Het islam- en integratiedebat, de toon

De eerste keer dat in Nederland de toon van het islam- en integratiedebat ter sprake kwam, was met de opkomst van Pim Fortuyn en de eerste jaren volgende op zijn dood. Voor de opkomst van Fortuyn werd (vrijwel) iedere kritiek op moslims of allochtonen geweerd uit media als zijnde geheel onfatsoenlijk - Fortuyn doorbrak deze ban op luide toon, culminerende in zijn uitspraak dat de islam een achterlijke godsdienst is. 

Dat de toon van Fortuyn zo luid werd, was voor het overgrote deel het gevolg van de pogingen hem bij zijn eerdere pogingen de integratieproblemen, die hij kende uit zijn directe woonomgeving in de wijk Rotterdam-Feijenoord, aan de orde te stellen, de mond te snoeren. Gepaard gaande met lopende van zwartmakerij, lopende tot aan beschuldigingen van betrokkenheid bij de moord van Anne Frank uitleg of detail .

Dit verwijt over de toon van het debat heeft daarna, met variërende sterkte, altijd deel uit gemaakt van het integratiedebat . Met als veelvuldig aangekoppeld element dat deze toon er de oorzaak was of zou worden van de radicalisering van de moslims.

Dat laatste kan meteen weerlegd worden. Het meest zichtbare aan de trend van islamisering is het gaan dragen van hoofddoeken door de vrouwen. Die trend was al aan de gang ruim voor de opkomst van Fortuyn. Waarschijnlijk is die hoofddoektrend één van de redenen geweest dat Fortuyn-campagne wel aansloeg, daar waar die van Janmaat, een klein decennium eerder, niet.
    En een tweede aanwijzing wordt gegeven door de buitenlandse vergelijking. In een land als Frankrijk is van die felle toon (op dat tijdstip) totaal geen sprak een toch constateert een zeer betrouwbare bron het volgende (de Volkskrant, 26-01-2005, artikel van Thomas Friedman, The New York Times):

  Eerste grote slag in strijd binnen islam

...    Onlangs interviewde ik twee 18-jarige moslima's in de Parijse voorstad St. Ouen. Het was vlak bij de plek waar in maart 2003 een Frans islamitisch meisje door drie moslimtieners in een vuilnisvat werd geduwd, waarna er brandende sigaretten in werden gegooid en het deksel werd gesloten, dit alles omdat ze geen sluier droeg en de avances van een van hen had afgewezen.
    Beide moslima's droegen een sluier en een van hen een kledingstuk dat haar hele lichaam bedekte. De ouders van de een kwamen uit Egypte, die van de andere uit Tunesië, maar allebei waren ze geboren en getogen in Frankrijk. Wat kreeg ik te horen? Dat Al Jazeera hun enige bron van informatie is en dat ze de Franse televisie voor geen cent vertrouwen; dat Osama bin Laden de persoon is die ze het meest bewonderen; dat het 'martelaarschap' via zelfmoordaanslagen gerechtvaardigd is omdat er geen grotere glorie is dan te sterven voor de islam; dat ze zichzelf in de eerste plaats als moslims zien en op de laatste plaats als onderdanen van Frankrijk; en dat al hun vrienden er niet anders over denken.
    We waren niet in Kabul. We stonden voor een Franse openbare school, op een paar kilometer afstand van de Eiffeltoren. ...

En dit is dus steeds allemaal voor de opkomst van Geert Wilders.

Na de opkomst van Wilders werd het "toon van het debat"-argument opnieuw of verhevigd van stal gehaald. Wilders verschilde met Fortuyn dat waar de laatste zich hoofdzakelijk richtte op de sociale aspecten van de zaak, Wilders het ook had over de ideologische: hij verklaarde zich een ideologisch tegenstander van de islam, en riep op tot het weren ervan uit onze cultuur.

Dat raakte directe aan de waarden van een flink deel van de Nederlandse bevolking, namelijk dat deel dat veel  waarde hechte aan de contacten tussen en de vermenging van culturen: kunstzinnige, intellectuele en bestuurlijke groepen, de groepen die al relatief veel contacten in het buitenland hebben.

Bovendien keerde Wilder zich, net als eerder Fortuyn maar dan nog wat harder, tegen immigratie. En immigratie, als de helft van het begrip "migratie", ligt dezelfde groepen ook zeer na aan het hart. Sommige groepen misschien nog wel nader.

Nu is het in toenemende mate moeilijke geworden om inhoudelijk op deze punten campagne te voeren: het is inmiddels volkomen duidelijk dat meerderheden der Nederlanders zijn tegen meer immigratie, tegen meer islam, en tegen meer allochtone culturen in het algemeen.

En daar waar je geen campagne kan voeren voor je eigen standpunten op de inhoud ervan, zijn er meerdere mogelijkheden om dat op andere manieren te doen. Een ervan is over te gaan op het gebruik van emoties - dat doet men met termen als "onderbuikgevoelens", xenofobie" en "achter de dijken".

De andere methode is je tegenstanders zwartmaken.  Wat ook op verschillende manieren kan. En één daarvan, in combinatie met de "emoties", is "de toon van het debat". Je suggereert dat de tegenstander emotionele argumenten gebruikt, zonder op de inhoud van de argumenten in te gaan. "De islam is afkeurenswaardig" kan je niet bestrijden met de feiten, want in bijna iedere Journaaluitzending wordt de stelling bevestigd, dus klaag je dat "De islam is afkeurenswaardig" een vorm van van agressie is richting moslims.

De "toon van het debat".


Naar Cultuurdiscussie , Islamdebat , Allochtonen, lijst , Allochtonen, overzicht , of site home .

 

 

10 feb.2005; 29 mrt.2014