Bronnen bij Rechtvaardiging topinkomens: de migratie
Nog een gegeven binnengekomen naar het schrijven van het artikel, augustus
2003, namelijk dat er eerder sprake is van een omgekeerde van een vlucht naar
het buitenland. Dit geldt in eerste instantie voor de tijd niet al te lang voor
2006, maar het wel laat zien dat in 2003 er in ieder geval geen gevaar van
vlucht was.
De Volkskrant, 19-05-2006, van verslaggever Merijn Rengers
Topmensen steeds vaker ‘van buiten’
Nederlandse bestuursvoorzitters verliezen de slag om de macht bij grote
internationale concerns. Van de AEX-fondsen die de afgelopen twee jaar hun baas
vervingen, koos slechts een kwart voor een Nederlandse chief executive officer (ceo).
In het buitenland is het aantal Nederlandse bestuursvoorzitters al jaren te
verwaarlozen.
Dit blijkt uit onderzoek van consultancyfirma Booz Allen Hamilton (BAH) onder de
grootste 2500 beursgenoteerde ondernemingen ter wereld. Het afkalvende aantal
Nederlandse bestuursvoorzitters is saillant, zegt Otto Waterlander van BAH.
‘Bedrijven kiezen voor een ceo die zijn succes elders bewezen heeft, en die komt
steeds vaker van over de grens.’
Deze trend is uniek voor Nederland. Terwijl Nederlandse
bedrijven verzot zijn op Franse en Belgische bestuursvoorzitters, neemt de
werkgelegenheid voor Nederlandse bazen over de grens niet toe. De toenemende
internationalisering van de zakenwereld speelt dus geen rol in de afname van het
aantal Nederlanders dat de touwtjes in handen heeft in het internationale
bedrijfsleven. ‘Van de 2500 grootste bedrijven wereldwijd, heeft een handjevol
een Nederlandse baas,’ zegt Waterlander. ‘Dat is al jaren zo en dit verandert
niet.’
In 2005 traden vijf nieuwe bestuursvoorzitters aan bij
fondsen met een AEX-notering: twee Belgen (Jean-Paul Votron bij Fortis en
Jean-François van Boxmeer bij Heineken) en drie Fransen (Patrick Cescau bij
Unilever, Eric Meurice bij ASML en Didier Keller bij SBM Offshore).
Uit het onderzoek blijkt verder dat bestuursvoorzitters veel
korter bij hetzelfde bedrijf blijven werken. Waterlander: ‘Ceo’s zitten
gemiddeld zes à zeven jaar op hun post. Tien jaar terug ging een baas twee keer
zo lang mee. De trendbreuk is het gevolg van activistische aandeelhouders en
commissarissen die zich nadrukkelijk bemoeien met de bedrijven waarop zij
toezicht houden.’
Het is de vraag of het binnenhalen van een grote naam van
buiten op lange termijn wel succesvol is. Een ingevlogen ceo behaalt op korte
termijn een veel hoger rendement dan een talent uit eigen kweek, maar op de
langere termijn blijkt dit juist omgekeerd te werken, aldus Booz Allen Hamilton.
|
Terug naar Rechtvaardiging topinkomens
, Hiërarchie
economie
, Hiërarchie sociologie
, of naar
site home
.
|