Allochtonen als een cultuurbedreiging, de rol van de wet

In Cultuurbedreiging van allochtonen ging het over de invloed die de allochtonen op ons culturele niveau hebben alleen al door hun aanwezigheid in aanzienlijke aantallen. Hier gaat het over de meer bekende zaken die ze in het openbare leven heeft doen opvallen. De aanleiding was een stukje van Kees Beekmans, die een jaar in zijn geliefde Marokko verblijft: (uit de Volkskrant, 28-12-2005, rubriek Berichten uit Marokko door Kees Beekmans):
  Echte Marokkanen

Het Marokkaanse verkeer kent veel ongeschreven regels die de weggebruiker veel vrijheid geven. Wel is doorrijden na een ongeluk ongepast. Maar geld maakt veel goed.

....   Marokko is een land van ongeschreven regels, ...


Deze uitspraak is juist, maar onvolledig. Ieder land en iedere cultuur staat bol van de ongeschreven regels, ook Nederland. Als er sprake is van een strijd tussen culturen vindt die niet plaats op het niveau van de wet, maar dat van de ongeschreven regels. Zo hebben wij als cultuur al vele maatregelen moeten nemen die onze vrijheid beperken, omdat allochtonen ongeschreven regels overtreden, bijvoorbeeld pasjesregelingen in zwembaden. Of verschijnselen als in het volgende bericht 9De Volkskrant, 23-12-2005, van verslaggeefster Sara De Sloover):
  Brusselse vrouwen voelen zich belaagd

Een actieplan om de intimidatie van vrouwen in bepaalde wijken aan te pakken: dat kondigde de Brusselse staatssecretaris voor Gelijke Kansen, Brigitte Grouwels, een paar weken geleden aan. In sommige buurten verdwijnen vrouwen volgens de staatssecretaris stilaan uit het straatbeeld. 'We hebben geen vijftig jaar emancipatiestrijd geleverd om nu teruggeworpen te worden in de tijd', zei ze.

Het punt is dat die jongeren daarbij geen enkele wet hebben overtreden - er bestaat geen wet tegen het roepen van "Hoer!" naar een meisje met een korte rok. Maar de collectiviteit van dit gedrag veroorzaakt wel grote maatschappelijke druk en schade. Precies hetzelfde is gebeurd in Australië.

In dit soort zaken is dus wel degelijke sprake van een cultuurstrijd, die we duidelijk niet aan het winnen zijn, zie het Brusselse voorbeeld. Als daar niet op een of andere wijze door de overheid tegen opgetreden wordt, dan zal je ook in Nederland de Australische situatie gaan krijgen: de belasterde burgers gaan zich spontaan verenigen, en gaan jagen op de allochtonen, op basis van hun kenmerk. Daarbij vallen zeker ook heel veel onschuldige slachtoffers.

De maatschappij staat dus voor de keuze: het onderdrukken van de allochtone cultuurdruk, het onderdrukken van de autochtone reactie, of beiden, of niets doen.

Om met het laatste te beginnen: de Australische en Franse voorbeelden hebben al afdoende laten zien dat dit eigenlijk geen optie is. Het eenzijdig onderdrukken van een van de twee foute neigingen is waarschijnlijk even erg, omdat dan de andere partij zich benadeeld voelt. Blijft over de optie om beide vormen van cultuurdruk te onderdrukken.

Met het onderdrukken van cultuurdruk moet je natuurlijk beginnen op het moment dat het eerste zich voordoet. Bijvoorbeeld in Australië zou dat zijn op het moment dat de eerste signalen van het meer dan eens lastig vallen van vrouwen zich voordoen. Waar het bij het ontwerpen van specifieke maatregelen om gaat is dat ze snel, passend en effectief zijn. Uit de wens van effectiviteit volgt onmiddellijk de wenselijkheid dat de straffen streng zijn, omdat ze dan het snelst werken, en weer het snelst opgeheven kan worden; en op termijn hoogst-waarschijnlijk de minste straffen oplevert, omdat de daders er razendsnel mee op zullen houden.

