Allochtone leiders en woordvoerders

2 mei 2007

Onderstaand voorbeelden van uitspraken van allochtone leiders en woordvoerders, waarin zij het de culturele segregatie, het wij-zij-gevoel, opstoken, door bijvoorbeeld onterechte uitspraken over de schuld van de autochtonen aan de integratieproblemen.

Een ander vrijwel universeel aanwezig aspect in de uitspraken van de leiders en woordvoerders is dat van de veeleisendheid: zij willen dat er aan al hun verlangens en eisen tegemoet wordt gekomen, en van hun kant wordt niets gegeven: je kan wel eisen dat je geen meisje met korte rook onder ogen komt, maar de ander mag niet eisen dat ze geen hoofddoek of djellaba onder ogen krijgen - met als argument: dat behoort tot ons heiligste geloof en/of onze identiteit.

Een groot deel van de Marokkaanse gevallen zijn verzameld elders, omdat zij er als eerste mee begonnen zijn, en het bij hen ook aanzienlijk erger is . Ook apart genomen is het zeer vocale geval van de Meiden van Halal . Vanaf 2009 is de verzameling voortgezet hier .

Maar we beginnen met een artikel uit de begintijd van dit proces, kort na de aanslagen van 9/11. Het gaat hier om de positie van met name Ali Eddaoudi en Mohammed Cheppih, die zich nu (rond 2007) met enige regelmaat voordoen als normale, gematigde, moslims. Daartoe krijgen ze de gelegenheid door onvoldoende of geen tegenvragen van de vrijwel zonder uitzondering multiculturalistische journalisten en presentatoren. Maar in een echte discussie blijkt hun positie, die van fundamentalist (NRC Handelsblad, 13-09-2002, rubriek Beeld door Maarten Huygen):
  Een moslim liep tierend weg

En als toegift had Rondom Tien op 12 september nog een uurtje botsing der beschavingen. Nou ja, botsing. Het was de bedoeling dat moslims in het discussieprogramma aan ,,zelfkritiek'' zouden doen. En dat is moeilijker dan botsen met anderen. Het werd een heftige discussie, waarbij er zelfs eentje boos wegliep. Nadat hij op de gang een beetje was uitgetierd, kwam hij tegen het einde van het programma weer terug.
    Dat moslims minder moeite hebben met kritiek van ongelovigen of christenen dan met aanvallen uit eigen gelederen, blijkt uit hun roemrijke verleden. In oude moslim-imperia werden joden of christenen in relatieve vrijheid getolereerd, maar dissidenten uit eigen kring, onder wie grote filosofen en wetenschappers, zijn altijd onbarmhartig aangepakt. De Rushdie-affaire hebben we nog maar net achter de rug. Vandaar dat ik het drietal moslims dat gisteren de orthodoxie van geloofsgenoten live aanviel dapper vond.
    Orthodoxe figuren waren gisteren zo verbouwereerd dat andere moslims zomaar hun eigen geloof durfden te bekritiseren dat ze een dreigende toon aansloegen. ,,Ik reageer zo fel omdat deze woorden naar mijn gevoel niet uit islamitische kring zouden mogen komen'', zei de fundamentalist M. Cheppih van de met Saoedisch geld gefinancierde Wereldmoslimliga in Eindhoven. ,,Dat bewijst dat er wel zelfkritiek moet komen, maar dan van deze dames. Zij beginnen daar zelf niet aan'', en hij wees naar de twee vrouwen die zich in zijn ogen aan blasfemie hadden bezondigd. Maar wat ze bepleitten waren slechts de open deuren van de westerse samenleving: vrijheid van het individu, gelijkheid van man en vrouw. Waarop dan een welbespraakte onderwijzeres voor een moslimschool reageerde dat zij van sekse-ongelijkheid in de islam niets merkte. Haar kleding was strijdig met deze stelling. Ondanks de hoge temperatuur had ze een dikke overjas aan met hoofddoek en alleen haar gezicht was vrij. Ik zie steeds meer van deze welbespraakte, ingepakte moslimvrouwen op tv en we zullen er in het dagelijkse leven ook vaker mee te maken krijgen. Zo ongelijk zijn ze niet dat ze niet mogen werken en ze worden ook advocaat of politicus. Eergisteren zag ik jonge ingepakte vrouwen in een ingelaste uitzending van Rondom Tien, bij een discussie tussen jongeren over de verwijdering tussen moslims en anderen na 11 september.
    De felste en dapperste kritiek op de islam kwam van de uit Somalië afkomstige Ayaan Hirsi Ali, onderzoekster bij de aan de PvdA gelieerde Wiardi Beckmanstichting. Zij was ooit lid van de fundamentalistische moslimbroederschap en zag verbanden tussen wat ze daar leerde en hetgeen Osama bin Laden preekt. ,,Moslims zeggen dat ze niets met Bin Laden hebben te maken. Als ze dat ontkennen, grijpen ze niet in als ook jonge mensen met dit soort uitwassen worden gehersenspoeld'', zei ze. Deze opmerking ontketende grote woede bij de mannen.
    Eddaoudi, degene die eerst was weggelopen, viel haar erop aan dat ze zei dat ze nog moslim was. Dat was in tegenspraak met wat ze in eerdere uitzendingen had gezegd. ,,Ik heb daar het bandje nog van'', zei hij woedend. ,,U liegt.''
    Inderdaad zei ze eerder in Barend en Van Dorp dat ze geen moslim was. Voor mij als kijker is het niet zo van belang of Hirsi Ali nou al of niet aan het geloof doet. Maar veel moslims zien de status van ,,afvallige'' als verwerpelijk en de situatie was dreigend genoeg om voor die status terug te schrikken. Eddaoudi beschuldigde Hirsi Ali er ook van dat ze valselijk aan haar verblijfspapieren was gekomen.
    Een chaotische discussie, waar presentator Cees Grimbergen geen greep op kreeg. Dat kwam ook door zijn onkunde over de koran die geen hoofddoeken, geen uithuwelijking en geen maagdenvliesoperaties voorschrijft. Hij zou er - net als veel onkundige collega's - meer over moeten lezen. Nederland krijgt te maken met een nieuwe, wereldwijde politieke stroming die tot vorig jaar als een van de schilderachtige takken van de rijke multiculturele samenleving werd beschouwd. Ik zie graag moslims of ex-moslims die daar de discussie over openen en pleiten voor de vrijheden van hun nieuwe land.

Waarop je ze al onmiddwllijk als "totaal incompatibel" het land uit gaat wensen.

Een ander voortdurend weerkerend thema: het is allemaal de schuld van de autochtonen (de Volkskrant, 22-01-2004, van verslaggever Bart Jungmann):
  'Gezag wordt hier niet meer erkend'

Autochtone Nederlanders voelen zich door de globalisering steeds minder thuis in hun eigen natie, zegt Ibrahim Yerden. 'Ze zijn bang.' Dat onbehagen wentelen ze af op hun Turkse en Marokkaanse landgenoten.


Het is een mop die het goed doet in de Nederlands-Turkse gemeenschap en ze fungeert ditmaal als vrolijk uitroepteken achter het betoog van Ibrahim Yerden. Integratie moet van twee kanten komen, luidt zijn stelling: 'Waarom wordt nooit de vraag gesteld of autochtonen werkelijk bereid zijn allochtonen te accepteren?'
    Yerden is cultureel antropoloog en hij werkt voor het Provinciaal Instituut voor Maatschappelijke Ontwikkeling in Noord-Holland. Ibrahim Yerden werd geboren in Turkije en groeide daar ook op. Nu is hij, behalve Haarlemmer, een ingezetene van het Koninkrijk der Nederlanden.
    Sinds de aanslagen in Amerika en de opkomst van Pim Fortuyn is dat laatste een stuk minder vanzelfsprekend. 'Ze hebben me het Nederlanderschap ontnomen', zegt hij. 'Ik krijg nu automatisch het etiket opgeplakt van Turk, terwijl ik dat helemaal niet ben. Ik ben een Nederlander.'
    Zo kijkt Ibrahim Yerden ook aan tegen de discussie over de al dan niet gelukte integratie, die deze week weer is opgelaaid met de publicatie van het rapport van de Tweede-Kamercommissie onder leiding van VVD'er Blok. Eigenlijk gaat die discussie veel meer over autochtonen dan over allochtonen.   ...
    Allochtonen zouden de ruimte moeten krijgen om Nederlander te zijn, zonder daarbij zichzelf te verloochenen. 'Dan wordt integratie pas echt leuk, iets waar je samen moet uitkomen. Als alleen het autochtone perspectief zaligmakend is, belemmer je de integratie juist.' De schaduw van Pim Fortuyn hangt nog altijd over het vraagstuk van de integratie. 'Hij was een meester in het versterken van nationalistische gevoelens, door allochtonen als probleemgroep weg te zetten. ...

