistige discussies over de subtiele verschillen tussen 'belonen' en 'omkopen', en uiteindelijk werd Gayus vrijgesproken.
   Maar meteen daarna werd hij weer opgesloten en aangeklaagd wegens omkoperij. Gayus had gezegd dat hij zijn advocaat een half miljoen dollar had gegeven om officieren van justitie en de rechter om te kopen.
    Gayus zit sindsdien gevangen, maar werd op 6 november betrapt op de tribune van een tennistoernooi in Bali, en bleek eerder te zijn gaan winkelen in Macau en Kuala Lumpur. Tegen betaling natuurlijk (30.000 euro).   ...
    De Indonesiërs krijgen hierdoor steeds meer het gevoel dat het land weer terugglijdt naar de tijd dat dictator Suharto en zijn kliek het land ongestraft leegplunderden. ...

En ook nepotisme (de Volkskrant, 25-05-2011, van correspondent Michel Maas):
  Suharto jr. niet langer moordenaar

Tommy Suharto, die negen jaar geleden een rechter heeft laten vermoorden, mag in Indonesië geen moordenaar meer worden genoemd. Een tijdschrift dat dat wel deed, is dinsdag door een rechtbank in Jakarta veroordeeld tot een schadevergoeding van ruim 1 miljoen euro.
    Het tijdschrift, het magazine van de nationale luchtvaartmaatschappij Garuda, moet bovendien in drie achtereenvolgende nummers een paginagroot excuus afdrukken.
    Volgens de rechter heeft het tijdschrift Tommy's 'goede naam als (inter)nationaal zakenman' geschaad door in een voetnoot bij een artikel over de jongste zoon van ex-president Suharto te vermelden: 'veroordeeld moordenaar'. Dat is weliswaar de zuivere waarheid, maar had volgens Tommy en zijn advocaten geen enkele relevantie voor het verhaal'. Dat vond de rechter ook.
    Hutomo Mandala Putra, zoals 'Tommy' voluit heet, betaalde in 2002 een huurmoordenaar om een rechter uit de weg te ruimen die hem in een corruptiezaak tot 18 maanden had veroordeeld. De rechter werd doodgeschoten, en Tommy werd veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf wegens moord. Die straf werd later in hoger beroep verlaagd tot 10 jaar. Uiteindelijk kwam hij na vier jaar vrij wegens goed gedrag.   ... 

En nog een bekende karakteristiek (de Volkskrant, 03-07-2014, van correspondent Michel Maas):
  Reportage | Indonesische zakenman

Zelfs een Bakrie kan politiek mislukken

Hij leek op weg naar succes, Aburizal Bakrie, maar zijn kans op een ministerschap lijkt verkeken. Andere politici willen hun vingers niet aan hem branden.


...    Aburizal Bakrie is een steenrijke zakenman, ex-minister, maar vooral: eigenaar van het bedrijf Lapindo Brantas dat hier in 2007 naar gas boorde. ...
    ... Hij is leider van de tweede partij van het land, Golkar, en staat aan het hoofd van een zakenimperium dat kan beschikken over miljarden euro's. Het geld en de connecties geven Bakrie een bijna onaantastbare status.
    Hoe onaantastbaar, dat zou onder anderen de Britse belegger Nathaniel Rothschild merken. De telg uit de wereldbefaamde bankiersfamilie dacht aan Bakrie een veelbelovende zakenpartner te hebben. Hij haalde hem naar de Londense beurs en investeerde honderden miljoenen in een gezamenlijk fonds dat rustte op Bakries steenkoolimperium. Al gauw bleek dat imperium te zijn gebouwd op leugens, leningen en opgepoetste boekhoudingen. Bakrie zelf heeft er een kapitaal aan over gehouden, en Rothschild en zijn investeerders hebben het nakijken. Bakrie heeft zijn duurbetaalde bedrijf teruggekocht voor een habbekrats. Op Twitter spuwt de bankier zijn gal. Hij schrijft: 'Dank je wel voor het terugkopen van een hoop stront.' In een andere tweet noemt hij Bakrie een 'kwaadaardig genie'.
    Rothschilds imago aan de Londense beurs is naar de knoppen, maar dat van Bakrie lijkt in Indonesië door die hele affaire geen schrammetje te hebben opgelopen.    ... 

En zo is het bijna overal: stelen mag, vooral van buitenlanders.

