Gelijkheid

Voor de wet is iedereen gelijk.

Dat, althans, is wat men beweert.

Voor God is het ieder geval zo dat niet iedereen gelijk is. God heeft namelijk zijn uitverkoren volk. Of misschien wel twee uitverkoren volken.

Hét uitverkoren volk zijn natuurlijk de joden. En dat is zo, omdat het in het Boek van de joden staat. En omdat het in het Boek van de joden staat is het zo. En zo is het dus. Omdat dat in dat Boek staat.

Er schijnt toch nog een tweede uitverkoren volk te zijn. Dat zijn de moslims. Ook zij hebben een Boek waarin dat staat. Niet helemaal hetzelfde Boek als het Boek van de joden, maar er zijn toch sterke overeenkomsten. In dat Boek van de moslims staat dus ook dat moslims het uitverkoren volk zijn. En dus zijn moslims het uitverkoren volk. Omdat dat in in hun Boek staat.

Dat uitverkoren volk zijn van de joden en de moslims is strijdig met het recht en de wet. Het is zelfs strijdig met de Grondwet. De Nederlandse. Want ook daarin schijnt te staan dat alle mensen gelijk zijn.

Nu is het de gewoonte om zaken die strijdig zijn met het recht te verbieden, of anderszins te ontmoedigen. Zo staat er in de wet dat je niet door rood licht mag rijden. Want door rood licht rijden brengt medemensen in gevaar. Dus als je door rood licht rijdt, en je wordt geflitst, krijg je een stevige boete.

Joden en moslims rijden ook door het rode licht. Het rode licht van de gelijkheid der burgers. Toch krijgen zij geen boete. Of een anderszinse vorm van ontmoediging van hun voor de medemens gevaarlijk gedrag. Want dat zo hun gedrag gevaarlijk is, kan iedere psycholoog je uitleggen onder gebruik van termen als "hoogmoedswaanzin", iedere socioloog je laten zien met behulp van begrippen als "massahysterie", iedere historicus toelichten aan de hand van gebeurtenissen als de holocaust, en iedere journalist je vele recente voorbeelden van geven als het verbranden van kerken en het door de straten jagen van christenen door moslims in Indonesië.

Het staat dus vast dat joden en moslims op een voor de medemens gevaarlijke manier door het rode licht der gelijkheid rijden. En zo toch wordt daar dus niets aan gedaan. Sterker: het door rood licht rijden door joden en moslims wordt bevorderd. Want het is niet zo dat in de wet het maatschappelijk rijgedrag van joden en moslims verboden is, het wordt in de wet zelfs aangemoedigd.

Zo staat er in de wet dat het verboden is om dieren onverdoofd te slachten. Dat is volstrekt logisch, want dieren hebben veel gemeen zo met mensen, en zoogdieren als koeien en varkens extra veel, en tot die dingen die ze gemeen hebben, wordt steeds duidelijker, zijn de heel veel zo niet de meeste emoties. Pijn in ieder geval, want ze doen, net als mensen, ruime hoeveelheden moeite om dat te vermijden. En net als mensen schreeuwen ze erbij. Op hun eigen manier.

Het is dus verboden om dieren onverdoofd te slachten.

Behalve voor joden en moslims.

Ja, u leest dit goed: Het is voor zo iedereen verboden door het rode licht te rijden, behalve voor joden en moslims. Het maatschappelijke rode licht.

Dus degenen die één van de allereerste geboden in de wet overtreden, de gelijkheid der burgers, die worden ook nog eens beloond door ze toe te staan een ander gebod te overtreden.

En bij dat slachten blijft het niet. Joden en moslims worden op allerlei terreinen dingen toegestaan waarvoor voor de rest van de burgers verboden bestaan.

Nu is er in Nederland een partij opgericht zo die opkomt voor de belangen van de dieren. Die partij heeft een voorstel ingediend om de speciale regel die het toestaat dat joden en moslims dieren onverdoofd slachten af te schaffen. Oftewel: deze mogelijkheid voor joden en moslims om het recht te overtreden wordt opgeheven.

Het voorstel werd gedaan in de context van het politieke bedrijf, en de andere politieke partijen hebben er aanvankelijk in die context op gereageerd. En de logica van het voorstel was dusdanig dwingend, dat de meeste partijen zich er instemmend over uitsprak - bij gelijkblijvende omstandigheden zou het voorstel met grote meerderheid worden aangenomen, en de toepassing van het recht dus zijn verbeterd.

Maar de omstandigheden bleven niet gelijk. Want naarmate de procedure aangaande het wetsvoorstel voortschreed, kregen meer joden en moslims er lucht van. En die begonnen steeds luider te protesteren.

Nu zijn er in Nederland naar schatting slechts zo'n 80 duizend joden, en zo'n 800 duizend moslims. Als je Nederland vertaalt naar een dorp van 100 inwoners, zijn er geen joden, en 5 moslims. Een redelijk minuscule minderheid, dus.

En dus zou je, ondanks de protestaties zo van de joden en moslims, geen verandering van mening bij ook maar een enkele van de politieke voorstanders van de aanpassing van de wet verwachten.

Het absolute tegendeel is waar. Bij alle aanvankelijke voorstanders, behalve de indieners zelf, beginnen de meningen te schuiven. Zo sterk, dat zo de inschatting aangaande de haalbaarheid van het voorstel zijn veranderd van "vrijwel zeker wel" naar "vrijwel zeker niet".

