Bronnen bij Managen en vakkennis: het VOC voorbeeld

In onderstaande artikel haalt de auteur een historisch voorbeeld van negatieve maatschappelijke ontwikkelingen aan, de Pruikentijd, dat al langer bekend is, maar nu, in  de tijd van sterk uit de hand lopende managerssalarissen en andere vormen van totaal uit de hand lopende beloningstructuren, een zeer verontrustende analogie is:


Uit: De Volkskrant, 20-12-2004, achtergrondartikel Hedendaagse regenten, door Marcia Luyten

De ondernemer schept, de manager rekent

In het openbaar bestuur, in het bedrijfsleven, zelfs in de politiek is de manager
oppermachtig. Driehonderd jaar eerder gebeurde hetzelfde. Uiteindelijk ging de ooit
welvarende Republiek eraan ten onder.

Tussentitel: Manager maalt niet om de toekomst

De Republiek der Nederlanden dankte haar voorspoed in de 17de eeuw aan de mercator sapiens: de wijze koopman die burger, stads bestuurder, ondernemer en manager ineen was. Zijn succes lag besloten in een code: dat wat nuttig schijnt mag niet oneerlijk zijn, en dat wat oneerlijk is, mag niet nuttig schijnen.
    Rond 1650 was de Republiek het belangrijkste handelsknooppunt ter wereld. De koopman die ook stadsbestuurder was, werkte weliswaar hard, het was zijn talent tot vernieuwen dat hem groot maakte. Door technologische innovatie was in de Zaanstreek een economie van hout, wind en water ontstaan. Met de grachtengordel werkte Amsterdam aan het grootste stedebouwkundige project sinds de Romeinen. De Beemster werd drooggelegd en nieuwe schepen voeren naar de Oost.   ...
     In de 18de eeuw kwam daar de klad in. Bestuursfuncties werden douceurtjes die regentenfamilies elkaar toespeelden. Een stedelijk ambt werd royaal betaald, maar omdat de bestuurder vakkennis miste, deed een zetbaas het werk. Over de nieuwe watergraven, afkomstig uit adellijke Brusselse families, klaagde de Zeeuwse waterbouwkundige Andries Vierlingh: 'Zij weten net zo veel van verlopen, zeewateren of dijken als een zeug van 't eten met een lepel.' In VOC-berichten vond Mak hoe de elite zich voor haar nepfuncties liet vergoeden. Toen in 1752 twee VOC-bewindvoerders naar Texel voeren om vijf schepen naar de Oost uit te zwaaien, ontvingen ze voor dit dienstreisje 2773 gulden en zeven stuivers. Een matroos werkte daar vijfentwintig jaar voor.    ...


Red.:   Dit is dus het verschijnsel dat ook in de moderne tijd valt waar te nemen. De argumenten voor de hoge beloning zijn er meerdere, en geen van alle geldig , maar dat laatste heeft soms wat oplettendheid of uitleg nodig. Het criterium van het aantal jaren datgene normale werkman er voor moet werken, is volkomen duidelijk - alles dat boven de tien normale werkjaren komt, is volkomen absurd. Voor een paar hedendaagse voorbeelden daarvan, zie hier .
     Het resultaat in historische tijden is bekend:

  Van de wijze koopman was geen spoor meer te bekennen. Zijn erfgenamen verschansten zich in een regentenklasse die alleen nog met haar eigen rijkdom was begaan. Die van de Republiek werd eraan geofferd. Enkele decennia later hield de VOC op te bestaan en Amsterdam ging een eeuw van neergang tegemoet.

De les trekt zichzelf:

  Die geschiedenis herhaalt zich. 'De goeden niet te na gesproken', zegt historicus en
schrijver Geert Mak, 'maar de manager van vandaag is de regent van toen. Net als toen is sprake van een cultuurbreuk.' De 'kaste van managers' die de dienst uitmaakt in de commerciële en de publieke sector, maalt niet om de gevolgen van zijn werkwijze: zonder vakinhoudelijke kennis voeren de managers reorganisaties door, en belonen zichzelf daar buitensporig voor.
     Mak: 'Of het nu gaat om een ziekenhuis of een dropfabriek, te veel managers hebben de pretentie dat ze alles kunnen managen zonder ook maar te letten op de inhoud van het werk.' Het gaat altijd om de korte termijn, en die houding staat per definitie op gespannen voet met echte verantwoordelijkheid. 'Het zijn figuren die als een vlo van de ene "uitdag