Dan de nieuwe opkomende economie (de Volkskrant, 06-12-2008, door Wilma van der Maten):
  Reportage | De Indiase veiligheidsdiensten

De chaos was er al


Het opmerkelijkst aan de terreuraanslagen in Mumbai is het volledig falen van de veiligheidsdiensten. Ondanks rapporten over de op handen zijnde actie greep niemand in. Bureaucratie als staatsvijand nummer 1


Het script voor de terreuroperatie in Mumbai was niet alleen al maandenlang bekend bij de tien terroristen van de Pakistaanse extremistische beweging Lashkar-e-Toba. Ook op de bureaus van de Nationale Veiligheidscommissie in New Delhi en het ministerie van Binnenlandse Zaken slingerde al een versie rond. Geheim agenten van de Buitenlandse Inlichtingendienst (RAW) beschreven daarin tot in detail de geplande acties aan de hand van afgeluisterde telefoongesprekken tussen Pakistaanse terroristen.
    In het laatste telefoongesprek, op 19 november, vernam een geheim agent dat de aanval op Mumbai vanuit zee aanstaande was. De agent kon niet de datum traceren, maar wel het tijdstip en welke doelwitten getroffen moesten worden.
    Op 26 november, precies een week na het telefoontje, openden twee terroristen 's avonds tegen tienen het vuur op gasten in café Leopold, op de route naar het Taj Mahal Hotel. Binnen een uur drongen tien terroristen, verdeeld in groepjes, al schietend twee vijfsterrenhotels, ,een ziekenhuis en het Joods Cultureel Centrum binnen.
    Voor premier Manmohan Singh en de minister van Binnenlandse Zaken kwamen de terreuracties als een 'complete verrassing'.
    Sri Ved Marwah (76), een voormalig veiligheidsadviseur van wijlen premier Indira Gandhi, noemt het onbeschrijflijk dat dit rapport ergens op een stapel terechtkwam. 'India staat op de lijst van de Jihadi's. Mumbai werd twee keer getroffen (in 2003 en 2006) door zware aanslagen. Hoe konden onze inlichtingendiensten en onze regering zo lichtzinnig met dit rapport omgaan?'
    Hij verwijt de geheim agenten dat ze niet op de inhoud van hun rapport zijn blijven zitten. Ze wisten dat dit geen 'alledaagse' aanval zou worden.
    Marwah heeft maar een conclusie. 'Het rapport kwam, zoals dat met de meeste rapporten gaat, bij de secretaresse binnen. Ze legde het in het bakje van een medewerker, die het op zijn beurt - ongelezen - doorschoof. Iedere ambtenaar heeft het gevoel dat hij zijn werk heeft gedaan. Bureaucratie behoort in India, naast het terrorisme, tot een van de grootste vijanden van de staat.   ...
    De Indiase regering en alle inlichtingendiensten hebben systematisch gefaald, is de conclusie van terreurdeskundige Ajay Sahni van het instituut voor Conflict Management. Hij beweert dat de minister van Binnenlandse Zaken wel degelijk het bewuste rapport van de Buitenlandse Veiligheidsdienst had gelezen en de premier van de deelstaat Maharasthra tijdig had gewaarschuwd.
    Als eerste gaf admiraal Sureesh Mehta van de Marine deze week toe dat zijn personeel het rapport had gelezen, maar dat de informatie niet was overgekomen. Hij zag geen reden extra patrouilleschepen in te schakelen of de marineschepen te verzoeken waakzaam te zijn.
    Marwah vindt dat de admiraal met vervroegd pensioen gestuurd moet worden. 'Als de informatie niet duidelijk genoeg was, had hij daar vragen over kunnen stellen. Er komen dagelijks tientallen rapporten van inlichtingendiensten binnen, maar dit rapport was zo opmerkelijk. In detail werd de actie beschreven. Hoe kun je dan achteraf zeggen dat het niet helder was?'
   De 'stompzinnige' verklaring van de admiraal geeft volgens Marwah het gedrag van een doorsnee Indiase ambtenaar weer 'Niemand in dit land voelt zich verantwoordelijk voor zijn daden. Als vanaf vandaag ambtenaren eens echt op hun duvel krijgen of ontslagen worden, is dat gedrag zo over. Ze zijn nalatig geweest.'
    Premier Singh is politiek niet sterk genoeg om het logge Indiase ambtenarenapparaat te reorganiseren. Onlangs publiceerde de Wereldbank de ranglijst van efficiënte overheden. India staat bijna onderaan, net boven Afghanistan. Ministeries beginnen nooit voor elf uur, tegen vieren is het weer uitgestorven.
    'We hebben ook geen regering die de ambtenaren vraagt om harder te werken', zegt de politieke , analist Narashima Rao. Hij vindt dat India door de ja-knikkers van Sonia Gandhi wordt bestuurd. Sonia was in 2003, nadat de Congres Partij de verkiezingen had gewonnen, de beoogde premier, maar ze wees de econoom Manmohan Singh aan. Achter de schermen regeert zij.
    'Manmohan is haar marionet. Ze is een gewone huisvrouw die helemaal niets van terrorisme weet', zegt Roa. Alle belangrijke functies, of het nu om een ministerspost gaat of de nationale veiligheidsadviseur, worden volgens hem allemaal onder de vrienden van Sonia Gandhi verdeeld.
    'Dus de mensen die worden geacht een gedegen antiterreurbeleid te maken, hebben daar helemaal geen kaas van gegeten. Ze doen maar wat', zegt de voormalige veiligheidsadviseur van Indira Gandhi, de overleden schoonmoeder van Sonia.   ... 

