Marokkaans racisme
De Volkskrant, 18-01-2005, van verslaggever
Iņaki Oņorbe Genovesi
Weer dode op straat in Amsterdam-Oost
Tussentitel: 'Die vrouw en haar familie gaan branden'
Verhitte taferelen dicht bij de plaats waar Theo van Gogh werd vermoord. Dit
keer is het slachtoffer een Marokkaanse man. Vermoord, krijsen de omstanders.
Onthutst kijken de bewoners elkaar aan. Niet weer een moord
in hun buurt. Niet weer een blauw politiedoek in Amsterdam-Oost. Maar enkele
meters verderop ligt maandagavond het bedekte lichaam van een 19-jarige
Marokkaanse man.
Vermoord, schreeuwen Marokkaanse jongeren bij de afzetting in de Derde
Oosterparkstraat. Als een hond is hun vriend afgemaakt door die vrouw in haar
auto. Per ongeluk doodgereden, zegt een autochtone ooggetuige. Omdat ze in
paniek raakte toen de jongen haar vanaf zijn scooter wilde overvallen.
De vrouw zou in haar auto hebben gezeten, toen de jongen en
een vriend op een scooter kwamen aanrijden. Ze deden het portier van haar auto
open en gristen haar tas weg. Daarop reed ze de jongen dood. Eigen schuld, zegt
de man beslist.
Enkele meisjes beginnen te huilen. Schuld of onschuld is
volgens hen niet belangrijk. Een mens ligt dood op straat. En dat doet pijn, of
het nou Theo van Gogh is of een onbekende Marokkaanse jongen.
Maar de Marokkaanse jongeren laten zich niet de mond snoeren.
Ze eisen gerechtigheid. 'Dit is racisme. Die vrouw heeft hem net zo lang
achtervolgd totdat ze hem te pakken had', zegt Omar. 'Die vrouw en haar familie
gaan branden', sist Mohammed.
Ze trappen tegen het afzettingshek aan. Schelden
politieagenten uit, die in hun ogen maar wat staan rond te hangen. 'Stel dat een
Marokkaan de dader was geweest. Dan hadden ze heel wat meer gedaan.'
Intussen groeit de groep woedende jongeren. 'Waar is de
vrouw? Waar is die hoer?' Maar er is ook bezorgdheid om de familie van het
slachtoffer. 'Weet iemand waar ze wonen? Heeft iemand ze al gewaarschuwd?'
De familie is dan al op de hoogte. Even daarvoor is de vader
van de man bij het zien van het lijk door het lint gegaan. Driftig zwaait hij
met zijn armen. Zijn gekrijs overstemt de kletterende regen.
Agenten kunnen hem ternauwernood overtuigen dat hij mee naar
het bureau aan de Linnaeusstraat moet. Daar probeert een crisisteam hem op te
vangen.
Op straat wil het maar niet rustig worden. Elke nieuwkomer
krijgt het verhaal opnieuw te horen. Bij elk relaas wordt de vrouw meer en meer
als een monster afgeschilderd. Ze zou de jongen vol gas van zijn scooter hebben
gereden. Ze zou een paar keer heen en weer over hem heen zijn gereden.
De politie wil weinig zeggen. Achter de afzetting is het
technisch onderzoek nog bezig. Getuigen moeten worden gehoord. De vrouw is
meegenomen naar het bureau. 'Echt waar jongens.'
Een groepje Nederlandse bewoners schudt het hoofd. Als het
maar niet escaleert. Als ze maar niet nog banger hoeven te zijn om op straat te
lopen. Buurtbewoner Ed: 'We zijn hier al wat gewend. Inbraken, straatroof. Maar
als we elkaar ook nog op straat gaan vermoorden. . .'
Buurtbewoner Frans kijkt er niet van op. 'Je loopt hier door
die Marokkaantjes op hun scooters met je hart in de keel. Nou, dan kan je er op
wachten dat iemand het niet meer pikt.'
Red.: Wat er gebeurt is, is het volgende: Twee Marokkanen op scooter
plegen een overval. Bij de achtervolging in een auto door het slachtoffer vindt
een van de daders de dood in een verkeersongeval. Andere Marokkanen die van het
ongeval vernemen, vinden dat racisme. Dat is racisme. De Marokkaanse omstanders
nemen zonder meer aan dat het ongeval opzet was omdat bestuurder autochtoon is.
Dat is racisme. Verder wensen zij de autobestuurder dood, dat is fanatisme of
extremisme. Op geen moment overwegen de Marokkaanse omstanders dat het
Marokkaanse slachtoffer een overvaller, misdadiger is. Dat is racisme.
Red.: Een rationelere analyse: neem de volgende andere drie
gevallen in beschouwing: automobilist Marokkaan, overvaller Marokkaan,
automobilist blank, overvaller blank, automobilist Marokkaan, overvaller blank.
In al die gevallen zou er weinig tot geen ophef zijn geweest, een stukje in de
lokale krant misschien. Alleen in het geval van Marokkaanse overvaller en blanke
automobilist is er ophef. En uitsluitend vanwege de houding van de Marokkanen in
dit geval. Die houding is er een van verongelijkt racisme en wrok.
Red.: Dit is ook een voorbeeld van groepsgedrag. Voor de
Marokkaanse omstanders zijn de individuele omstandigheden totaal onbelangrijk:
geen woord over de tasjesroof, en geen woord over het feit dat de betrokken
Marokkaan een veelvuldig misdadiger is, zie vervolgbericht 3
. Alleen het feit dat hij
bij hun groep hoort, die van de Marokkanen, (en de andere betrokkene niet) telt.
Dit is groepsidentiteit als tegenstelling tot individualiteit.
Voor het vervolg, zie hier
.
Terug naar Marokkanen en superioriteit
, Hiërarchie
allochtonen
, of naar
site home
.
|