Zelfregulering voor de topinkomens

30 dec.2003

Onder zelfregulering valt ieder systeem waarbij mensen zelf hun eigen inkomen bepalen, of waarbij de inkomens van instellingen worden bepaald door een klein groepje toezichthouders, raden van commissarissen en dergelijke, omdat de groep waaruit de toezichthouders worden gehaald vrijwel altijd dezelfde is als die van de topbestuurders waarvan ze het inkomen vaststellen: de maatschappelijk-bestuurlijke elite.

Voor het systeem van zelfregulering het volgende maxime:
 

  Als zelfregulering een goed systeem is, moet het niet alleen voor de topinkomens gelden, maar voor iedereen ingevoerd worden.

Natuurlijk is niemand zo gek om zelfregulering voor alle inkomens voor te stellen. De reden is dat de meeste mensen niet te vertrouwen zijn met zo'n systeem, en meer zouden meenemen dan hun werk waard is.

Er is geen enkele reden die aangevoerd kan worden om te veronderstellen dat mensen die topinkomens hebben moreel beter in elkaar steken dan andere mensen. Er zijn eerder tekenen van het tegendeel, zie hier .

Voor topinkomens geldt bovendien dat nog sterker dan in de overige maatschappij de hoogte van het inkomen bepalend is voor de persoonlijke status . De ene directeur zal er dus naar streven meer te verdienen dan de ander. Waar hij zijn eigen inkomen kan bepalen, zal hij zichzelf dus meer geven tot aan dit statusverlangen voldaan is . Deze redenatie geldt echter ook voor alle andere directeuren, zodat er een vicieuze cirkel van verhogingen ontstaat. De bekende uitkomst van een vicieuze cirkel is een catastrofe. In dit geval is dat het failliet van het bedrijf. In de Verenigde Staten zijn grote concerns als WorldCom en Enron al ten prooi gevallen aan die catastrofe . Voor meer voorbeelden van falende zelfregulering, zie hier , voor een verzameling van bronnen over de resultaten, zie hier .

Er is dus geen enkele reden om te vertrouwen op de zelfregulering van topinkomens.


Addendum
09-06-2006: Het voorgaande is geschreven eind 2003, gebaseerd op eerdere waarnemingen en inpassing daarvan in het model ontwikkeld door de redactie. In de tussentijd is er veel gebeurd en gepubliceerd op het gebied van topinkomens, waardoor de oorspronkelijke links naar bronartikelen veranderd konden worden naar meer toepasselijke voorbeelden - het artikel wordt aangevuld in plaats van aangepast, om die ontwikkeling te laten zien.

Eén van die ontwikkelingen is het geval van de sterk stijgende topinkomens bij semi-overheidsinstellingen en halfgeprivatiseerde nutsinstellingen als energiebedrijven en woningcorporaties. Naar aanleiding daarvan is er vanuit de politiek een toenemende roep tot beperking van de inkomens in dit soort sectoren tot bijvoorbeeld dat van de minister-president, met als argumenten dat deze instellingen ook uit overheidsgeld gefinancierd zijn. Dat laatste argument is in feite overbodig - ieder vorm van zelfregulering gaat natuurlijk niet werken, zoals nog eens overduidelijk blijkt uit de volgende bron:


De Volkskrant
, 03-06-2006, rubriek Het Citaat

Kees Cools, hoogleraar corporate finance in Groningen en partner bij BCG bij een debat over topinkomens in de Rode Hoed op 31 mei in Amsterdam.

'Er is veel frustratie over de sterke stijging van de topinkomens. Deze frustratie is zeer begrijpelijk, maar gebaseerd op onbegrip en misverstanden.
    Topinkomens bestaan uit twee componenten: vast en variabel inkomen. Het vaste inkomen stijgt en stijgt, maar dat is, zeer helaas, onvermijdelijk geworden. Die eindeloze spiraal wordt namelijk veroorzaakt door sterk toegenomen openbaarheid. Iedere topman of -vrouw vergelijkt nu zijn of haar inkomen met dat van mensen in vergelijkbare functies. Iedereen die onder het gemiddelde zit zal vragen om een loonsverhoging. Bij variabel inkomen is vaak het probleem dat er geen goede relatie is tussen prestaties en beloning. Als de prestaties van een topman of -vrouw dalen, blijft de variabele beloning tóch gelijk, of stijgt zelfs.
    De Balkenende-norm is onzinnig. Men vergelijkt banen die niet te vergelijken zijn. Het premierschap brengt ook veel macht, status en toekomstmogelijkheden met zich mee. Dat geldt niet voor alle andere banen in de semi-publieke sector. Daar zullen mensen dus altijd meer willen verdienen. Helaas.


Red.:   De laatste conclusie in natuurlijk halfjuist: mensen zullen altijd meer willen verdienen, dus is iedere vorm van zelfregulering onzin. En dat hangt totaal niet af van een of andere vorm van baanvergelijking. De vele mislukte pogingen om te komen tot een beperking middels vrijwillige codes en dergelijke , laten op overtuigende wijze zien dat het enige dat gaat werken om topinkomens te beperken een sterk progressief belastingstelsel of een maximuminkomen is . Zonder dat is er feitelijk nauwelijks een limiet aan wat men zichzelf kan toebedelen, zie bijvoorbeeld hier  .


Naar Loon naar werken I , Houding van de top  , Economie lijst , Economie overzicht , of site home .