Hoe zou het nu komen dat India voor een groot deel een sterk onderontwikkeld land is ... ?

Nog een bekend verschijnsel (de Volkskrant, 03-07-2010, ANP):
  Meisje naar India gelokt voor moord

Een 17-jarig meisje uit het Vlaamse Gingelom is in India het slachtoffer geworden van eerwraak. Amritpal Kaul werd door haar 55-jarige stiefvader gewurgd omdat ze met iemand uit een lagere kaste wilde trouwen, zo melden Vlaamse kranten. Het meisje was naar India gelokt met de belofte dat ze na die reis zou mogen trouwen met haar vriend, die in België woont.

Een voorbeeld van de interactie tussen westerse en niet-westerse culturen (de Volkskrant, 12-08-2010, van de buitenlandredactie):
  Resistente bacterie in Britse ziekenhuizen

In Britse ziekenhuizen circuleert een nieuwe bacterie die zelfs resistent is tegen de krachtigste antibiotica. De bacterie is ook al in Nederland opgedoken, en wetenschappers vrezen dat ze zich wereldwijd zou kunnen verspreiden.
    Dat schrijft de BBC op basis van een internationaal onderzoek in The Lancet Infectious Diseases. De ‘superbacterie’ bestaat uit een bestaande bacterie, bijvoorbeeld E.coli, die zich omvormt door het enzym NDM-1 aan te maken. NDM-1 maakt de bacterie volledig resistent, zelfs tegen de krachtigste groep antibiotica.
    De NDM-1-bacterie is in Groot-Brittannië in ongeveer vijftig gevallen aangetroffen. Meestal waren de patiënten kort voor hun besmetting in Pakistan of India geweest, en in veel gevallen hadden ze daar plastische chirurgie-ingrepen ondergaan. India en Pakistan staan bekend om hun slechte controle op het gebruik van antibiotica.   ...
    Als het NDM-1-enzym in meer bacteriën opduikt, vrezen wetenschappers dat een wereldwijd gezondheidsprobleem zou kunnen ontstaan. Die mogelijkheid is ‘bestaand en angstaanjagend’, schrijven de internationale onderzoekers.    ...

Wij geven hen antibiotica, zij geven ons resistente bacteriën terug.

Per ongeluk nog niet eerder langsgekomen: één van India's meest bekende culturele producten (de Volkskrant, 10-09-2010, van de buitenlandredactie):
  India gaat bij census kasten registreren

