Bronnen bij Kapitalisme: de val

3 sep.2006


 

Uit:

De Volkskrant, 26-09-2008, van verslaggever Michiel Haighton

Overheid wil met krediet van 25 miljard euro autofabrikanten helpen moderniseren

Miljarden steun voor automakers VS

Huis van Afgevaardigden akkoord met miljardenkrediet | Autofabrikanten financieel aan de grond | Investeren in zuinige auto's


De remmen bij de Amerikaanse overheid lijken los als het aankomt op het ondersteunen van noodlijdende sectoren. Na de financiële instellingen wordt nu ook de geldkraan opengedraaid voor de gemankeerde Amerikaanse auto-industrie, zo werd donderdag bekend. Autofabrikanten krijgen van de regering een krediet van 25 miljard dollar, bijna 17 miljard euro. Het Huis van Afgevaardigden is akkoord, dit weekeinde volgt naar alle waarschijnlijkheid de Senaat.
    De leningen zijn bedoeld om met name de drie grote Amerikaanse autoproducenten, Ford, Chrysler en General Motors te ondersteunen bij de modernisering van hun fabrieken en modellen. Nieuwe Amerikaanse wetgeving vereist dat in Amerika geproduceerde auto’s zuiniger en schoner worden. De investeringen die hiervoor nodig zijn, kosten volgens berekeningen van de overheid in totaal circa 100 miljard dollar. Het noodkrediet wordt verstrekt door het ministerie van Energie.
    De Amerikaanse auto-industrie heeft zelf geen geld in kas om te investeren in de toekomst. De bedrijven verkeren in financiële nood doordat de autoverkoop op met name hun thuismarkt is ingestort.
    In augustus kelderden de verkopen met 20 procent. General Motors incasseerde sinds 2005 verliezen ter hoogte van 70 miljard dollar. Voor Ford is dat bedrag opgelopen tot circa 24 miljard dollar. Exemplarisch voor de deplorabele staat waarin de Amerikaanse auto-industrie zich bevindt, is het faillissement deze week van Amerika’s grootste Chevrolet-dealer, Bill Heard Enterprises.
    Vanwege de hoge benzineprijzen kiezen Amerikanen vooral voor zuinige en kleine Japanse auto’s. Ford, Chrysler en General Motors hebben hier vooralsnog geen antwoord op. De Amerikaanse auto-industrie is gespecialiseerd in grote, zware en benzineslurpende modellen. Wel werkt General Motors aan een elektrische auto, de Volt, die moet concurreren met de succesvolle Toyota Prius.
    Het krediet van 25 miljard dollar moet de Amerikaanse auto-industrie helpen snel aansluiting te vinden bij de kopgroep van moderne automakers. Hoewel de details nog niet bekend zijn, mag het krediet alleen worden gebruikt om te investeren in fabrieken en technologieën die auto’s energiezuiniger maken.
    In de VS wordt verschillend gereageerd op het krediet voor de auto-industrie. Het verbond van belastingbetalers, The National Taxpayers Union, vindt dat de steun een ‘verschrikkelijk precedent’ schept voor andere sectoren in de Amerikaanse economie. ‘Als in moeilijkheden verkerende bedrijven willen overleven, moeten zij niet hun hand ophouden bij het Congres, maar hun zaken herstructureren, net zoals miljoenen Amerikanen nu anders met hun geld moeten omgaan.’
    Marcel Canoy, hoofdeconoom bij het economische onderzoeksbureau Ecorys en gespecialiseerd in marktwerking, kan enig begrip opbrengen voor de stap van de Amerikaanse overheid. ‘Door de kredietcrisis zitten de banken op hun geld. Lenen is moeilijk, zeker voor de noodlijdende autofabrikanten. De overheid kan met een overbruggingskrediet de helpende hand toesteken.’ Maar gerust is hij er niet op. ‘Het geld moet wel alleen worden aangewend voor technologische vernieuwingen, anders is het ongeoorloofde staatssteun. In Europa kennen we ook tal van fondsen voor technologie-innovaties.’



Uit:

De Volkskrant, 26-09-2008, van correspondent Gert-Jan van Teeffelen

Internationale financiële crisis | Bezuinigingen op koffie en lunch, of geen geld meer voor medicijn voor dochter

Niemand zo somber als de Britten

Nergens in Europa zijn de consumenten zo somber als in Groot-Brittannië. Malaise, velen zijn vergeten hoe dat voelt.


