Bronnen bij Topinkomens, rechtvaardiging: bevestiging

20 okt.2010

Een aantal jaren zijn verstreken sinds de feiten rond de topsalarissen op deze website zijn beschreven., nu schijvende 2010. Ondertussen is er weinig gebeurd in de maatschappij - de enige vooruitgang bestaat uit pogingen die ondernomen worden om de absolute top in de publieke en semi-publieke sector wat terug te dringen, richting de zogenaamde Balkenende-norm: niet hoger dan het salaris van de minister-president. Een deskundige vat het al eerder genoteerde allemaal nog eens samen:
 

Uit: De Volkskrant, 16-10-2010, door Fred Zijlstra

Voor topsalaris en bonus is geen goede rechtvaardiging

Met hoge salarissen en variabele beloningen zouden managers beter presteren. Gedragspsychologisch gezien klopt dat idee helemaal niet.

Fred Zijlstra | De auteur is onder meer hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie aan de universiteit van Maastricht.

Bonussen en beloningen blijven een ‘hot item’. Forse bonussen worden uitgekeerd of er geen crisis is geweest. De Volkskrant berichte vorige week over onderzoek dat wetenschappelijk zou aantonen dat er een optimale hoogte van een bonus is. Dat lijkt op onderzoek dat kijkt naar het transferbedrag voor een voetbalspits en vervolgens naar het aantal doelpunten dat hij maakt. Dan zou je na verloop kunnen concluderen dat er een ‘optimaal’ transferbedrag is voor spitsen.
    Maar vele factoren bepalen of een spits kan scoren, zoals de tactiek van de trainer, het spel van zijn teamgenoten en de kwaliteit van de tegenstanders. Zo ook bij managers. Maar dergelijk onderzoek leidt niet tot beter inzicht in de processen die een rol spelen. Belonen (en straffen) zijn psychologische processen. Dus gaat het hier in feite om een gedragswetenschappelijk vraagstuk over salarissen en beloningen in relatie tot arbeidsmotivatie.
   Vele deskundigen behandelen motivatie en beloningen als een economisch vraagstuk. En dat is het eigenlijk niet. Het is meer een psychologisch en een ethisch vraagstuk.
   Het lijkt er op dat men het zicht verloren is op de rol van geld in het arbeidsproces. Geld wordt gezien als de belangrijkste (en veelal enige) motivator. Denk aan de engelse termen ‘incentive’, of de Nederlandse term ‘prikkel’ om mensen ‘harder in de gewenste richting te laten lopen’. Beloningsdeskundigen – veelal met een economische achtergrond – hebben daarom jaren gepleit voor ‘variabele beloningen’, om zo het gedrag van mensen te sturen (beïnvloeden).
    Misschien is het slecht nieuws voor deze ‘deskundigen’ dat geld helemaal niet zo’n belangrijke motivator is.
    Natuurlijk is geld belangrijk in onze samenleving; we moeten allemaal eten, drinken, en de hypotheek of huur betalen. Maar dat wil niet zeggen dat alles om geld draait. Hoewel economen zich dat soms moeilijk kunnen voorstellen, zijn er ook andere belangrijke zaken in het leven, zoals of je je werk leuk vindt, en of je je daarin kunt ontwikkelen. ...
    Het salaris is enkel compensatie voor de tijd die men zich aan de organisatie verhuurt. De hoogte zou eigenlijk een blijk van maatschappelijke waardering moeten zijn voor dat werk. In de praktijk is het vaker de uitkomst van de verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.
    Is het dan ook zo dat meer geld (een hoger salaris) leidt tot betere motivatie? Integendeel. Een klein experiment toont dat aan. De deelnemers moesten een uur lang een aantal zinloze activiteiten uit te voeren. Vervolgens werd hun gevraagd om de deelnemers na hen te vertellen dat het een erg leuk en interessant onderzoek was. De helft van de proefpersonen kreeg hiervoor 5 euro en de andere helft 50 euro. Degenen die 5 euro kregen wisten de anderen veel beter te overtuigen dan degenen die 50 euro ontvingen. De onderzoekers verklaarden dit door middel van het fenomeen ‘cognitieve dissonantie’: een bedrag van 5 euro vond men te gering om voor te liegen. Om voor zichzelf het verhaal te rechtvaardigen dat het onderzoek wel de moeite waard was geweest, gingen de ontvangers er zelf ook in geloven. Terwijl de mensen die 50 euro kregen dat bedrag op zichzelf hoog genoeg vonden om te doen wat de onderzoekers vroegen; ze wilden er best een leugentje voor vertellen. Maar ze deden hun taak niet met veel overtuiging, en presteerden dus veel slechter. Dit experiment leert dat in termen van motivatie en goed presteren de hoogte van de beloning wel eens contraproductief zou kunnen zijn.
    Als we dit plaatsen in het kader van de topsalarissen en bonussen blijft er weinig over van het argument dat het hier gaat om een ‘beloning’.... Variabele beloningen (bonussen) lokken voornamelijk strategisch gedrag uit. Dat wil zeggen, mensen doen niet wat goed is voor de organisatie, maar richten zich vooral op wat goed is voor hun portemonnee. Het wakkert enkel hebzucht aan. ...
    Om mensen te motiveren om een stapje harder te lopen werkt het doorgaans heel goed om te laten merken dat hun inspanningen erg wordt gewaardeerd en zinvol is. Een schouderklopje en mensen fatsoenlijk en rechtvaardig behandelen doet vaak veel meer dan een zak met geld. ...
    Een andere veelgebruikte, economische rechtvaardiging voor topsalarissen en bonussen, dat de internationale arbeidsmarkt hiertoe dwingt, klopt ook niet. De ‘arbeidsmarkt’ waar topsalarissen worden uitgedeeld is weinig transparant. En zoals alle economen weten, is er in een markt die niet transparant is geen relatie tussen vraag en aanbod.
    Dit leidt tot de conclusie dat topsalarissen en bonussen als ‘gedragsbeïnvloeders’ slechte instrumenten zijn. Er wordt ook geen hoger maatschappelijk doel mee gediend. Er is eigenlijk geen goede rechtvaardiging voor. ...