Voor het eerst in tachtig jaar gaat India een volkstelling houden, waarbij de kasten van burgers worden geregistreerd. Dat heeft het Indiase kabinet donderdag aangekondigd.
    Een waar leger enquêteurs gaat volgend jaar juni op pad om de sociale status van de ruim 1,2 miljard Indiërs in kaart te brengen. Gevraagd wordt naar naam, adres en kaste. De operatie, die enkele maanden gaat duren, is omstreden. Aan het besluit voor de census ging een fel debat vooraf.    ...
    Discriminatie op basis van kaste is bij grondwet verboden. Toch heeft het kastenstelsel, dat voortkomt uit het hindoeïsme, nog steeds grote invloed op het leven in India. Bij de geboorte ligt al vast tot welke kaste iemand behoort en daarmee is zijn of haar sociale status vrijwel voorgoed bepaald. Het ingewikkelde systeem vergroot de sociale ongelijkheid.    ...
    Registratie van kasten werd afgeschaft bij de onafhankelijkheid van India in 1947. Mahatma Gandhi en Jawaharlal Nehru, de grondleggers van het onafhankelijke India, hadden een kastenloze samenleving voor ogen.
    De laatste keer dat Indiërs naar hun kaste werd gevraagd was in 1931, toen India nog Brits was. Veel Indiërs gaven destijds uit schaamte een hogere status op dan ze hadden.   ... 

En natuurlijk (de Volkskrant, 11-03-2011, van verslaggever Cor Speksnijder):
  Indiërs geërgerd over corruptie

De regering van premier Singh doet veel te weinig aan bestrijding van de grootschalige corruptie in het land. De bevolking is boos, maar massale protesten blijven uit.

Arvind en Tinu Joshi waren hoge ambtenaren in de Indiase deelstaat Madhya Pradesh. Samen verdienden ze omgerekend zo'n 2.000 euro per maand, naar Indiase maatstaven een keurig middeninkomen. Maar hoe kwamen ze aan al die appartementen, aan al die hectaren grond? En wat deden die buitenlandse valuta in hun kussenslopen? Hoe kon het echtpaar een fortuin van 60 miljoen euro vergaren?
    Het riante vermogen van de Joshi's werd vorig jaar ontdekt bij een inval van de inspectie. Er wordt onderzoek gedaan naar de rol van het echtpaar bij dubieuze financiële constructies rond bouwopdrachten en landaankopen, bij het achterhouden van geld dat was bestemd voor ondervoede moeders en naar de banden van het echtpaar met een luchtvaartbedrijf. Of ze worden vervolgd, is nog onzeker.
    De zaak van de Joshi's is een van de vele affaires die het vertrouwen in de regering van premier Manmohan Singh hebben aangetast. Singh, die door veel Indiërs wordt gewaardeerd om zijn integriteit, moest toezien hoe maandenlang de ene pijnlijke onthulling op de andere volgde. Over duistere relaties tussen bedrijfsleven en politiek, het oplichten van de staat, over kapitaalvlucht.
    Soms gaat het om miljarden, zoals in het geval van ex-minister Andimuthu Raja van Communicatie. Hij benadeelde de overheid voor 28 miljard euro door fraude bij de verkoop van licenties voor mobiele telefonie. Het smeergeld ging vermoedelijk naar Raja's partij, de DMK.
    Deze affaire liet niet alleen zien hoezeer de corruptie is doorgedrongen in de politiek, ze legde ook een gebrek aan slagvaardigheid van premier Singh bloot. Het ontslag en de arrestatie van Raja lieten volgens critici van Singh veel te lang op zich wachten.   ...
    Onder de Indiërs groeit de irritatie over de corruptieschandalen en de trage reactie van de autoriteiten. ... 

Met dit soort aspecten (de Volkskrant, 28-03-2011, AP):
  India: zwendel in vliegbrevetten

India gaat de diploma's van al zijn piloten controleren, nadat de Indiase politie een zwendel in valse vliegbrevetten had ontdekt. Afgelopen weekeinde werden drie medewerkers van een vliegschool en een inspecteur van de luchtvaartautoriteit gearresteerd. ...
    Het schandaal kwam aan het licht toen vorige maand een pilote van een Indiase budgetmaatschappij een Airbus 320 beschadigde bij een standaardlanding. Onderzoek bracht aan het licht dat ze haar vliegbrevet op basis van valse documenten had verkregen, en dat nog vier vliegeniers zonder de juiste papieren achter de stuurknuppel zaten.
    Afgelopen week trokken de Indiase luchtvaartautoriteiten het brevet van nog eens vijftien piloten in, omdat ze het aantal vlieguren tijdens hun opleiding zouden hebben overdreven. ...

Wat meer over India hier uitleg of detail .

Maar India is weer heilig vergeleken bij het buurland (de Volkskrant, 12-03-2016, van verslaggever Ben van Raaij):
  Blasfemiewet verlamt Pakistan

De lijfwacht die zijn baas vermoordde omdat deze een iets soepeler optreden tegen blasfemie voorstond, werd een volksheld. Het illustreert hoezeer Pakistan in de ban is van de eer van de Profeet.