Natuurlijk zijn volgens Yerden allochtonen geen probleemgroep. Dat is allemaal een waanidee van de autochtonen veroorzaakt door globaliseringsangst.

Een bijzonder actieve woordvoerder (de Volkskrant, 24-04-2007, column door Nazmiye Oral):
  Mehmet, een emigrant in spe

... mijn broertje trok mijn aandacht met een terloops gebrachte mededeling. Over een paar jaar wilde hij voorgoed naar Turkije emigreren.   ...
    Mijn broertje met zijn Twentse accent voelde zich niet gezien als mens. Niet door de mensen op straat, niet door de media en niet door de regering. Hij vertelde hoe hij het zat was om zich telkens te moeten verantwoorden. Om telkens aangesproken te worden op zijn moslim- en anders-zijn. Om telkens vragen te beantwoorden waar hij geen zin in had. Wat vond hij van Osama Bin Laden? Van Irak? Van Israël en de Palestijnen? Van zelfmoordterroristen? Van Mohammed B.? Was het terecht dat Theo van Gogh vermoord was?
    Zoals hij het zelf zei: ‘Weet ik veel wat ik van ze vind? Alsof ik daarmee bezig ben.’
    Terwijl ik zo naar hem luisterde, werd ik heen en weer geslingerd tussen verschillende emoties. Zoals gezegd, voelde ik een zusterlijk falen, alsof ik hem niet goed genoeg had opgevoed. Alsof ik hem weerbaarder had moeten maken, en had ik de neiging om geheel volgens onze cultuur hem een tik te geven. Zeg, verman je een beetje. Zeik niet zo.
    Het was erg pijnlijk om te merken dat mijn broertje gevangen zat, gevangen in een beeld dat een ander op hem drukte en wederom had ik zin hem een tik te geven. Verman je. Stel je niet aan.
    Innerlijk lichtelijk in paniek, bleef ik uiterlijk helemaal kalm. ‘Je kunt toch gewoon zeggen dat je geen zin hebt in die vragen. Gewoon met een grap of zo?’ ‘Ja, en weet je wat ze dan zeggen? Mehmet, waarom loop je weg?’
    Ik raakte nu zelf behoorlijk gestrest en probeerde mijn broertje bij de kudde te houden. Zo voelde het althans. We waren hem bijna kwijt. En dat mocht onder geen beding gebeuren. ‘Pfft, ach Hengelo. Wat wil je? Het zijn gewoon stomme boeren. Het is al iets minder in Arnhem en in Amsterdam is dit bijna helemaal niet aan de hand. En bovendien, jullie kunnen hier samen toch een mooie toekomst opbouwen?’
    Ik wuifde beelden weg die van binnen ineens kwamen opborrelen: producenten, acteurs, schrijvers, zogenaamde slimme mensen die ik domme, ongenuanceerde dingen heb horen zeggen over ‘moslims’, wie ze daaronder ook mogen verstaan. Ineens was de platheid van ons publieke debat zo helder als glas.
    Mijn broertje leek toch een beetje getroost door mijn bewering en vervolgde zijn klaagzang: ‘Wat geeft jou het recht om mij dat soort dingen te vragen? Ik ben Hollandser dan de meeste jongens hier. Waarom moet ik bewijzen dat ik oké ben? En weet je? Het zijn geen vragen. Het is een invuloefening. De uitkomst staat al vast. ’
    Ik bereidde me voor op een preek (je hoeft het niet persoonlijk op te vatten maar dat betekent niet dat je zegt dat het oké is, dat het je geen pijn doet), tot ik bij zinnen kwam.
    Was ik op mijn 23ste zo wijs? Nee, ik was vooral behoorlijk dom en behoorlijk boos. Ik besefte dat ik van hem iets bovenmenselijks eiste. Mijn broertje, die ik jaren heb meegemaakt terwijl hij wekelijks werd geweigerd in de plaatselijke discotheek, in wiens aanwezigheid ik altijd mensen zag veranderen, meer op hun hoede zag zijn, die op school geen stageplek kon krijgen, ik eiste van hem een soort volwassenheid en wijsheid waar Nelson Mandela jaren over heeft gedaan.
    Hij moest er boven staan, zijn eigen waardigheid vormgeven, telkens weer vertrouwen, en zijn hart blijven openstellen. Een oneerlijke opgave voor hem en jongens zoals hij. Hopelijk zullen we ooit zover zijn dat we als maatschappij zullen kiezen voor ons common good in plaats van onze common hysteria. Want op het moment dat we onze angsten voor elkaar kunnen loslaten, en de behoefte om ons gelijk te halen, kunnen opgeven, is er hoop op toenadering en kunnen we eindelijk beginnen aan het creëren van een ‘wij’.

Het commentaar (de Volkskrant, 25-04-2007, ingezonden brief van Thomas de Boer (Groningen)):
  Verantwoording

Nazmiye Oral schrijft dat haar broertje Mehmet naar Turkije wil emigreren omdat hij het spuugzat is zich in Nederland telkens te moeten verantwoorden (Forum, 24 april). En om te moeten antwoorden op vragen over Mohammed B., Osama Bin Laden en zelfmoordterroristen.
    Mehmet zou moeten beseffen dat emigreren naar Turkije niet helpt. Want de oorzaak van zijn problemen ligt niet zozeer bij de inwoners van Hengelo of Nederland, maar vooral bij Mohammed B., Osama Bin Laden en zelfmoordterroristen.
    Door naar Turkije te gaan, lost hij die problemen niet op. Hooguit kun je ze daar verzwijgen, maar daar worden ze alleen maar erger van.
    En om de problemen op te lossen helpt het zeker niet wanneer je inwoners van Hengelo ‘stomme boeren’ noemt.

En nog wat commentaar (Volkskrant weblog, 24-04-2007, door Ruud Zweistra):
  De lachspiegel van Nazmiye Oral

Vanmorgen stond er weer eentje in de krant. Zo’n klaagverhaal. Dit keer was het Mehmet Oral, die zo’n last heeft van de autochtone bejegeging, het vele “moeten uitleggen”. Hij wil emigreren. Zus Nazmiye wilde hem eerst corrigerend toespreken, maar besefte toen dat om dit allemaal te doorstaan, als 23-jarige, je ook wel de geest van Nelson Mandela moest hebben, om er niet moe van te worden. Ja, die autochtonen hebben heel wat op hun geweten.
    Maar laten we nu eens voor deze lachspiegel vandaan stappen. Laten we eens naar de andere kant kijken, de kant die de spiegel verborgen houdt. Daar zien we een groep mensen die eerst in aparte buurten is gaan zitten, toen in aparte kerken, toen in aparte winkels, toen in aparte hoofddoeken, toen in aparte djellaba’s - eerst blanke meisjes heeft lastig gevallen in het zwembad, daarna vrouwen heeft uitgescholden voor hoeren, ook nog hun tasjes heeft gejat, hun autoruiten heeft ingeslagen - en uiteindelijk een prominente autochtone cultuurrepresentant heeft vermoord.
    Hoeveel moet je van Nelson Mandela hebben om hierop nog zonder morren te reageren. Is het niet des Mandela’s hoe relatief gematigd hierop allemaal gereageerd is? Pas na de moorden of Fortuyn en Van Gogh is er iets gebeurd, waarbij dat iets voornamelijk beperkt is tot gepraat.
    En alleen al dat gepraat is voor de allochtonen al weer genoeg om de zwaarste beschuldigingen te uiten, zich in boerka’s te hullen, wijken definitief onveilig te maken, en te praten over emigreren, onder hantering van een toontje van “Het is allemaal jullie schuld”.
    Hoe lang kan zo’n egoïstische houding, gepaard gaande met zoveel misbruik van anderen, nog duren voordat er een ernstigere reactie komt?