Red.:   Nog een bericht dat geen verdere uitleg behoeft:


Uit: De Volkskrant, 26-03-2011, door Yvonne van Dam

FNV, stop ook bonussen bij mijn pensioenfonds

Yvonne van Dam | Yvonne van Dam is werknemer in de zorgsector en lid van de AbvaKabo. FNV-voorzitter Agnes Jongerius en haar vakbondscollega's moeten de overmatige salarissen en bonussen bij pensioenfondsen direct beëindigen.

Tussentitel: PGGM is volledig afhankelijk van de staat en hoeft niet te concurreren

Na grote maatschappelijke verontwaardiging heeft de ING-top besloten toch maar af te zien van de miljoenenbonussen die werden toegekend door onder meer voormalig FNV-voorzitter Lodewijk de Waal. De volksvertegenwoordiging heeft een motie aangenomen om bonussen bij andere financiële instellingen die nog afhankelijk zijn van de staat met 100 procent te belasten.
    Vreemd genoeg zijn de bestuurders van mijn pensioengeldbeheerder PGGM vergeten, hoewel zij veel afhankelijker zijn van de staat dan ING. Anders dan bij ING kan ik mijn geld niet weghalen bij PGGM, want wettelijk is bepaald dat alleen het pensioenfondsbestuur hiertoe kan besluiten.
    PGGM is een financiële instelling die formeel kan concurreren, maar in de praktijk volledig afhankelijk is van de wettelijke verplichting van mij en mijn collega's in de zorgsector om pensioengeld te storten. PGGM en pensioenfonds PFZW worden beide bestuurd door werkgeversorganisaties en vakbonden. Na een reorganisatie die honderden miljoenen heeft gekost, mag PGGM nu concurreren, maar voorlopig heeft deze splitsing tussen pensioenfonds en uitvoeringorganisatie de werknemers in de zorg veel geld gekost en weinig opgeleverd. Hun pensioen wordt nog steeds verplicht bij PGGM gestort. Het enige tastbare resultaat van deze 'valse concurrentie' is dat PGGM van de Balkenende-norm verlost is.
    Net zoals Wim Kok en Lodewijk de Waal de miljoenensalarissen bij ING goedkeurden, hebben de tientallen vakbondsleden en andere PGGM-bestuurders - met daarboven nog een aantal lagen met PFZW-vertegenwoordigers - een directiesalaris van 491.000 euro inclusief een bonus van 68.000 euro goedgekeurd. Alleen het vaste salaris is ruwweg 20 keer het salaris van de gemiddelde verpleegkundige die zijn geld moet storten bij het pensioenfonds.
    Ik vraag me af waarom FNV-voorzitter Jongerius en haar collega's dergelijke salarissen goedkeuren bij een financiële instelling die volledig afhankelijk is van de staat en nauwelijks gevoelig is voor concurrentie. Het lijkt me een goede zaak als ook de bestuurders van PGGM onder de Balkenende-norm zouden vallen.
    Van concurrentie heeft PGGM immers nauwelijks last, want de zorgwerknemer mag zelf niet beslissen wie zijn pensioen beheert. ...
    Daarom vraag ik Agnes Jongerius en haar FNV-collega's: 'Stop deze overmatige salarissen bij pensioenfondsen.' Doet u dat niet, geef me dan de keuze om mijn geld weg te halen bij PGGM en op een geblokkeerde rekening te zetten van een bank die geen bonussen uitkeert. ...