Tussentitel: Honderden Pakistani zijn veroordeeld wegens godslastering en zitten in een dodencel

Radicaal-islamitische juristen regisseren de beweging tegen godslastering die Pakistan al 25 jaar in zijn greep heeft. Een actiegroep van honderden advocaten fabriceert aanklachten wegens blasfemie, een vergrijp waarop in Pakistan de doodstraf staat. Het verhoogt de spanningen in een maatschappij waar de kloof tussen hardliners en liberalen toch al groot is.
    Hoe groot bleek vorige week weer na het ophangen van Mumtaz al-Qadri, een lijfwacht die in 2011 de gouverneur van Punjab doodschoot omdat deze de draconische blasfemiewet had willen versoepelen. De moord maakte van Qadri een volksheld in een land waar fanatici vermeende godslasteraars al lynchen omdat die bijvoorbeeld een Koran uit hun handen hebben laten vallen.
    Tienduizenden gingen bij zijn begrafenis in Rawalpindi de straat op. Qadri leeft, riepen ze, terwijl ze rozenblaadjes over zijn kist strooiden. 'Jouw bloed brengt de revolutie voort!' Sommigen droegen T-shirts met 'Ik ben Mumtaz Qadri'. ...
    In praktijk is de blasfemiewet tegen alle religieuze minderheden gericht, zegt Nelson. Hoewel 97 procent van de Pakistani moslim is, was meer dan de helft van alle aangeklaagden tussen 1987 en 2014 Ahmadi, christen of hindoe. ...

Pure barbarij. Verder commentaar overbodig.

Maar ook in China, wat toch een oneindig veel beschaafder land, of continent, is, zijn er toch heel andere zeden dan hier (de Volkskrant, 29-04-2006, door Simone de Schipper):
  Een Chinees kiest ook in zaken voor een vriend

Contract is contract, denkt een Nederlandse zakenman en zo reist hij naar China. Maar daar kijken ze of je een vriend bent. Dat botst bij het zakendoen, aldus promovendus Huadong Yang. 'Nederlanders zien de grijstinten niet.'

Voor een Chinees is het riskant om zaken te doen met een Nederlander. Heb je net een goede relatie opgebouwd, blijkt die Nederlander zich daar niets van aan te trekken. Zodra er een conflict is, kan een Nederlander namelijk onverwacht partij kiezen voor een vreemde. Onbegrijpelijk voor Chinezen, die veel waarde hechten aan persoonlijke relaties, vertelt gedrags- en maatschappijwetenschapper Huadong Yang.
    Voor zijn onderzoek, waarop hij donderdag aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveerde, legde Yang ruim zevenhonderd werknemers in Nederland en China een vragenlijst voor. In fictieve conflictsituaties op het werk moesten ze steeds partij kiezen voor persoon A of B. Werd daarbij alleen vermeld dat ze met B bevriend zijn, dan kozen uiteraard Chinezen én Nederlanders voor B.
    'Maar met de toevoeging dat persoon A betere argumenten heeft, kiezen Nederlanders meteen voor degene die gelijk heeft. Terwijl Chinezen zich dan eerst afvragen of je met die persoon guanxi hebt, zoiets als: persoonlijke relatie. Een familielid help je altijd zonder er iets voor terug te verwachten. In een conflict tussen een vriend en een vreemdeling, kies je voor je vriend, maar je verwacht wel dat hij dat ook voor jou doet. Anders help je hem volgende keer niet.'
    Vandaar dat een Chinees niet altijd zaken wil doen met Nederlanders, omdat hij er niet op kan rekenen dat die iets voor hem terugdoen. En vandaar dat Nederlanders hun Chinese zakenpartners soms wantrouwen; ze geven voorrang aan hun familie en vrienden.
    'Chinezen vertrouwen op contacten, Nederlanders op contracten.'   ...