Melissa Lewis kijkt een beetje of ze is betrapt. In een filiaal van de supermarkt Sainsbury’s in Noord-Londen heeft ze net een paar blikjes kidneybonen van het onderste schap gepakt. Ze zijn van het huismerk en kosten omgerekend 16 eurocent per stuk.
    ‘Eerst kocht ik altijd deze’, zegt de jonge moeder, wijzend op blikken die het drievoudige kosten. ‘Maar de smaak is hetzelfde, geloof ik.’ Ze wil best onthullen dat ze nog meer bezuinigingen heeft gevonden. ‘Wij wassen onze handen weer met ouderwetse zeep. Daar is niets mis mee, en het is veel goedkoper dan die flesjes met pompjes.’
    Het veranderde koopgedrag van Lewis – ze vreest voor de baan van haar man – staat model voor miljoenen Britten. De natie lijkt in shocktoestand. Na 16 jaar almaar groeiende welvaart, is er plotseling malaise, en velen waren vergeten hoe dat voelt. In geen ander Europees land zijn consumenten zo somber. De recente crisis op Wall Street is hooguit extra bewijs dat het verkeerd gaat.
    De Britten houden daarom massaal de hand op de knip. Zelfs op de meest alledaagse dingen wordt hard bezuinigd, zoals lunches en koffie. Eerder genoemde supermarkt heeft de verkoop van boterhamzakjes en lunchtrommels met 35 procent zien stijgen. Thermosflessen: een verdubbeling. Ook grote uitgaven ontsnappen niet. De autoverkopen blijken vorige maand gekelderd tot het laagste niveau sinds 1966.
    Het heeft vooral te maken met de inzakkende Britse huizenmarkt. Daar is de zeepbel na jaren van speculeren geknapt, nu als gevolg van de kredietcrisis sinds een jaar niet meer met hypotheken wordt gestrooid, en deze leningen opeens moeilijk te krijgen zijn.
    De Britten moeten sowieso afkicken van hun kredietverslaving; per hoofd van de bevolking hebben ze meer schulden dan Amerikanen. De spaarquote, het deel van het inkomen dat opzij wordt gezet voor later, staat op het laagste punt sinds 1959.
    Maar het is ook al het andere slechte economische nieuws, dat breed wordt uitgemeten in de media, zoals de gestegen prijzen. ‘Het is gelukkig alweer iets gezakt, maar het blijft bloody awful’, zegt John Hughes. Bij het Shell-station in de wijk Crouch End vult hij zijn Ford Transit met diesel, à 1 euro 57 per liter.
    Dat is al draaglijker dan de 1 euro 70 van enkele weken geleden, maar het maakt zijn dagelijkse trip naar een bouwput in Essex nog steeds een dure grap. ‘Ik las dat we hier na Noorwegen de duurste diesel van Europa hebben. Ze kunnen wel zeggen dat het de wereldmarkt is, maar het zijn natuurlijk vooral de hoge belastingen.’ Ook Hughes bezuinigt. Zijn verroeste bestelbus wordt voorlopig niet vervangen, en hij gaat nóg minder naar de pub.
    Hij is kennelijk niet de enige. Een half jaar geleden, toen het al niet best ging met de Britse horeca door het rookverbod en de stijgende bierprijzen, sloten wekelijks gemiddeld 27 pubs in het land. Nu zijn dat er 36, ofwel meer dan vijf per dag.
    Het draagt allemaal bij aan een sfeer van doom and gloom .Dit blijkt overduidelijk uit de peilingen die meten over welke onderwerpen Britten zich het meeste zorgen maken. Tot afgelopen lente waren dit vertrouwde thema’s als misdaad, buitenlanders/immigratie en gezondheidszorg die de lijstjes aanvoerden, en door 30 tot 50 procent van de ondervraagden werden genoemd. Sindsdien is de categorie ‘economie en prijzen’ razendsnel in de statistieken verschenen. Bijna 90 procent, een ongekend percentage, noemt dit als hun grootste zorg.
    Toch lijken de Britten met hun somberheid vooruit te lopen op de realiteit. De werkloosheid groeit en de economie zal de komende kwartalen vermoedelijk krimpen, maar dat neemt niet weg dat de Britse economie over 2008 als geheel waarschijnlijk beter zal presteren dan bijvoorbeeld de Duitse of Franse. De huizenprijzen kunnen zich over twee jaar herstellen door het grote tekort aan woningen, is de verwachting.
    Bij de gemiddelde Brit wil dit er echter niet in. Ze zien banken wankelen en hun koopkracht dalen. Vakanties in Europa zijn veel duurder geworden omdat de koers van het pond is ingezakt. Toen het nationale bureau voor de statistiek vorige week meldde dat de winkelbestedingen onverwacht iets blijken te zijn gegroeid, werden deze cijfers in de media met hoongelach afgedaan als ‘onbetrouwbaar’.
    De partijcongressen van Labour (deze week) en de Tories (volgende week) interesseert veel Britten geen biet. ‘Het maakt me niet uit wat ze daar allemaal zeggen’, zegt Theresa Ewer, een alleenstaande moeder die met haar tienerzoon Luke een flatje bewoont in Noord-Londen. ‘Als ik naar mijn maandelijkse automatische afschrijvingen kijk, zie ik dat die bijna zijn verdubbeld in een jaar. Ik zit echt heel krap.’
    Met Gordon Brown heeft ze geen medelijden. ‘Elke dag huil ik een beetje om hem, omdat hij zo laag staat in de peilingen’, zegt ze sarcastisch. ‘Hij heeft deze baan tien jaar lang begeerd. Nu mag hij laten zien dat hij zo goed is op economisch terrein als hij altijd heeft beweerd.’
    Maar veel kan ze niet te verwachten. Het begrotingstekort loopt in hoog tempo op. De extraatjes die tot dusver zijn gepresenteerd, lijken vooral een sigaar uit eigen doos. Zo kondigde Brown aan dat hij – de als hebzuchtig geldende – energiebedrijven heeft bewogen Britse huishoudens aan goedkope isolatie helpen. Later bleek dat de firma’s de subsidie mogen doorberekenen in hun tarieven.
    De Britten zijn na een periode van grote voorspoed uiterst wantrouwend geworden. ‘Je weet niet hoe het verder gaat’, zegt de gepensioneerde meneer Webb. ‘Je leest zoveel slecht nieuws, daar word je voorzichtig van.‘ Hij staat met zijn vrouw op station Golders Green om de bus naar het vliegveld Standsted te nemen.
    Aanvankelijk hadden ze zichzelf willen trakteren op het Caribische eiland Barbados, maar ze hebben ‘na wat scrabbelen’ iets goedkopers bedacht. Het worden een paar dagen Barcelona met Easyjet.
 

