Het allochtonen en moslim debat, oktober/november 2005

Na het schrijven van Allochtonendebat juli 2005 is er weer zeer veel gebeurd op dit gebied. Hieronder worden drie hoofdpunten van de laatste tijd belicht: het respectdebat, de arbeidsdiscriminatie, en het "tweederangs burger" zijn. We beginnen met het laatste, met een artikel dat van wat eerder stamt, maar heel goed de sfeer van het debat weergeeft:


De Volkskrant
, 01-05-2004, door Janny Groen en Lidy Nicolasen

Reportage | Moslimjongeren 'Hier geboren moslims realiseren zich nu dat ze altijd tweederangs burgers zullen blijven'

De radicale verleiding

Volgens de AIVD worden moslimjongeren gerecruteerd voor de jihad. Dat is onzin, zeggen zij zelf. Maar dat steeds meer jongeren zich afkeren van de Nederlandse samenleving en hun toevlucht zoeken tot de islam is zonneklaar. 'Negen van de tien jonge moslims haten Nederlanders.'


'Zeg het dan! Nou? Met wie wil je praten? Met hem daar, met hem? Nou vraag het dan: ben jij een radicale moslim?' De ogen van Mohammed Abu Leil schieten vuur. Opgewonden loopt hij heen en weer, schudt handen of grijpt naar armen en wijst links en rechts.
    Het is vrijdagmiddag half drie. De zon schijnt uitbundig als de Rotterdamse Annasr-moskee leegstroomt. Honderden mannen passeren Abu Leil die voor de hoofdingang zijn toneelstukje van ergernis opvoert. Veel djellaba's, veel jongeren. Aan de zijkant verlaten welhaast ongezien de vrouwen de moskee. ...
    Moslimvijandige opmerkingen worden door jongeren feilloos geregistreerd, uitvergroot en becommentarieerd op moslimwebsites als Maroc.nl, Maghreb.nl en Elqalem.nl. ...
    'In Nederland geboren of opgegroeide moslims realiseerden zich plotseling dat ze tweederangs burgers zijn en zullen blijven, hoe hard ze ook hun best doen', verwoordt Mohammed Cheppih (27) de algemene onvrede. Het is een gegeven, zegt hij, waarmee hij makkelijker kan leven dan met de illusie dat moslims gelijkwaardige burgers zijn.
    'Negen van de tien jonge moslims haten Nederlanders', durft Cheppih, vorig jaar even genoemd als de leider van de Nederlands tak van de AEL van Abou Jahjah, onomwonden te zeggen. Cheppih geniet een grote populariteit onder moslimjongeren.


Red.:   Voor meer over vreemdelingenhaat door allochtonen, zie hier uitleg of detail .
    De veronderstelling dat die jongeren door de woorden en/of acties van Nederlanders zijn gaan beseffen dat ze er niet bijhoren, of "tweederangs burgers" zijn, wordt in twijfel getrokken door het onderstaande:


De Volkskrant
, 24-09-2005, door Greta Riemersma

'Ik voel me meer Marokkaans dan Nederlands'

In de serie Jong sprak de Volkskrant tien jaar geleden met de zogenoemde generatie Nix. Hoe is het de geïnterviewden sindsdien vergaan? Aflevering 5: Dries Boussatta, destijds druk bezig met zijn carrière als profvoetballer.


...    Nu zegt hij: 'Ik voel me meer Marokkaans dan Nederlands. En dat wordt steeds sterker, dat gevoel: Zijn vader kwam eind jaren zestig naar Nederland om in de fabriek te werken. Dries werd hier geboren. Steeds beter kan hij begrijpen wat zijn ouders hem altijd voorhielden:
'Je bent en blijft een gast hier, je zult nooit dezelfde rechten en het gevoel krijgen als een Hollander.' ...


De Volkskrant, 24-09-2005, door Yasmine Allas, schrijfster

Verlos onze zonen en moeders van de angst

Het gaat niet goed met de Nederlandse moslimjongens, althans met veel van hen niet. Hoe vaak hebben we deze zin de afgelopen twee jaren gehoord of gelezen? Hoe komt dat? Mijn inziens ligt de kern van dit probleem thuis. En dat begint vroeg, bij de opvoeding. Veel moslimkinderen worden opgevoed met angst. Angst voor de samenleving, angst voor andersdenkenden, angst voor vrijheid, angst voor anders gelovigen, angst voor seksualiteit, angst voor individualisering, angst voor homo's.
    Ik heb van heel dichtbij meegemaakt dat veel ouders deels uit onmacht, deels uit onwetendheid hun kinderen bang maken in de ijdele hoop hen zolang mogelijk uit de in hun ogen niet-deugende samenleving te houden. Bovendien ontbreekt er een voorbeeldfiguur in het leven van veel Nederlandse moslimjongens. Vaders hebben nauwelijks weet van wat voor leven hun zonen buitenshuis leiden. Amper bemoeien zij zich met de school van hun zonen, waardoor er een enorm gat tussen de school en de ouders gaapt.
    En zo worden veel jongens op zeer jonge leeftijd aan hun lot overgelaten. Thuis is er niemand die aan hen vraagt wat ze hebben gedaan, hoe het op school was, wie hun vrienden zijn en, bovenal, wat hun plannen voor de toekomst zijn. Veel vaders nippen tevreden aan hun hete thee en denken dat de opvoeding van hun zonen vanzelf gaat. Hij is een jongen, hij zal wel goed terecht komen, zo sussen ze hun geweten. Ze zijn allang blij zolang hun zonen maar niet met Nederlandse vrienden thuis komen. 'Blijf bij je mensen, blijf bij je geloofsgenoten, jongen', zeggen ze vaak. Daar gaat het om, blijf bij je geloofsgenoten. Meng je niet met de ongelovige Nederlanders. En dat tegen een kind van wie de toekomst juist hier in dit land ligt.
    'Doe de deur niet open, hoe vaak heb ik dat tegen je gezegd', schreeuwde een landgenoot een keer tegen zijn achtjarige zoon die een oude Nederlandse buurvrouw binnen had gelaten. De vrouw bracht de post die per vergissing op haar deurmat was gevallen. Woest riep de man vervolgens zijn drie zonen bijeen in de zitkamer. Zijn twee dochters stuurde hij naar boven.
    'Ik wil geen ongelovigen in mijn huis', bulderde hij in de gezichten van zijn jongetjes. 'Sorry papa, ik was vergeten om eerst te kijken', stotterde het ventje.
    'Weten jullie wel waarom die vrouw zo graag binnen wilde komen?' De jongens schudden hun hoofden. 'Ze wil alles van ons weten, zodat ze dat later tegen ons kan gebruiken. Deze mensen willen geen moslims in hun straat. Wij zijn niet welkom.'
    Schuimbekkend schoof hij de vaalgrijze gordijnen open en vervolgde: 'Ze zitten allemaal met een verrekijker achter die witte vitrages. Ons doen en laten wordt nauwlettend in de gaten gehouden. Deze mensen minachten ons omdat wij islamiet zijn, en daarom wil ik dat jullie ver bij ze uit de buurt blijven, begrepen. Ik wil dat jullie je heel goed realiseren dat het verblijf in Nederland maar tijdelijk is. Als de tijd rijp is gaan we terug.'
    'Dat is niet waar, papa, dat zeg je elke dag, terwijl je weet dat we nooit teruggaan', huilde de oudste.'
    'Mond dicht, als ik zeg dat we teruggaan dan is dat zo, begrepen.' Bedremmeld knikten de jongens.
    Zo ontstaat er een vertekend beeld over de samenleving in de hoofden van zulke jongens.
Zo ontstaat er een kloof die door vele van deze jongens later moeilijk is te overbruggen.
    En zo groeit bij velen van hen later het gevoel dat zij nooit en te nimmer als volwaardige burgers geaccepteerd zullen worden, dat zij, hoewel ze hier geboren en getogen zijn, toch altijd als buitenstaander beschouwd zullen worden.
    Dan is het erg moeilijk voor deze kinderen om, hoe graag ze dat ook zouden willen, hun draai in de samenleving te vinden.
    Veel van deze kinderen wonen in een land waar ze eigenlijk nauwelijks iets van weten.
Als kind zijn ze niet naar een peuterspeelzaal geweest waar ze met Nederlandse leeftijdgenoten in aanraking hadden kunnen komen. Vaak wonen zij in een wijk waar ze alleen maar door cultuurgenoten zijn omringd. Velen van hen gaan naar een islamitische basisschool en spelen op straat alleen maar met hun soortgenoten. En dan breekt het grote moment van hun leven aan: 'de stap naar de middelbare school'. Dan staan zij ineens midden in een samenleving die zij niet kennen. En dat allemaal terwijl zij in de puberteit toch al met zichzelf in de knoop zitten.


Red.:   Deze twee bronnen laten een veel waarschijnlijker bron zien van het gevoel van het gevoel dat ze er niet bijhoren, of "tweederangs burgers" zijn: de eigen achtergrond en opvoeding; zie ook hier uitleg of detail . Het beperkte aantal opmerkingen van Nederlanders tegen moslims en allochtonen, op de handen van Pim Fortuyn, Ayaan Hirsi Ali, en Geert Wilders te tellen, is dan slechts een gemakkelijk kristallisatiepunt om de eerder geleerde gevoelens op te projecteren. Dit verklaart veel beter het feit dat het zich van de Nederlandse maatschappij afkerende gedrag al begint bij relatief jonge kinderen, die zich nauwelijks of niet bewust zijn wie Pim Fortuyn, Ayaan Hirsi Ali, en Geert Wilders zijn.

Het geroep over "tweederangs burgers" zijn is dus een rookgordijn, en wel om en ander verschijnsel te maskeren, namelijk dat een aanzienlijk groep onder allochtonen min of meer tweederangs burger is, want het niet mee willen doen met de Nederlandse maatschappij is doodgewoon hetzelfde als je tweederangs burger maken. Waar ze zich wel verbonden voelen, en wel sterk, is het thuisland, bijvoorbeeld Marokko uitleg of detail .

Als je jezelf tot tweederangs burger heb gemaakt, ben je natuurlijk extra kwetsbaar voor iedere vorm van kritiek, want die kritiek bevestigt je tweederangs burger zijn in het openbaar. Dat laatste botst weer met een ander gevoel, speciaal bij Marokkanen: dat van de mannelijke waardigheid, het machismo. Als je dus kritisch benaderd wordt, of als groep negatief in het nieuws komt, dan doe je wat alle macho's doen die zich minderwaardig voelen: je vraagt om respect. Dit wordt in een apart artikel behandeld , net als de arbeidsdiscriminatie . Dat bovenstaande observaties niet moeilijk zijn zodra je gangbare vooroordelen hebt afgelegd, blijkt hier , waarin ook nog meer bronnen staan die bovenstaande conclusies bevestigen.

De volgende kwestie is de gebrekkige geneigdheid tot zelfkritiek van allochtonen, en Marokkanen in het bijzonder. Dit is niet alleen een kwestie van "de afwezigheid van", zoals betoogd in Marokkaanse leiders , maar ook een kwestie van actieve bestrijding, zie onder:


Uit: De Volkskrant, 05-10-2005

Column weg na bedreiging

'Op dit moment kan ik niet anders dan bezwijken onder de druk. Ik durf niet meer te schrijven wat ik wil. Met gemengde gevoelens en een brok in mijn keel, stop ik.' Dit is het slotwoord van de 21-jarige Marokkaanse columniste Hasna El Maroudi op de jongerensite Spunk, gelieerd aan NRC Handelsblad. El Maroudi is de laatste maanden dusdanig bedreigd door Marokkaanse jongeren dat ze haar columns staakt.
    In juni schreef El Maroudi over de vete tussen Arabieren en Berbers. Daarin stond onder meer de zin: 'Het zijn de Berbers die het criminele pad verkiezen en het zijn dus de Berbers die de Marokkanen een slechte naam bezorgen.' Volgens Spunk-hoofdredacteur Jan Hoek 'droop de spot ervanaf. Zij werd door met name Marokkanen beledigd en bedreigd via email. De studente werd op straat bespuwd, agressief aangesproken op haar column en eenmaal trachtte een geblindeerde auto haar aan te rijden.
    Twee maanden geleden deed zij aangifte van bedreiging bij de Rotterdamse politie. .....  El Maroudi, die haar column vlak na de moord op Theo van Gogh begon, stopt op het moment dat een goede vriendin haar de rug toekeerde. Ze is van alle ophef zo ontdaan dat ze zich onbereikbaar houdt voor commentaar.


Red.:   Stel je eens voor dat een Marokkaan iets lelijks had gezegd over Nederlanders, en dat die Marokkaan op deze manier bedreigd zou zijn door Nederlanders. Het politiek correcte land zou te klein - alleen al wat buurtrelletjes veroorzaakt door zogenaamde Lonsdale-jongeren waren genoeg voor een weken durende campagne, zie bijvoorbeeld hier uitleg of detail . Maar nu de Marokkanen het bedreigen doen, en wel in een geval waar de vrijheid van meningsuiting in het geding is,  is er geen enkele ophef, geen enkele verdere berichtgeving zelfs (dit stukje is ingevoegd op 12 oktober). Maar let vooral ook op de reactie van de directe sociale omgeving van El Maroudi: ook voor hen is de solidariteit met de culturele groep groter dan die voor het individu, en dat wel voor een individu waar ze zeer na toe haar staan. Het is dus beslist geen kwestie van een een beperkte groep radicalen, maar een karaktertrek van de culturele groep als geheel. De loyaliteit ten opzichte van die groep, wat wij Marokkanen noemen, is voor hen belangrijker dan wat dan ook. Laat staan dat ze iets met Nederland hebben, een enkele uitzondering daargelaten.


Oktober is weer een drukke maand; het is nu de elfde. Naar aanleiding van een column van Nazmiye Oral in de Volkskrant, wordt door de redactie de positie van het allochtone slachtoffer-schap uitbelicht als een vorm van moreel verraad aan de autochtone hand waardoor de allochtone hand wordt gevuld uitleg of detail  . Na lezing van deze analyse zou een vulgaire conclusie kunnen luiden: als het moreel zo slecht is in Nederland, waarom ben je hier dan nog? Het enig juiste antwoord is natuurlijk dat het moreel zo slecht niet is in Nederland, terwijl het materieel wel zeer geriefelijk is.


Twaalf oktober, de volgende affaire. Een bericht in de Volkskrant naar aanleiding van een uitzending van Nova, gisteravond:


De Volkskrant
, 12-10-2005,  ANP.

School weigert docente zonder hoofddoekje

Het Islamitisch College Amsterdam heeft docente Arabisch Samira Haddad een baan geweigerd omdat ze geen hoofddoekje wilde dragen. De vrouw heeft de zaak voorgelegd aan de Commissie Gelijke Behandeling, vertelde ze dinsdagavond in het tv-programma NOVA.


Red.:   Wat meer details: de docente komt uit Tunesië, en wist ook nog te melden dat in Tunesië het dragen van een hoofddoek in het openbaar verboden, omdat, zoals de regering heeft verklaard, in een vrij citaat, 'het geloof iets is van de persoon zelf, en in de persoonlijke levenssfeer beleefd moet worden'. De geïnterviewde leerlingen met hoofddoekjes sloegen allerlei ongeëmancipeerde en ongeïntegreerde praat uit, die volledig in tegenspraak is met de houding van de Tunesische regering.

De berichtgeving in de Volkskrant van deze toch zeer opmerkelijke zaak is tot nu toe beperkt tot bovenstaande ANP bericht, mogelijkerwijs omdat de tijd beperkt was; de redactie blijft dit volgen. De aanleiding om er direct op in te gaan is een column van Anet Bleich in de Volkskrant in dezelfde krant:
 

De Volkskrant, 12-10-2005, column door Anet Bleich

Lovely Rita,

...     Bij mij viel gisteren de druppel die de emmer echt deed overlopen. Rita Verdonk, kopte het blad Metro groot als opening, wil onderzoeken of ze het dragen van de burqa kan laten verbieden. Bij wijze van veiligheidsmaatregel. Niet omdat je als draagster van zo'n lang en onhandig gewaad wellicht een verhoogd risico loopt op struikelen, daar zou ik me nog iets bij kunnen voorstellen. Maar omdat je bij zo'n burqa niet weet wie erachter schuilgaat! En wat die persoon eventueel aan wapenen verbergt. De burqa verbieden dus bij wijze van preventieve maatregel tegen terrorisme. ...


Red.:   Bleich weidt een hele column, met veel literair en emotioneel machtsvertoon, aan deze ene boodschap: hoe fout het wel niet is om een burqa te verbieden. Het is onvoorstelbaar hoe iemand zo snel zo fout bewezen kan worden. Het doet denken aan het onder filosofen beroemde verhaal over Hegel, die op grond van theoretische beschouwingen kwam tot de stellige bewering dat er zeven en niet meer dan zeven planeten konden zijn, minder dan een jaar voor de achtste werd ontdekt. "Uw bewering is in tegenstelling tot de feiten!" riep een toehoorder van Hegel. "Des te erger voor de feiten!", antwoordde Hegel.

Bleich stelt zich op grond van de theoretische argumenten van gelijkheid en non-discriminatie
- ze haalt zelfs het eerste artikel van de Grondwet aan - teweer tegen een verbod op burqa's; maar in feite staat hier emotionele steun voor allochtonen achter. En terwijl ze dit schrijft, verbieden allochtonen het niet-dragen van een hoofddoek. Nee, dus niet het verbieden van het dragen van iets, maar het niet-dragen van iets, wat altijd nog een stuk verdergaand is. Hoe erg kan je verraden worden? Om in voor Bleich begrijpelijke termen te praten: het is alsof de joodse raad het niet-dragen van de jodenster verbiedt.

Addendum: deze discussie wordt vervolgd door Marjolijn Februari, leidende tot een volledig demasqué van Bleich uitleg of detail .

