Allochtone evenredigheid

25 aug.2002

Als een van de instrumenten voor allochtone integratie wordt met grote regelmaat voor allerlei maatschappelijke functies een evenredige vertegenwoordiging voorgesteld . Dit gebeurd zonder verdere onderbouwing van effectiviteit of wenselijkheid ervan. Hieronder eerst een analyse gevolgd door een evaluatie in meer algemene termen, met daarna een concreet voorbeeld.

In een situatie als met allochtonen zijn er altijd twee kanten: de allochtone en de autochtone. Iedere discussie over de waarde van evenredige vertegenwoordiging moet dus ook de autochtone kant van de zaak bekijken. De eerste consequentie van deze eerste aanvulling is de volgende: iedere toename van de allochtone vertegenwoordiging betekent een afname van de autochtone vertegenwoordiging.

Een tweede aspect van de wenselijkheid van evenredige vertegenwoordiging is een tweede impliciete aanname die er achter steekt: dat allochtone groepen het aantreffen van iemand van eigen groep verkiezen boven die van een andere groep; bijvoorbeeld: zij voelen zich beter behandeld door een politieman van eigen afkomst dan een politieman van andere afkomst.

Het derde aspect is een impliciete aanname die steekt in een wens of eis tot allochtone numerieke evenredigheid, en wel dat beide groepen volkomen vergelijkbaar zijn.

Dat voor zover de analyse - nu de evaluatie.

De gevolgen van het eerste punt zijn simpel: het betekent dat er niet bij voorbaat sprake is van een win-win situatie, zoals door velen gesuggereerd wordt, maar dat er bij voorbaat sprake is van een win-loose situatie. Dat wil zeggen dus ook zeggen dat het niet vooraf vaststaat dat allochtone evenredigheid een goed idee is, en het van de andere aspecten afhangt.

Het tweede punt is dat van de impliciete "ik wil door mijn eigen etnie vertegenwoordigd worden" argumenten. Het probleem daarmee is dat er een aantal normale maatschappelijke processen zijn waardoor er in bepaalde functies geen evenredige vertegenwoordiging is. Voor leidinggevende functies is dat bijvoorbeeld de rangen en dus tijd die men moet doorlopen om voor zo'n functie in aanmerking te komen. Als men dit bijvoorbeeld op twintig jaar stelt, is het logische dat allochtonen, die hier op zijn best veertig jaar wonen, daar ondervertegenwoordigd zijn. De houding die daar uit spreekt berust enkel en alleen op een onderscheid in ras en is dus racistisch.

Een verdere complicatie is dat als een beleid gericht een groep, het moet gelden voor  iedere allochtone deelgroep: Marokkanen, Surinamers, Kaap-Verdianen, allemaal kunnen ze dan aanspraak maken op het aangesproken worden door iemand uit de eigen groep. Nu is het inmiddels redelijk bekend dat de onderlinge verhoudingen tussen allochtone groepen op zijn best matig zijn , en meestal slechter dan met autochtonen. Voor, zeg, een Marokkaan zou de vervanging van een autochtoon door een Surinamer dus eerder een nadeel zijn dan een voordeel, en omgekeerd natuurlijk. Allochtone evenredigheid is dus zelfs voor betrokken groepen op zijn minst een gemengde zegen.

Op dit moment komen we weer even terug bij punt één uit de analyse: het voordeel voor de allochtonen wordt verzwakt (zeg tien mensen erbij, maar het voelt als vijf), maar het verlies voor autochtonen blijft hetzelfde (die tien, dus). Dat is dus netto een achteruitgang op de oorspronkelijke situatie (uitgedrukt in mensen: vijf stuks).

Als verdere overweging is er ook nog de volgende omstandigheid: als Marokkanen hun zin krijgen kunnen Marokkanen, met hun Marokkaanse paspoort, kiezen tussen Nederlandse en Marokkaanse agenten in Nederland, en Marokkaanse agenten in Marokko. Nederlanders kunnen kiezen alleen tussen Nederlandse agenten in Nederland, en Marokkaanse agenten in Nederland- ze kunnen niet kiezen voor een ander land waar alleen Nederlandse agenten zijn, zoals dat voor hun geval wel kunnen. Dit is een asymmetrische situatie, waarin Marokkanen er duidelijk voordelig uitkomen: Het gelijke recht voor beide bevolkingsgroepen leidt alleen tot een symmetrie in maar één geval: Marokkaanse agenten in Marokko en Nederlandse agenten in Nederland (zie ook In het kort: Wie voor een multiculturele wereld is, is voor behoud van een Nederlandse cultuur).

Agenten zijn hier gebruikt als voorbeeld, maar er zijn vele andere voorbeelden. Een illustratieve is die van de maatschappelijk discussie rond de representativiteit op televisie, zie hier . Omdat dit gaat over een zichtbaar iets, wordt ook meteen de onredelijke aspecten van de zaak duidelijk: allochtone representativiteit betekent dat Turken en Marokkanen kunnen kiezen tussen hun eigen volledig door eigen etnie gedomineerde televisiekanalen , of de Nederlandse waar ze ook een aanzienlijk plaats innemen - daar waar de autochtone Nederlanders de keuze van een volledig door eigen etnie gedomineerd kanaal dan niet hebben. De de drang van de multiculturalisten heeft desondanks geleid tot een dusdanige hoeveelheid allochtonen, dat er al een grote groep Nederlanders is die vindt dat er sprake is van oververtegenwoordiging - die ook werkelijk bestaat

Dit betekent niet dat Nederlanders niet grootmoedig kunnen zijn, en bij gebleken geschiktheid niet bereid kunnen zijn om mensen met een racistische inslag proberen op te voeden door te laten zien hoe het wel kan. Maar waar het hier om gaat is dat evenredige vertegenwoordiging geen recht is waar een beroep op kan worden gedaan, en dat zo'n beroep discriminatie inhoudt, en gebrek aan realiteitszin, en allerlei andere aspecten die betekenen dat de groep die er om vraagt nog niet geschikt is voor hetgeen ze vragen: een niet-racistische maatschappij.