De Volkskrant, 26-09-2008, door Xander van Uffelen

Amerikanen verruilen ene schuld voor andere

Met steun van het Congres kan de overheid voor miljarden riskante leningen opkopen. Is de bankensector en de huizenmarkt daarmee geholpen?

Een groeiend leger van hoogleraren, bankiers en columnisten zet vraagtekens bij het reddingsplan van 700 miljard dollar. Hun grote vraag: zal de geldinjectie de financiële sector redden en daarmee de problemen op de huizenmarkt oplossen?
    De deskundigen betwijfelen of de financiële motor weer aan de praat te krijgen valt. Allereerst is er een praktisch dilemma. De overheid zal met het geld riskante leningen opkopen. Als de staat een eerlijke prijs betaalt, schieten de banken er weinig mee op – het geldgebrek blijft bestaan. Als de overheid te veel betaalt, moeten belastingbetalers ervoor opdraaien, en dat willen politici niet.
   Volgens gezaghebbende columnisten als Paul Krugman (New York Times) en Martin Wolf (Financial Times) is het verstandiger rechtstreeks geld in de banken te steken. Alleen vers kapitaal kan bankiers het vertrouwen geven dat ze weer geld kunnen uitlenen. Het Congres wil daarom de mogelijkheid krijgen later eigenaar te worden van de noodlijdende banken.
    Banken zullen echter ook na het reddingsplan terughoudend zijn geld aan huizenkopers uit te lenen. De banken vrezen dat ze door de dalende prijzen en de verzwakte economie uitgeleend geld niet meer volledig terugkrijgen. Als er alleen maar slechte leningen van hun balans verdwijnen, zal dat sentiment niet verdwijnen.
    Het fundamentele probleem van de huizenmarkt is met een reddingsplan bovendien nog niet opgelost. Terwijl het Congres debatteerde, daalden de huizenprijzen in augustus met 10 procent; de snelste daling sinds 1968.
    De problemen op de huizenmarkt staan symbool voor een groter probleem. De Amerikanen leven dankzij hun creditcard, torenhoge leningen en auto’s op afbetaling al jarenlang op de pof. Voor een gezond herstel van de economie moeten de Amerikanen minder gaan lenen en meer gaan sparen. Het huidige reddingsplan verruilt slechts de ene schuld (die van banken) voor een andere (die van de rijksoverheid). Het fundamentele probleem van een economie die te veel op leningen is gebaseerd, wordt niet aangepakt.
    Voor de huizenmarkt geldt dat armlastige Amerikanen uit de droom van eigen-huizenbezit geholpen moeten worden. Het afkicken van lenen zal daarbij gepaard gaan met economische neergang. De overheid kan slechts proberen een harde landing te voorkomen.



Terug naar Kapitalisme, ideologie  ,  Economie lijst , Economie overzicht , of naar site home .