Ook op twaalfde zijn er twee bevestigingen van de achtergrond van de meeste problemen: de grote achterstand in de integratie van allochtonen in de Nederlandse samenleving:


Uit: De Volkskrant, 12-10-2005, van verslaggeefster Margreet Vermeulen

Voorvoegsel 'allochtonen' doet speelbos de das om

Het 'allochtonenbos' Marhaba in Santpoort is van de baan. Initiatiefnemer Natuurmonumenten ziet ervan af omdat het bos te veel weerstand oproept. ... Tegelijkertijd wil Natuurmonumenten allochtone Nederlanders in contact brengen met de natuur. ... 'Natuurmonumenten heeft geen allochtone leden. In onze parken komen geen allochtone bezoekers. ...


De Volkskrant, 12-10-2005, van verslaggever Marc Peeperkorn

Milli Görüs roept moslim op organen te doneren

Moslims worden binnenkort tijdens de vrijdagmiddagpreek in hun moskee nadrukkelijk opgeroepen zich aan te melden als orgaandonor. Direct na afloop krijgen zij een donorcodicil uitgereikt.

De Turks-islamitische organisatie Milli Görüs reageert hiermee op het verwijt van minister Hoogervorst van Volksgezondheid dat moslims vanwege hun geloof wel organen willen ontvangen, maar niet willen afstaan. ...
    De opmerkingen van Hoogervorst wekten dit voorjaar beroering in islamitische kringen. Volgens Karacaer is het niet waar dat moslims vanwege hun religie geen orgaandonor kunnen zijn. Wel is sprake van onbekendheid met het afstaan van organen, alsook onwil om zich ermee bezig te houden. ‘Er moest iets gebeuren. Daar waren wij al mee bezig. De uitspraken van Hoogervorst hebben dat versneld.’ ...


Red.:   Integratie is meer dan het kunnen spreken van de taal -  het is het meedoen met de maatschappelijke gewoontes van de autochtone bevolking. De bovenstaande incidenten zijn slechts voorbeelden van een veel groter gebrek aan dit meedoen.

Ook heel interessant is een terugblik op het moment dat Hoogervorst zijn opmerking maakte. Het politiek correcte huis was weer te klein: Hoogervorst bracht schade toe aan de acceptatie en integratie van allochtonen. De vermelding van bovenstaande bericht via de radio, verzorgt door het ANP, noemde het in haar eerste bulletins 'de beschuldigingen van Hoogervorst'. In de loop van de dag groeide kennelijk het besef dat het bericht in feite een bevestiging was van zijn 'beschuldigingen' en veranderde haar terminologie in 'de aanmerkingen van Hoogervorst'. Een zoveelste bewijs van de laag-bij-de-grondse manipulatie van de berichtgeving rond allochtonen door meer en minder officiële voorlichtingsinstituties.

Het volgende is een archetypisch verhaal van de allochtonen apologeten:
 

De Volkskrant, 19-10-2005, door Kees Beekmans

Ontslag

...  over vmbo - de lagere regionen daarvan - en praktijkschool. Ik denk dat het voor dit soort scholen, vooral de , zwarte, van het grootste belang is met de ouders in contact te komen. Je moet ouders de school binnenhalen, het makkelijkst is direct bij aanmelding. Leg ouders uit wat de schooiregels zijn - niet te laat komen, niet spijbelen, niet vechten, en ga zo maar door -, laat ouders en kind die regels ondertekenen, maak van dat moment een foto, hang die op in het lokaal of misschien zelfs in de hal. Zo zijn de ouders al een beetje in de school. Als je zoiets doet, moet je natuurlijk ook bellen als hun kind te laat komt of verzuimt - je hebt nu zelf ook de plicht ouders over het doen en laten van het kind op school te informeren, het werkt twee kanten op.
    Het ondertekenen van de schoolregels geeft je direct de kans de ouders te informeren over de mogelijkheden voor henzelf binnen de school: taalles volgen, opvoedingsondersteuning, computerles, geschiedenis, biologie, ja wat ze zelf maar willen, en ook: les over hoe de school in elkaar zit en in het verlengde daarvan het Nederlandse onderwijs, wat voor hun kinderen de mogelijkheden voor verder leren zijn, welke beroepen voor ze open staan.
    Het is waar dat ik dit alles opschrijf vooral voor allochtone ouders, maar het lijkt mij minstens zo belangrijk Nederlandse ouders van vmbo-leerlingen bij de school te betrekken. Voor veel autochtone ouders kan opvoedingsles waarschijnlijk ook geen kwaad.
    Dit betrekken van de ouders bij de school heeft als doel die ouders groter te maken. De verhalen over ouders die slecht Nederlands spreken, hier de weg niet kennen, zijn waar. Daar zijn er veel van. Ze dreigen het respect van hun bijdehante kinderen te verliezen. Ze moeten Nederland en de taal tot hun domein maken, dat kan via en op school. Deze ouders moeten hier groeien, eigenlijk hetzelfde als zich wortelen, die twee gaan hand in hand. ...


Red.:   Hier staat, waarschijnlijk onbedoeld, wat men altijd heeft ontkend: allochtonen moeten opgevoed worden. En het feit dat ze opgevoed moeten worden is ook bewijs van een andere heftig bestreden stelling: dat ze achterlopen; want achterlopen lijkt op achterlijk zijn.
   Dat het uiterst gevoelig ligt blijkt ook in dit stuk: de feitelijkheden die leiden tot de conclusie van opvoedingsachterstand worden beschreven in volledig en uitvoerig beschreven de context van zwarte, allochtone scholen en leerlingen en ouders - maar de conclusie worst geformuleerd voor autochtonen: 'Voor veel autochtone ouders kan opvoedingsles waarschijnlijk ook geen kwaad.' Beekmans kan het niet over zijn hart verkrijgen om de schrijven: "deze allochtone ouders hebben zulke opvoedingslessen dringend nodig om mee te kunnen en hun kinderen mee te kunnen laten komen in de maatschappij", wat is wat hij bedoeld.
    We kunnen de beste bedoelingen zoeken achter de pogingen om allochtonen niet te verdrukken, hoewel het uiterst onwaarschijnlijk is dat ook maar een enkele allochtoon uit de doelgroep, de zwakkere, deze woorden van Beekmans zal lezen. Maar het wel toeschrijven van opvoedingsbehoeftes aan autochtone zwakkeren slaat een diep bres in de bereidheid om Beekmans' goede bedoelingen te willen zien. Dit is zonder meer discriminatie en/of racistisch: over autochtone zwakkeren worden dingen gezegd die kennelijk niet over allochtonen gezegd mogen worden.

Beekmans stuk is archetypisch voor de intellectuele PC houding tegenover allochtonen en autochtonen uit de lagere sociale groepen: wat over de een gezegd mag worden, mag niet over de ander. Deze vorm van omgekeerde discriminatie werkt uiteindelijk natuurlijk contraproductief, en zal bij voortduring uiteindelijk leiden tot maatschappelijke uitbarstingen van het soort rond Pim Fortuyn, waarbij de nieuwe uitbarsting waarschijnlijk aanzienlijk minder vreedzaam zal verlopen.

Hiermee dachte de redactie het hoogtepunt van de laatste tijd (tezamen met het niet-hoofddoek-verbod) wel gehad te hebben, maar het kon nog beter. Wie nog ontbrak in het rijtje van reguliere bijdragers aan allochtonendwaasheden was Marcel van Dam. We beginnen met een a-sychrone selectie uit zijn column met tussenvoegsels van de redactie in [], waaruit men wel een heel vreemde indruk kan krijgen voor wie de meningen van Van Dam kent:


De Volkskrant
, 20-10-2005, column door Marcel van Dam

Vreemdelingen in een vreemd land

[leden van] het Inspraakorgaan Zuid-Europese Gemeenschappen [zijn] mensen, die uit landen komen waar de rechtsstaat en de verzorgingsstaat nog onbekende fenomenen zijn' [zoals blijkt uit hun] 'Voorstellen voor een harder integratiebeleid' [ die] bijna exclusief bedoeld lijken voor moslimimmigranten. Je ziet het vaker dat onder immigranten onderling veel harder wordt gediscrimineerd dan tussen immigranten en de autochtone bevolking. Zoals er in Midden- en Zuid-Amerika fors wordt gediscrimineerd tussen lichter en donker gekleurde mensen.
    In de sociale wetenschappen is het een bekend verschijnsel dat door veel mensen die lager op de maatschappelijke ladder staan veel harder naar beneden wordt getrapt dan door mensen uit de hogere sociale lagen. ...


Red.:   Hier staat met zoveel woorden dat allochtonen nog harder discrimineren dan autochtonen. Het IRP wist dat al, bijvoorbeeld van directe ervaring met de verhoudingen tussen Surinamers of Antillianen onderling, en verhalen van mensen die in asielzoekerscentra gewerkt hebben, waar de moslims altijd voor in de rij staan en de niet-moslims naar achteren trappen.

Wat hier ook staat is dat allochtonen uit Zuid-Europese landen cultureel niet bekend zijn met de fenomenen van de rechtsstaat en de verzorgingsstaat. En omdat iedereen weet dat het in de niet-Zuid-Europese afkomstlanden van allochtonen nog veel erger is, is de achterstand van die niet-Zuid-Europese allochtonen (Afrikanen, Turken en Marokkanen, om het beestje maar bij zijn naam te noemen) nog veel erger. Wie zegt hier nog dat alle culturen evenveel waard zijn?

De reden voor deze ontboezemingen van Van Dam is een voorstel voor een nieuwe aanpak van de integratie, afkomstig van de Inspraakorgaan Zuid-Europese Gemeenschappen. Hun uitgangspunt is: 'Als mensen onze vrijheden en het gebrek aan overheidsgezag misbruiken en zich niet willen houden aan de westerse normen en waarden, dan moet zowel de landelijke als de lokale overheid deze mensen ontmoedigen hier te blijven wonen'. De voorstellen:
- Voortijdige schoolverlaters moeten hun leven lang worden uitgesloten van lokale financiële voorzieningen voor mensen met een laag inkomen.
- Moskeeën waar mannen en vrouwen worden gescheiden moeten worden gesloten.
- Het dragen van burqa's moet worden verboden, net als aan schoolkinderen en gemeenteambtenaren het dragen van hoofddoekjes.
- Als je drie keer door justitie (bedoeld wordt waarschijnlijk de rechterlijke macht) bent veroordeeld moet het je praktisch onmogelijk worden gemaakt een woning te krijgen.
- Wie een uitkering heeft, moet worden gedwongen veertig uur per week te werken, bijvoorbeeld door sloten uit te baggeren, boeren te helpen met de oogst, of in natuurgebieden of het Vondelpark te werken. Wie niet hard genoeg werkt of vaker te laat komt, krijgt geen uitkering meer.
- Alle moskeeën die extremistische sympathieën vertonen, moeten worden gesloten.
- Werklozen die slecht bemiddelbaar zijn, omdat ze vrouwen geen hand willen geven of niet onder vrouwen willen werken, raken hun recht op een uitkering definitief kwijt. .
- Het beoefenen van een vechtsport moet voor iedereen die met justitie in aanraking is geweest worden verboden.
- Niet geïntegreerde mensen horen een simpele keuze te krijgen:
of ze integreren alsnog, of ze pakken hun biezen.

Dit zijn allemaal voorstellen die aansluiten bij het gezond verstand, ervan uitgaande dat de meeste mensen van goede wil zijn, en dus niet met deze maatregelen in aanraking zullen komen. Wie wel met deze maatregelen in aanraking komt, faalt op een dusdanige wijze dat de bijpassende maatregelen ook ter zake doende zijn. Zonder burqaverbod kan iedereen de werkplicht ontlopen door een burqa te gaan dragen, of nog buitenissiger uitwassen, en fijn zijn uitkering blijven opstrijken. De rest kan iedereen zelf op analoge wijze invullen uitleg of detail . Marcel van Dam's mening hierover: 'Lees en huiver.' en: 'Stuitend is dat de 'Voorstellen voor een harder integratiebeleid' bijna exclusief bedoeld lijken voor moslimimmigranten.'
   Hoe zou dat laatste nu komen? Antwoord: omdat de groep zich het verst van de normen van 'rechtsstaat en de verzorgingsstaat' bevindt. Waarom, vraagt Van Dam zich af, behoren er geen Albaniërs tot de het Inspraakorgaan Zuid-Europese Gemeenschappen? Antwoord: omdat die net zo slecht op de hoogte zijn van de normen van 'rechtsstaat en de verzorgingsstaat' als de niet-Europese allochtonen, zoals iedereen weet die maar enigszins op de hoogte is van de chaos in Albanië uitleg of detail .

De tijd van de eerste verjaardag van de moord op Theo van Gogh nadert, en werpt zijn al schaduw al vooruit in de media. Onder de bijdrage van Kader Abdolah, columnist in de Volkskrant, en politiek vluchteling afkomstig uit Iran. Het IRP heeft de inhoud in een wat andere volgorde geknipt, omdat Abdolah als schrijver allerlei stijlfiguren hanteert, maar dat was niet moeilijk omdat het hele stuk zelf ook vrij gefragmenteerd in elkaar zit. Maar controleer het onderstaan vooral ook tegen  het origineel, als men een wat anders geknipte volgorde,
 

De Volkskrant, 24-10-2005, column door Kader Abdolah

Made in Holland

...     Dat is de essentie van onze tijd. Wie het niet begrijpt, mist de boot. Nederland is mooier dan ooit, gezonder dan ooit, vitaler dan ooit.
    De scholen zitten vol met donkere leerlingen. Op de universiteiten lopen vele talentvolle immigrantenjongeren. En vele immigranten hebben een waardige plek veroverd bij Shell, Philips, KPN, ABN Amro en de Postbank. Ze werken niet als gastarbeiders, maar als hardwerkende nieuwe Nederlanders, als projectleiders, als managers.
    We mogen niet constant treuren om de immigranten. We moeten ook leren genieten van deze essentiële verandering in het land. Als we het niet doen, gaat onze tijd voorbij. En hebben we die niet geleefd.
...    Deze harde waarheid moeten we onder ogen kunnen zien. ...  Samir A. is made in Holland. ... Mohammed B. is van ons. Hij is van ons allemaal. ... Het kon niet anders. De tijd was er dat er een Mohammed B. moest komen. Als hij niet gekomen was, was er een Mohammed C. gekomen.


Red.:   Het is duidelijk: Nederland is volgestroomd met prachtige immigranten, die door Nederland geperverteerd worden tot religieuze moordenaars als Mohammed B. en would-be terroristen als Samir A.

Hier schieten woorden bijna tekort, maar we doen een poging. Abdolah heeft hoogstwaar-schijnlijk gelijk in zijn stelling dat figuren als Mohammed B. niet anders konden. Wat Abdolah niet vermeldt is waar die onvermijdelijkheid zit. Natuurlijk zit die in culturele en psychologische processen, anders kan je Mohammed B. niet door Mohammed C. vervangen. Die culturele en psychologische processen zijn duidelijk: mannen-van-eigendunk-en-god worden vanuit wat achtergebleven maatschappij gedropt in wat verdere maatschappij. De mannen-van-eigendunk-en-god zien dat een flink deel van hun eigendunk, namelijk dat behorende bij hun wat achtergebleven maatschappij en cultuur, minder is dan dat van de nieuwe, wat verdere, maatschappij en cultuur. Als echte mannen-van-eigendunk-en god proberen ze de hoeveelheid eigendunk constant te houden. Dus verplaatsen ze hun eigendunk van maatschappij en cultuur naar god. En geven ze de schuld van deze verplaatsing aan de nieuwe, wat verdere, maatschappij. En dit gebeurt bij de mannen-van-eigendunk-en-god in verschillende mate, net als bij iedere andere menselijke eigenschap. Onder hen zijn er dus ook die ernstig tot zeer ernstig lijden aan dit proces. Van die mannen kennen wij Samir A. en Mohammed B., maar van Kader Abdolah weten we nu dat er ook nog Samir B. en Mohammed C. zijn, staande voor vele anderen.

Volgens Kader Abdolah moeten wij deze harde waarheid onder ogen zien. Dat betekent dat we Samir B. en Mohammed C. nooit en te nimmer toe kunnen laten tot die delen van onze wat verdere maatschappij waar ze die maatschappij ernstige schade kunnen brengen. Een ervaringsvoorbeeld daarvan is de toelating tot vliegscholen, en men kan zich voorstellen wat een Mohammed C. als operateur van een kerncentrale zou kunnen betekenen. Volgens Kader Abdolah zijn de gevolgen van het wel toelaten van Samir B. en Mohammed C. onvermijdelijk.

Natuurlijk vertelt Kader Abdolah ons dit niet met precies dezelfde woorden, hij kleedt dit anders in, want in deze vorm is het onaanvaardbaar. Maar in de vorm die Abdolah gevonden heeft staat inhoudelijk hetzelfde. Het is aangevuld met wat uitspraken die de boodschap nog verder moeten verhullen, of beter, de pil vergulden, zoals: 'Maar Samir A. moet één ding duidelijk begrijpen. Deze democratie is net zo heilig als de Koran die hij in zijn binnenzak draagt. En het is de plicht van alle immigranten om deze democratie als een heiligdom te beschermen.', en 'Het maakt niet uit of we blank zijn, donker of zwart.'. Maar Abdolah weet natuurlijk donders goed dat Samir A. niets geeft om democratie als die democratie geen dominante plaats geeft aan zijn dominante god. En Samir B. evenmin.

Kader Abdolah laat wel zien waar hij emotioneel staat als het neerkomt op een keuze tussen onze maatschappij en de mannen-van-eigendunk-en god als Mohammed B. en Samir A. enzovoort: 'Gebroken de handen van Mohammed B. die de cineast Theo van Gogh vermoorde. Het doet nog altijd pijn, pijn, pijn.' en 'Op de universiteiten lopen vele talentvolle immigrantenjongeren. En vele immigranten hebben een waardige plek veroverd bij Shell, Philips, KPN, ABN Amro en de Postbank.' (op die universiteiten lopen heel veel jongeren rond, voor het overgrote deel autochtoon, en er is op zich niets opmerkelijks aan het feit dat er ook een aantal allochtone jongeren rondlopen, het als opmerkelijk presenteren is een tendentieuze keuze). De emotionele steun van Kader Abdolah ligt bij de allochtonen, van welke soort dan ook, van de allochtone student tot aan  Mohammed B.. Deze emotionele steun doet sterk denken aan het door David Rieff geconstateerde dreigende gevaar van het ontstaan, althans het besef van het ontstaan, van een vijfde kolonne in onze westerse wereld uitleg of detail.