Een enkel bericht uit Zuid-Amerika - maar dit omschrijft dan ook aardig de hele sfeer (de Volkskrant, 02-09-2005, door Cees Zoon):
  Een arm politicus is een armzalig politicus

Wat is de overeenkomst tussen Pinochet en Lula? Tot voor kort zou het juiste antwoord zijn: dat beiden met hun vingers uit de staatskas blijven. De verschillen tussen de rechtse generaal en ex-dictator en de linkse ex-vakbondsleider en democraat zijn immens, maar wat zij deelden was dat niemand ze corruptie in de schoenen kon schuiven. De Chileen Pinochet is inmiddels zijn reputatie kwijt van enige Latijns-Amerikaanse dictator en onderdrukker die niet stal en wordt, samen met zijn familie, vervolgd wegens het achteroverdrukken van tientallen, mogelijk honderden miljoenen. ...
    Un politico pobre es un pobre politico is een gevleugelde uitspraak van Carlos Hank González, een fijne woordspeling die zoveel wil zeggen als 'een arm politicus is een armzalig politicus': een politicus die zijn loopbaan niet afsluit als een rijk man dient deze als mislukt te. beschouwen. ...
    De golf van corruptieschandalen waarin presidenten en ex-presidenten zijn verwikkeld, is torenhoog. Het enige verschil met de hoogtijdagen van de professor is dat de justitie er nu werk van maakt, zij het met doorgaans onbevredigend resultaat.
    Een greep uit de catalogus van vervolgde ex-presidenten. Twee oud-presidenten van Costa Rica hebben huisarrest; ex-president Portillo van Guatemala zit ondergedoken in Mexico; ex-president Moscoso van Panama is officieel in staat van beschuldiging gesteld; Alberto Fujimori, de ex-semi-dictator van Peru; is naar Japan gevlucht; ex-president Menem van Argentinië is na een vlucht naar Chili weer thuis, maar nog altijd verwikkeld in vele rechtszaken.
   De enige die tot nu toe veroordeeld is (twintig jaar wegens het verduisteren van honderd miljoen), is ex-president Alemán van Nicaragua, maar die is juist dezer dagen dankzij een politieke manoeuvre weer op vrije voeten gesteld. ...
    Het is niet zo verwonderlijk dus dat het vertrouwen van de Latijns-Amerikanen in hun politici en in de democratie niet bijster groot is. Hun vermoeden dat politici zakkenvullers zijn die hun positie uitsluitend gebruiken voor het opbouwen van privé-fortuinen, wordt keer. op keer bevestigd. ...

Vele jaren later nog een bericht (de Volkskrant, 25-06-2010, van de buitenlandredactie):
  Trein grijpt overstekende jongeren: twaalf doden

In de Spaanse badplaats Castelldefels, enkele kilometers ten zuiden van Barcelona, zijn woensdagavond twaalf jongeren omgekomen en veertien ernstig gewond geraakt. De jongeren werden gegrepen door een passerende hogesnelheidstrein toen ze het spoor overstaken op een plek waar dit niet is toegestaan.
    De jongeren waren net op het station van Castelldefels-Playa uitgestapt uit een stoptrein vanuit Barcelona. De meesten waren op weg naar het nabijgelegen strand, waar een feest met vuurwerk en vreugdevuren bezig was in verband met de nacht van San Juan, een feest dat elk jaar plaats heeft in de nacht van 23 op 24 juni.
    In plaats van gebruik te maken van een voetgangerstunnel, staken de jongeren de spoorbaan over, zei Nacho Solano van de dienst burgerbescherming van Catalonië.    ...
    ... De meesten zijn van Latijns-Amerikaanse afkomst.    ...;

Ook in Latijnse landen ziet men kennelijk het verschil met Latijns-Amerikaanse cultuur.

En net als in Afrika, speelt de huwelijksmoraal een rol (de Volkskrant, 04-09-2010, van verslaggever Iñaki Oñorbe Genovesi):
  Maîtresses melden zich aan voor schadevergoeding kompels Chili