Niet zo heel erg lang, zou je zeggen ...

Nog een woordvoerder met frequente inbreng (Volkskrant.nl, 01-05-2007, door Funda Müjde):
  Weg met de multiculti 4 mei

Buitenlandse beschouwers, zoals de Britse ambassadeur, een Franse historicus, de Vlaamse directeur van toneelgroep Amsterdam, een Britse publicist en een hoogleraar politieke filosofie, over Nederland: "Sorry, dit land is minder aangenaam."
    "De botheid en onbeleefdheid was altijd al een probleem in Nederland, maar sinds kort wordt het ook nog eens respectabel geacht." "De botheid is ook doorgedrongen tot de politiek."
    En dan de 'Multiculturele 4 mei'.
    Wat hebben deze twee verschillende berichten in de krant met elkaar te maken?
    In 1969 kwamen wij naar Nederland. Alle jaren stonden wij - meestal thuis - op 4 mei stil voor alle gevallenen in WOII. Mijn vader had geen Turkse slachtoffers nodig om ons te leren respect te hebben voor het volk en de geschiedenis van dit land. Hij kon volstaan met de herinnering aan andere oorlogen of aan Turkse nationale vieringen in zijn geboorteland om zich te kunnen verplaatsen in de gevoelens van dit volk.
    Het deerde mijn vader niet dat zijn kinderen op school leerden dat die Duitsers niet deugden, noch sprak hij de geschiedenislessen tegen dat bijna alle Nederlanders in het verzet hadden gezeten en allemaal een fiets kwijt waren geraakt aan die moffen. Hij was toen al kritisch over de toch wel erg sterke 'joodse lobby' in Nederland en zei ons wel eens dat Israël dankzij en via Nederland zich aardig militair aan het bevoorraden was. 'Dankzij' de Bijlmerramp weten we inmiddels meer over de privileges van El Al, de Israëlische luchtvaartmaatschappij, op Schiphol en is zijn bewering inderdaad juist gebleken. Kritiek op een staat mocht, maar nimmer tegen een volk of een andere religie.
    Men zou op een dag als deze - naast de oorlogsslachtoffers in WOII - alle 'oorlogs'doden in de wereld moeten gedenken. Niet omdat er ook Marokkaanse soldaten zijn gesneuveld en (in Frankrijk 20.000 Marokkaanse soldaten) hier in Nederland begraven liggen. Oorlog is oorlog. Oorlog is afschuwelijk en elk land heeft een oorlogsverleden. Als mensheid hebben we nooit zonder oorlogen geleefd, maar we hebben toch wel naar vrede gestreefd?
    Ik begrijp deze initiatieven wel. Alles is beter dan niets doen. Tegen kransen schoppen was en is geen cultureel probleem. Het was een daad van woede en frustratie. Wat de oorzaak ook is: daar moet tegen worden opgetreden.
    Maar wat echt heilzaam zou zijn, is datzelfde respect te mogen ervaren. Zodat je als Marokkaan of welke allochtoon dan ook uit jezelf respect betuigt voor dit land en alles wat daarbij hoort. En helaas schort het daar schromelijk aan. Hoe er nu al twee jaar onophoudelijk over allochtonen en integratie wordt gepraat; de agressieve toon, met een respectloosheid, liefdeloosheid en de constante verwijtsfeer, getuigt niet van liefde of verbondenheid.
    De Marokkaanse en Turkse jongeren worden al meer dan 20 jaar uit het uitgaansleven geweerd. Dat is echt niet van de laatste tijd omdat er zich misdragende 'kut-Marokkanen' en 'loverboys' zijn. Mijn broer is inmiddels 40 en het is wrang dat jongeren die zijn zoon hadden kunnen zijn, nog steeds te kampen hebben met dezelfde uitsluiting als hij in zijn jeugd had.
    Weg met de multiculti 4 mei. Welkom vreedzaam, respectvol Nederland.


Reacties

Ruud Zweistra / 01-05-2007 12:06
Citaat:
De Marokkaanse en Turkse jongeren worden al meer dan 20 jaar uit het uitgaansleven geweerd. Dat is echt niet van de laatste tijd omdat er zich misdragende 'kut-Marokkanen' en 'loverboys' zijn. Mijn broer is inmiddels 40 en het is wrang dat jongeren die zijn zoon hadden kunnen zijn, nog steeds te kampen hebben met dezelfde uitsluiting als hij in zijn jeugd had.

Reactie:
Dit is op zijn best misleidend. Er staat 'Marokkaanse en Turkse jongeren', terwijl er had moeten staan "Marokkaanse en Turkse jongens". Want "Marokaanse en Turkse meisjes" namen en nemen ze niet mee.
    Dat zou ook niet kunnen, want meisjes in een café of disco zijn hoeren. Volgens de Marokkaanse en Turkse cultuur. En de Marokkaanse en Turkse jongens behandelen de meisjes in café's en disco's dus als hoeren - autochtone meisjes dus.
    Daar zijn de autochtone meisjes noch de bijbehorende autochtone jongens, en dus ook de autochtone eigenaren, erg blij mee. Daar komt dan nog bij dat als een enkele Turk of Marokkaan in zijn pogingen één van de hoeren te scoren een probleempje krijgt, zijn hele etnische groep er bovenop springt. Waar ook niemand blij van wordt.
    En dus is het beleid gegroeid om zo min mogelijk groepen Turkse en Marokkaanse jongens toe te laten - vanwege de problemen die dat gaf.
    Natuurlijk weet u ook wel, mevrouw Müjdi, dat het niet over 'Marokkaanse en Turkse jongeren' gaat, maar over "Marokkaanse en Turkse jongens". Want u kent de werkelijkheid achter die jongens ook wel. Daarom is het des te vervelender dat u welbewust deze misleiding begaat.
    En echt ernstig is natuurlijk de verwijten die er in autochtone richting op volgen. Regelrecht vals, zou ik zeggen. Tenzij u dit natuurlijk allemaal echt niet weet, in welk geval het beter is je niet over dit soort zaken uit te spreken. Voor je het weet heb je het vuurtje verder opgestookt. Zoals nu het geval is.

Rolf van der Marck / 01-05-2007 15:25
Dit vind ik nu een typisch Telegraaf-verhaal, en ik ben nog van de generatie die de Telegraaf een foute krant vond!
    Maar ook deze column maakt duidelijk waarom de Telegraaf nog altijd een foute krant is, want heel verleidelijk en raisonerend beginnen met de slijmen naar de Hollanders, om dan stiekem uit te halen en, zoals Zweistra het noemt, en een vuurtje te stoken.
    Kijk, dat is de Telegraaf ten voeten uit!

Ien Smits / 01-05-2007 16:57
Ik werd vroeger, als hippie-achtige, ook geweigerd in discotheken, evenals mijn vrienden. En als we toch binnen wisten te komen werden we er alsnog uitgedonderd. Het lag toen aan je kleding, want goedgeklede Marokkanen mochten wel naar binnen. Hoe het nu is weet ik niet.

War een haatzaaister, die mevrouw Müjde ...

De volgede. Komende regelrecht uit de elite want gevierd schrijver (de Volkskrant, 30-10-2006, column door Kader Abdolah ):

  Sorry!

...    Recht je rug vreemdeling! Wees sterk! Je hebt niet voor niets alles verlaten. Je bent gekomen om veranderd te worden en om te veranderen. Je bent gekomen om Amsterdam nog mooier, nog geheimzinniger te maken dan het al is. ...

We weten hoe de vreemdeling Amsterdam geheimzinniger heeft gemaakt: door overlast, buren treiteren, verpauperende wijken, drugshandel, criminaliteit, en dergelijke. Zie het volgende uit het kloppende hart van de grote geheimzinnige binnenstad (de Volkskrant, 25-11-2006, door Cor Speksnijder):
  Even naar het ziekenhuis

Op de afdeling spoedeisende hulp van het ziekenhuis MCH Westeinde in de binnenstad van Den Haag komen dagelijks meer dan honderd patiënten binnen. Ook met klachten die niet zo urgent lijken. 'In principe bepaalt de patiënt wat acuut is.'