Het IRP acht Kader Abdolah's steunbetuigingen en harde waarheden volstrekt weerzinwekkend. Ook anderen zijn de opvattingen van Kader Abdolah opgevallen uitleg of detail .  Het IRP wil daar, in het kader van de bewezen strategie tegen dit soort praktijken  (Eng.) , een eigen harde waarheid tegenover stellen: Mohammed B., Samir A., Mohammed C., Samir B., en Kader Abdolah zijn niet langer welkom.

Als volgende een voorbeeld van de schade die het niet in de hand houden van de uitwassen maakt:


De Volkskrant, 18-10-2005, rubriek Geboren en getogen, door Robin Uitham

'Hier ben je vrij in je geloof'

Diverse nationaliteiten, hier geboren en getogen, over het leven in Nederland anno 2005.


Isa Zamouri (22) is geboren en opgegroeid in Amsterdam. Hij heeft vijf zussen en een broer;
zijn ouders komen uit Noord-Marokko. Twee jaar terug heeft hij het mbo-diplorna juridische dienstverlening gehaald en sindsdien zoekt hij werk. 'Pffff...ik heb bijna zeventig sollicitaties achter de rug. Twee keer ben ik uitgenodigd. Dan vragen ze: "Wat is je naam? Je nationaliteit?" Nederlands. "Maar wat is je achtergrond? Oh, heb ik niet verteld dat je ervaring moet hebben." Het is krom. Als iemand raar deed aan de telefoon, hing ik op. Ze vragen werkervaring aan een starter die net van school komt. Dat is haast onmogelijk.
    'Ik geef niet op. Daarom ga ik bij de landmacht, dan kan ik verder studeren, referenties opbouwen en mezelf ontplooien. De landmacht geeft een baangarantie, je stroomt door in de maatschappij. Zo laat ik mijn doorzettingsvermogen zien.
    'Ik ben moslim, echt praktiseren doe ik het vanaf mijn 13de. Toen werd om me heen gezegd: nu is het tijd om je eigen geloof te ontdekken, ga je er wat mee doen? In onze omgeving in de Jordaan wonen niet veel moslims, maar op de middelbare school hoorde je wel: O, bid jij niet? Het houdt je bezig. Vanaf mijn 14de doe ik de ramadan, het is absoluut niet moeilijk, je mag tot half zeven 's ochtends eten. Het versterkt de binding in de familie, iedereen trekt naar elkaar toe. Elke dag is er een feestmaal.
    'Maar een heel klein percentage van alle moslims is extremist. De koran moet je interpreteren op je eigen manier. De koran zegt wel dat je mag vechten om je land, je geloof te verdedigen, maar hier ben je vrij om te geloven. Niemand houdt je tegen in je doen en laten.
    'Als iemand zegt: kolere-moslim, zeg ik: krijg hetzelfde. Ik lach erom. Het is wel zo dat als er weer een aanslag gebeurt, dat ze jou ook weer vreemd gaan aankijken. Soms krijg je zo'n onderzoekende blik. Dan geef ik een hele brede glimlach terug.
'Als Nederland tegen Marokko .voetbalt, ben ik voor Marokko, maar ik voel me Nederlander. In Marokko word ik ook als buitenlander gezien. Marokkanen daar zijn de grootste racisten.
    'De toekomst? Soms denk ik wel: hoe lang kun je hier nog blijven? Terwijl ik hier woon en ben opgegroeid. Ja, dat is heel cru.'


Red.:   In het land ben je dus vrij in je geloof, maar door je directe culturele Marokkaanse geloofsgenoten wordt je gepresst naar het geloof, en dus ben je dus niet vrij. Deze Marokkaanse en de wijdere islamitische culturele omgeving is dus een bedreiging voor de geloofsvrijheid. Dat wordt door Nederlanders nu vrij algemeen zo gezien. En na aanslagen leidt dat tot vreemde blikken. En omdat de gematigde en goedwillende moslims als de jongen uit het artikel niet afstand durft of kan nemen van het culturele geheel dat de extremisten insluit, wordt hij geassocieerd met die extremisten. Het is simpel: creëer een eigen moslim-geloof, dat extremisten uitsluit, en invloed op de maatschappij afzweert. Het alternatief is wat er nu gebeurt: het buiten de maatschappij komen te staan van de hele groep.

In dit artikel, zoals de meeste andere over dit onderwerp, nemen de Marokkanen de meest prominente plaats is. Dat ook over de Turken het een en ander te melden valt, blijkt hier vervolg ; de bijbehorende intellectuele discussie staat hier vervolg .

De volgende affaire heeft een wat luchtigere uitdrukkingsvorm:


De Volkskrant
, 29-10-2005, van verslaggeefsters Janny Groen en Nanda Troost

Deense moslims woest over cartoons profeet Mohammed

'We leven in 2005, niet in 905. Het is aan de moslims om te geloven in iets wat zich in de Middeleeuwen bevindt. Ik doe niets anders dan wat ik volgens de Deense wet mag en dat is het vrij hanteren van mijn pen. Daarbij wil ik moslims niet kwetsen.' Met deze woorden reageert politiek tekenaar Franz Füchsel op de rel die in Denemarken is ontstaan na de publicatie van 'De gezichten van Mohammed', twaalf cartoons over de profeet in Jyllands-Posten, de grootste Deense krant. In een enkel geval werd de profeet afgebeeld als terrorist:
Mohammed met een aangestoken bom als tulband met daarop de tekst: La ilaha illa Allah (Er is geen god behalve Allah, red.) De conservatieve krant wilde de cartoons, omdat een kinderboekenschrijver er niet in slaagde een illustrator voor zijn boek te vinden. Kåre Bluitgen zocht voor een biografie over Mohammed een plaatje van de profeet, iets wat volgens de Islam verboden is. Drie illustratoren weigerden. Een vierde wilde alleen anoniem. Volgens Bluitgen komt de weigering voort uit angst voor wat is gebeurd met Theo van Gogh.
    De tekeningen leidden tot veel protest. Twee cartoonisten doken onder. De krant nam tijdelijk een beveiliger in dienst. Een 17-jarige jongen van Turkse afkomst werd opgepakt - en weer vrijgelaten - omdat hij verhaal wilde halen. Imam Raed Hlayhel eiste dat de krant zijn verontschuldigingen aanbood. 'Moslims zullen deze manier van vernederen nooit accepteren. Het artikel heeft elke moslim ter wereld beledigd.' De krant staat nog steeds achter de actie. Hoofdredacteur Johan Mikkelsen: 'We hebben vrijheid van meningsuiting en wonen in een seculiere staat. De reacties geven alleen maar aan hoe noodzakelijk de tekeningen zijn.'
    Elf ambassadeurs uit moslimlanden willen een gesprek met premier Anders Fogh Rasmussen over 'een lastercampagne in de media tegen de islam en moslims'. Rasmussen peinst daar niet over. 'Als premier heb ik geen enkele macht om de pers in te perken, en die macht wil ik ook helemaal niet.' VVD-politicus Ayaan Hirsi Ali constateert dat er overeenkomsten zijn met de situatie in Nederland. 'De vrijheid van meningsuiting wordt ernstig bedreigd. Een tweede overeenkomst is dat zodra iets beledigends over de islam wordt gezegd of geschreven, boze moslims opstaan en ambassadeurs van moslimlanden officieel protest aantekenen.' Opvallend vindt zij wel dat de Deense premier veel duidelijker stelling neemt dan Balkenende heeft gedaan.
    Lars Rem, een van de tekenaars, is het deels eens met imam Hlayhel. 'Het enige doel van Jyllands-Posten is het vuur aan te wakkeren zodra ze de kans krijgen. Daarom heb ik voor de schooljongen gekozen. En de tekst: de journalisten van Jyllands-Posten zijn een stelletje reactionaire provocateurs.' In veel van de tekeningen zijn grapjes verwerkt, zegt Rem.
'Maar als je uit Egypte komt, geen Deens spreekt en niet weet wie er hier toe doen, dan zie je niet dat Kåre Bluitgen op de hak wordt genomen. Of Pia Kjærsgaard van de Dansk Folkeparti, die een zeer strikt immigratiebeleid voorstaat. Daarmee is het project zijn doel voorbij geschoten.'

Red.:   Voor alle cartoons, zie hier uitleg of detail . De passende reactie op dit bericht is natuurlijk ook in de cartoonvorm. Het IRP heeft daarvoor niet de capaciteiten in huis, maar zelfs de vaste cartoonist van de Volkskrant, Collignon, werd dit te gortig (01-11-2005):

Red.:    Deze affaire is het zoveelste bewijs hoe ver de moslims staan van de westerse maatschappij. Een dergelijk grote afstand kan op langere termijn merkbaar verminderen. Maar ondertussen zijn er andere processen werkzaam die de weerzin van de moslims tegen de maatschappij zullen vermeerderen, zoals de reacties van de westerse burgers op dit soort uitingen, particulier en in de media, tot uiting komende in allerlei vormen van kritiek en afwijzing, wat de moslims weer discriminatie zullen noemen. Er is dus alle aanleiding om de kans op verslechtering van de onderlinge verhoudingen op zijn minst even hoog te schatten als die op verbetering. In ieder geval is het duidelijk dat de moslims weer de steun van een groep in de maatschappij hebben verloren: de cartoonisten.
    Het volgende is een gotspe:
 

Uit: De Volkskrant, 31-10-2005, rubriek De kleine wereld, door Eric Outshoorn

De hoofddoek als mensenrecht

    Strijdbaar is Özkaya zeker, en dat is in zijn functie een vereiste. Hij is voorzitter van de Turkse mensenrechtenorganisatie Mazlumder, hetgeen een afkorting is van de organisatie voor mensenrechten en solidariteit met verdrukte volken. Mazlumder werd in 1991 opgericht door een groep van 54 advocaten, schrijvers, journalisten en zakenlui. Zij baseert zich zeker niet in de laatste plaats op de islam en de profeet Mohammed.
    Vandaar dat de organisatie claimt die groepen in de maatschappij te vertegenwoordigen, van wie rechten op het gebied van religie en waarden vaak jarenlang zijn beperkt, onderdrukt en geschonden. Mazlumder zegt te opereren op een gebied dat niet door andere mensenrechtenclubs wordt bestreken. ...
    Levensgroot minpunt in Turkije is volgens Özkaya de religieuze onderdrukking. Daarbij heeft hij het uitdrukkelijk niet over christenen of Alevieten, maar over soennitische moslim-vrouwen en hun recht om de turban, het hoofddoekje, te dragen. Daar kan hij zich hevig over opwinden.
    Het is volgens Özkaya allemaal veel erger geworden na de fluwelen coup van 28 februari 1997, toen de strijdkrachten de islamistische premier Necmettin Erbakan tot aftreden dwongen. 'In heel Turkije woedt een strijd tussen politici en de seculiere elite van dit land die erop uit is het hoofddoekje totaal te verbieden. Jammer genoeg zijn de politici nog niet sterk genoeg.' Waarna Özkaya wijst op de behoofddoekte jonge vrouw die ingetogen thee schenkt en zoete koekjes presenteert. Zij mag niet naar een universiteit, want zij wil haar hoofddoekje ophouden. Schande toch? ... Dan constateert Özkaya dat het Westen zich na 1989 op de islamitische wereld heeft gericht. 'Ze bemoeien zich wel met het hoofddoekje', constateert hij, verwijzend naar het Europese Hof van de Mensenrechten. Dat kon de strenge Turkse restricties op het dragen van hoofddoekjes billijken.
    'Mijn dochter wordt door dat verbod ernstig belemmerd in haar carrière vanwege haar hoofddoekje.' Hij voorspelt dat ook de moslims in Europa tegen het oprukkende hoofddoekjesverbod in het geweer zullen komen.
 

Red.:  Dit is gotspe nummer 1: de onderdrukker die de onderdrukking van zijn onderdrukken formuleert als een schending van zijn mensenrechten. Maar ertussen staat ook nog het volgende:

...   Maar daar wil Özkaya het verder eigenlijk niet over hebben, want de situatie van de moslims in 'uw land', dat baart hem ernstige zorgen. Waarna een college volgt over alle problemen waartegen de Nederlandse moslims moeten opboksen. 'De tolerantie is in uw land vrij dun. Daarom waren alle moslims blij dat de moordenaar van die politicus Fortuyn een autochtone Nederlander was.' ...
 

Red.:   Inhoudelijk commentaar overbodig. Dit is het soort mensen die wij volgens de multiculturalisten met respect moeten behandelen, en wier cultuur wij zouden moeten tolereren en integreren in ons land.

Inmiddels, het is nu 7 november, hebben we een ruime week van rellen in de Franse voorsteden achter de rug. Althans, zo worden die rellen beschreven, maar het zijn natuurlijk de rellen van de allochtone jeugd, in Frankrijk grotendeels van Algerijnse afkomst, en de rest uit de overige voormalige Franse koloniën. Voor een vrij complete beschrijving van de gebeurtenissen, zie hier uitleg of detail , waaruit ook de volgende citaten. De aanleiding voor de rellen: twee doden bij een ongeluk en een boze reactie van een minister zijn natuurlijk volkomen futiel vergeleken met de "gevolgen". Het gaat dus om andere oorzaken, en dan noemt men algemeen de hoge werkloosheid onder de allochtonen, en de bijbehorende uitzichtloosheid. Dat is op zijn minst eenzijdig -  werkloosheid is vrijwel altijd en overal voorgekomen, en dit soort eenzijdige opstanden zijn dus relatief zelden. Uit de commentaren uit de dadergroep blijkt dat er een andere, op zijn minst even belangrijke component is: verongelijktheid. Het is is niet het gebrek aan baan, maat het gebrek aan achting wat vooraan lijkt te staan:

  'Het hoogste woord voert Adama, een kleine, lichtbruine jongen in een witte djellaba die tot zijn zwarte sportschoenen reikt. Hij is 21 en heeft werk als postbode - 'Daar moet ik blij mee zijn, vindt iedereen', merkt hij ironisch op. In zijn harde stem klinken wanhoop en verontwaardiging beurtelings door.'
Ze willen dus niet alleen een baan, ze willen respect, vandaar de gebetenheid op minister Sarkozy, want die heeft ze uitgescholden. Dit aspect maakt de rellen zeer veel af van het air van respectabiliteit dat "het is de werkloosheid" uit de Nederlandse berichtgeving doet voorkomen.
    Het tweede dat bediscussieerbaar is, is de oorzaak van de werkloosheid. Er zijn altijd twee kanten aan zo'n constatering: de hoeveelheid mensen en de hoeveelheid werk. Werkloosheid kan zowel door te weinig werk als door teveel mensen komen. In dit verband is het volgende citaat van belang:
  'Enkele kilometers verderop staat het stadhuis van Clichy-sous-Bois, een stadje met 28 duizend inwoners, waarvan 40 procent van de inwoners jonger is dan twintig jaar. Circa 80 procent heeft een Noord-Afrikaanse afkomst, de islam is met afstand de grootste religie.'
Het grootste deel van deze jongeren zal waarschijnlijk, net als in Nederland, net meer dan laaggeschoold of ongeschoold werk kunnen doen. En frankrijk is net als Nederland een zich steeds verder ontwikkelende maatschappij, waarin het werk steeds meer verschuift van lager- naar hoger geschoold. Er is dus steeds minder werk voor laaggeschoolden, maar de allochtonen zorgen voor een sterke instroom in die groep. Als er wat betreft werklosheid dus in termen van schuld moet worden gesproken, dan hebben de allochtonen minstens evenveel schuld als de autochtonen.

We hebben nu dus twee redenen om sterk af te doen aan de rechtvaardiging van de rellen georganiseerd door de allochtone jongeren. Daartegenover staan van hun kant een grote hoeveelheid geweld. Het is in zo'n situatie, waar geweld eigenlijk in het geheel niet gerechtvaardigd is en de slachtoffers voornamelijk niet-betrokkenen zijn, gerechtvaardigd om geweld te bestrijden met tegengeweld,  Natuurlijk moet deze andere, meer realistische kijk op de stand van zaken eerst gecommuniceerd worden, maar dan daarachter gesteld worden dat er aan het geweld een eind moet komen: Na een afkoelingsperiode van twee dagen wordt geschoten op relschoppers.