In het Australische geval zou de oplossing naar deze normen het verbannen van Libanezen van het Australische strand zijn geweest. Het is snel en effectief (de overlast houdt onmiddellijk op), en passend (het lastig vallen is een vorm van territoriumverovering). De strengheid ervan betekent dat een periode van twee weken waarschijnlijk al voldoende is om herhaling te voorkomen (merk op dat bij gebrek aan overheidsingrijpen, het nu de burgers waren die dit hebben afgedwongen; natuurlijk is het veel beter dit aan de overheid over te laten)

In het Brusselse geval gaat het om een leefomgeving en de maatregelen zijn dan veelvuldige patrouilles, een mogelijk tot het direct waarschuwen van die patrouilles via de mobiele telefoon, een mogelijkheid tot anonieme aangifte, en verwijdering uit de buurt van de daders, dat wil zeggen: uithuiszetting, bijvoorbeeld voor drie maanden (naar een wisselwoning op een passende plaats). Ook geldt dat dit streng is, maar hoogstwaarschijnlijk op de lange termijn de minste straffen oplevert, omdat de daders er razendsnel mee op zullen houden. En alleen al het aankondigen van deze maatregelen zou waarschijnlijk een sterk verbeterende invloed hebben.

In het Nederlandse geval was er een betere methode geweest dan de pasjesregeling, omdat daarmee iedereen met een vervelende rompslomp wordt op gezadeld. Effectiever en passender was een algeheel toegangsverbod voor allochtone jongens geweest, voor zeg twee weken. Dat zou via groepsdruk waarschijnlijk tot onmiddellijke beëindiging van de overlast hebben gelid. En het is passend omdat de overlast ook alleen van deze groep komt. Als zoiets door wettelijke beperkingen niet mogelijk is, moet men simpel de wet aanpassen (badmeesters het recht geven op redelijke verdenking iedereen te verwijderen, en dat speciaal toepassen op de vermoedelijk daders, dus allochtone jongens, maar dat is eigenlijk niet duidelijk genoeg, en zal tot meer gezeur leiden dan een simpel algeheel verbod van korte tijd). Het doorslaggevende argument  is dat een leefbare maatschappij is belangrijker dan het handhaven van door de realiteit achterhaalde wetsregeltjes.

Een andere reden dat een strenge aanpak gewenst is, is dat in een vrije omgang met regels, de allochtonen een sterk voordeel hebben in de sterkte van hun overtuiging. Door het meer primitieve karakter van de islam, en de veel kortere tijd dat ze aan de rede en de wetenschap heft blootgestaan, zitten de primitieve, elementaire, religieuze emoties er nog sterk in bij de moslims. Moslims willen in een relatie met een niet-moslim dusdanig sterk dat de andere partij zich naar hun geloof bekeert, dat ze bijna altijd hun zin krijgen uitleg of detail . Dat heeft dus niets met de waarheid, maar alleen met de intensiteit van hun geloof te maken. Maar het is goede analogie voor de overige verhoudingen binnen een gemengde maatschappij: moslims denken dat hun beroep op bepaalde rechten inderdaad voor dat van anderen gaat vanwege hun geloof, en dit soort sterk geloof bepaald, hoe irrationeel ook, toch vaak de uitkomsten van disputen. De rationele maatschappij moet zich daarvan bewust zijn, en dit proces uitschakelen met sterke regels en bijpassende strenge maatregelen.

De voorgestelde maatregelen zijn streng, maar het ene alternatief is dus dat je maatschappelijke geografische en culturele levensruimte wordt ingenomen door mensen met een intolerante levenshouding ten opzichte van onze vrijheden, zoals in Brussel, en deels al in Nederland. En het andere alternatief is dat de autochtone burgers zich op eigen initiatief te weer gaan stellen, als in Australië. Dit leidt dan ongetwijfeld tot een vorm van burgeroorlog. Met deze uitkomsten als hoge risico's, is het voorgestelde strenge beleid de beste garantie voor interculturele vrede op de lange termijn. Stellingen als "als ze zich maar aan de wet houden" zijn daarvoor volstrekt ontoereikend.


Naar Allochtonendebat oktober 2005  , Allochtonen, lijst  , Allochtonen, overzicht  , of site home .