...   De Voeght: 'In de Haagse binnenstad hebben we te maken met veel mensen van buitenlandse afkomst, mensen uit lagere sociale milieus, onverzekerden en illegalen. Een deel spreekt slecht of geen Nederlands. Voor hen is de weg naar de huisarts vaak moeilijk te vinden. Ik denk dat deze stroom niet is te keren. Onze, overwegend allochtone, patiënten hebben een andere ziektebeleving dan autochtone Nederlanders. Ze gaan eerder naar een ziekenhuis.' ...
    Vooral de nacht maakt de schaduwzijden van het stadsleven zichtbaar. Twee Bulgaarse dertigers met steekwonden halen de gevraagde 100 euro meteen uit een ruim gevulde portemonnee en willen zeker weten dat de politie niet wordt gebeld. Of ze elkaar hebben verwond is niet duidelijk; voor de zekerheid worden ze in aparte kamers gelegd.
    Twee Marokkaanse jongens met wonden aan de handen - 'opengehaald aan een hek' - blijken kentekens van auto's in hun handpalmen te hebben geschreven. Auto-inbraak of autodiefstal op bestelling, vermoedt een verpleegkundige.
    De ambulance bezorgt een Marokkaanse jongen, die het benauwd heeft gekregen in een politiecel. Hij was opgepakt wegens wangedrag tegenover de politie. In de cel kreeg hij ademnood en bleek zijn hartslag verontrustend laag.
    Ook met de ambulance arriveert een hindoestaanse man, die onder het bloed zit. Hij is ' zeer dronken ' door het glas van een abri gevallen. Hij heeft geen vaste woonplaats en blijkt 3,46 promille alcohol in zijn bloed te hebben. ...

Ook de gevierde schrijver kent maar één kant van de zaak: de allochtone.

Het volgende dwaallicht (de Volkskrant, 30-10-2006, column door Rachida Azough):
  Het volk durft niet meer te praten; moet ik daarom lachen of huilen?

Elk jaar stonden we daar weer, in gedragen sfeer serieus te doen bij De Vallende Ruiter ofwel Il Grande Miracolo, ons buurtmonument ter nagedachtenis aan de Tweede Wereldoorlog. Aan diezelfde Pleinweg in Rotterdam-Zuid zijn in maart 1945 twintig verzetslieden gefusilleerd. ...
    Vier mei was een terugblik. Zeker toen ik dertig jaar na de oorlog werd geboren leek er niets aan de hand, behalve die akelige herinnering. Ondanks bom, zure regen en ondervoede kinderbuikjes op tv, groeiden we op in een schijnbaar zorgeloze tijd; saai, bijna emotieloos, maar wie goed keek zag dat het nog wel eens spannend kon gaan worden. Heel spannend.
    Met de nieuwe eeuw kwamen de aanslagen, politieke moorden, invasies. En ter verstrooiing krantenkoppen die de indruk wekten dat Marokkanen nog tijdens de herdenkingmassaal aan het voetballen geslagen waren met de heilige kransen.
    Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Maar we moeten vrezen dat 4 mei een vooruitblik is geworden. Het Nationaal Vrijheidsonderzoek dat recentelijk werd gepubliceerd, voorspelt weinig goeds. Een van de uitkomsten schijnt rumoer te hebben veroorzaakt in Den Haag: bijna 40 procent van de bevolking durft niet voor zijn mening uit te komen.
    Het volk durft niet meer te praten. Ik weet niet of ik achter voorgaande zin een vraag. of uitroepteken moet zetten. Of ik cynisch moet lachen of in huilen moet uitbarsten. Allochtonen staan bovenaan de lijst van 'onderwerpen waarover niet gesproken mag worden'. Shockerend is vooral dat de jongste ondervraagden (13-17 jaar) vaker vinden dat je in Nederland niet altijd voor je eigen mening kunt uitkomen, als het om de multiculturele samenleving gaat welteverstaan.
    De nieuwe generatie, die tenminste zou moeten veinzen de ernst van de zaak in te zien, wil geen blad voor de mond nemen.
    Verdraagzaamheid en bescherming van minderheden scoren het slechtst als 'gedeelde Nederlandse waarden'. Onze tolerantie is naar de mallemoer, de vrijheid van meningsuiting lijkt ons enige grote goed. Maar vrijheid van meningsuiting zonder verdraagzaamheid is, zoals we uit ervaring weten, geen fijne combinatie. ...

Oftewel: we mogen niet berichten over Marokkanen die verzetskransen in de gracht schoppen. En als we dat wel doen, is dat een teken van gebrek aan tolerantie en verdraagzaamheid. Dus niet degenen die verzetskransen in de gracht schoppen zijn onverdraagzaam, degenen die daar over berichten zijn onverdraagzaam - net als met betrekking tot al die andere "incidenten' natuurlijk. Oftewel: het is niet de schuld van de allochtonen dat ze zich niet weten te gedragen, maar van de autochtonen.
    Overigens is het bericht dat al bijna veertig procent van de Nederlanders zich in hun meningsvrijheid bedreigd voelt een dusdanige schok voor mevrouw, dat ze helemaal in de war raakt. De zin 'De nieuwe generatie, die tenminste zou moeten veinzen de ernst van de zaak in te zien, wil geen blad voor de mond nemen.' is in volkomen tegenspraak met de voorgaande zin: 'Shockerend is vooral dat de jongste ondervraagden (13-17 jaar) vaker vinden dat je in Nederland niet altijd voor je eigen mening kunt uitkomen, als het om de multiculturele samenleving gaat welteverstaan.' Tja, als je aan de ene kant klaagt dat er te openlijk over de problemen van je groep wordt gepraat, kan je het feit dat mensen hun mond erover houden moeilijk afkeuren, hoewel je daar ook natuurlijk niet blij mee bent, want het laat de slechte invloed van je groep zien.

De relegieuze leider en woordvoerder (Elsevier, 03-11-2007, door Robin van der Kloor):
  Imam: Bestuurders te negatief over Marokkanen

'Bestuurders proberen over de rug van Marokkaanse jongeren te scoren en hogerop te komen.' Deze beschuldiging komt van imam Mohamed Ben Ajiba van de moskee aan het August Allebéplein in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart.
    Dat schrijft Het Parool. ‘We moeten proberen het gedrag van de jongeren te verbeteren en de zaak op een positieve manier te benaderen. In plaats van te klagen dat het glas half leeg is, kunnen bestuurders beter bezien hoe ze het glas vol krijgen.’    ...

Hier een voorbeeld van een halfleeg glas.
  Ajiba is voorganger in de moskee die naast het politiebureau staat waar een agent de messtekende Bilal B. doodschoot. ...

Maak daar dus maar helemmal-leeg glas van. Net als ...
  ... de messtekende Bilal B. doodschoot. In de weken daarna staken Marokkaanse relschoppers bijna iedere avond auto’s in brand.

... deze bar vool helemaal-lege glazen.
    Maar daar heeft ook de leider en woordvoerder totaal geen oog voor ...

Wie denkt dat dat onder hoogopgeleiden beter zit ... (Leids universiteitsblad Mare, 17-01-2008, door Vincent Bongers):
  'Het klimaat in Nederland is verziekt'

Nederland is niet tolerant en is dat ook nooit geweest, vindt hoogleraar interculturele communicatie Wasif Shadid. 'Kijk maar naar de verzuiling: wij tegen zij.'