In Nederland wordt tot nu toe angstvallig gemeden om vergelijkingen met de Nederlandse situatie te trekken. Maar gelukkig is er ook nog kamikaze-piloot Kader Abdolah:


De Volkskrant
, 07-11-2005, column door Kader Abdolah

Parijs

Wie had gedacht dat zich klassieke scènes van een oosterse revolutie voor zouden doen in Parijs, de bruidsstad van Europa?
    De rellen hebben iets weg van de Iraanse revolutie tegen de sjah, van Irak tegen Saddam. Er is heftige oproer ontstaan in de achterstandswijken van Parijs en de woede van de steenwerpende migrantenkinderen heeft om zich heen gegrepen naar andere Franse steden. Honderden auto's zijn in brand gestoken, gebouwen zijn in vlammen op gegaan en hier en daar is er geschoten.
    Er is sprake van een nieuwe bepalende beweging in Europa. Het is een globale actie die het oude, krappe Europese kader wil breken om ruimte te maken voor de onder druk gezette immigranten. Het is een opstand die pas begonnen is.
    De rellen zijn onderdeel van een moderne protestbeweging. Het zijn niet de volwassen immigranten die in opstand zijn gekomen, niet de vaders of de moeders, maar de jeugd! En de armoede, de vernedering, de werkloosheid en de uitzichtloosheid zijn oorzaken van het verzet.
    Het is een nieuw element in de Europese geschiedenis. Wat in Parijs plaats heeft gevonden, dient als introductie voor de rest van de Europese landen. Parijs is een voorbode. Maar de ingrediënten voor zo'n oproer zijn ook aanwezig in Nederland.
    Maar waarom zijn het de kinderen van de immigranten die in opstand zijn gekomen in Parijs?
    Omdat zij met hun eigen ogen zien dat hun ouders het niet meer aan kunnen. Ze horen alles en ze zien dat ze net als hun ouders niet welkom zijn in de stad waar ze geboren en getogen zijn. Ze voelen de bittere vernedering op hun tong. Ze zien dat hun oudere broer, hun oudere zus niet wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Ze weten dondersgoed dat ook zij straks genoegen moeten nemen met een status als werkloze, tweederangs burger.
    Tot een paar jaar geleden waren zij immigrantenkinderen, maar ze hebben plotseling een nieuw stempel op hun voorhoofd gedrukt gekregen: moslim!
    Afgelopen woensdag kwamen er tijdens de herdenking van Theo van Gogh slechts enkele honderden mensen opdagen. Het was een wijs gebaar van Amsterdam: de dader is gearresteerd, en hij heeft een zware straf gekregen. Politie en justitie zijn druk bezig om de terreur te bestrijden, wij gaan verder met het leven.
    Maar er is een groep, de zogenaamde vrienden van Van Gogh die nog altijd met een mond vol haat praten. Ze wachten op een tweede moord om hun gelijk te krijgen. Het is tijd dat ze leren van Parijs.
    Ze beledigen de immigranten, ze provoceren de fanatieke moslims: 'Kom! Dood me als je kunt!' Het is merkwaardig dat Van Gogh er steeds nieuwe vrienden bij krijgt na zijn dood. Iedereen die hem ooit aan de andere kant van de gracht zag lopen, meldt zich als een vriend aan en begint met etteren.
    Ze moeten ophouden met hun geëtter. De profeet Mohammed is een pedofiel, een geitenneuker, een pervers. We weten het nu allemaal wel.
    Ophouden!
'De koran is een kutboek,' riep een onnozele onlangs op het journaal. Oké. We hebben het gehoord. Nu ophouden na Parijs!
    Het heeft niets meer met de vrijheid van meningsuiting te maken, het is pure provocatie.
De immigrantenkinderen zijn er achter gekomen dat hun ouders niet meer in staat zijn ze te be..
schermen tegen de vernedering. Ze hebben het roer overgenomen. Laat soms zachte woorden horen!
 

Red.:   Oftewel: als je lastig gevallen wordt door lastige jongetjes, getreiterd wordt door hanggroepjongeren, met wapens bedreigd op school, of beroofd door scooterdiefjes,  mag je er niets van zeggen als het allochtonen betreft. En als je het wel doet, dan riskeer je een collectieve geweldsuitbarsting van de allochtone jongeren. En vooral ook geen berichtgeving meer over geweld in het buitenland, want dat is ook voor een groot deel afkomstig van moslims, en daardoor voelen de allochtone moslimjongeren zich ook aangesproken.

Het is echt te gek voor woorden. Het allochtone bondgenootschap is nu compleet: de laaggeschoolde semi- en volledig criminele jeugd wordt door de hoogopgeleiden gebruikt als wapen van afschrikking in wat niet anders meet beschreven kan worden als wat zich als collectieve strijd van de allochtonen tegen de autochtone. Als daar niet op kortst mogelijke termijn een halt wordt aan toegeroepen, zal de allochtone houding zich steeds verder verharden, en uiteindelijk een gewelddadige strijd, waarvan Frankrijk nu een begin ziet, onvermijdelijk worden. En dat halt toeroepen kan, omdat alle andere redelijk dingen al dertig jaar zijn geprobeerd, maar uit een ding bestaan: duidelijke taal, zoals bijvoorbeeld geformuleerd door de redactie hier vervolg en hier vervolg (overzicht hier ), en door een ingezonden brief-schrijver in de Volkskrant hier vervolg . Voor een andere reactie op Abdolah, zie hier vervolg .

Maar we gaan rustig verder. De volgende dag met dit:


De Volkskrant
, 08-11-2005, column door Nazmiye Oral

Een uitgebluste verhouding

Je zou bang kunnen worden van de rellen in Frankrijk. En het feit dat er nu ook menselijke slachtoffers beginnen te vallen, is geen geruststellende ontwikkeling.
    Toch zijn de rellen uitermate gezond. Je zou het kunnen vergelijken met een relatie. Als men zwijgt in een ongezonde relatie, kunnen er drie dingen aan de hand zijn:
1. Men is bang dat onder de oppervlakte een nog groter probleem schuilgaat waar men, eenmaal aan het daglicht blootgesteld, niet meer omheen kan.
2. Men is het zicht op en de binding met de eigen, ware identiteit kwijtgeraakt en kan daarom niet meer voor het eigenbelang opkomen. 3. Men is al bezig afscheid te nemen en wacht af. (Tot er geen enkele binding meer is. Zodat het afscheid pijnloos en snel zal verlopen.)
    In dit proces zal men geen kostbare energie verspillen, want de hoop is reeds lang vervlogen. In plaats daarvan zal men de energie richten op het oogsten van bewijzen die het vertrek rechtvaardigen, vaak genereus aan de hand gedaan door de onwetende tegenpartij. In dit licht gezien zijn de jongeren in Frankrijk nog heftig verliefd op hun partner, geloven in de verbintenis, zijn er niet tevreden mee en doen juist daarom van zich spreken. Het is een rechtvaardige roep om aandacht, een eis voor vol te worden aangezien.
    Helaas heeft hun woede en hun roep om hulp een tegenstrijdig effect: de branden vinden voornamelijk in de eigen wijken plaats, populistische ministers slaan munt uit het gebeuren en er zijn zelfs bronnen die de hand van de moslimfundamentalisten achter dit hele gebeuren vermoeden (Gaap.) Hoe men de afgelopen dagen ook wil duiden, het gaat maar om één ding: het erkennen en het werkelijk zoeken naar een oplossing voor het probleem.
    Vanuit Nederland is er met argusogen naar dit fenomeen in Frankrijk gekeken. Eindelijk iets negatiefs waarmee we in Europa niet voorop liepen. Wij hebben zo onze eigen problemen, maar bij ons is het (nog) niet tot een burgeroorlog gekomen. Het brandt in elk geval niet in Amsterdam. Nee, maar laten wij eens kijken hoe we het er vanaf brengen.
    De afgelopen week werd de dood van Theo van Gogh herdacht. Weer was daar de kritiek dat de moslimgemeenschap niets heeft gedaan om zich duidelijk van deze moord te distantiëren. De moskeeën hebben zich tegen de moord uitgesproken. Dat zou toch voldoende moeten zijn. Om van een volk te eisen dat het zich duidelijk moeten uitspreken tegen de moord, is - als je het sympathiek wilt bekijken - uit te leggen als een verzoek aan de grote massa, die niet radicaal is en vredelievend is, zich krachtiger af te zetten tegen het fundamentalisme. Zodat de groep die fundamentalistisch is daardoor duidelijker wordt afgebakend. Om, als het ware, de fundamentalist te isoleren.
    Maar deze vraag is een belediging. Omdat.je daarmee ervan uitgaat dat als men dat niet doet, men het er vanzelfsprekend mee eens is. Schuldig tot het tegendeel is bewezen.
    En hoe doe je dat, je uitspreken tegen de moord? Tegen elke Hollander die je op straat tegenkomt, roepen dat je er tegen bent?
    Verder is het besef hoe belangrijk integratie is, alom aanwezig. Eindelijk zien we in dat er geïntegreerd moet worden. Iedereen moet Nederlands kunnen spreken. Schijnbaar een uitnodiging tot participatie aan de maatschappij. Ondertussen is de blik op de allochtoon, een geliefd woord dat het verschil tussen ons en hen moet onderstrepen, wollig en mistig. Oscar Wilde wist het al: Give a man a mask and he will tell you the truth.
    Het masker waarachter de Nederlandse maatschappij, het wij, zich verschuilt, is de dreiging van het terrorisme in eigen land. We gebruiken het om ongegeneerd onze angst voor de vreemdeling naar buiten te brengen. We gebruiken het om ongegeneerd stigmatiserend en racistisch bezig te zijn. Ik wilde dat het mogelijk was om onszelf van tien jaar geleden naar het hier en nu te halen: de meesten van ons zouden geshockeerd zijn over de verharding. We zijn vergeten dat je in een vrij land als Nederland mensen enkel mag vragen zich aan de wet te houden en de taal van het land te spreken. Het zoeken naar de nieuwe identiteit en andere problemen die migratie met zich meebrengt, vegen we voor het gemak even onder tafel: Dat is oud nieuws en waarschijnlijk niet zo sexy.
    Dat om ergens aan te komen (mentaal of fysiek) ook ruimte gemaakt moet worden, is teveel gevraagd van een maatschappij en van een regering die zich altijd tolerant heeft opgesteld.
Het zou fijn zijn als we eindelijk de ballen hadden om elkaar de waarheid te vertellen zonder dat masker.
    Ondertussen word ik kotsmisselijk en doodmoe van het continu praten over de allochtoon - maar ik ontkom er niet aan. Het is mijn steen die ik gelijk Sisyfus continu de berg moet oprollen en net als ik denk dat ik er ben, dondert hij weer naar beneden.
    Kies toch eindelijk, allebei. Of ga voorgoed uitelkaar.


Red.:   We zijn dus weer een stap verder in de duidelijkheid. Eerst de onderdelen van Oral's verhaal. Het begint met de vergelijking van de relatie tussen allochtonen en autochtone als die in een huwelijk (ze schrijft hier 'relatie', maar dat is twee keer achter elkaar "relatie"). Ze constateert dat zwijgen hoort bij een ongezond huwelijk. En dat als er gezwegen in een ongezonde relatie, er onderliggende problemen zijn, implicerend dat hier sprake is van een ongezonde relatie. En dat het geweld en brandstichting een vorm van allochtoon spreken is. Waarvan acte. Dan weten we wat er gaat gebeuren als ze zich echt gaan opwinden.

In het volgende deel gaat het over de herdenking van de moord op Theo van Gogh, waarover ze beweert dat hierbij nadrukkelijk zou zijn gevraagd aan de moslimgemeenschap om zich hier nogmaals tegen uit te spreken. Het IRP, dat de media redelijk goed volgt, heeft dit niet gehoord, wat betekent dat als er iets over is gezegd, dat incidenteel was. Hier is dus hoogstwaarschijnlijk sprake van overgevoeligheid, of weer lange tenen uitleg of detail ; indicatief hiervoor is ook Oral's gebruik van het woord 'beledigend'.

Het volgende onderwerp is integratie. Het begint over taal, en wat Oral overduidelijk niet beseft is dat taal geen integratie is, maar een noodzakelijk voorwaarde voorafgaande aan integratie uitleg of detail . 'Schijnbaar een uitnodiging tot participatie aan de maatschappij'. Wat impliceert dat allochtonen niet mogen participeren aan de Nederlandse maatschappij. Een aperte leugen. Stemmingmakerij.

Vervolgens wordt gesteld dat de autochtonen ongegeneerd onze angst voor de vreemdeling naar buiten brengen. Hier ligt bij Oral de plicht voorbeelden te geven. Welke woorden of gedragingen zijn representatief genoeg om van alle autochtonen te beweren dat de ongegeneerd hun angst voor allochtonen naar buiten brengen? Tot deze representatieve gevallen zijn aangedragen, beschouwen we deze bewering van Oral voorlopig ook als anti-autochtone stemmingmakerij. Ook dit wordt meteen bevestigd: autochtonen zijn ongegeneerd stigmatiserend en racistisch bezig.

Volgende bewering: in een vrij land hoef je je alleen aan de wet en de taal van het land te houden. Dit is, weliswaar veelgehoorde, onzin - elke maatschappij bestaat veel meer uit regels dan uit wetten, de wetten zijn er alleen voor de uitwassen. Er is geen enkele wet die stelt dat je in een moskee je schoenen uittrekt, maar iedereen houdt zich eraan, want het is een algemene regel, een schending waarvan een belediging is. Hetzelfde geldt in Nederland voor het dragen van hoofddoeken -  het staat niet in de wet dat dat niet mag, maar het is iets dat je niet doet, het is een belediging.

Vervolgens: het feit dat allochtonen hier zijn, verplicht volgens Oral de autochtonen om mentaal en fysiek ruimte te maken. Ook dat is een ernstige vergissing. Die verplichting bestaat alleen als de allochtonen hier op uitnodiging zijn. Dat zijn ze, op circa 75 duizend na, niet. Ze zijn uit eigen vrije wil, en tegen de wil van het overgrote deel van de autochtonen, naar Nederland gekomen. Nederland heeft uit dien hoofde geen enkele verplichting aan ze uitleg of detail .

Daarna komen de conclusies: we zouden de ballen moeten hebben om aan elkaar te vertellen wat we van elkaar vinden. Dat is niet zo nodig: dat Nederlanders selectief lastig gevallen worden door allochtonen in hun buurt (de allochtone jongeren doen het nooit bij andere allochtonen), de allochtone criminaliteit versus autochtonen, het niet accepteren van autochtone culturele instellingen ten gunste van allochtone moskee en theehuis, het dragen van autochtonen-vreemde kleding, het kijken naar de allochtone televisie, het niet willen trouwen met autochtonen, het is allemaal duidelijk genoeg: allochtonen lusten de autochtonen niet. We hoeven dat echt niet ook nog in woorden uitgedrukt te krijgen. (Tussen twee haakjes, die afkeer strekt zich natuurlijk niet uit tot het autochtone geld - Mohammed B. had een uitkering van de staat die hij haatte)

Oral verklaart doodmoe te zijn om voortdurend te praten over allochtonen, waarschijnlijk bedoelende dat ze doodmoe is om erover te moeten praten. Ook dit is weer volkomen onzin, ze mag daar onmiddellijk mee stoppen, met de hartelijke instemming van de redactie, en waarschijnlijk het overgrote deel der Nederlanders. Want wat ze meestal doet is in kleurrijke woorden beschrijven hoe goed de allochtonen wel niet zijn, en daarbij meestal ook hoe slecht de autochtonen.

Tenslotte heeft Oral zich aan haar eigen advies gehouden wat betreft duidelijkheid: alle fouten liggen aan de autochtone kant. In dit opzicht is haar analogie van de relatie tussen allochtone en autochtonen als een huwelijk interessant -  in het kader van huwelijk en scheiding heeft de redactie een paar vuistregels geformuleerd :

  1. Naarmate de negatieve gevoelens over de acties van de ander heviger zijn, is de kans dat men zelf minstens evenveel negatieve acties heeft ondernomen groter.

  2. Bij ieder actie waar men voordeel bij denkt te hebben, is het waarschijnlijk dat de ander daar nadeel bij heeft.

  3. Naarmate men beter de eigen fouten beseft, is het makkelijker omgaan met de fouten van de ander.

  4. Bij de gedachte dat het voorgaande niet van toepassing is omdat in dit geval de ander echt helemaal fout zat, een paar punten optellen bij de negatieve gevoelens, en terug gaan naar ten eerste.

En Oral's laatste advies aan allochtonen en autochtonen is om een keuze te maken. Omdat de allochtonen verder niet in haar verhaal voorkomen behalve als passief slachtoffer, zijn het dus de autochtonen die een keus moeten maken. Nou, dat is dan duidelijk: als jullie vinden dat jullie op geen enkele manier ook maar een enkele blaam treft, en dat alle offers van de autochtone kant moeten komen, dan kiest de redactie voor "Nee, dankjewel, laten we maar scheiden, gaat u maar terug naar huis". Want het zou natuurlijk volkomen geschift zijn als jullie zouden verwachten dat wij Nederlanders uit ons huis zouden moeten vertrekken.

We waren nog iemand vergeten: Anet Bleich. Weer een dag na Nazmiye Oral duikt ze op:


Uit: De Volkskrant, 09-11-2005, column door Anet Bleich

De stomheid regeert

... de afgelopen twee weken had ik dolgraag twee films willen maken; een korte, ietwat absurdistische, met een tragikomisch verloop, en een wat langer drama, of, zo u wilt, melodrama, met een snijdende ondertoon.
  Film 1. Titel: Gevaarlijke jurken. ...
[volgt een uitgebreide, gefantaseerde, beschrijving van het voorval waarbij twee zich verdachte gedragende moslims aanleiding waren voor een terroristen alarm, waarin de gedragingen als zich opsluiten op het toilet als normaal worden gezien, en de reacties van de autochtone medereizigers als gestoord; red. IRP]
    Ja, Gevaarlijke jurken is toch wel m'n lievelingsfilm. De inhoud van m'n tweede,  Triomf der Stomheid, zal ik maar kort weergeven. ...
[volgt een beschrijving van de brand in het detentiecentrum op Schiphol, red. IRP]


Red.:   De boodschap van het artikel is volkomen duidelijk: deze incidenten laten zien dat autochtoon Nederland niet deugt - als er misverstanden zijn naar aanleiding van cultuurverschillen, ligt dat aan de autochtonen.

De solidariteit van Anet Bleich met de allochtonencultuur is begrijpelijk -  als joodse heeft ze net als de allochtonen, waarmee meestal Turken en Marokkanen wordt bedoeld, ook sterke culturele banden buiten Nederland, haar dochter woont bijvoorbeeld in Israël. Die solidariteit met de allochtonen is kennelijk zo sterk, dat ze iedere realiteit uit het oog verliest. Mohammed B. is een niet-representatief incident, een gevangenisbrand is dat wel uitleg of detail .

Waarmee we voor de situatie staan op drie achtereenvolgende dagen van drie schrijvers in de Volkskrant, een Iraniër, een Marokkaanse en een joodse, te horen krijgen dat wij als autochtonen collectief niet deugen. Het laat het IRP in volstrekte verbijstering achter. Het is op zijn minst even erg als de term geitenneuker, waarmee diezelfde groep mensen Theo van Gogh voortdurend mee om de oren heeft geslagen. Kennelijk mag je best geitenneuker roepen, als het maar tegen de autochtonen doet. Je noemt het gewoon "de stomheid regeert" of  "populisme" of "onderbuikgevoelens". Dat is precies hetzelfde als "geitenneuker", alleen iets minder gevat uitgedrukt.