De belevenissen van de 33 Chileense kompels die sinds 5 augustus vastzitten in de ingewanden van de San José-mijn hebben iets van een realitysoap. ...
    Maar nu blijken de verwikkelingen in Campamento Esperanza (Kamp Hoop), waar familieleden en dierbaren van de onfortuinlijke mijnwerkers zich hebben verzameld, wellicht nog spannender te zijn. Echtgenotes en minnaressen van de kompels vliegen er elkaar in de haren, met als inzet de door de Chileense regering toegezegde schadevergoedingen voor ‘de 33’.
    Zeker vijf echtgenotes zijn in het kamp al oog in oog komen te staan met de maîtresses van hun mannen, vrouwen van wier bestaan ze niets afwisten. Neem Marta Salinas en Susana Valenzuela, die allebei bij het kamp nabij het plaatsje Copiapo aanklopten en zich voorstelden als ‘de vrouw van Yonni’.    ...
    Volgens Rode Kruismedewerkster Marta Flores zijn er veel conflicten tussen de vrouwen op Kamp Hoop. Zo moesten onlangs in de kantine een bedrogen echtgenote en de minnares van haar man uit elkaar worden gehaald omdat een gevecht dreigde. ‘Het wordt geen makkelijke klus te bepalen wie schadevergoeding toekomt. Sommige mijnwerkers hebben kinderen bij verschillende vrouwen, die allen vinden dat ze recht hebben op steun’, aldus Flores.
    Een van de ingesloten kompels heeft zelfs vier vrouwen in het kamp die claimen dat ze zijn enige echte levenspartner zijn. Zijn eerste echtgenote, van wie hij nooit is gescheiden; de vrouw met wie hij samenwoont; de moeder van een kind dat hem jaren geleden werd geschonken en een vrouw die beweert zijn huidige vriendin te zijn.    ...

En nog een berichtje daarover (de Volkskrant, 01-10-2011, van verslaggever Iñaki Oñorbe Genovesi):
  Plan voor huwelijk op proef in Mexico

Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden. Dit bekende gebod uit de Bijbel lijkt voor veel Mexicanen hopeloos te zijn verouderd. Vooral in de miljoenenhoofdstad Mexico-Stad eindigt sinds de invoering van de flitsscheiding in 2008 één op de twee huwelijken in een breuk. Vaak met pijnlijke en dure echtscheidingsprocedures, ruzies en administratieve rompslomp als gevolg.
    In een poging hier wat tegen te doen, heeft afgevaardigde Lizbeth Rosa van de Partij van de Democratische Revolutie (PRD), die een meerderheid heeft in de hoofdstedelijke raad, voorgesteld het huwelijksrecht aan te passen. Mexicaanse stellen zouden voortaan ook een tijdelijk huwelijkscontract moeten kunnen sluiten. En na twee jaar in de echt verbonden te zijn, moeten kunnen kiezen om hun huwelijk te verlengen of het moeiteloos weer te ontbinden. Net als bij een arbeidcontract.
    Volgens afgevaardigde Rosa is twee jaar de minimale periode die een getrouwde man en vrouw nodig hebben om te ervaren of ze hun huwelijkse leven en hun partner op prijs stellen. De periode van twee jaar is ook om nog een andere reden gekozen. Het blijkt dat de meeste Mexicaanse echtgenoten na twee jaar huwelijk weer uit elkaar gaan.
    Waarom niet eerst hokken, zou je dan zeggen. Voor veel Mexicanen ligt ongetrouwd samenwonen om religieuze, sociale en morele redenen uiterst gevoelig. Dus kiezen ze liever voor een huwelijk en nemen de mogelijke ontgoocheling en hoge kosten van een echtscheiding voor lief.    ...

Een van de vele negatieve effecten van het katholiek geloof. Naast natuurlijk de overbevolking waardoor het Mexicaanse land overstroomt richting Amerika.

Nog een verhaal van daar (de Volkskrant, 09-11-2011, van verslaggeefster Marjolein van de Water):
  Prostituees en vechthanen in gevangenis van Acapulco

Gevangenen in het Mexicaanse Acapulco hebben de beschikking over drugs, gokkasten en vrouwen. Bij een inval in Las Cruces, een gevangenis in de kuststad van de zuidelijke deelstaat Guerrero, troffen federale troepen alle ingrediënten aan voor een aangenaam verblijf.
    Een team van 575 politieagenten en militairen kamde maandagochtend de gevangenis uit. De opbrengst: twee postzakken vol wiet, twee gokkasten, honderd plasmatelevisies, diverse steekwapens, twee pauwen en honderd vechthanen.
    Ook bleken zes vrouwelijke gedetineerden op de mannenafdeling te slapen en waren er negentien prostituees aanwezig. Naar aanleiding van de inval zijn 59 mannen en een vrouw overgeplaatst naar een maximaal beveiligde gevangenis.    ...

Ongetwijfeld is de stand van zaken in gevangenissen in verschillende landen een goede afspiegeling van de stand van zaken in de landen in het algemeen. Meer daarover hier uitleg of detail .


Naar Westerse organisatie ,of site home .

1 feb.2005