'Die Marokkaanse raddraaiers in Slotervaart. Dat heeft weinig te maken met integratie en al helemaal niets met de islam. Dat wordt er met de haren bijgesleept. Slotervaart is een probleem van uitsluiting en armoede. Er zijn relatief veel allochtone werklozen. De criminaliteit in deze wijk heeft een sociaaleconomische achtergrond. Maar in de media worden verbanden gelegd met religieus extremisme. Ik denk dat meeste van de jongens die rellen veroorzaken nooit naar de moskee gaan. Ze spreken Nederlands en kennen Marokko alleen als vakantieland. Het zijn Amsterdamse raddraaiers:
    Dat zegt Wasif Shadid, hoogleraar interculturele communicatie aan de universiteit Leiden. Hij publiceerde een bundel met essays, columns en artikelen. De titel van het boek is veelzeggend: De multiculturele samenleving in crisis. 'Je kunt gerust spreken van een crisis als de Koningin in haar kersttoespraak oproept tot tolerantie en daardoor haar positie en bevoegdheden door sommigen ter discussie worden gesteld.
    'Nog een mooi voorbeeld. Minister Vogelaar die vorig jaar zei dat 'de islamitische cultuur in Nederland niet meer weg te denken' is en uiteindelijk sprake zijn van een 'joods-christelijke-islamitische traditie.' Shadid: 'De wereld was te klein. Iedereen viel over elkaar heen om als eerste kritiek te leveren. Terwijl de minister niets anders deed dan nuchter op een bepaalde ontwikkeling duiden. Het klimaat in Nederland is zo verziekt dat ik deze woorden van Vogelaar niet anders dan als moedig kan bestempelen. Ze toont durf en visie door het negativisme rond de islam te doorbreken. De islam is nu een Nederlandse religie geworden:
    Nederland heeft helemaal geen traditie van tolerantie, vindt Shadid. 'Kijk maar naar de geschiedenis. De verzuiling is een uitstekend voorbeeld van intolerantie. Wij tegen zij. De grenzen van de verzuiling zijn inmiddels vervaagd, maar door de komst van de islam bevindt de samenleving zich weer in eenzelfde klimaat als dat van de preverzuilingstijd.'
    Volgens Shadid is het multiculturele debat van een pijnlijk laag niveau. 'Het is verworden tot een stigmatiserende kakofonie. Met als gevolg dat integratie verder weg is dan ooit en allochtonen zich steeds minder autochtoon zijn gaan voelen. Dat maakt de problemen alleen maar erger. Politici hoppen van incident naar incident en zijn klaarblijkelijk dusdanig politiek verlamd om nuanceringen aan te willen brengen in hun uitingen. Ik heb vaak het idee dat het er alleen maar om gaat wie er het hardst schreeuwt. Er lijkt geen animo om inhoudelijk te analyseren wat er speelt.
    'Wilders komt alleen maar met inhoudsloze ideeën zoals het wijzigen van Artikel Ivan de Grondwet en het verbieden van de Koran, en wordt vervolgens nauwelijks aangepakt door zijn collega's. Als je een positieve toon aanslaat over multiculturaliteit word je gezien als naïef.
Het is gewoon niet opportuun op dit moment.'
    Shadid stelt een aantal maatregelen voor die het negativisme rond de islam en allochtonen moeten doorbreken. 'De term allochtoon kan beter worden afgeschaft. Etnische groepsgrenzen dienen waar niet ter zake doend beter worden vermeden. Ali en Jan Peter hebben dezelfde rechten en plichten. Het overgrote gedeelte van niet westerse allochtonen is genaturaliseerd. Het zijn gewoon Nederlanders. We moeten problemen veel meer vanuit sociaal-economische invalshoek gaan bekijken. Er wordt nu teveel nadruk op religie en etniciteit gelegd.'
    Verder moeten volgens Shadid maatschappelijke organisaties duidelijk stelling nemen. 'Het wordt tijd dat er kleur wordt bekend en dat alle belanghebbenden op voet van gelijkheid een dialoog aangaan.'

Hier worden bijna alle multiculturalitische ideeën verwoord:
 -   Er is niets mis met de islam/allochtonen.
 -   Als allochtonen problemen veroorzaken, ligt dat aan de autochtonen.
 -   Autochtonen moeten meer geld en ondersteuning geven aan allochtonen.
 -   Autochtonen mogen niet praten over het geld dat allochtonen nodig hebben, en over alle vormen van  allochtone overlast.
 -   Nederland gaat als maatschappij slechter om met zijn andersgelovigen dan andere culturen.
 -   De oplossing van de problemen met allochtonen is beperking van de vrijheid van meningsuiting en het invoeren van politiek-correct taalgebruik.
    Conclusie: dit is niet alleen multiculturalisme, maar omdat het uit allochtone mond komt ook cultuurimperialisme: de moslims komen ons vertellen wat we moeten doen. Van ons eigen geld.

Eentje die tevens politicus is (Volkskrant.nl, 24-04-2007, door Ali Riza Karacaer, lid van het Stadsregiobestuur voor PvdA in Amsterdam ):
  Reageer met je verstand

Het is haast ondenkbaar hoe het politieke establishment, de intellectuelen, de media en de opinieleiders van onze samenleving zich gevangen laten nemen door een volksmenner als Wilders. Er gaat geen dag voorbij zonder dat de kwaliteitskranten, weekbladen en nationale zenders over deze politicus berichten.
    Wilders lacht zeker in zijn vuistje om deze bespottelijke situatie. En exploiteert roekeloos de ontstane politieke malaise. Maar waar ligt de oorsprong van deze overmatige aandacht voor deze schijnheilige politicus? Hij ligt in ieder geval niet in het succes van zijn politieke denken over maatschappelijke problemen. Het enige wat Wilders tot nu toe, als volksvertegenwoordiger, gepresteerd heeft is niets meer dan uitvallen tegen de islam en moslims. ...
    Naast het ontbreken van politieke visie op de hierboven genoemde maatschappelijke kwesties, meet Wilders ook met twee maten. Zo pretendeert hij dat de islam een fascistische ideologie is en de Koran een fascistisch boek dat gelijk staat aan Mijn Kampf. Als bevestiging voor zijn percepties van de Koran en islam wijst hij bijvoorbeeld op sommige verzen over de homoseksuele leefwijze en geweld in de koran die hij bewust uit zijn context licht om ten koste van elke prijs zijn gelijk te bewijzen, terwijl er in het Oude zowel als in het Nieuwe Testament verzen staan waarin, anders dan in de Koran, openlijk de doodstraf staat op homoseksualiteit en overspel. Neem vers 20: 1,13 in het boek Leviticus. Daar staat: "Wie met een man het bed deelt als met een vrouw, begaat een gruweldaad. Beiden moeten ter dood gebracht worden en hebben hun dood aan zichzelf te wijten." En iets van dezelfde strekking staat ook in het Nieuwe Testament (Brief van Paulus aan de Romeinen, 1: 25-27). Maar Wilders durft daarvan met geen woord te reppen.   ...
    ... Wilders misbruikt de democratie om moslims in Nederland tot assimilatie te dwingen. Zo demoniseert hij de moslims bewust door hun geloof als een fascistische ideologie af te schilderen. Zodoende zet hij ze impliciet ook als fascisten neer. Want netzo als iemand die in Das Kapital gelooft als een marxist wordt gezien, zullen jongere generaties in Nederland - als we niet oppassen - de moslims voortaan ook voor fascisten gaan aanzien vanwege Wilders' racistische propaganda.
    Niettemin is de belangrijke vraag wat de moslims moeten doen als Wilders' beoogde film wordt vertoond en die beledigende of intimiderende fragmenten bevat. ...

Er zijn wat stukken weggelaten, maat stel u gerust, er staat ook daarin niets anders dan dat alle ellende van de moslims volledig de schuld is van Geert Wilders. Plus een bijrol voor de gevestigde politieke partijen die hem niet weten aan te pakken. Geen woord over de bijdrages die moslims zelf aan de slechte naam van de moslims hebben geleverd.

Het gebeuren rond de anti-moslimfim Fitna van Geert Wilders heeft weer veel bewijzen van de vrijheid-vijandige mentaliteit van het moslim-leiderschap opgeleverd (de Volkskrant, 01-04-2008, door Jan Hoedeman ):
  26 ambassadeurs langs bij Verhagen over Fitna

Minister Verhagen van Buitenlandse Zaken heeft maandagochtend 26 islamitische ambassadeurs ontvangen om de dreigende schade rond de publicatie van de anti-islamfilm Fitna te beperken. De ambassadeurs maken deel uit van de Organisation of the Islamic Conference. Verhagen legde uit dat het Openbaar Ministerie de film van Wilders op strafbare feiten onderzoekt.    ...
    Mohammed Rabbae, voorzitter van het Landelijk Beraad Marokkanen, heeft op persoonlijke titel met advocaat Haroon Raza en publicist Ali Eddaoui een aanklacht bij het OM tegen Fitna ingediend. De drie vinden dat de film oproept tot moslimhaat en zeggen dat de Koranteksten uit hun verband zijn gerukt.   ...