Op dit punt aangekomen is er nog maar een conclusie mogelijk: als het werkelijk zo slecht gesteld is met de huidige Nederlandse culturele toestand, dan is het beter om weg te gaan. Wie wil zich associëren met zoveel slechtigheid door hier te blijven. Alles is beter dan dit volk, en een eventuele kleine achteruitgang in welvaart zou absoluut geen bezwaar moeten zijn , in verhouding de hoeveelheid geestelijke vooruitgang bij vertrek.

Het is ook wel duidelijk wat de aanleiding is voor deze samenvallende reeks artikelen vol beledigingen: de door allochtone jongeren veroorzaakte rellen in Parijs en de rest van Frankrijk. De koene schrijvers hebben hun gedachtengang niet opgeschreven, maar die laat zich makkelijk raden: "Rellen in Parijs: dat betekent dat mogelijkerwijs ook rellen in Rotterdam; als ik dat bedenk, zal een groot deel van Nederland dat ook bedenken; dus autochtoon Nederland wordt nog banger voor allochtonen; dat is slecht van autochtoon Nederland; dus zal ik de autochtonen eens flink de les lezen".

Aan de andere kant is wat de Volkskrant bezielt om voortdurend dit soort materiaal af te drukken volstrekt onduidelijk. Wat er verder ook gebeurt, een ding is duidelijk: dit soort schrijverij zet de verhoudingen veel meer op scherp dan welke vorm van stilzwijgen dan ook. De allochtonen voelen zich gesterkt in hun onterechte gelijk en de bijbehorende verontwaardiging, en de autochtonen voelen zich in eigen land diep beledigd. Het brengt de mogelijkheid van collectief geweld à la Parijs, van welke kant dan ook, een stuk dichterbij. En zoals zo vaak komt de nuchtere en realistische reactie niet van de krant, maar van een ingezonden briefschrijver uitleg of detail .

Niet alleen bij de opinieschrijvers, ook in de gewone berichtgeving vindt men het autochtonen-bashing terug:


Uit: De Volkskrant, 08-11-2005, van verslaggever Bart Jungmann

Reportage | Volgens de Franse socioloog Laurent Chambon kan de klassenstrijd, die nu in Frankrijk woedt, overal ontbranden

Fransen en Nederlanders: tolerant en xenofoob

De getto’s zijn groter in Frankrijk, maar in Nederland sterker etnisch bepaald. Er zijn daar meer gemengde huwelijken. In beide landen is geen sprake van integratie.
...

Red.:   De Volkskrant citeert de uitlatingen van socioloog Chambon, zonder nadere aanduiding dan dat dat 'zijn bevindingen' zijn. Er ontbreekt verdere uitleg van wat xenofobie inhoudt, en hoe het zich uit. De mogelijkheid dat Chambon's bevindingen niet van vooroordeel kunnen zijn ontbloot volgt uit de laatste zin in het artikel: 'Laurent Chambon monstert nog één keer de buurt. Hij zou hier [Transvaal, Amsterdam, een buurt met veel allochtonen, red. IRP] tien keer liever wonen dan in Osdorp. Die buitenwijk associeert hij met hondengekerm en middenklasse. Hij gruwt: ‘Echt Nederlands.’.'
    Ander sociologisch onderzoek heeft uitgewezen dat xenofobie, angst voor het vreemde, een natuurlijk neiging is van alle mensen, ingegeven door langdurige evolutionaire ervaringen . Is er geen enkele reden om te veronderstellen dat Nederlanders en Fransen hier meer mee behept zouden zijn dan bijvoorbeeld Algerijnen, Marokkanen of Turken. Het IRP wil wedden dat op (vrijwel) iedere schaal die men kan gebruiken om de hoeveelheid xenofobie te meten, bijvoorbeeld de bereidheid om je kleding aan te passen aan de culturele omgeving, de genoemde groepen allochtonen een stuk slechter scoren van Fransen of Nederlanders (ander voorbeeld: de behandeling van Koerden en Alevieten in Turkije is zeer velen malen slechter dan van de Turken in Nederland).

Ondertussen staat hier hier in kop van een artikel, op een prominente plaats (pagina 3, de op één na meest prominente in een krant) een beschuldiging die, als die de allochtone kant op zou zijn geformuleerd, tot heftige reacties zou hebben geleid. Ook dezer dagen wordt de Rotterdamse wethouder Marco Pastors ontslagen vanwege een uitspraak ("moslims excuseren criminaliteit vaker vanuit hun geloof") die een stuk minder verstrekkend is en een veel hoger waarheidsgehalte heeft dan deze kop. Het is verbijsterend. (Ook met de rest van het artikel is het en en ander mis, zie hier uitleg of detail )

Een van de voornaamste, en misschien wel de voornaamste, klacht van de Franse allochtone jongeren is het gebrek aan respect dat ze toevalt.


Uit: De Volkskrant, 10-11-2005, van verslaggever Iñaki Oñorbe Genovesi

Reportage | Afrikaanse jongeren in Parijse voorstad Grigny wensen niet als stront te worden behandeld

‘Ze trappen ons neer, wij zijn onbelangrijk’

De noodtoestand? Een zwaktebod van de overheid, vinden de jongeren in Grigny. ‘Hou eens op met die spierballentaal en behandel ons eens een keer als mensen.’

...

Red.:   Dit is een veelgehoorde klacht, en voor een deel is deze terecht. Dit werkt als volgt: vervang respect even door status, wat bijna een synoniem is. Het gaat erom hoe status bepaald wordt. Een enkele overdenking maakt duidelijk dat status sterk cultuurbepaald is: precies dezelfde daden leveren in verschillende culturen een totaal verschillende status op - koppen-snellen heeft een hoge status in de koppensnellers-cultuur, een uitermate lage status in de westerse cultuur. Werken heeft een hoge status in de westerse cultuur, en een veel minder hoge status in de meeste niet-westerse culturen (met als grote uitzondering de Chinese en aanverwante volken). Streng-gelovig zijn heeft in Nederland een vrij lage status, en in de meeste niet-westerse landen een hoge status. En binnen dezelfde cultuur bepalen allerlei symbolen ook de status: een stropdas dragen heeft in Nederland een hoge status, een hanenkam een lage status. Zelf iets ondernemen of werken heeft een hoge status, op straat rondhangen en/of klagen dat anderen iets voor je moeten doen heeft een bijzonder lage status.

De Franse allochtone jongeren die om respect status vragen, hebben zich volledig omhuld met symbolen die hun status verlagen: gymschoenen (de verkeerde soort), spijkerbroeken (de verkeerde soort), petjes, capuchons, een lamlendige en/of arrogante lichaamshouding, klagen over dat anderen iets voor ze moeten doen voor bezigheden en amusement, allemaal doen ze het statussaldo met grote hoeveelheden dalen. Daar komt nog bij dat ze (bijna) moslim zijn, en het geweld van moslims in het buitenland doet de status van het moslim-zijn voortdurend met sprongen dalen uitleg of detail .

De constatering dat de status van de allochtone jongeren, in Frankrijk en Nederland, laag is, is dus voor een flink deel juist. Maar als klacht is het (bijna) volledig onjuist - het is hun eigen gedrag dat voor die lage status, het gebrek aan respect, zorgt.

Terug naar onze opinievormers. De volgende in het weekritme van de Volkskrant is Marcel van Dam, en drie keer raden waar hij het over heeft:
 

Uit: De Volkskrant, 10-11-2005, column door Marcel van Dam

Ons kent ons?

Het was onvermijdelijk dat de vraag zou worden opgeworpen: kunnen rellen zoals in Frankrijk ook bij ons ontstaan? Die vraag moet met ja worden beantwoord, ook zonder rellen in Frankrijk. Sterker nog: we hebben ze ook al eerder gehad. Als frustraties groot genoeg worden, kunnen ze bij iedere aanleiding tot uitbarsting komen. ...


Red.:  Vervolgens komt een realistische omschrijving van de de inbreng van allochtonen:

...  Iedere groep immigranten brengt zijn eigen cultuur mee, inclusief de negatieve kanten. Zo is onder invloed van buitenlandse criminelen, vooral uit de Balkan, de criminaliteit veel gewelddadiger geworden. Er is ook veel huiselijk geweld geïmporteerd. Bij de meeste groepen immigranten zitten bij mannen de handen losser dan bij ons. Ook gelijkberechtiging van vrouwen is bij vrijwel alle groepen nieuwkomers een stiefkind. Het is onvermijdelijk dat dit soort verschillen tot fricties leidt, omdat ze indruisen tegen kernwaarden van onze samenleving. ...

Red.:   En aan de autochtone kant:


De spanningen die onvermijdelijk zijn, worden verergerd door het isoleren, achterstellen en discrimineren van vooral etnische immigranten. Iedere samenleving kent een zekere mate van afkeer van vreemdelingen. Die afkeer wordt groter naarmate het aantal vreemdelingen groter is en hun (etnische) herkomst 'vreemder'.
    Politici en de leidende bovenlaag in onze samenleving hebben zich altijd tot taak gesteld vreemdelingen tegen xenofobie te beschermen en tegen de vooroordelen die daaruit voortvloeien.
    Sinds 2001 is dat dramatisch veranderd. Vooral de moslimgemeenschap is doelwit geworden van een constante denigrerende en vijandige benadering. ...


Red.:   Zelfs als dit waar is, blijft er nog steeds een zeer eenzijdig resultaat: dertig jaar van groeinde overlas en toenemende materiele (uitkeringen) en immateriële (onderwijsverslechtering) maatschappelijke kosten, tegenover alleen maar een houding. Maar wat Van Dam schrijft: een constante denigrerende en vijandige benadering, is ronduit een leugen. Zeker, en aantal mensen heeft denigrerende woorden gesproken, en een kleiner aantal boze woorden. Maar daar tegenover staan minstens evenveel mensen die daar tegenin zijn gegaan, en het allochtonenstandpunt uitbundig gesteund. De balans van woorden is dus min of meer in evenwicht, zoals de recente stroom stukken in de Volkskrant nog eens uitvoerig aantoont; het zou zelfs zo kunnen zijn, in ieder geval in de Volkskrant, dat het aantal en de heftigheid van de pro-allochtone stukken groter is dan die van de anti-allochtone. Welk reden hebben de allochtonen dan om zo verontwaardigd te zijn over het debat in Nederland? Ze hebben toch voldoende steun?

Zo zitten we met de situatie van de grote tastbare nadelen voor autochtoon Nederland, en een evenwichtssituatie wat betreft de woordenstrijd. Dan trekken de autochtonen dus ruimschoots aan het kortste eind. Maar niet voor Marcel van Dam:


...  Misschien zou het wel het beste zijn als ook bij ons de [allochtone, red. IRP] frustraties spoedig een uitweg zochten. Niet op de Franse manier, maar meer zoals bij ons in de jaren zestig. Met rookbommen in plaats van brandende auto's. Maar wel zodanig heftig dat iedereen tot herbezinning komt.


Red.:   Het IRP wil hier, uitgaande van het als best-werkende bewezen leermiddel van tit-for-tat , een eigen wens/advies tegenover stellen: als in uw buurt door allochtone jongeren auto's in de brand gestoken gaan worden (want van rookbommen hebben ze echt nooit gehoord), steek dan onmiddellijk met een groep buurtgenoten allochtone auto's en andere bezittingen in brand. Moet je zien hoe snel de allochtonen tot herbezinning komen.

Na nog een week van grote rellen in Frankrijk en een klein aantal in andere landen, heeft Kader Abdolah zich bezonnen, en verklaart zich uitgebreid en overdreven een fan van Nederland uitleg of detail . Waarbij aangetekend kan worden dat waar hij stelt dat Nederlandse allochtonen niet hun eigen huis in brand zullen steken, is tijdens het schrijven van zijn zijn stuk het toch gebeurd, in Rotterdam. Natuurlijk wordt daar een stuk luchtiger over gedaan dan over het in brand steken van een islamitische school, maar zo liggen de zaken nu eenmaal in Nederland. Maar de tournure van Abdolah toont aan dat de duidelijke aanpak werkt: zeg eerlijk waar het op staat, en de allochtonen leert dezelfde vorm van  bescheidenheid die de Nederlander kenmerkt. Die is misschien niet heel erg bescheiden, maar in ieder geval een stuk bescheidener dan die van de zich in zijn arrogante waarheden van zijn geloof en cultuur wentelende allochtoon.

In haar meer beschouwelijk weekendkatern besteed de Volkskrant natuurlijk ook aandacht aan de rellen in Frankrijk. Onderstaande artikel is overduidelijk opgezet als een morele steun voor de standpunten van de allochtonen, alleen al de titelsequentie zegt genoeg. Maar uit dit artikel kan ook de werkelijkheid gedetailleerd worden. Eerste citaat:
 

De Volkskrant, 12-11-2005, door Iñaki Oñorbe Genovesi

Reportage | DE BANLIEUES  Niemand leek geïnteresseerd in de mensen die de troosteloze Franse voorsteden bevolken. Totdat bijna twee weken geleden de jongeren geen genoegen meer namen met hun uitzichtloze positie. Maar in Grigny, in de flat van de familie Kouokam, blijft iedereen 's avonds binnen. 'De jongens zijn Fransen, meneer Sarkozy.'

Samengepakt in beton

...
Hoe durft hij?
De Kameroense familie Kouokam is nog boos over deze harde taal. Hoe haalt Sarkozy het in zijn hoofd zijn kinderen als racaille neer te zetten, wil vader Jean-Paul weten. Hoe durft hij zijn opvoeding en de inspanningen van zijn vrouw Christelle te, bekritiseren? ...
Mijn vrouwen ik hebben echter bewust voor onze verantwoordelijkheid gekozen. Net zo bewust als we ervoor hebben gekozen hier met z'n allen gelukkig te worden.' ...


Red.:   Hier staat het dan: Jean-Paul Kouokam heeft de zelf verantwoordelijkheid genomen om naar Frankrijk te komen, en daar te proberen gelukkig te worden. Dat is een overduidelijk eenzijdige stap -  het is niet zo dat hier op enigerlei wijze de Franse staat of haar burgers een rol hebben gespeeld, alleen de afwegingen van monsieur Kouokam. Dit betekent onontkoombaar dat de Franse staat en de Franse burgers op geen enkele wijze een verplichting hebben tegenover monsieur Kouokam, geen enkele. En wat voor monsieur Kouokam geldt, geldt voor het overgrote, overgrote, deel der allochtone immigranten.

Dit is in flagrante tegenstelling tot het artikel in de Volkskrant. Dat gaat er volkomen vanuit dat de franse staat een uitgebreide verplichting heeft tegenover monsieur Kouokam, en de grote groep immigranten waar hij voor staat, zoals blijkt uit termen als "samenpakken". Wat hier dus blijkt te staan is dat de Franse staat niet alleen de plicht had de op eigen verantwoordelijkheid binnengekomen immigranten te huisvesten, maar ook nog te huisvesten op een manier die niet van de gemiddelde Franse burger te onderscheiden is. Oftewel: de immigranten hadden recht op hetzelfde als datgene waar de gemiddelde Franse burger een gemiddelde hoeveelheid tijd en arbeid aan had besteed. Het is te absurd voor woorden, maar dit is echt wat er staat, in bijna zoveel woorden.

En nu steken de kinderen van die immigranten auto's en gebouwen in brand omdat ze minder luxe dan de overige Fransen hebben. En zou dan de schuld van de autochtone Franse burgers zijn. Het is nog nauwelijks een wonder: gekte brengt gekte voort.

Let in het volledige artikel ook nog op het saillante detail dat de burger die zijn buurt probeert te verbeteren een autochtoon is. Niet vermeld is het geval van een andere autochtoon die branden probeerde te blussen, en die werd vermoord.

Het tweede vervolgstuk, dit keer van Marcel van Dam:


De Volkskrant
, 17-11-2005, column door Marcel van Dam

Het recht om te zwijgen en de plicht om te spreken

...    In het huidige moslimvijandige klimaat dat door de retoriek van sommige onverantwoor-delijke politici wordt gevoed, moeten verantwoordelijke politici zich onthouden van iedere actie die dat klimaat verder kan verzieken. Sociaal-democraten zouden het zelfs, om tegenwicht te bieden, zonder terughoudendheid moeten opnemen voor de grote groep moslims in Nederland die aan de lopende band in een negatief daglicht wordt gezet. ...
   

Red.:   Marcel van Dam wordt door de maatschappelijke ontwikkelingen geïnspireerd tot steeds meer duidelijkheid. Hij is nu zo ver dat hij onomwonden zijn positie neerzet: sociaal-democraten moeten het zonder terughoudendheid opnemen voor de moslims in Nederland.

Wat helaas nog ontbreekt zijn de redenen om dit te doen. Van Dam noemt in zijn verhaal een enkele zaak, de moslimvijandigheid in Nederland, maar dat is een leugen, want het enige waar van dam op kan wijzen zijn een paar incidenten en wat uitspraken van een paar individuen. Daar tegenover staat een grote meerderheid van weldenkende mensen die geen problemen hebben met moslims, net zoals de moslimextremisten slechts een kleine groep binnen hun gemeenschap zijn. Een duidelijk bewijs daarvan leveren de opiniestukken in de Volkskrant, die in grote meerderheid sympathiek staan tegenover de moslims in Nederland.

Een ander argument dat Van Dam niet noemt, dat van de zwakkere sociale positie van moslims, hoeft hij ook niet te noemen tenzij hij dit nader toelicht, omdat een zwakke sociale positie kan ontstaan om allerlei redenen, onterecht en terechte.

Kortom: we wachten op een reden om de Nederlandse moslims zonder terughoudendheid te steunen. Tot die reden komt, is het raadzaam het normale te doen: de Nederlandse moslims te beoordelen op hun daden, en de ervaringen elders met soortgelijke groepen. De balans van die dingen leidt automatische tot een positieve of een negatieve houding tegenover moslims.

