Bronnen bij Kapitalisme, ideologie: publiek-privaat


25 aug.2006

Eén van de fronten in de strijd rond de waarden van het kapitalisme is de vergelijking tussen de efficiëntie van publieke en private instellingen. Een voorbeeld:
 

Uit: De Volkskrant, 06-05-2006, column door H.J. Schoo

De nazaten van Galbraith

...   Het echec van de Bijlmer en andere grootschalige nieuwbouwprojecten tekende zich af en het verzet zwol aan tegen verkeersdoorbraken en vormen van stadsvernieuwing die historisch gegroeide stedelijke weefsels rücksichtslos negeerden. Traditioneel rationalistisch ingesteld links stuitte op een romantisch, lichtelijk anarchistisch (nieuw) links, dat zich keerde tegen topdown-planning en, bijvoorbeeld, de rigide scheiding van wonen en werken die modernistische planners hadden verordonneerd.
    Jane Jacobs, geboren Amerikaanse, werd de apostel van deze beweging. Met haar monumentale The Death and Life of Great American Cities uit 1961 en later The Economy of Cities (1969) ondermijnde deze autodidact het gevestigde centralistische denken over stedenbouw, stadsvernieuwing, stedelijke economie en - bovenal - de rol van planning. Zij toonde aan hoe beperkt de kennis van planners in feite altijd is en hoe zij in hun onwetendheid meer vernielen dan opbouwen. Steden, buurten en gemeenschappen zijn niet maakbaar: zij groeien 'organisch', door het economisch handelen en de beslissingen van vrije individuen.
    Jacobs werd in de jaren zestig en zeventig vooral omarmd door 'alternatief links', maar gaandeweg kwam de liefde ook uit neoliberale hoek. Met die radicaal-libertaire kant van Jacobs en vooral met de betekenis daarvan voor het beheer van het economisch leven, weet gevestigd links nog altijd geen raad - ook niet in Nederland. Sowieso drong zij hier te laat door om een tekentafelhorreur als de Bijlmer te voorkomen, die nota bene werd gerealiseerd toen in de VS dynamietstaven al een einde maakten aan megalomane hoogbouwwijken.
    Te laat ook om te beletten dat de latere stadsvernieuwing massaal kleinschalige werkgelegenheid vernietigde en mensen nodeloos afhankelijk maakte van de verzorgingsstaat.
    Hoewel Galbraiths bijdrage aan de economische wetenschap per saldo als gering wordt beschouwd, bezwijken activistische politici en beleidsmakers nog altijd voor de verleiding van zijn opvatting over de overheid. Logisch, want voor hen had hij een heroïsche rol in petto. In zijn voorstelling van zaken zitten politici immers in de cockpit van de samenleving en corrigeren hun plannen de 'verkeerde keuzen' van burgers. Jacobs gruwde van die cockpit, waar goedbedoelende brokkenpiloten gedoemd zijn fout op fout te stapelen. Zij stelde vertrouwen in vindingrijke burgers en hun gelouterde 'terreinkennis'.
 

Red.:   Schoo stelt hier dat stedenbouwkundige rampen als De Bijlmer het gevolg zijn van de aanpak ervan door de publieke sector, en impliceert dat de private sector het beter zou doen. Deze bewering wordt gelogenstraft door bijvoorbeeld de activiteiten van de private sector in bijvoorbeeld de binnensteden en nieuwe bouwprojecten, die nog grotere rampen tot gevolg hebben gehad. Zo langzamerhand overbekend zijn de voorbeelden van steden uit de voormalig communistische landen die, na opknapbeurten, er veel beter uitzien dan westerse steden, omdat er zo weinig is vernield door de private sector. Daarmee wil niet gezegd worden dat de verwaarlozing onder het communisme een voorbeeld is, maar de gestage sloop van het stedelijk schoon door het kapitalisme is dat nog veel minder. Waar een deel van deze schade mede is aangericht onder sturing vanuit de publieke sector, is dat het gevolg van het feit dat ook de groot deel van de betrokkenen uit de publieke sector sterk onder invloed stonden en staan van het kapitalistische, grootschalige, denken. En daar waar Schoo pleit voor voor het organisch groeien van steden buurten en gemeenschappen door het economisch beslissen en handelen van vrije individuen, is een flink deel van de schade in de steden juist daardoor aangericht, of in de terminologie van Midas Dekkers: het grootste gevaar voor een mooie binnenstad is niet bombardement, maar de middenstand. Het streven er het idee is wel goed, maar uitsluitend onder regulering vanuit de publieke sector, teneinde de uitwassen van de macht van het geld, en daarmee glas en beton, te voorkomen.

Dit soort valse vergelijkingen zijn de gewoonte in de publiek-private discussies - een andere veel-overtreder is Frank Kalshoven .


Naar Kapitalisme, ideologie  , Economie lijst , Economie overzicht , of site home .