De hier genoemde Ali Eddaoui is vrijwel zeker dezelfde als de als "Eddaoudi" aangeduide persoon in het artikel van Maarten Huygen, stammende uit de begintijd van dit proces uitleg of detail

Nog maar eens wat van de in de media meest frequnent verschijnende (de Volkskrant, 07-04-2008, column door Nazmiye Oral):
  Verlichting

Er is geen enkel mens aan te wijzen dat geen 'verlichting' wil. Het is maar wat je er onder verstaat.
    Voor de één staat het voor vooruitgang, voor een opleving van tijd waarin intelligentie, moed en waarheidsliefde bij elkaar komen en zo samen alchemie bewerkstelligen. ...
    Voor de ander betekent verlichting letterlijk verlichting. Van pijn. Van zorg. Van misère.
    De één duwt en chargeert. Weet dat hij moedig moet zijn, geen rekening heeft te houden met gevoeligheden, geen concessies mag doen omdat er anders niets in gang gezet kan worden. ...
    De ander vraagt, voelt zich afhankelijk, lijdt en hoopt op betere dagen en heeft alleen zicht op het onmiddellijke, omdat hij niet verder kan kijken dan zijn neus lang is door het absolute karakter van zijn omstandigheden waarvan hij bevrijd wenst te worden.
    Voor de volledigheid: ik heb het niet over de acties van de heer Wilders of wie dan ook, al zijn het uitwassen van een diepgevoelde overtuiging van het Westen, namelijk dat de islam en de moslims aan verlichting toe zijn. Terecht ook. Maar de ironie wil dat in elk geval in ons eigen land de twee wensen voor verlichting soepel langs elkaar heen schuiven zonder elkaar ooit te raken.
    Uit eigen onderzoek, dat vooral bestond uit simpel human contact, merkte ik dat alle Turkse vrouwen waar ik de afgelopen tijd mee te maken had (in Hengelo, Arnhem en Bos en Lommer in Amsterdam) geenszins bezig waren met Wilders en zijn 'film' ...
    Het enige dat ze zich afvroegen dat enige relevantie had voor recente gebeurtenissen, was waarom de arme profeet Mohammed nu zo vaak door de mangel werd gehaald. Waarom moesten ze hem toch telkens weer hebben? ...
    Het hele gebeuren werd door Ayse, meester in acceptatie, met een brede grijns samengevat. 'Stel je de mensheid voor als een appel. Haal er een stukje uit. Je hebt de appel en het stukje. De appel is Wilders, het stukje Mohammed. Het is eigenlijk grappig dat Wilders het stukje appel aanvalt, want hij valt zichzelf aan.'
    Tegen zo veel verlichting konden de vrouwen niet op. ...
    Hun desinteresse kwam niet voort uit domheid of onwelwillendheid. Het was een kwestie van prioriteiten. Deze vrouwen waren bezig met de dag zelf en niet met de waan van de dag. Want dat is een luxe die je je alleen kunt permitteren als daar ruimte voor is in je leven. Elk van deze vrouwen leeft met een grote mate van pijn. ...
    Er is een plek echter waar het westerse vooruitgangsgeloof en de niet-westerse hang naar verlichting elkaar ontmoeten: de kamer van de dokter. De dokter is God, de verlosser, de alwetende, de enige kracht buiten hen waar de vrouwen zich met regelmaat aan overleveren in de hoop op redding uit een erbarmelijk leven. De enige autoriteit waarnaar ze bereid zijn te luisteren. Van wie ze hopen op liefde, tijd en begrip.
    Ik kan het ze niet kwalijk nemen. Het is menselijk te hopen op een wonder. Het is menselijk je best te doen zo ziek mogelijk te lijken zodat je het gevoel hebt echt gehoord en gezien te worden, te hopen op een pil die je lijden zal verzachten en je leven zal verlichten. De wens naar verlichting is menselijk. Het is alleen zo jammer dat we westerse verlichting verkondigen zonder oog te hebben voor de hang naar de dagelijkse verlichting bij de mensen in wier levens we wroeten. Niet omdat ze zo zielig zijn. Simpelweg omdat zonder dat het één is bevredigd, er geen ruimte is voor de ander.

Een grote wirwar van tegenstrijdige opmerkingen en argumenten:
- De Westerse vragen om verlicht gedrag zijn terecht.
- De Westerse vragen om verlicht gedrag zijn onterecht.
- Het onverlichte gedrag is met name een kwestie van Turkse vrouwen.
- Turkse vrouwen beschouwen het westerse gedrag als onverlicht.
- Westerse verlichting kan je alleen krijgen als de Turkse pijn wordt opgeheven.
- De pijn van Turkse vrouwen wordt veroorzaakt door een erbarmelijk leven.
- De Turkse vrouwen doen de pijn erger voorkomen, uit hoop op verlichting door een westerse dokter.
    De boodschap: het westerse verlangen naar verlicht gedrag is fout, want met name Turkse vrouwen hebben hun eigen problemen. De bekende allochtonen veeleisendheid, die er zonder meer vanuit gaat dat autochtone vrouwen niet precies dezelfde soort problemen kunnen hebben, en niet strijden tegen het westerse wens tot verlicht gedrag.
    In feite is dit allemaal te herleiden tot het simpele proces bij Nazmiye Oral, als Trukse "leider", van het besef van een grote culturele achterstand, en de wens daar niet de eigen cultuur de schuld van te geven. Dus is de pijn die dit veroorzaakt, wat natuurlijk ook de pijn is van de klagende Turkse vrouwen, de schuld van de autochtonen: die mogen niet zo verlicht zijn, en dat al helemaal niet vragen van de immigranten.

Alle voorgaande gevallen betrof het meest rumoerige deel der allochtone natie. Maar ook andere dan moslim-leiders kunnen aardige sprookjes vertellen (de Volkskrant, 27-06-2008, door Stephan Sanders):
  Verhuisd uit de hemel

Bolletjesslikkers kom je niet tegen in de onder redactie van John Leerdam tot de stand gekomen bundel De Antillen en ik. Geslaagde Antillianen in Nederland halen zoete herinneringen op aan de eilanden
.