Red.:    Oh ja, nog deze toevoeging: natuurlijk wisten degenen die het besluit namen om het beheer van de  pensioenen op die manier te gaan regelen ook wel dat er in de praktijk maar één ding van zou gaan komen: het verlossen van de norm op de beloningen. Dat was namelijk de reden dat ze het deden. De motivatie van de graaiende en stelende oligarchie uitleg of detail .
    Heel geleidelijk komen er meer schapen over de dam - eerst even de voortdurende dominantie van "recht van de sterkste"-mentaliteit die verspreid wordt vanuit de top van de maatschappij:


Uit: De Volkskrant, 09-04-2011, column door Peter Giesen

Bonussen

... Laatst praatte ik nog met mijn zoon over de bonussen van bankiers. Natuurlijk is het idioot als iemand een vette bonus krijgt terwijl zijn bedrijf door de staat overeind moet worden gehouden, vond hij. Maar als iemand op de vrije markt een gigantisch salaris verdient, waarom zou je hem dan moeten aanpakken? Kennelijk verdient hij het, anders zou hij het niet krijgen.   ...


Red.:   Het nog nauwelijks bediscussieerde misverstand van de vrije markt - die alleen bestaat in die voor pakjes boter, en zelfs die wordt gemonopoliseerd door Unilever.
    Vader Giesen weet ook wat beter:

  Maar wat vrije marktdenkers vaak vergeten, is dat de vrije markt ook maar een papieren model is of, zoals de filosoof Hans Achterhuis stelde, een utopie. Het is onzin dat inkomens tot stand komen in een blind en belangenloos spel van vraag en aanbod. Als dat zou kloppen, zou ook niemand zeuren over bonussen. Maar het is zonneklaar dat topmanagers misbruik maken van de macht om hun eigen salaris vast te stellen. Zelfs de Wall Street Journal schreef ooit dat er een soort vakbond van topmensen is ontstaan, van bestuurders en commissaren - vaak zelf (ex-) bestuurders - die elkaar schaamteloos de bal toespelen. De kredietcrisis heeft laten zien dat veel topsalarissen helemaal niet waren gebaseerd op objectief meetbare verdiensten. Integendeel, zelfs.
    De vrije markt bepaalt zulke salarissen niet, ze legitimeert ze alleen. De macht bepaalt het salaris, de markt wordt gebruikt om de macht te verdedigen. Heeft u bezwaar tegen mijn miljoenensalaris? Tja, het is nu eenmaal de vrije markt. Ik kan het ook niet helpen. Echt niet. Ik zou het nog sterker willen zeggen: de vrije markt dwingt mij om zo veel te verdienen.

Allemaal onzin, natuurlijk.
    Wat nog eens aardig op een rijtje gezet wordt door de volgende waarnemer:


Uit: De Volkskrant, 15-01-2013, door Pepijn van Houwelingen, technisch bedrijfskundige

Topbestuurder: ook voor u tien anderen

Veelverdieners in de publieke sector legitimeren hun inkomsten met absurde argumenten.