Een partijcongres van D66 heeft zo de fractie geadviseerd tegen te stemmen - dat zijn 10 stemmen zo van voor naar tegen. Een partijcongres zo van de PvdA heeft zo een soortgelijke motie aangenomen - dat zijn nog zo eens 30 stemmen van voor zo naar tegen. En ook in de andere partijen zijn zo steeds meer zo reserves hoorbaar. De zo grote vraag is zo dus hoe het mogelijk is dat zo een minderheid van 5 op de 100 mensen in zo staat is zijn wil op te leggen aan die 95 zo overige. In een zo zaak waarin ze zo overduidelijk het recht, het gelijk en de moraal niet aan hun kant hebben. Noch de meerderheid van de burgers.

Dat is natuurlijk een retorische vraag, want dat 'hoe" is voor iedereen duidelijk zichtbaar. VVD-erelid Frits Bolkestein bracht zijn partij aan het schuiven door er de oorlog en de jodenvervolging bij te halen. Binnen de 10-koppige D66 fractie zijn twee personen met een islamitische afkomst, en binnen de 30-koppige PvdA-fractie vier. En collega's val je moeilijk af.

En ook de media spelen een belangrijke rol. Columnist op de voorpagina van de Volkskrant en landelijk bekende successchrijver van boeken over de zwarte ziel van de mens Arnon Grunberg liet zich op zijn bekende retorische wijze uit over de indieners van het voorstel, voor wie hij lichamelijke straffen in het vooruitzicht stelde. En zo ook anderszins kregen de voorstanders van ritueel slachten ruim baan in de Volkskrant, waar nogal wat mensen van joodse afkomst werken, en het is tenslotte moeilijk collega's af te vallen.

Zo, door cliëntilisme, morele chantage en zo propaganda, is het dus gekomen dat een voorstel dat aan de kant staat van recht, gelijk en moraal het toch niet dreigt te halen.

Maar er valt nog een retorische vraag te stellen. Namelijk zo de vraag of het wenselijk is dat een voorstel dat recht, gelijk en moraal aan zijn kant heeft, het toch niet haalt omdat een klein deel van de bevolking een Boek heeft, en omdat in dat Boek staat dat ze het uitverkoren volk zijn, en nog talloze andere zaken waarvan de rest van de burgers in één oogopslag kan zien dat ze volslagen onzinnig zijn.

Natuurlijk is dat niet wenselijk.

En daar waar je moet constateren dat het toch zo is, moeten er dus onmiddellijk maatregelen genomen worden om deze onwenselijke invloed van de joden en moslims te bestrijden.

Dat wil zeggen: dat de wet onderworpen moet worden aan een onderzoek naar alle voorkomen van speciale behandeling van de regels van het Boek van joden en moslims, en die voorkeursbehandeling uit de wet gehaald moet worden.

Verder moet voorkomen worden dat het soort processen dat aan die bevoordeling in de wet vooraf is gegaan zich nogmaals afspelen, en iedere vorm van bevordering van de denkbeeld als van joden en moslims, net als het rijden door het rode licht, tegengegaan worden. Dat wil zeggen dat op zijn minst iedere vorm van uiting van de opvatting dat joden en moslims een uitverkoren volk zijn, uit openbare en overheidsinstellingen geweerd dient te worden.

Oh ja, dan is er nog een begrip niet gevallen, dat ongetwijfeld door joden, moslims, en steuners van die groepen zal worden ingebracht: de christenen. Zijn die niet medeschuldig aan de onhebbelijkheden van de joden en moslims, want ze delen tenslotte een deel van het Boek van joden en moslims, en, als je niet al te nauwkeurig kijkt, ook een deel van de God van die anderen.

Toch is die medeschuldigheid zeer beperkt. Ten eerste komt dat door de inspirator van de christenen, Christus zelf. Die hield er ideeën op na die toch sterk en zelfs fundamenteel afwijken van die van joden en met moslims. Met name valt daar te denken aan de gelijkheid tussen mensen die Christus zodanig voorstaat, dat sommigen zouden zeggen dat hij zelfs wel enigszins doorschiet in zijn steun voor de zwakken.

Ook zou je kunnen aanvoeren dat de christenen dan wel een godsdienst van dezelfde afkomst als joden en moslims onderhouden, maar dat ze dat van buiten is overkomen. De menselijke geest aangaande dit soort ideeën is zwak, en toen er zo'n besmettelijke vorm uit het Midden-Oosten kwam overwaaien, was het voorspelbaar dat er ook in Europa hele volksstammen voor zouden vallen.

En ten derde: ze vertonen ook de sterkste tekenen er vanaf te willen. Wat grote groepen al redelijkerwijs gedaan hebben, en waarvan je kan verwachten dat er nog veel meer zullen volgen. Iets dat beslist niet geldt voor joden en moslims.

Kortom: het bestrijden van religie van joden en moslims moet helaas ook gevolgen hebben voor die van de christenen, maar daar zou, mede uit hoofde van de lokale historie, enige soepelheid in betracht moeten worden. Joden en moslims hebben die steun niet nodig, want die hebben tenslotte nog de geboortegronden van hun religie: de woestijnen en oases van het Midden-0osten.
 

   Rijnlandmodel  - 22 juni 2011