Twee dagen later wordt ons een voorbeeld verschaft van die daden:
 

De Volkskrant, 19-11-2005, door Fouad Laroui, schrijver

Indiaantje spelen in de banlieue

Tussentitel: De brullende Marokkaanse jongens in de trein werden plots agenten van
                  bureau voor toerisme

...
Een week of wat geleden zat ik in de trein van Rotterdam naar Amsterdam; het was een uitzonderlijk zonnige. dag. Op een gegeven moment - we waren gestopt op een station - stapten er vier jonge Marokkanen de coupé binnen. Ze spraken heel luid, ze brulden zo'n beetje, in die mengelmoes van Berbers, Marokkaans en Nederlands die tegenwoordig een geheimtaal vormt in het land van Vondel. Een geheimtaal waarvan iets dreigends uitgaat voor hen die haar niet begrijpen, anders gezegd: voor bijna iedereen. Ik observeerde de reacties van de andere passagiers. De meesten deden of ze niets in de gaten hadden, een paar staken hun neuzen nog dieper in hun boek of krant, enkelen ontglipte een besmuikte glimlach van het type: ach, de jeugd gaat wel weer over. Ondertussen gingen de vier pubers door met heel hard praten, ze spraken passagiers aan, speelden de harde jongens; daarna gingen ze zitten, nog steeds erg opgewonden.
    Op een zeker moment zei een van de adolescenten tegen de anderen dat hij net terug was uit Al Hoceima. Ik heb me toen naar hem toegebogen en heb hem gevraagd, in het Marokkaans, of hij een leuke tijd had gehad op zijn vakantie. Heel verbaasd antwoordde hij me: jazeker. En hij voegde eraan toe, bijna timide, dat hij vier fantastische weken had gehad in het land van zijn voorouders. Omdat ik op gedempte toon sprak, ging de jongen ook met een zachte stem spreken en zijn vrienden bogen zich naar ons toe om het gesprek beter te kunnen volgen.
    Ze vroegen mij op hun beurt of ik ook op vakantie in Marokko was geweest. Ik antwoordde hen dat dat helaas niet zo was en dat de laatste keer ook al een hele poos was geleden. De vier jongens keken me vol ongeloof aan. Op slag veranderden ze in gepassioneerde agenten van het Marokkaanse Toerismebureau. De een deed zijn best om de stranden bij Tanger aan te prijzen, een ander roemde Tétouan in bijna lyrische bewoordingen, de oorspronkelijke inwoner van Al Hoceima gaf mij een heel exposé over zijn regio. Dat alles op een normale toon, zonder te brullen en zonder meer ruimte in te nemen dan nodig was. In de trein was de opluchting voelbaar.
    Toen de controleuse langskwam, toonden de vier jongens hun plaatsbewijzen heel beleefd, met brede glimlachen en de werkneemster van de NS beloonde die welwillend met een paar aardige grapjes. De jongeren toonden ook hun kortingskaarten; zo onthulden ze dat ze scholieren of studenten waren.
    Wat me aan het denken zette over die anekdote, was de totale gedragsverandering van die jongeren. Ze waren de trein binnengekomen terwijl ze een rol speelden, zonder het zelfs maar te beseffen: die van de allochtone jongere, luidruchtig en licht bedreigend, terwijl het in werkelijkheid ging om vier best sympathieke knullen, goed gekleed, fris geschoren, helemaal niet in de situatie van een school-dropout, zie hun kortingskaart. Het was voldoende dat iemand hen aansprak, op normale toon, in vaderlijke taal: ze 'werden weer zichzelf.
    Natuurlijk kunnen we niet van de Nederlandse Spoorwegen verlangen dat ze in elke coupé een volwassen Marokkaan, Turk of Antilliaan neerzetten om dezelfde metamorfose te bewerkstelligen voor elke keer dat er weer zo'n stel schreeuwende jongeren de sfeer komt verzieken. (Hoewel? Dat zou wel werkgelegenheid scheppen en de treinreizen een stuk rustiger maken.) Maar als het mogelijk is adolescenten over te halen niet langer een rol te spelen - een rol die ze eigenlijk niet zelf hebben gekozen - en als de autochtonen ophouden in stereotypen te denken, dan zou de hele samenleving, niet alleen de treinen, een stuk vreedzamer kunnen worden. ...
    In werkelijkheid komt het gevaar bovenal van hen die van ons eisen dat wij onze goed gemarkeerde rollen spelen. In het geval van die vier jongens in de trein van Rotterdam naar Amsterdam was dat niet zo erg. Het waren er maar vier en ze speelden hun rol - aangedragen door de blikken van de autochtone medepassagiers - nogal oppervlakkig. Maar wat zal er gebeuren als er op een dag een Nederlandse Tariq Ramadan opstaat, verleidelijk en welbespraakt, perfect in de landstaal, omarmd door tien, twintig, vijftig verenigingen, die 40 duizend jongeren ervan overtuigt dat zij de indianen van de Randstad zijn, die worden onderdrukt door de blanke kolonialen in Wassenaar?
    Is er nog tijd om de jongeren een andere rol aan te bieden dan die van de jihadistische indiaan? Ik permitteer me een absurd beeld, maar niet absurder dan de tijd waarin wij leven.


Red.:   Hoewel het artikel van Laroui een zeer redelijke houding ten toon spreidt, is ook dit niet vrij van een eenzijdige interpretatie. Want uit het begin van het verhaal blijkt overduidelijk dat de vier jongens niet door de blikken van passagiers in de trein tot hun gedrag kwamen, maar met dit gedrag al binnen kwamen. Het is goed mogelijk dat er al eerder blikken van voorbijgangers waren geweest, maar veel waarschijnlijk als bron van hun gedrag, zelfs als die blikken er waren, is het zelfbewustzijn dat hun "soortgenoten" in Frankrijk net de Franse voorsteden in brand hebben gestoken, en iedereen realiseert dat de reden die daarvoor aangevoerd worden in belangrijke mate ook voor de Nederlandse allochtonen gelden. Het hoeft dus helemaal niet zo te zijn dat autochtonen zich anders zijn gaan gedragen, maar dat de allochtonen dit gedrag, met de kennis van het Franse gebeuren in het hoofd, anders interpreteren.

Het tweede aspect is de reactie op dit bewustzijn. Daar zijn er twee soorten van: die van de voorzichtigheid, en die van de bravoure. Het is duidelijk waar we in dit geval, en in toenemende mate voor alle allochtonen mee van doen hebben. wat dat betreft is er touwens niets nieuws onder de zon -  veel minder dan enkele daden als de moord op Van Gogh, is het de langdurige druppel van dit gedrag in de openbare ruimte dat de in de jaren zeventig overheersende gevoel van welwillendheid tegenover allochtonen heeft ondermijnd.

Ten derde: Laroui wijst erop dat het weinig moeite kostte om de jongeren tot bedaren te brengen. Ook dat is een oppervlakkige en eenzijdige analyse. Het was voor een Marokkaan weinig moeite om ze tot bedaren te krijgen. Het gedrag van de jongeren was dus speciaal bedoeld voor de autochtonen, en de aanwezigheid van de allochtoon deed hen bedaren. Dit gedrag zou in iedere nadere context, bijvoorbeeld als het over autochtonen ging, als discriminatie worden bestempeld - het gaat niet om pesten, het gaat om autochtonen pesten; en bedenk hierbij dat dit volgens Laroui redelijk succesvolle jongeren waren, terwijl er een grotere groep minder-geslaagden is, die zich veel abjecter gedragen.
    Het is dit aspect aan het gedrag van allochtone jongeren dat volkomen onderbelicht wordt, maar essentieel is voor de onbewuste beleving van de autochtonen: zij worden discriminerend behandeld door allochtonen - en erger: als ze er iets van zouden zeggen, zou onmiddellijk het verwijt van discriminatie de andere kant op komen. Het is dit discriminerend gedrag van allochtonen dat leidt tot discriminerende tegenacties: mensen die je voortdurend op een een discriminerende manier bejegenen, weer je het liefst uit je omgeving, of dit nu een disco of het werk is. En deze vormen van weren zijn eigenlijk dus helemaal geen discriminatie.

Het tweede deel van het artikel van Laroui gaat over een mogelijke inspiratiebron voor dit gedrag: een artikel geheten Wij zijn de indianen van de Republiek! waarin de Franse allochtonen op demagogische wijze een slachtofferrol wordt aangepraat. Dit artikel, is geschreven door Franse allochtone intellectuele leiders, maar ook in Nederland is soortgelijk materiaal verschenen, het Marokkaans manifest uitleg of detail en Manifest Koerswijziging uitleg of detail ; meer over de rol van het Marokkaanse leiderschap hier vervolg .

De geesteshouding van de Marokkaanse jongeren in de trein is inmiddels wel duidelijk: het thuisland wordt opgehemeld, en tegenover autochtoon Nederland wordt agressie en afkeer geuit. Er is geen enkele reden voor autochtoon Nederland om dit soort mensen met sympathie te benaderen. Uit het feite dat in Nederland blijven boven het opgehemelde Marokko, blijkt dat ze in Nederland al zeer veel krijgen. Er is geen enkele aanleiding om ze nog meer te geven, en bij voortgezet anti-Nederlandse houding alle aanleiding om ze te verzoeken hun hart te volgen, en terug te gaan naar het prachtige Marokko.


Het volgende stuk  is ook weer zeer verhelderend:


Uit: De Volkskrant, 21-11-2005.

Reportage | Het Nederlandse multiculturele 'model werkt net zomin als het Franse van individuele vrijheid, concluderen opinieleiders

'Banlieues' zijn hier niet - tot zover het goede nieuws

Franse toestanden zijn in Nederland niet te verwachten, concludeerde een forum zondag in de Amsterdamse Rode Hoed. Maar veel reden voor optimisme is er in elk geval niet.


Nee, in Nederland zijn geen banlieues op Franse schaal. Er zijn geen wijken die door politie en andere overheidsdiensten zijn afgeschreven. Nederland.komt dus niet direct in aanmerking voor 'Franse toestanden'. Dat was de conclusie van een forum zondag in het Amsterdamse debatcentrum De Rode Hoed in de serie de Volkskrant op Zondag.
    Maar, waarschuwde schrijver en econoom Fouad Laroui, er bestaat wel zoiets als een self-fulfilling prophecy. Twee weken geleden kopte De Telegraaf over de breedte van de voorpagina: nu beginnen hier de 'relbranden' net als in Parijs. Dat is vragen om problemen.
Ook Trouw-columnist en oud-correspondent voor de Franse krant Libération Sylvain Ephimenco waarschuwde voor het stellen van de 'gevaarlijke' vraag naar de kans dat de grootscheepse vernielingen in de Franse voorsteden zouden kunnen overslaan naar Nederland. Hij wees op 'kopieergedrag' onder jongeren en op de rol van media die kritiekloos meegaan in het zelfbeeld van slachtofferschap dat de allochtone jeugd graag verspreidt. 'Racisme, discriminatie, dat lijstje leren ze goed van buiten. Maar als je de situatie vergelijkt met die van de immigranten in Frankrijk van honderd jaar geleden, dan, hadden die het veel ellendiger. En toen waren er geen rellen in de voorsteden.' 'Franse toestanden?' was de titel van het debat waaraan verder journalist en voormalig correspondent Philip Freriks en oud-commissaris en ex-politieattaché in Parijs Rob Hessing meededen, onder leiding van Volkskrant-buitenland-commentator Paul Brill. Freriks wees erop dat hij al twintig jaar geleden een tv-reportage maakte over dezelfde Parijse banlieue Clichy-sous-Bois, waar drie weken geleden de autobranden uitbraken nadat twee jongens waren geëlektrocuteerd in een hoogspannings-huisje. Beter is het er in elk geval niet geworden. Daarmee verwoordde hij de zorgelijke toon waarop het debat zich afspeelde.   ...
    Nederland had tot voor kort zijn multiculturele samenleving waarin iedere groep zichzelf kon zijn, Frankrijk zijn republikeinse model waarin elk individu gelijk is voor de staat - 'en allebei werkt het niet' zeiden Freriks en Ephimenco precies tegelijk.
   Een vrolijk vooruitzicht had niemand te bieden, niet voor Frankrijk, evenmin voor Nederland. Freriks vertelde hoe hij vijftien jaar geleden bij Sonja Barend was ontvangen toen de extreem-rechtse politicus Jean-Marie Le Pen weer eens een goede uitslag had gemaakt.
    Wat doe jij nog in dat fascistische land', had Sonja Barend gevraagd. 'Wacht maar tot hier iemand wordt doodgeschoten of een charismatische figuur opstaat', was het antwoord van Freriks geweest.


Red.:   Zowel het Franse model als het Nederlandse model werkt niet, omdat beide niet duidelijk willen maken waar de schoen wringt: de ontwikkelingsachterstand van de allochtoon. Het is natuurlijk een volkomen illusie dat je een grotere groep mensen uit een naar westerse normen minder ontwikkeld land kan toelaten, en verwachten dat deze groep wel naar westerse normen ontwikkeld is - en enkele miljoenen is in dit verband groot genoeg om te functioneren als aparte groep (is de groep aanzienlijk kleiner, zijn ze effectief wel tot assimilatie gedwongen). Het verschil in ontwikkeling tussen de twee groepen zal, zeker als die groepen zichtbaar te onderscheiden zijn, onvermijdelijk tot conflicten leiden, tenzij de beide groepen zich dit verschil bewust maken, en de juiste conclusie trekken - de allochtonen door zich te schikken in wat ze hebben, en de autochtonen door de allochtonen die zich aanpassen in te passen. Maar primair in deze is de houding van de allochtonen: een houding die uitgaat van principiële gelijkheid van autochtonen en allochtonen zal altijd tot problemen leiden, omdat de groepen niet gelijk zijn, en de daardoor onstaande verschillen uitgelegd worden als discriminatie. En een consequente toepassing van deze realiteit zou inhouden dat claims op discriminatie onderzocht worden, en iedere onterechte claim ten strengste vervolgd, en als dit niet mogelijk is, is het veruit het beste om de claim op discriminatie af te schaffen.

De door de opiniemakers veronderstelde onoplosbaarheid van het probleem is dus een zelfopgelegde: de beste oplossing die er is, wil men niet zien. Let in dit verband ook op de opmerking van Sonja Barend: alleen al de constatering dat er een probleem is (de stemmen voor Le Pen), is een vorm van fascisme. Dus zit men liever met de handen in het haar, dan eerlijk te zijn. Het is duidelijk welke volkswijsheid op deze situatie van toepassing is: de wal zal het schip wel keren. Maar de ontmoeting tussen schip en wal gaat meestal met een aanzienlijke schade, die in ongunstige gevallen het schip zelfs kan doen zinken.


Voor de volgende fase eerst twee citaten:
 

De Volkskrant, 22-11-2005, ingezonden brief van Roland Vermeend, docent filosofie en ethiek (Amsterdam)

Banlieues

De universiteitsdocent Fouad Laroui mag vaak in Frankrijk komen, maar van de filosoof Tariq Ramadan snapt hij weinig, en van de Franse crisis nog minder (het Betoog, 19 november).
    Wie bekend is met de boeken van Ramadan (en ik ben dat) weet dat hij op een uitdagende en stimulerende wijze zoekende is naar een brug tussen het christelijk-humanistisch gedachte-goed en de islam.Dat betekent wederzijdse verantwoordelijkheden en reflecties. Van de ontvangende samenlevingen eist Ramadan rechtvaardigheid, banen, zorg en goede huisvesting en van de moslims vraagt hij actief burgerschap en respect voor wetten en regels. ...


De Volkskrant
, 22-11-2005, door Fadoua Bouali, verpleegkundige en publiciste in onder meer het katern het Betoog 

Submission 2? Eerst trauma's Submission 1 verwerken!

Moslims zijn nauwelijks gebaat bij zogenaamd verlichte bijdragen aan het islamdebat. Zelf moeten ze zich op hoofdzaken richten, betoogt Fadoua Bouali.


...   Ik denk dat de methode van deze verlichte medemensen niet de juiste manier is om de achterstandspositie van moslims te verbeteren. Ik denk dat verbetering van de levensomstan-digheden van moslims in Nederland begint met scholing, onderwijs en het zoeken naar oplossingen voor de sociaal-maatschappelijke problemen waarmee ze te kampen hebben. ...
   

Red.:   Uit deze twee artikelen valt een goede balans van de allochtone houding op te maken: van autochtonen wordt gevraagd: 'rechtvaardigheid, banen, zorg en goede huisvesting' (Ramadan), en 'scholing, onderwijs en het zoeken naar oplossingen voor de [allochtone] sociaal-maatschappelijke problemen', en het houden van hun mond (Bouali). De allochtonen bieden daarvoor 'actief burgerschap en respect voor wetten en regels' (Ramadan), en niets (Bouali, maar misschien heeft die niet aan een keerzijde gedacht). Maar eigenlijk biedt Ramadan ook niets, want 'respect voor wetten en regels',dat geldt voor iedereen behalve misdadigers, en wat 'actief burgerschap' betekent is duister.

Commentaar is eigenlijk overbodig.

Dat dit soort eisen gesteld kunnen worden, ligt aan de toegefelijke houding van het linkse, doe-goedende en stinkende wonden makende deel van het intellectuele denken dat ervan uitgaat dat alles wat een kleurtje heeft zielig is, en onze onvoorwaardelijke steun behoeft, zie Marcel van Dam boven.