Tussentitel: Eerambt is tot tollenaarspost verworden

Zomaar een citaat uit het boek Onder Regenten, over de elite in het 18de-eeuwse Hoorn: 'Noch aan het ambt van schepen noch aan de regentschappen van de godshuizen en het weesmeesterschap waren enige inkomsten van betekenis verbonden. Het waren niet meer dan ereambten.' Noblesse oblige dus. Afgaande op de lijst met topinkomens die vorige week door minister Plasterk openbaar is gemaakt, denken Nederlandse bestuurders daar tegenwoordig wat anders over. ...
    Als we de lijst van minister Plasterk bekijken, valt op dat de motivering (legitimering) van de normoverschrijding vaak met één woord wordt afgedaan: marktwerking (of 'marktconform'). Een gevoel voor ironie en humor kan de Nederlandse bestuurlijke elite in ieder geval niet worden ontzegd. Uitgerekend in sectoren waar de marktwerking ver te zoeken of compleet afwezig is, zouden bestuurders 'marktconform' beloond moeten worden.
    Sinds wanneer worden publiek gereguleerde monopolies die met belastinggeld worden gefinancierd en niet failliet kunnen gaan tot de markt gerekend? En waarom is de Nederlandse bestuurlijke top - die in het algemeen toch niet bekendstaat om zijn liefde voor rechtse zaken als kapitalisme en (neo)liberalisme - als het over de eigen beloning gaat ineens zo verzot op marktwerking? Marktwerking waar, uitgerekend in dit geval dus, niet eens sprake van is. Want hoe is het anders te verklaren dat publieke organisaties die duidelijk niet functioneren ondanks hun wanprestaties gewoon kunnen blijven voortbestaan?
    Voorbeelden genoeg: van woningbouwcorporatie Vestia met haar miljarden kostende derivatenschandaal en de puinhoop bij een onderwijsfabriek als Inholland tot een toezichthouder zoals de De Nederlandsche Bank die geen toezicht houdt en daardoor gedwongen was met miljarden belastinggeld de banken te hulp te schieten. Sterker nog: de verantwoordelijke bestuurders blijven gewoon tonnen verdienen. Is dat marktwerking? Is dat marktconform?    ...
    Amerikaanse officieren die zijn uitverkozen voor een loopbaantraject tot generaal krijgen van hun instructeurs te horen dat, mocht een vliegtuig met hen erin neerstorten, ze binnen een oogwenk een lading officieren kunnen vinden van exact hetzelfde niveau: voor jou tien anderen. Nederlandse bestuurders hoeven zich echt geen illusie te maken dat voor hen niet hetzelfde geldt: er zijn wel degelijk voldoende geschikte mensen te vinden die voor 60 duizend in plaats van 160 duizend of 260 duizend euro een woningbouwcorporatie kunnen en willen leiden.    ...


Red.:    Een schets van de bekende situatie. Nu worden de argumenten één voor één afgetikt, precies zoals dat hier al gedaan is:

  'Maar we werken zo hard, we werken wel 80 uur per week, we verdienen wat we krijgen.' Werkt een leraar in het voortgezet onderwijs, een verpleegster in de thuiszorg of een Pool in een kas soms minder hard? En is hun arbeidsuur niet minstens net zo zwaar, belastend en vermoeiend als, laten we zeggen, vier uur vergaderen of stukken doornemen op de zachtleren achterbank van je auto met chauffeur?
    'Maar we hebben zoveel verantwoordelijkheid, we moeten zulke zware beslissingen nemen, daarvoor mogen we best goed betaald worden.' Is dat zo? Dus Elise Hoorn van woningbouwcorporatie Van Alckmaer met welgeteld drieduizend klanten heeft blijkbaar zoveel verantwoordelijkheid en moet zulke zware beslissingen nemen dat ze tweemaal zoveel (!) behoort te verdienen als president Obama? De legitimering van en excuses voor de publieke topinkomens zijn zo vergezocht en zo absurd dat ze op de keper beschouwd beledigend zijn en daardoor nog meer irriteren.

En hier ook al geconstateerd: het meesleep-effect:
  Het bedrag dat we moeten betalen is niet niets. Meer dan vierduizend personen op met publiek geld betaalde functies overschrijden de norm. Dan gaat het alles bij elkaar om een kleine miljard euro, net zo veel als de totale rijksbegroting voor cultuur. Zouden we niet de best betaalde 4.000 publieke functionarissen maar de best betaalde 40 duizend publieke bestuurders en medewerkers bekijken, dan kunnen we rustig aannemen dat het totale bedrag ergens tussen de 5 en 10 miljard euro zal liggen.
    Met andere woorden: de 40 duizend best betaalde personen in de publieke sector, nog geen voetbalstadion vol, kosten de belastingbetaler net zoveel en waarschijnlijk meer dan alle bijstandsgerechtigden (5,2 miljard) of werklozen (6,2 miljard): food for thought.