Dit voor zover we uitgaan van volkomen gelijkwaardigheid van de betrokken groepen. Die gelijkwaardigheid is een illusie, natuurlijk. Er zijn vele zaken waarvan capaciteiten niet gelijkmatig over alle etnieën of rassen verdeeld zijn - de simpelste voorbeelden zijn die in de sport, bijvoorbeeld hardlopen . Het streven naar etnische evenredigheid in dat soort situaties zou gezien worden als racisme, aangezien ras dan belangrijker geacht wordt dan de reële capaciteiten: wie kan het hardste lopen. Hetzelfde geldt voor vele andere maatschappelijke situaties, waar er een allochtone ondervertegenwoordiging is. In dat soort situaties is net als dat bij hardlopen, het streven naar numeriek evenredige vertegenwoordiging, door zowel allochtonen als autochtone supporters, een kwestie van racisme.

Middels is nog nauwelijks omstreden dat die volkomen gelijkwaardigheid bij de Nederlandse allochtonen groepen helemaal niet het geval is: deze groepen zijn bijvoorbeeld aanzienlijk lager opgeleid dan overeenkomstige autochtone groepen - dat vind zijn oorsprong in de manier waarop ze geselecteerd zijn toen zij naar Nederland kwamen . Bij de Turken en Marokkanen zijn mensen met een opleiding geweerd. Alleen al op deze grond is het vragen om evenredige vertegenwoordiging van Turkse en Marokkaanse allochtonen in functies met een hogere opleiding is dus volkomen ongerechtvaardigd. Er zijn geen allochtone professoren in de sterrenkunde, en wel omdat er geen allochtonen zijn die geschikt zijn om professor in de sterrenkunde te worden . Er zijn ook heel weinig allochtonen in bijna alle hogere- en topfuncties. En dat heeft precies dezelfde reden als de afwezigheid van professoren in de sterrenkunde - 'precies' hier staande voor dat het verschil dusdanig klein is, dat het onbelangrijk is. Het voorbeeld van de professoren in de sterrenkunde staat voor allerlei, bijvoorbeeld wetenschappelijke, functies waar objectieve criteria worden gehanteerd, en waar blijkt dat allochtonen, op dit moment in ieder geval, veel minder geschikt zijn voor de hogere- en topfuncties

Daar waar het objectief zo is dat allochtonen veel minder geschikt zijn voor hogere- en topfuncties, leidt het beleid van evenredige vertegenwoordiging van allochtonen tot een groot  kwaliteitverlies in de hogere- en topfuncties. De belangrijkste is die van het bestuur, vanwege de gevolgen: daar leidt allochtone evenredigheid tot het benoemen van ongeschikte bestuurders, met gebrekkige capaciteiten of gebrekkige sociale moraal, zie voor de algemene beschrijving hier en de voorbeelden hier - de ondermijning van het bestuur is natuurlijk het ergste wat een gezonde maatschappij overkomen.

De conclusie is dus dat opgelegde numeriek evenredige vertegenwoordiging van allochtonen tegen allerlei natuurlijke maatschappelijke processen ingaat. Het desondanks bepleiten hiervan op grond van motieven van racistische representativiteit is een tegemoetkoming aan racistische motieven bij de allochtonen, en op zich dus racistisch. Als dit bepleiten gedaan wordt door autochtonen, de politiek-correcte "linksen", is het te bestempelen als naïef en contraproductief, want het schroeft de verlangens/eisen van de allochtonen op, en daar waar er niet aan voldaan kan worden door objectieve achterstanden, leidt het tot wrokkigheid en vijandigheid . Als bepleiten gedaan wordt door allochtonen, is het een verregaande vorm van racisme, zoals direct duidelijk wordt door het pleidooi om te keren, dat wil zeggen: er een pleidooi voor autochtone, blanke, vertegenwoordiging van te maken. Deze overduidelijke onjuistheid van het raciale voorkeursbeleid brengt een grote kans op problemen met zich mee zodra men het gaat uitvoeren .

Maar zelfs als er sprake is van gelijkwaardigheid tussen de twee groepen is het de vraag of een door externe dwang opgelegde vorm van evenredigheid een goede zaak is. Allochtone immigranten zijn relatief kort in ons land, en een zekere achterstand in het beklimmen van de maatschappelijk ladder is dan vanzelfsprekend. Als er inderdaad gelijkwaardigheid is, is een het "krijgen" van een baan eerder een nadeel en soms een belediging dan een voordeel of iets om trots op te zijn - een argument dat bekend genoeg is, zie het voorbeeld van vrouwen   - en nu ook tot allochtonen begint door te dringen .

Tenslotte: de roep om evenredige vertegenwoordiging werkt twee kanten op: als allochtonen mogen roepen om evenredigheid in hogere posities, mogen autochtonen roepen om evenredigheid in lagere posities, dat wil zeggen: maatregelen voorstellen om de allochtone oververtegenwoordiging in de criminaliteit met een op etnie gericht beleid aan te pakken. Dat zou dus kunnen inhouden het repatriëren van Surinaamse en Antilliaanse criminelen, en het ontnemen van nationaliteit of verblijfsvergunning aan criminele Turken en Marokkanen. En daar deze vormen van beleid als discriminerend en racistisch wordt gezien, is omgekeerd een beleid voor de hogere posities dat dus ook.


Naar Denkfouten allochtonendebat , Allochtonen lijst , Allochtonen overzicht , of site home .