Het meest krasse voorbeeld tot nu toe zijn van waar de allochtonenideologie van linkse intellectuelen toe leidt komt van GroenLinks. Onder leiding van Femke Halsema is er een nieuw beleid geïntroduceerd onder de noemer 'Vrijheid als ideaal', dat door een groot aantal waarnemers is onthuld als een grote stap in de rechtse richting, omdat het een aantal arbeidsvoorwaarden uit de sociale zekerheid als ontslagbescherming ter discussie stelt. De voorzienbare strengheid van dit oordeel doet de vraag rijzen waarom mensen die zichzelf toch als fervent links beschouwen, tot een dergelijk initiatief komen. Onderstaan het antwoord:

 
De Volkskrant
, 21-11-2005, van verslaggever John Wanders

Voorbij de tijd dat GroenLinks al breiend lof der luiheid bezong

...   GroenLinks bepleit sinds anderhalve week versoepeling van het ontslagrecht en verkorting van de duur van de ww. Weliswaar onder strikte voorwaarden en in samenhang met een radicale belastingpolitiek gericht op nivellering, maar de koerswending is er niet minder drastisch om.Werkgeversorganisatie VNO-NCW betitelt GroenLinks opeens als een serieus te nemen club. ...
    'Het is een illusie dat je de versoepeling van het ontslagrecht kunt combineren met het creëren van anderhalf miljoen banen', betoogt partijlid Ronald Paping, tevens lid van het dagelijks bestuur van AbvaKabo FNV. En zich rechtstreeks richtend tot Halsema en Van Gent: 'Kijk naar hoeveel mensen er vijf jaar geleden bij KPN werkten en hoeveel er nu werken. Jullie zouden eens stage moeten lopen bij een van onze onderhandelaars.' Halsema: 'Ga jij met mij op werkbezoek in Amsterdam-West, waar 24 procent van de Marokkaanse jongeren werkloos is.'


Red.:   Deze stellingname komt overeen met een aantal analyses uit andere hoek, meest recent naar aanleiding van de rellen in Frankrijk:
 

Uit: De Volkskrant, 10-11-2005, door Cor Speksnijder

Fransen kunnen bij Amerikanen in de leer

...    Frankrijk daarentegen weigert formeel onderscheid te maken tussen autochtone en allochtone burgers en voorziet immigranten van basisinkomsten, huisvesting en onderwijs. Toch slaagde het land er niet in het isolement van de banlieusards, die zich achtergesteld voelen op arbeids- en woningmarkt, te doorbreken. Resultaat: gettovorming en het ontbreken van uitzicht om vooruit te komen.
    Het kost Arabische en islamitische immigranten in de VS over het algemeen weinig moeite te integreren. Na 11 september waren er racistische uitwassen, maar klachten over uitsluiting worden van deze immigranten in de VS minder gehoord dan in Frankrijk en andere Europese landen.
    Arabieren en moslims die naar de VS emigreren, zijn geneigd zichzelf snel Amerikaan te voelen en gebruik te maken van de sociale ladder die het land biedt. Er is werk en de samenleving is eraan gewend om te gaan met culturele en religieuze verschillen. In Europa, met zijn sociale voorzieningen, blijken immigranten minder bereid te zijn dan in de VS zich te vereenzelvigen met het nieuwe vaderland.
    Politieke of religieuze motieven zijn achter de rellen in de Franse voorsteden vooralsnog niet waargenomen. De onlusten lijken vooral een uiting van persoonlijke frustraties. Daarop een antwoord formuleren en voorkomen dat er een blijvende onderklasse van kanslozen ontstaat, wordt een krachttoer. Dat immigranten ruimer toegang krijgen tot de arbeidsmarkt (meer 'instap'-banen met lage lonen?) is daarbij onontbeerlijk. Wat dat betreft kan Frankrijk in de leer gaan bij die vermaledijde Amerikanen.


Red.:   Wat de Fransen van de Amerikanen van kunnen leren is eigenlijk duidelijk genoeg , hieronder een simpele formulering:
 

De Volkskrant, 17-01-2005, van verslaggever Theo Koelé

'Straf op falende integratie is armoe'

Het onafhankelijke Kamerlid Wilders is terug van zijn eerste bezoek aan de Verenigde Staten. 'Nieuwkomers worden er niet in de watten gelegd, zoals in Nederland.'
...
U pleit voor een stop op immigratie, Amerikanen zijn veelal succesvolle immigranten of hun nakomelingen.
Wilders: 'De VS pakken het volkomen anders aan. Nieuwkomers worden niet in de watten gelegd, zoals in Nederland. Ik vroeg welke straf er staat op falende integratie. Het antwoord was: armoede. Aanpakken wordt beloond. De sociale zekerheid kent gebreken, zeker, maar de samenleving heeft een dynamiek die mensen ertoe brengt iets van hun leven te maken.' ...


Red.:   Cor Speksnijder beveelt de Fransen voor hun Arabische migranten de Amerikaanse oplossing aan: het ruimere toegang tot de arbeidsmarkt en het scheppen van meer ' 'instap'-banen met lage lonen'. Het citaat van Wilders laat zien hoe de Amerikanen dit hebben aangepakt: door een vrijwel volledige afwezigheid van sociale zekerheid.

Het letterlijk toepassen hiervan in Nederland zou inhouden dat de sociale zekerheden voor de degenen die het arbeidsinteratieproblemen hebben, de allochtonen, moeten verminderen. Maar dat is natuurlijk voilstrekt anathema voor linkse intellectuelen als Halsema c.s. -  dat is discriminatie. Dus komen alternative voorstellen: en algehele veslechtering van onze arbeidsmarkt, en die veranderingen kunnen niet anders uitgelegd worden als een verslechtering van de sociale zekerheid (de redactie had al een vermoeden dat dit achter de voorstellen stak, maar vanwege de ernst van de beschuldiging dit niet durven publiceren). Men kan Halsema's stellingname ook samenvatten als: Omdat de allochtonen een slechte positie op onze arbeidsmarkt hebben, moeten we de arbeidsmarkt voor de autochtonen ook verslechteren. DFe voornaamste slachtoffers daarvan zijn natuurlijk de zwakkeren in de samenleving.

De kwade trouw achter deze voorstellen wordt niet beter bewezen dan door het feit dan ze, Halsema c.s., dit tot nu toe verzwegen hebben. Men mag veilig aannemen dat de door de verslaggever genoteerde mening van Halsema in de hitte van het debat gemaakt is, en anders nog steeds verborgen zou zijn.

Daar waar er gekozen moet worden tussen zwakkeren uit de eigen samenleving en de allochtonen is de keuze van Halsema c.s. duidelijk - ze doen precies het omgekeerde als datgene waar de mensen als Filip Dewinter van beschuldigen - Halsema c.s. gaan uit van  "allochtonenvolk eerst". Dat is precies dezelfde vorm van racisme. Want wat hier gebeurt is dat de belangen van de autochtonen ondergeschikt gemaakt worden aan die van de allochtonen.

Politici uit de GroenLinks hoek maken nog meer de indruk dat hun naïviteit geen grenzen heeft dan bij die van de PvdA. Men denkt kennelijk dat het mogelijk is een standpunt dat neerkomt op: "wij moeten onze maatschappelijke ontwikkeling stop zetten en deels terug draaien ten einde de allochtonen een inhaalactie te gunnen", iets dat ook een rol speelt bij de linkse onderwijs-politiek , op de lange termijn verborgen te kunnen houden. Het is onmogelijk gebleken door het simpele feit dat de deelstappen van die politiek al dusdanig veel weerstand oproepen dat men wel met de waarheid op de proppen moet komen.

Maar zelfs als men die motieven verborgen had weten te houden, was er nooit iets gewonnen. Integendeel: de maatschappelijke dynamiek die bij de allochtonenkwestie hoort zou gewoon door zijn gegaan, zie bovenstaande forumdiscussie, en bij de huidige stand van zaken is die dynamiek in de richting van een steeds grotere verwijdering, mogelijkerwijs uitmondende in een vorm van gewelddadige uitbarsting.

De enige mogelijkheid om die verwijdering tot staan te brengen is niet om de autochtonen te benadelen, maar om de allochtonen hun ware positie in de Nederlandse, of westerse, maatschappij duidelijk te maken: die van degenen die het uitstekend getroffen hebben ten opzichte van hun cultuurgenoten die in het culturele thuisland zitten, ondanks het feit dat hun positie in het land van verblijf minder is dan van de gemiddelde autochtoon. Als de allochtonen deze bescheidenheid aangebracht is, leren ze vanzelf hoe ze hun culturele gedrag kunnen aanpassen om geleidelijk steeds beter in de autochtone maatschappij volledig mee te kunnen draaien. Dat er onaangepasten overblijven is onvermijdelijk: er zijn ook genoeg autochtone onaangepasten. Die onaangepasten kunnen op dezelfde manier behandeld worden: met de kracht van de wet, waarbij het aanbeveling verdient die wettelijke mogelijkheden uit te breiden met een sociale uitzetting, als fysiek uitzetting onmogelijk is, om te voorkomen dat extremisten en terroristen hun verblijf in Nederland kunnen bekostigen met Nederlandse sociale voorzieningen (zie het geval Mohammed B.), en waarbij de bewijslast verlaagd kan worden van absolute zekerheid (zie het geval van Samir A.) naar redelijke vermoeden.

De kans dat een dergelijk tot uitvoering komt is nihil. De al geneoemde maatschappelijke dynamiek zal dus zijn natuurlijke loop volgen. Aan de allochtone kant betekent dat hoogstwaarschijnlijk een steeds verder achterlopen, zoals de Franse ervaring leert - een grote groep zal steeds minder kunnen voldoen aan de toenemende eisen van de samenleving, die bijvoorbeeld blijkt hier:


De Volkskrant, 08-11-2005, ANP

'Havo is onvoldoende voor baan'

Havisten vormen een nieuwe probleemgroep op de arbeidsmarkt. Dat stelt hoogleraar Jouke van Dijk van de Rijksuniversiteit Groningen. Een havo-diploma alleen is niet voldoende om een baan te vinden, aldus de hoogleraar maandag.
    Hij baseert zijn stellingname op de jongste werkgelegenheidscijfers. 'Opvallend veel havisten en vwo'ers kunnen geen baan vinden', concludeert Van Dijk uit de cijfers. 'Neem daarbij het gegeven dat bijna alle vwo'ers doorstromen naar het hbo en het WO, dan ligt het probleem dus bij de havisten. Een havo-diploma is tegenwoordig onvoldoende om nog aan de slag te komen.'
    Vmbo'ers is kampen al langer met dezelfde problematiek. Van hen wordt verwacht dat zij nog minstens twee jaar doorleren om een zogenaamde startkwalificatie te behalen, bij havo-leerlingen is dat niet het geval.


Red.:   Die steeds toenemende verschillen zijn natuurlijk voor iedereen zichtbaar, zelfs met het blote oog, gezien de steeds verder verislamiserende kleding van de allochtonen. De betekenis hiervan voor de toekomst van Nederland zijn degenen die daar het meest belang bij hebben, de jongeren, niet ontgaan:


Uit: De Volkskrant, 24-11-2005, van verslaggever Peter Giesen

Milieu baart jeugd meer zorgen dan terreur

Jongeren maken zich meer zorgen over natuur en milieu dan over de dreiging van een terroristische aanslag. Van alle jeugd tussen 8 en 18 jaar is 65 procent bang dat er te veel natuur in Nederland verdwijnt.


...     De angst voor terrorisme is kleiner: in de groep van 8 tot 13 jaar is 63 procent bang voor een aanslag, bij de 14- tot 18-jarigen is dat 58 procent. Van deze groep is ook nog eens 45 procent bang voor een 'burgeroorlog' tussen Nederlanders en allochtonen. ...


Red.:   De invloed van terrorisme in Nederland zal altijd gering blijven, zeker als Nederland zijn zenuwen in bedwang weet te houden en haar reacties beperkt. De invloed van een burgeroorlog kan op geen enkele manier overschat worden. Het is van dusdanig belang, dat de Volkskrant het verder angstvallig uit zijn bericht van nu, en eventuele besprekingen later weet te houden.

Al een tijd niets meer gehoord van Pieter Hilhorst. Maar hier is hij een een stukje welgemeend advies:
 

De Volkskrant, 29-11-2005, column door Pieter Hilhorst

Gemengd naar school

Opvoeden is voorleven. Het gaat minder om wat je zegt, dan om wat je doet. Ik kan wel vinden dat mijn kinderen moeten leren hun rotzooi op te ruimen, maar een blik op mijn bureau vertelt een andere les.
    Ik kan ze wel zeggen dat ze niet alles op het laatste moment moeten doen, maar als we steeds gehaast naar school draven, blijft dat ze beter bij.
    In het televisieprogramma The Supernanny wordt dit mechanisme keer op keer pijnlijk gei1lustreerd. Vader vindt zijn kinderen brutaal en scheldt ze dagelijks de huid vol. Als kijker begrijp je waar die brutaliteit vandaan komt. De kinderen doen domweg hun vader na. Zij schreeuwen ook zodra iets hun niet bevalt.
    Dus richt de opvoeding van de The Supernanny zich niet op de kinderen, maar op de vader.
    Bij de keuze van een basisschool voor mijn kinderen, heb ik me van dit mechanisme rekenschap gegeven. ...
    Nu vormt in Amsterdam een kwart van de scholen geen afspiegeling van de buurt. Soms zijn er blanke ouders die zich verenigen en zich gezamenlijk aanmelden voor een zwarte school. Dat is fantastisch, maar vraagt een enorme inzet van de betreffende ouders. Het blijven daarom uitzonderingen.
    Afgelopen week heb ik, met een groepje mensen rond het debatcentrum De Balie, een plan gelanceerd om de segregatie in het onderwijs structureel tegen te gaan. ...  Wij stellen voor de toewijzing te veranderen. Het basisidee is simpel. Als een school een wachtlijst heeft, gaat een collectieve gemengde inschrijving (een allochtoon en een autochtoon kind) voor een individuele inschrijving.
    Het effect van deze kleine maatregel is groot. Als blanke ouders per se een plek voor hun kind willen op een populaire school, moeten zij zich inspannen om een allochtoon ouderpaar te overtuigen van de kwaliteit van de betreffende Montessori-school en zich vervolgens gezamenlijk inschrijven. ... Een voorwaarde voor dit systeem is wel dat er een vast moment van inschrijving komt. Wij stellen voor om dit te doen bij tweeëneenhalf jaar. Bovendien moeten stadsdelen en scholen ouders in staat stellen om elkaar te ontmoeten en zich gezamenlijk in te schrijven. ... Als alle scholen in een gemengde buurt, gemengd zijn, wordt de keuze van een school weer een beslissing op basis van onderwijskwaliteit, niet op basis van de kleur van de kinderen op het schoolplein. ...


Red.:   In zijn laatste zin laat Hilhorst een vooronderstelling los die niet waar is: dat ouders nu niet beslissen op basis van kwaliteit. Dat doen ze wel, en de uitkomst is voornamelijk witte scholen, omdat het grootste deel der zwarte leerlingen een leer- en/of opvoedingsachterstand heeft. Wat Hilhorst wil is blanke ouders in gemengde dus zwakkere buurten dwingen om zwarte kinderen in de klas van hun kinderen te accepteren. Let daarbij op twee zaken: de blanke ouders in de blanke gegoede wijken zijn vrijgesteld, en ten tweede: Hilhorst vermijdt angstvallig het woord dwingen, hoewel het wel een zuiver geval is van dwang.

Maar laten we even aannemen dat het het belang van integratie dit soort deelbelangen overstijgt. Als dat zo is, geldt het aan beide kanten, dat wil zeggen: aan de allochtonen kunnen ook zaken dwingend worden opgelegd die die barrières voor integratie wegnemen. Het is volkomen duidelijk wat dit is: alles dat de allochtoon scherp onderscheid van de autochtoon: hoofddoek, djellaba, en minaretten.

Het is onwaarschijnlijk dat Hilhorst's voorstellen beleid zullen worden. Maar als ze het wel worden zonder de hier voorgestelde spiegelvoorstellen zullen ze de spanningen tussen autochtonen en allochtonen aanzienlijk verhogen en een uitbarsting dichterbij brengen.


Een van de punten waarop de visie van de redactie afwijkt van alle normaal in media hoorbare is haar mening dat die groepen allochtonen die maatschappelijk kwalijk gedrag vertonen voor op zijn minst een deel gedreven worden door culturele aspecten, datgene indien afkomstig van autochtone kant vreemdelingenhaat wordt genoemd. 


Uit: De Volkskrant, 28-11-2005, van correspondent Fokke Obbema

Brandende banlieues, opstand of fascisme?

Droeg de opstand van de jongeren in de Franse voorsteden bovenal een ‘etnisch-religieus karakter’? En is het zo dat ‘wanneer een Arabier een school in brand steekt, het een opstand heet, wanneer een blanke dat doet, het fascisme is’? De filosoof Alain Finkielkraut durfde die stellingen wel aan in een interview met het Israëlische dagblad Haaretz. Maar nadat de tekst daarvan in het Frans was vertaald, bood hij afgelopen weekeinde snel zijn excuses aan voor de al te krasse passages. Hij neemt afstand van de Finkielkraut uit het interview: ‘Dat personage wekt minachting bij me op en zelfs walging.’
    Met zijn nadruk op de raciale en religieuze kant van het conflict (’Het probleem is dat de meeste jongeren zwart of Arabisch zijn en een moslimachtergrond hebben’, zei hij tegen Haaretz) banjerde Finkielkraut dwars door de consensus in het Franse debat over de rellen. Daarin worden de sociaal-economische verklaringen voorop geplaatst: de hoge werkloosheid als gevolg van discriminatie, de slechte huisvesting en de schooluitval zijn door de regering als kernproblemen benoemd en niemand die zich daartegen verzet. De etnische en religieuze aspecten kwamen vooral aan de orde aan de borreltafel, maar slechts zijdelings in het publieke debat.
    Met zijn ‘noodkreet’ maakte Finkielkraut daar kortstondig een einde aan, want alle commentatoren namen aanstoot aan zijn drieste formuleringen en namen de gelegenheid te baat om een van de meest prominente filosofen van het land de les te lezen. Finkielkraut zelf maakte het hun gemakkelijk door deels op zijn woorden terug te komen. Ook hij vindt bij nader inzien zijn grap over het Franse voetbalteam smakeloos. Dat is niet langer ‘black-blanc-beur’, zo vertelde hij in Haaretz, maar ‘black-black-black’, waardoor ‘heel Europa er om lacht’.
    Maar Finkielkraut neemt lang niet alles terug. ‘Ik blijf me verzetten tegen het terugbrengen van de haat tot alleen maar sociale oorzaken. En tegen de vooringenomenheid van het toekennen van een slachtofferrol aan de daders’, verklaarde hij tegenover het dagblad Libération.   ...


