Bronnen bij Loon naar werken, algemeen: zin en onzin

Loon-naar-werken is zeer zinnig principe, maar dat ver van de praktijk afstaat, zie bijvoorbeeld onderstaande (de Volkskrant, 14-12-2005, column door Evelien Tonkens):
  Van held naar anti-held en terug

Het was een zware week voor parkeerwachters, conciërges en medewerkers van plantsoenendiensten. Een week vol beledigingen en aantijgingen.
    Het stelt niets voor wat ze doen, het zijn slome sufferds, anti-helden, zo liet bijna iedere actie voerende brandweerman weten die een microfoon onder zijn neus kreeg. Je 'denkt toch niet dat ik parkeerwachter ga worden, brieste een actievoerder 'Van held naar antiheld!' Dat nooit! (Trouw, 10 december) Thuis zitten is blijkbaar dapperder en heldhaftiger dan de veiligheid bewaken.
    Dat was de echte reden van de brandweeracties. Niet het langer doorwerken op zich, maar het gore lef om de heldhaftige brandweerman te vergelijken met het suffe slappe parkeerwachtertje. ...
    Geef alle werkenden na 25 à 30 jaar werken een nieuwe periode van loopbaanoriëntatie en recht op maximaal vier jaar omscholingstijd, betaald door overheid en sociale partners. Te betalen uit de inkomsten van langer doorwerken en de besparing op vervroegd uittreden.
    De brandweerman kan dan parkeerwachter of conciërge worden, maar ook chauffeur, leraar of conducteur. (Ook dan zal hij van zijn machismo afstand moeten doen. Maar dat is noodzakelijk voor bijna iedere overstap.)
    Die tweede kans hoeft niet te leiden tot een hoger inkomen. We moeten juist af van het idee dat we ons hele leven alsmaar meer of minstens hetzelfde zouden moeten verdienen. Demotie is veel logischer: je verdient het meest als je ook het productiefst bent en (bijvoorbeeld vanwege kinderen en/of hypotheeklasten) de hoogste kosten maakt, namelijk in het midden van je loopbaan. Na pakweg tweederde dalen je kosten en je productiviteit langzaam - waarom zou je inkomen dan niet meedalen ?
    Dit maakt ook een eind aan de hemelschreiende discriminatie van ouderen op de arbeidsmarkt. Er valt nu zelfs over te twisten of het wel discriminatie is, in de zin van ongelijk behandelen van gelijke gevallen. ...

Op deze expliciete manier bestaat loon-naar-werken dus in de praktijk niet, en wel omdat het dan een algemeen principe zou kunnen worden, of in de termen van secretaris-generaal Sir Humphrey, de archetypische vertegenwoordiger van de upper-classes in de zeer Britse politieke satire Yes, minister uitleg of detail : "It is the thin end of the wedge", als antwoord op het voorstel van de minister om de koninklijke onderscheidingen voor ambtenaren afhankelijk te maken van prestaties. Waarbij 'the wedge' staat voor de wig die het zou drijven in de op basis van traditie of anderszinse willekeurigheden als afkomst verkregen verworvenheden van de top.

Dat loon-naar-werken in de praktijk onzin is, is zichtbaar als je gaat kijken naar situaties waarin de werkzaamheden gegarandeerd vergelijkbaar zijn. Zelfs dan blijken volstrekt willekeurige, dat wel zeggen: niets met prestatie te maken hebbende, factoren een rol te spelen (de Volkskrant, 22-04-2011, van verslaggeefster Loes Reijmer):
  Ziekenhuis betaalt vrouw minder dan man voor hetzelfde werk

Vrouwen stellen zich te slap op in salarisonderhandelingen. Ziekenhuizen moeten daar geen gebruik van maken, vindt de Commissie Gelijke Behandeling.

Vrouwen die in ziekenhuizen werken verdienen aanmerkelijk minder dan hun mannelijke collega's met dezelfde functie. Bij artsen in opleiding is het verschil gemiddeld 279 euro per maand. Ziekenhuizen maken daarmee 'verboden onderscheid op geslacht' volgens de Commissie Gelijke Behandeling (CGB).
    De salarisongelijkheid tussen mannen en vrouwen is het grootst bij functies zoals arts in opleiding, arts-onderzoeker, organisatieadviseur en hoofd fysiotherapie. Een deel van die ongelijkheid is volgens de Commissie te rechtvaardigen, doordat mannen meer werkervaring hebben of een betere opleiding. Het overige kan echter niet verklaard worden uit deze zogenoemde 'neutrale factoren'. Van de 279 euro die mannen gemiddeld meer verdienen, is 119 euro willekeurig.
    Grote boosdoener: de salarisonderhandelingen. In bijna de helft van de gevallen onderhandelen vrouwen niet goed genoeg.
    'Vrouwen durven niet goed te vragen wat ze willen', vertelt Jessica de Jong, auteur van het boek Vrouwen zijn gelijk aan mannen - behalve in de directiekamer. 'Ze zijn onzeker en weten vaak niet wat ze waard zijn. Tegelijkertijd wordt het van vrouwen ook minder gepikt dat ze een goed salaris vragen. Ze zijn dan veeleisend en bitchy.'
    Maar buiten de salarisonderhandelingen blijft er nog steeds een onverklaarbaar verschil over, stelt De Jong. 'Vaak wordt verschil in salaris tussen mannen en vrouwen geweten aan deeltijdwerk of de keuze voor typische vrouwenberoepen in de publieke sector. Maar als je deze factoren meeweegt, blijft er nog altijd een onverklaarbaar loonverschil over van 3 tot 4 procent.'   ...
    De CGB voerde het onderzoek uit in achttien algemene ziekenhuizen, omdat hier dezelfde arbeidsvoorwaarden en hetzelfde functiewaarderingssysteem gelden. In totaal werden 1.346 salarisvergelijkingen tussen gelijkwaardige functies van mannen en vrouwen gemaakt.

Het verschil is hier niet groot, maar dat is omdat dit ook nauwelijks kan gegeven het soort branch, en het feit dat er alleen binnen absoluut hetzelfde beroep is gekeken. Zodra de functionele verschillen oplopen, is zo in te zien dat de beloningsverschillen razendsnel zullen oplopen tot in de tientallen procenten.


Naar Loon naar werken I , of site home .