Ideetje: omdat ik kan bogen op een Twentse jeugd, vraag ik andere mensen, die daar ook geboren of getogen zijn en bovendien iets van hun leven hebben gemaakt, om hun herinneringen te beschrijven. Herinneringen die persoonlijk mogen zijn, maar die bij voorkeur niet ontsierd door nare verhalen, want dat zou in tegenspraak zijn met de ‘succesvolle Twentenaren’ die ik wil portretteren.
    Het kan zijn dat een uitgever brood ziet in dit idee, maar veel kans geef ik mijzelf niet. De grootste makke aan mijn plan is Twente. ... Er is geen slechte reputatie die weersproken moet worden, er is nauwelijks een reputatie.
    Daarin verschilt Twente met de Antillen en Aruba. Want die overzeese eilanden hebben in de laatste dertig jaar wel degelijk een naam gekregen bij de doorsnee Hollander. Een slechte naam. ...
    Natuurlijk was er ook het beeld van zon, zee, zaligheid, want steeds vaker weet de Europese toerist de stranden van Curaçao en Aruba te vinden, maar daarnaast zijn er de krantenberichten in eigen land, waarin Antillianen een niet te benijden hoofdrol vervullen. Jeugdbendes, groepsverkrachtingen, schooluitval, crimineel gedrag, drugssmokkel, gettovorming – het is de gemiddelde Antilliaan niet langer gegeven te baden in desinteresse, zoals de Twentenaar, hij moet zich verweren tegen zware aantijgingen, die een bezoedeling inhouden van de hele eilandengroep.
    Vandaar het idee: PvdA kamerlid John Leerdam, geboren op Curaçao vroeg andere ‘succesvolle Antillianen’ hun herinneringen op schrift te stellen. Nee, liever niet het dagboek van een aankomend bolletjesslikker, en ook geen artikelen over ‘bestuurlijke en politieke moeilijkheden’, dit moest een goed nieuws boek worden over de Antillen.
    Leerdam, die de redactie voerde, zegt het zo in zijn inleiding: ‘Antilliaanse en Arubaanse rolmodellen zijn er in overvloed, zowel binnen als buiten mijn eigen kring. (…) Zij allen maken deel uit van wat ik ‘de vergeten 93 procent’ noem. En daarmee bedoel ik de 93 procent van de Antillianen en Arubanen die voorbeeldige burgers zijn.’
    Zo wordt een tegenbeeld opgebouwd, waarin de zwijgende meerderheid centraal staat, die haar belastingen op tijd betaalt, in milieuvriendelijke auto’s rondrijdt, waarin diezelfde kinderen vervoerd worden naar balletles. Dit zijn onmiskenbaar heugelijke feiten, al kleeft er ook een klein bezwaar aan al dat goede nieuws. Het is een beetje saai, zoals de roman over het voortreffelijke huwelijk ook niet snel een bestseller wordt.   ...
    Dus bezingen ruim veertig Antillianen waaronder ‘zelfstandige ondernemers, kunstenaars, medici, politici en schrijvers’ hun liefde voor het eiland. Schattige herinneringen aan ‘een wandeling langs het rif, een fijn gezin, pijpenkrullen in je haar’ (Helen Kamperveen-Lochem), herinneringen aan ‘grote donkere landhuizen’ (Felix de Rooy), aan de passaat (Walter Palm) en ‘de warmte tussen de mensen’ (Arthur Adams).
    Ik heb zelden een boek gelezen waarin het wordt ‘trots’ zo vaak valt en waarin de vaderlandsliefde zo onbekommerd wordt bezongen. De Nederlandse variant zou al snel ‘extreem nationalistisch’ heten, alsof Wilders een woordje meespreekt, maar we begrijpen dat het hier om een minderheidsgroep gaat die een tegengeluid wil laten horen.
    Soms, verdwaald tussen al dat suikergoed, lees je bijna per ongeluk echt iets dat de eilanden kleur geeft. Jessica Dikmoet beschrijft het klassenverschil, zoals dat bestond tussen haar en haar vriendinnetje Suzy, die ‘bij Colon woonde’, in een zelfgemaakt huisje zonder licht. ‘ Het was er altijd drassig. Er lagen uitgemergelde honden. Er waren ook ratten. Eigenlijk stonk het er erg.’
    Ik veerde bij deze passage op, zoals je blij kunt zijn met wat regen na weken aanhoudende zonneschijn. Eindelijk een waar woord, waardoor iets van de gecompliceerde sociale en culturele verhoudingen op de eilanden begrijpelijk wordt. Want iedereen met een open oog die wel eens Curaçao of Aruba heeft bezocht, wordt toch vooral getroffen door de afgepaste kleurhokjes, die de samenleving verdeeld houden. Bruin, licht bruin, zwart, blank, Nederlands blank, Joods blank – het is nog net geen kastensysteem, maar het scheelt niet veel.
    Daarover lees je zeer weinig in dit boek, het goede nieuws heeft de werkelijkheid met succes verslagen. Een uitzondering nog, Noraly Beyer die in haar bijdrage een beeld schetst van het heersende schoonheidsideaal op Curaçao. Beyer, geboren in Willemstad uit Surinaamse ouders, beschrijft hoe ze als klein meisje met haar billen draait ‘als een eend’ zoals haar tante lovend opmerkte. Want hoe prominenter de vrouwenbil, hoe meer succes op Curaçao. Maar dan bekijkt de kleine Noraly zichzelf nog eens kritisch voor de spiegel, en ontdekt de wrede waarheid. ‘Ik miste de dikke billen van een echt Antilliaans kind. Dat was de schuld van mijn ouders, vond ik, want de Surinamers die ik toen kende, hadden geen groot achterwerk.’
    Kijk, hier wordt iets verteld wat je vanuit Nederland niet snel kan bedenken.
    Nog iets: na al die loftuitingen valt het de lezer onvoordelig op dat praktisch alle Antillianen en Arubanen die hun bijdrage leverden gewoon in Nederland wonen. Vrijwillig uit de hemel verhuisd. Daar zou volgens mij een boek in zitten.

Meer over John Leerdam hier uitleg of detail .

Nazmiye Oral wordt als een van de meest redelijke Turkse woordvoerders gezien. Haar specialiteit is het zich inleven in de problemen die allochtone vrouwen hebben met het leven met Nederlanders. Maar de nieuwe integratienota van de PvdA, die een wat meer realistische blik op het integratieprobleem werpt, doet haar eenduidig positie kiezen. In verband met de hoeveelheid misverstanden gemengd met juiste observaties een stuk voor stuk behandeling (de Volkskrant, 09-03-2009, column door Nazmiye Oral):
  De flauwe integratienota van de PvdA

... Ik lees de integratienota van de PvdA.
    Ik lees over nieuwe Nederlanders. Ons Nederland. Dat tolerantie niets heeft opgeleverd. Dat de politiek niet heeft willen luisteren naar de oorspronkelijke bewoners van Nederland die de verandering in hun land met moeite konden accepteren. Dat er pas werd geluisterd nadat mensen als Fortuyn hier aandacht voor eisten. Dat we met zijn allen eraan moeten werken om van dit land ons land te maken.
    Het hele stuk ademt een mislukt soort optimisme. Mislukt omdat het achterhaald is en absoluut niet van deze tijd.

Dit zijn juiste observaties. Maar waarschijnlijk niet op de manier die Oral bedoelt:
  Wat ook opvalt, zijn de grenzen die nergens worden benoemd maar die de hele tijd aanwezig zijn in de voorstellen. Allen moeten we dezelfde wet gehoorzamen (duh). Krenken mag maar hoeft niet (zo zo). En om een ‘echte’ Nederlander te zijn moet je de taal kennen en meedoen met de waarden en normen van dit land.

Oral noemt de grenzen die wel benoemd zijn in de nota, de wettelijke grenzen, en constateert terecht dat de er andere grenzen niet benoemd zijn. Maar ook zij benoemt ze niet. Want dat zijn de culturele maatschappelijke omgangsvormen. De regels, in plaats van de wetten. En de grote massa der moslims schenden vooral de regels.
  Ik kan me niet voorstellen dat dit alles is waar de PvdA mee op de proppen komt na jaren van politiek en publiek debat. Ik heb zelf, tijdens jaren van toeren langs theaters, buurtcentra, blijf-van-mijn-lijfhuizen en zelfs een moskee, meegemaakt hoe het publiek met een islamitische achtergrond een enorme verandering heeft doorgemaakt. Waar de vrouwen in het begin defensief en soms zelfs agressief waren, vooral als het ging om interpretaties uit de Koran, ...

Zo, hier horen in de oratiedrift van Oral iets wat we natuurlijk eigenlijk altijd al wisten: het waren niet alleen de mannen, maar ook de vrouwen die op radicale manier in hun geloof zitten. Het idee dat mannen en vrouwen binnen de islam twee volkomen gescheiden stammen zijn, is natuurlijk absurd.
  ... werden ze een aantal jaren later, na de dood van Theo van Gogh toen de moslimdiscussie in volle gang was, milder en gingen ze zelfs meer zelfreflectie toepassen.

Hiervan is geen enkel bewijs voorhanden. Integendeel: we zien steeds meer in absurde kledingwinkels gehulde vrouwen op straat. En de betekenis daarvan is bekend genoeg - in de woorden in Metro van 18 februari van Nora El Jebli, initiatiefneemster van de Poldermoslima Hoofddoekbrigade: ‘Mijn hoofddoek staat symbool voor de liefde voor het geloof. Ik geloof meer in participatie dan in integratie.’ Oftewel: "We moeten jullie waarden niet" - wat je ook kan vertalen in "We moeten jullie niet".
  Tegenwoordig zij er grofweg twee soorten allochtonen. Degenen die goed meekomen, weten dat hun toekomst hier ligt, redelijk tot goed Nederlands kunnen en hier hun weg proberen te vinden. En degenen die afgesloten zijn van de maatschappij, de taal niet of nauwelijks beheersen, vaak last hebben van ziektes en ongemakken. Deze groep zal niet of nauwelijks veranderen, omdat ze niet willen, maar vooral ook omdat ze niet kunnen.