Met zeer kwalijke maatschappelijke gevolgen:

  Het optreden van zulke managers ontkent vakmanschap. De manager berooft de leraar, de verpleegkundige of de agent van de eer in zijn werk. Alleen het meetbare telt. Kwaliteit en aandacht laten zich niet kwantificeren. Bekeuringen en schoolcijfers wel, dus daarvoor staan richtlijnen en sancties in een prestatiecontract.
     Dat ondermijnt op twee manieren de inhoud van het vak. Enerzijds krijg je perverse effecten, zoals het politiebureau dat werd gestraft toen te weinig aanhoudingen wegens geweldsdelicten waren verricht - toevallig was die vorm van criminaliteit afgenomen.
    Ernstiger is dat zaken die cruciaal zijn voor de uitoefening van het vak, worden ontmoedigd. Geert Mak: 'Als een leraar niet meer een uur kan praten met een leerling die het moeilijk heeft, ondermijnt dat zijn vak.'
     De kwaliteit van onderwijs, zorg en dienstverlening neemt af. Op alle niveaus in organisaties en in de samenleving voelen mensen zich miskend, vernederd en gefrustreerd. Als ze bovendien zuiniger moeten leven, terwijl ze weet hebben van goudomrande regelingen en gesjoemel aan de top, dan gaat het sociaal vertrouwen stuk.

Het afnemende sociale vertrouwen is een factor waarvan het belang niet overschat kan worden - het sociale vertrouwen is de hoeksteen van de moderne westerse maatschappij .
    Maar er zijn nog meer uitingsvormen:

  Bij het amalgaam van perverse effecten hoort ook wat Geert Mak 'de korst' van adviesorganisaties en coaches noemt. Mak maakt zich nu echt kwaad: 'Het is een verfijnde vorm van corruptie, die steeds verder om zich heen grijpt. Als je, bijvoorbeeld, een ziekenhuisdirecteur bent, wordt je daarvoor buitengewoon goed betaald. Omdat het een moeilijk beroep is waarin je lastige besluiten moet nemen. Maar je hebt managers die nauwelijks weten wat er werkelijk in zo'n ziekenhuis omgaat. Zo iemand meent dat hij managementtechnieken overal komt. En als hij een ingewikkelder beslissing moet nemen, betaalt hij dure consultants, plus verzorgers om hem te helpen met de spanningen om te gaan.' En dát, besluit Mak, is niet uit te leggen aan mensen op de werkvloer. 'Die moeten in weer een bezuinigingsronde infuuspompen en collega's inleveren.'
     De manager zelf wordt ook de maat genomen aan de hand van afgesproken targets, dus richt hij zijn aandacht op de korte termijn. In het bedrijfsleven worden die patronen van korte-termijndenken en de afrekencultuur extra uitvergroot door de nadruk op aandeelhouderswaarde.

De laatste opmerking in het lange artikel is extra opmerkelijk:

 

Geert Mak: 'Ik snap eigenlijk niet waarom er nog geen opstand is uitgebroken. Tegen
die managerskaste groeit een enorme haat.'

Inderdaad. maar Nederlanders in het bijzonder en de westerse mens in het algemeen is van een grote rekbaarheid onder dit soort terreur.
    Voor een enkele Nederlandse analogie met commentaar, zie deze bron:


De Volkskrant
, 13-10-2011, ingezonden brief van F.Mommersteeg, Wijnjewoude

Loek Hermans

Ik lees dat Loek Hermans, de op non-actief gestelde voorzitter van de raad van toezicht van het COA, ruim 20 duizend euro voor zijn werk ontving (Binnenland, 12 oktober). De raad komt in principe vier keer per jaar bijeen voor een vergadering. Per vergadering dus 5.000 euro.
    Als 'migratie een verrijking van de samenleving is' (Leers), dan is het voorzitterschap van de raad die hierop toezicht houdt kennelijk een verrijking van het individu Loek Hermans.


Red.:   En van dit soort lieden is er dus schier oneindig veel meer dan van VOC-bewindvoerders ten tijde van de Pruikentijd van de 18de-eeuw.
    Voor meer artikelen over managers, zie het menu rechts naast dit artikel , en voor een meer specifieke discussie naar aanleiding van een artikel van Kees Kraaijeveld, zie hier .


Naar Managen en vakkennis , Managers, lijst , Economie overzicht  , of site home .