En tenslotte:
  Het materiële aspect is misschien nog wel het minst erg. Wat betekent het voor de betrokken organisatie in het bijzonder en de Nederlandse bevolking in het algemeen als publieke bestuurders met een salaris van tien keer modaal naar huis gaan? Wat is, om maar eens zo'n door politici veelgebruikt modern modewoordje te gebruiken, de 'signaalwerking' hiervan? En wat betekent het als onze bestuurders alleen nog maar in de duurste wijken wonen, hun kinderen naar privéscholen sturen en private gezondheidsklinieken bezoeken? Komen ze nog wel in aanraking met de rest van Nederland? En kan het ze eigenlijk nog wel wat schelen of het veilig en schoon is in de 'prachtwijken', of er problemen op gemengde scholen zijn of als ze in de krant moeten lezen dat er pyjamadagen in verzorgingshuizen worden geïntroduceerd?
    Maar misschien is de hypocrisie van deze, naar we toch mogen aannemen, in hun opvattingen althans, overwegend progressieve en sociaal bevlogen mensen nog het meest stuitend en onverteerbaar. Ze zijn met hun gedrag medeverantwoordelijk voor het cynisme, de onvrede en het wantrouwen dat heerst onder een substantieel deel van de Nederlandse bevolking. De oude regenten die Nederland groot hebben gemaakt, zouden zich vast in hun graf omdraaien als ze wisten hoe hun ereambten tot zulke tollenaarsposten zijn verworden.

De morele deprivatie van die lieden.
    En na vele jaren, een bevestiging van wat iedereen allang wist:


Uit: De Volkskrant, 22-10-2015, van verslaggever Wilco Dekker

Onderzoek: geen rechtvaardiging voor opschroeven inkomens

Internationale markt voor topbestuurders bestaat niet

De top van het Nederlandse bedrijfsleven is ondanks grote economische veranderingen in de afgelopen decennia nog voornamelijk Nederlands, met binnenlandse carrières en een vaderlands netwerk. Zelfs in een kleine en open economie als de Nederlandse zijn er nauwelijks aanwijzingen dat er een internationale markt voor topbestuurders zou zijn, waar in de discussie over topinkomens wel geregeld naar verwezen wordt.
    Dit stelt de Rotterdamse socioloog Rob Timans op basis van promotieonderzoek dat hij deed naar de Nederlandse bedrijfselite in 1976 en in 2009. Volgens het onderzoek, waarin de samenstelling van de top van 113 bedrijven en de twintig grootste financiële instellingen werd vergeleken, was bijna veertig jaar geleden 9 procent van de toplieden buitenlands. In 2009 was dat opgelopen tot 20 procent.
    Gezien de grote veranderingen in de economie sinds de jaren zeventig - de uitbreiding van de Europese Unie, de opkomst van internet - had de opmars van de buitenlanders, stelt Timans, veel groter moeten zijn als er echt een internationale markt was.
    Volgens de socioloog zijn de topbestuurders in Nederland wel internationaler geworden, zowel qua nationaliteit als qua carrière, door een tijdje te werken in het buitenland. 'Toch blijkt het idee van een internationale elite, die over de hele wereld zou opereren en zich overal kan vestigen, op basis van mijn onderzoek niet op te gaan.'
    Die internationale markt voor bestuurders duikt wel vaak op in de discussie over topinkomens. ING voerde het argument afgelopen voorjaar nog aan, bij de verhoging van de beloning van zijn top. De kloof met vergelijkbare bedrijven in het buitenland is 'onhoudbaar groot', aldus de bank.    ...


Red.:   Gore leugenaars, die slechts recht hebben op één ding: een plaats in het verdachtenbankje van het revolutionaire tribunaal. Met als mogelijke beloning: een gang van de Bastille richting het Grote Scheermes voor arrogante leugenaars en  bloedzuigers.
     De trend over 2015:


Uit: De Volkskrant, 18-03-2016, van verslaggevers Wilco Dekker , Xander van Uffelen

Topinkomens omhoog door stijging bonussen

De topinkomens in het bedrijfsleven zijn vorig jaar verder opgelopen. ...
    Het inkomen per bestuurder steeg dankzij de bonussen met 5 procent ...


Red.:    En de economie steeg met ergens tussn de 0 en 1 procent.


Naar Topinkomens, zelfregulering  , Economie lijst , Economie overzicht , of site home