Klopt. Het gaat natuurlijk om de relatieve omvang van de twee groepen. En daarvoor is een simpel criterium omdat het ook op  andere terreinen en voor andere groepen geldt: in hoeverre zij n ze hoger opleidvaar. En dan is meteen de best mogelijk schatting: een derde op tweederde. Tweederde die niet mee zal kunnen komen. En die daardoor sterk het gevaar loopt te radicaliseren. Door het aanvullende proces dat we aan het einde zullen benoemen.
  De fout die er in de integratienota van de PvdA wordt gemaakt, is dat men ervan uitgaat dat de migranten hebben gekozen voor het nieuwe land. De realiteit is dat minimaal driekwart van de migranten, als het niet meer is, ‘onvrijwillig’ hier is. In elk geval, zonder nadrukkelijk voor dit land te hebben gekozen. Ze zijn of hier geboren, of ooit hierheen gekomen door een economische noodzaak met het voornemen zo snel mogelijk terug te gaan, of getrouwd en hierheen gehaald door hun man of vrouw. We kunnen ons niet voorstellen dat mensen op zo een onbewuste manier migreren en toch is dat zo.

Kennelijk heeft Oral inmiddels de internetdiscussies gelezen, en begrepen dat 'vrijwilligheid' en dodelijk argument is. Dus stelt ze maar doodgewoon dat die vrijwilligheid niet bestaat. Daartoe roept ze zelfs 'economische noodzaak' als een vorm van dwang. Die is echt mooi: omdat Nederlanders rijker zijn, hebben ze daarmee gedwongen dat Turken en Marokkanen naar Nederland komen.
    Over dat argument kunnen we nog lang en kort praten, maar Oral vergeet dat het even makkelijk weerlegbaar is: vrijwel alle allochtonen hebben dubbele paspoorten, en kunnen zo weer uitreizen. En oh ja, dat geldt ook voor degene die hier geboren zijn. Want die lijken wel "onschuldig", maar ook dat is schijn: omdat ze hier altijd geleefd hebben, hadden ze des te meer kans en dus des te meer plicht zich aan de Nederlandse normen en waarden aan te passen. Hetgeen ze zichtbaar niet doen, gezien de enorme hoeveelheden overlast en criminaliteit vanuit de groep van jonge allochtonen. En tenslotte daarover: de positie in het nest van het koekoeksjong is niet zielig - zelfs niet als het koekoeksjong eruit gegooid wordt.
  In de nota wordt ook gesuggereerd, dat als je maar je best doet, je hoe dan ook een Nederlander kunt worden. Een volwaardige burger. Als ik uitga van mijzelf, redelijk geïntegreerd, ben ik nog steeds geen Nederlander. Niet in de organische zin van het woord dat ik niet opval, dat ik opga in de massa, dat ik een van de ‘onzen’ ben. Er zijn altijd momenten dat ik word bejegend als iemand ‘uit een andere cultuur’. Ik zal nooit en te nimmer een Nederlander zijn. Wat ik ook doe. Het is daarom onzin te suggereren dat mensen zelf bepalen of ze erbij horen of niet.

Dit klopt weer. Allochtone immigranten zullen nooit Nederlanders worden, omdat dat in het woord zit: "allochtone" betekent namelijk: "zich niet-aangepast gedragend". Iemand met een baard of hoofddoek zal nooit een Nederlander worden, en over djellaba's, nikaab's en boerka's hoeven we het helemaal niet te hebben. Je enige kans is de taal spreken en je houden aan de normen en waarde. En bovenal: geen overlast veroorzaken. Allochtone immigranten falen op bijna al die terreinen op grove wijze.
  Een paar dagen geleden publiceerde Maurice de Hond een (omstreden) opiniepeiling, waaruit bleek dat nu ook hoogopgeleiden voor Wilders en de zijnen kiezen, omdat hij wordt gezien als de hoeder van het vrije woord. Wat er dan wordt gezegd, is kennelijk niet meer van belang, het gaat erom dat het gezegd kan worden.

Tja, daar zit het verschil tussen de gelovige, de moslim, en de verlichte Nederlander: voor de moslim is de heiligheid van de religie belangrijker dan het vrije woord, de open maatschappij, en de democratie.
  De realiteit is dat we in een beschavingscrisis zitten en weigeren rekening te houden met mensen die worstelen met de realiteit van migratie. En die is niet mis. Het gaat om verlies van eigenwaarde en identiteit, angst, apathie, depressie en wanhoop.

En weer ware woorden, met dien verstande dat het niet 'we', maar de allochtonen zijn die in een beschavingscrisis zitten. Want inderdaad: die lijden potentieel aan verlies van eigenwaarde en identiteit, angst, apathie, depressie en wanhoop . Maar dat heeft niets met Nederlanders te maken, maar met immigranten die vrijwillig naar Nederland komen, vanuit een achtergebleven cultuur, vaak zelfs een sterk achtergebleven cultuur.
  Onze zogenaamde tolerantie uit het verleden, waar we zo trots op zijn, bleek flinterdun. Nu het laagje eraf is gekrabd, komt er ongeduld naar boven. Woede. En een roep om aanpassing.
U hoeft maar de commentaren te lezen van lezers op de internetsite van deze krant om te zien hoe rechts en intolerant de meeste zogenaamd links georiënteerde mensen zijn geworden.

Hallo? 'Onze' tolerantie? Gezien de grove manier waarop jullie je tegen onze vrije waarden keren, is er van jullie kant heel weinig tot geen tolerantie (natuurlijk wil Oral zich hiermee onder Nederlanders scharen, maar het vorige stukje diskwalificeert haar,even natuurlijk, volledig).
  Hoeveel van uw vrienden komen uit een andere cultuur? Voor een werkelijke toekomst zijn geen harde maatregelen nodig. Ook geen tolerantie. Gewoon contact. Een op een, oprecht, eerlijk contact. En het wijze besef dat de dingen hun tijd nodig hebben en je een proces niet kunt afdwingen.

Hetgeen gezien de manier waarop moslims onze normen en waarden afwijzen volkomen begrijpelijk is.
    Je zou kunnen denken dat Oral dit soort fouten in volledige onschuld begaat. Dat lijkt een stuk minder voor de hand, als je bedenkt, al eerder genoemd, wat haar specialiteit is: het inleven in mensen die het moeilijk hebben. Het idee dat Nederlanders het moeilijk kunnen hebben met immigranten die zich zo weinig wensen aan te passen, en een vijandige godsdienst aanhangen, staat kennelijk zo ver van Oral af, dat het haar empatische vermogens totaal niet bereikt. En het is niet moeilijk voorstelbaar wat de barrière is tussen die empathie en de positie van de Nederlanders: de etnische en religieuze barrière. Nazmiye Oral zit volstrekt vast in het culturele, religieuze en etnische verschil.
    En dan nu nog de extra reden voor het gevaar dat de onderste tweede van de moslims kunnen radicaliseren. Die is bijna dezelfde als we nu voor Oral hebben gedemonstreerd: ze zitten zo vast in hun eigen groep en gelijk, dat ze van iedere tegenslag de Nederlanders de schuld zullen geven. net als Oral, veel beter opgeleid en in een sociaal succesvolle positie.
    Tot slot nog wat opvallends. Onderstaand de koppen van de webversie - kennelijk had de webredactie goed begrepen waar de schoen wringt, en/of durfde de krantenredacteuren de provocatie die er ook achter zit niet aan:
  Migranten kiezen niet voor Nederland

De PvdA-integratienota zit fout. Vrijwel alle migranten wonen hier onvrijwillig. Ze zullen nooit en te nimmer Nederlanders zijn
.

Tussentitel: Nu het laagje tolerantie eraf is gekrabd, komt er ongeduld naar boven.

Oftewel: "Migranten kiezen niet voor Nederland. Nu het laagje tolerantie eraf is gekrabd, komen conservatisme en culturalisme naar boven".
    En dat zijn nog steeds de nette woorden.


Naar Allochtonen, leiders , of site home .