Red.:   Hier zijn we dus de kracht van de politieke correctheid in al zijn hevigheid in volle openheid aan het werk. Wie ook maar een enkel van de interviews met jongeren tijdens de rellen heeft gezien, weet dat de door Finkielkraut genoemde factor van ras en geloof  in ieder geval voor hen van groot belang waren -  de meest weerzinwekkende teksten waren te horen, teksten indien uit de mond van blanken onmiddellijk tot politiek oproer en arrestaties hadden geleid.

Eigenlijk is het niet meer dan logisch. Er is allang bekend dat vreemdelingenangst en in zijn verlengde vreemdelingenhaat universele menselijke trekken zijn, die naar boven komen onder de juiste prikkels. Er is geen enkele aanwijzing dat dit voor allochtonen anders zou zijn dan autochtonen, eerder in tegendeel uitleg of detail . De allochtonen zijn dus minstens evenveel geneigd tot vreemdelingenangst, en zij hebben wel degelijk een prikkels gekregen, namelijk hun economische achterstand. Het is dus heel natuurlijk dat ze vol vreemdelingenhaat zitten, en voor hen zijn de vreemdelingen wij, de autochtonen. De teksten uit de monden van de Franse reljongeren waren een perfecte illustratie. Het feit dat Finkielkraut op de constatering daarvan wordt teruggefloten is illustratief hoe lang het zal duren voor het allchtonenvraagstuk opgelost kan worden.

En om maar meteen tegen een ander heilig huisje te schoppen: natuurlijk is het zo dat naast een andere cultuur, allochtone culturen ook mindere culturen zijn. Voor een extreem voorbeeld dat niet representatief is voor het gemiddelde maar wel voor de richting waarin dit soort culturen verschoven zijn, zie onderstaande bron:


De Volkskrant
, 28-11-2005, door Peter de Greef

De laatste kans van Gabriel Monte

Gabriel Monte (1971) is een lastig mens. Hij oogt charmant, maar is dat niet. Zeker niet voor vrouwen. Hij lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis.

Deze rubriek gaat over Gabriel Monte. Hij is geboren in 1971 in Aksaray (Turkije). Monte is een verkrachter, een stalker, een inbreker, een vechtersbaas, een zwendelaar en een autodief. In 1998 stelde een psycholoog dat Monte lijdt aan een ernstige narcistische persoonlijkheids-stoornis, die alleen door langdurige gedwongen behandeling onder controle te krijgen is.
    Gabriel Monte is nooit behandeld. Gabriel Monte komt binnenkort vrij. Gabriel Monte maakt slachtoffers. Het verhaal van Gabriel Monte is een lastige. Hij is een man met twee gezichten. Wie naar hem kijkt, ziet een atletisch gebouwde kerel met een zwierige bos grijs haar boven op een markante, langgerekte kop. Zijn scherpe kaaklijn komt overeen met de lijn van zijn jukbeenderen. Hij zou kunnen doorgaan als commandant bij de Italiaanse carabinieri.
    Zijn natuurlijke charme gebruikt hij ontwapenend. Hij heeft een drang te vertellen – struikelend over zijn woorden, omdat zijn gedachten sneller gaan dan hij ze kan uiten. Het andere gezicht van Monte blijft verborgen, maar kan worden geschetst door zijn oud-vriendin, die hij verkrachtte. Of door het meisje van het reisbureau, dat hij stalkte. Hun levens zijn verwoest. Het meisje van het reisbureau zit psychisch kapot thuis, haar relatie is stukgelopen en haar baan is ze kwijt.
    Monte heeft iets met vrouwen. Bij het Openbaar Ministerie wordt de zaak-Monte daarom alleen behandeld door mannen. De laatste zes jaar probeert justitie vat te krijgen op Montes psyche. Maar Monte weigert elk onderzoek van een psychiater of een psycholoog. Zijn advocaat weet waarom. Uit elk psychologisch rapport zal blijken dat hij lijdt aan een ernstige persoonlijkheidsstoornis. Vrijwel iedere rechter zal Monte daarna tbs met dwangverpleging opleggen. Zeker met de voorgeschiedenis die hij heeft. Hij zit sinds 1994 vrijwel voortdurend in de gevangenis.
    Zijn leven bestaat uit een aaneenschakeling van straffen van 18 maanden of langer. De laatste keer kwam hij vrij in mei 2005. Snel daarna werd hij gesignaleerd bij de oude woning van het meisje van het reisbureau. Begin juni pleegt hij een inbraak en steelt hij een auto.
    De politie pakt hem op. Nu zit hij in het huis van bewaring Nieuw Vosseveld in Vught, in eenzame opsluiting op de strafafdeling omdat hij een bewaakster heeft mishandeld. Als hij uit zijn raam kijkt, ziet hij de Extra Beveiligde Inrichting voor extreem vluchtgevaarlijke gedetineerden. ...
    (Het vonnis, twee weken later: 12 maanden gevangenisstraf waarvan 6 voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en verplicht reclasseringscontact. De rechtbank stelt dat ze Monte ‘een laatste kans’ wil geven. Hij moet dus de mogelijkheid krijgen zich te laten behandelen bij de Riagg. Mislukt dit dan is ‘het opleggen van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders waarschijnlijk onontkoombaar’.)
 

Red.:   Het grappige is dat dus zelfs het vonnis illustratief is voor het algemene geval van de behandeling van allochtonen: voortdurende krijgen ze een laatste kans, en het is in ieder geval voor het geval Monte volkomen voorspelbaar dat het weer fout gaat. [addendum jan. 2007: kijk voor de uitkomst hier uitleg of detail ]
    Nu mengt de wetenschap zich in het debat:
 

De Volkskrant, 02-12-2005, door Robbert Woltering, arabist, verbonden aan het International Institute for the Study of Islam in the Modern World (ISIM) en redacteur van ZemZem, tijdschrift over het Midden-Oosten, Noord-Afrika en islam

Achtergrond | Positief beeld van perfect immigratieland is al langer aan het verbleken

Blank Australië heeft zijn langste tijd gehad

...   In die positie dreigen nu ook de Libanezen te komen, zegt jeugdleider Fadi Rahman. Hij heeft in de wijk Lidcombe, in het westen van Sydney waar veel Libanezen wonen, een tempel van de vrijmetselaars verbouwd tot fitnesscentrum. Hij veroordeelt het geweld van beide kanten. Maar hij wil begrip voor de positie van de Libanezen.
    'Jonge Libanezen hebben al jaren het gevoel dat ze gemarginaliseerd worden, dat ze aan de zijlijn 'zijn gezet', zegt Rahman. 'Hun stem wordt niet gehoord. Dat geeft een gevoel van wanhoop en hierdoor ontstaat haat tegen de mensen die ze dat aandoen. Wat moeten we nog meer doen om geaccepteerd te worden? We zijn hier toch ook geboren en getogen?' ...


Red.:   Dit zijn precies dezelfde argumenten voor moslimmisdragingen die in Frankrijk en in Nederland ook aangevoerd worde. Omdat die argumenten uit zoveel verschillende streken komen, kan het niet aan de streken liggen, want die zijn te verschillend. De veruit meest voor de hand liggende verklaring is dat het ligt aan datgene wat al die situaties gemeen hebben: het begint met jonge mannelijke moslimimmigranten, en in dit geval ook nog allemaal afkomstig van rond de Middellandse Zee (maar zelfde soort gedrag komt ook van moslimjongeren uit andere streken). De verklaringen gaan ook allemaal over de gevolgen van macho-moslimmannen-cultuurachtige verschijnselen.

Conclusie: waar wij in Nederland problemen mee hebben heeft dus ook hoogstwaarschijnlijk met een en maar een enkel ding te maken: de macho moslim-mannencultuur van de hier aanwezige immigranten, en met verder ontzettend weinig. dat betekent ook dat we ons op geen enkele manier door hen aangesproken hoeven te voelen, en bij maatregelen tegen de overlast door hen veroorzaakt geoorloofd zijn de meest strenge varianten te kiezen. Het tit-for-tat motto is dat wie zich door gedrag tegen de Nederlands maatschappij keert, daarvoor passend wordt bestraft. De passende vorm in dit geval is uitzetting uit de Nederlandse maatschappij, door ontneming van het Nederlanderschap; dit is juridisch nu niet mogelijk, dat is door de simpele handeling van het aannemen van een passende wetswijziging te verhelpen. Dit is tevens een uitstekende oplossing voor het strafrechtelijk vervolgen van verdachten van het voorbereiden van terroristische activiteiten. Voorbereiding is heel moeilijk strafbaar te stellen, maar het bijpassende gedrag van het verzamelen van gegevens en middelen voor terrorisme kan wel juridisch gezien voldoende zijn voor het ontneming van het Nederlanderschap.

Het volgende onderwerp in deze reeks, met als directe aanleiding de discussie rond de onderwijsvernieuwing, is de bedreiging voor de Nederlandse cultuur die van de aanwezigheid van de grote groep allochtonen uitgaat. Vanwege de omvang en de implicatie van deze zaak is dit apart behandeld, zie hier vervolg .

Een andere zaak die apart behandeld is, is het, tot verrassing van zelfs de betrokkenen, het aannemen van een boerkaverbod door de Tweede kamer. De verrassing zat er natuurlijk in dat zoiets in het politiek-correcte Nederland niet mogelijk zou moeten zijn, maar kennelijk hadden op het moment de tegenstanders niet de argumenten voorhanden om de logische argumenten van de voorstanders te bestrijden, en ontbrak het aan de tijd om een emotionele campagne te starten. Natuurlijk worden in de nabespreking in de politiek-correcte media zoals de Volkskrant weer wel volop gelegenheidsargumenten gebruikt en foute redenaties gemaakt als rond het gebruik van Artikel 1 van de Grondwet; voor de details, zie hier vervolg .

De volgende kwestie is die van de allochtonengotspe. Dat wil zeggen: allochtonen die zelf op de meeste, zo niet alle, vlakken van humaniteit, een stuk ernstiger tekort schieten dan wij, gaan ons de les lezen:


Uit: De Volkskrant, 17-12-2005, column door Fadoua Bouali

Ze droomden van een gelukkig leven met liefde en vrijheid

...    Daarna las ik een kop 'De schutter die de mus heeft doodgeschoten wordt bedreigd'. Ik dacht dat 'de mus' een bijnaam was van een crimineel.
    Op het NOS journaal ving ik flarden op over elf levend verbrande vreemdelingen. Maar bij de herdenkingsdienst bleek het om elf mensen te gaan met een echte naam en van echt levend verbrand mensenvlees en mensenbloed.
    Ze zaten gevangen, omdat ze de stap hadden gezet en het lef hadden de wereld in te trekken. Ze waren op zoek naar verbetering van hun levensomstandigheden en droomden van een gelukkig leven met liefde en vrijheid. Dat zijn de redenen van bestaan voor elk levend mens, toch?
    De overheid voelt zich niet verantwoordelijk omdat het illegalen waren. En terecht wánt de overheid doet z'n werk goed, de meerderheid van de bevolking staat immers achter het uitzetbeleid.
    Criminelen genieten bescherming en rechten omdat het mensen zijn. Illegalen en asielzoekers krijgen geen bescherming en hebben geen rechten omdat het in onze huidige samenleving naakte rechteloze wezens zijn, zoals een filosofe uit Tilburg die zich met het vluchtelingenvraag-
stuk bezighoudt, treffend omschreef.
    Ja, ik had dit keer grote moeite er weer in te komen en mee te draaien.
    Ik besloot ontslag te nemen, en me als vrijwilliger op te geven voor hulp aan Pakistan. ...      
    Oké ik geef het toe, ik ben vluchtgedrag aan het vertonen. Maar wie zou niet willen vluchten uit een wereld waarin de mussen en meeuwen meer aandacht krijgen en verontwaardiging wekken dan onschuldig verbrande mensen en waar ook weinig aandacht is voor de aardbeving in Pakistan omdat er geen live beelden waren met toeristische slachtoffers, ten tijde van de ramp?

ps: Ik ga deze kerst bidden en kaarsjes aansteken voor koningin Beatrix. Dat haar vijfentwintigste kersttoespraak het licht en de ware boodschap van Jezus mag bevatten. Jezus staat met zijn boodschap dichter bij deze 'naakte rechteloze wezens' dan wij mensen ons kunnen voorstellen. Hij zou de 26 duizend asielzoekers kleding en rechten geven zodat ze worden beschermd.


Red.:   Mevrouw Bouali kapittelt ons vanwege selectieve verontwaardiging. En daarvoor op de vlucht gaat ze naar Pakistan. Dezelfde argumentatie als die van Ahmed Dadou, die verontwaardigd was over het niet houden van drie minuten stilte voor de bomaanslagen in Egypte (weet u nog), terwijl Londen zich wel in zo'n sympathiebetuiging mocht verheugen uitleg of detail . Fijntjes werd Dadou erop gewezen dat de mensen in Egypte ook niet drie minuten stil voor Londen waren geweest, hemd en rok, weet u wel. En ongetwijfeld zijn de moslimextremisten van Kashmir uitleg of detail ook een stuk nader aan het hemd van mevrouw Bouali dan visserslui in Sri Lanka.

Maar om even op de gebruikte argumenten terug te komen: 'bleek het om elf mensen te gaan met een echte naam en van echt levend verbrand mensenvlees en mensenbloed'. Dat geldt voor ieder mens, en is dus een onzinnig argument (het geldt ook voor Saddam Hoessein) . Bouali bedoelt: ze zijn zielig.
    Volgende: 'Ze waren op zoek naar verbetering van hun levensomstandigheden en droomden van een gelukkig leven met liefde en vrijheid. Dat zijn de redenen van bestaan voor elk levend mens, toch?' Dat geldt voor enkele miljarden, en die kunnen we niet allemaal binnen laten.
    'De overheid voelt zich niet verantwoordelijk omdat het illegalen waren. En terecht wánt de overheid doet z'n werk goed, de meerderheid van de bevolking staat immers achter het uitzetbeleid.'. De Nederlandse overheid heeft geen enkele verplichting, behalve tegenover zijn onderdanen, de Nederlandse staatsburgers. Andere mensen vallen onder rechten en plichten van hun eigen land. De meerderheid van Nederland staat hierachter, omdat de meerderheid weet dat de Nederlandse staat die plichten niet heeft.
    'Criminelen genieten bescherming en rechten omdat het mensen zijn. Illegalen en asielzoekers krijgen geen bescherming en hebben geen rechten omdat het in onze huidige samenleving naakte rechteloze wezens zijn, zoals een filosofe uit Tilburg die zich met het vluchtelingenvraagstuk bezighoudt, treffend omschreef.' Herhaling. Nederlandse criminelen hebben de rechte van de Nederlandse staat, illegalen en asielzoekers zijn geen Nederlandse staatsburgers, en hebben die rechten dus niet.

Waardeloze argumenten dus. Maar ondertussen worden er wel een paar zwaarwegende morele oordelen aan verbonden, tot en met een oproep aan het staatshoofd toe. En dat van iemand die als ze zelf met kritiek geconfronteerd wordt, reageert als door een adder gebeten:


Uit: De Volkskrant, 22-11-2005, door Fadoua Bouali, verpleegkundige en publiciste in onder meer het katern het Betoog 

Submission 2? Eerst trauma's Submission 1 verwerken!

Moslims zijn nauwelijks gebaat bij zogenaamd verlichte bijdragen aan het islamdebat. Zelf moeten ze zich op hoofdzaken richten, betoogt Fadoua Bouali.

 

Red.:   Want wat is Submission nu eigenlijk meer dan een filmpje, zij het dan een filmpje over vrouwenonderdrukking, door moslims. Maar er wordt geen onvertogen woord in gesproken. Toch is het allemaal al veel te veel kritiek voor Fadoua Bouali. Met natuurlijk één en slechts één enkele reden: omdat het over moslims gaat. En daar mag natuurlijk niets over gezegd worden.

Maar nu dan weer terug naar ons autochtone Nederlanders. Dat zijn mensen die zielige vluchtelingen als straf voor hun vermetele poging om Nederland binnen te komen levend verbranden. Over die autochtone Nederlanders giet mevrouw Bouali dus ruime hoeveelheden pek en veren uit. Hier geen problemen met kritiek, het gaat tenslotte niet over moslims.

Het geval van Fadoua Bouali, net als het eerdere geval van Ahmed Dadou, is belangrijk omdat het een proces laat zien dat op meerdere plaatsen in de allochtone houding terug komt. Gebruik makende van gereedschappen hen aangereikt door de autochtone politiek-correcte elite proberen de Nederlandse autochtone cultuur aan te vallen, over zaken waarop hun eigen cultuur veel slechter scoort. Het lijkt daarom dan ook niet om de concrete zaken zelf te gaan, maar om de achterliggende culturen. De allochtonen proberen gewoon bressen te slaan in onze culturele en morele overtuigingen, om van die bressen gebruik te maken om de eigen, veel viezere (vrouwenonderdrukkende en homo-hatende), culturele opvattingen te verdedigen, en mogelijk te promoten. En dat is eigenlijk ook hun plicht, als vertegenwoordigers van het ware geloof, en dus ook de ware cultuur.

Naar de al eerder geconstateerde passieve aanval op onze cultuur die de aanwezigheid van de grote allochtone minderheid betekent vervolg , gaan ze, bij gebrek aan voldoende tegengas, zich dus ook steeds meer actief tegen onze cultuur teweer stellen.

De volgende kwestie stond was er één die allang op de agenda stond, maar op zoek was naar een geschikte aanleiding. De kwestie is de rol van de wet in de allochtonenkwestie, en de aanleiding een stukje van Kees Beekmans, die een jaar in zijn geliefde Marokko verblijft. In de analyse van deze kwestie leidt ook tot een aanpak naar voren van de verschijnselen van cultuurstrijd op het ogenblik gaande is. In verband met de lengte en het belang van die analyse staat ook deze elders vervolg .

De volgende aflevering, over 2006, staat hier vervolg . Een algemene behandeling van de multiculturele samenleving staat hier .

Naar Allochtonendebat juli 2005 , Linkse denkfouten, cultuurrelativisme , Allochtonenòverzicht  , of site home .