Bronnen bij Anglicisme vs. Rijnlandmodel, belangen: Frankrijk

7 sep.2008

Correspondent in Frankrijk Fokke Obbema heeft het lef om de belangentegenstelling te benoemen met haar oorspronkelijke term - zie het einde van het artikel:


Uit: De Volkskrant, 31-05-2005, door Fokke Obbema

Analyse | 'France d'en bas' benutte referendum om ieder die tot de elite behoort een tik op de vingers te geven

Frankrijk kent opnieuw klassenstrijd

Wellicht vertellen de volgende gegevens in een notendop het hele verhaal over het Franse referendum: Neuilly-sur-Seine, 82 procent ja. Roubaix, 60 procent nee.
    De eerste is een in weelde badende, witte voorstad van Parijs, waar showbizzlieden, topsporters en topmensen uit het bedrijfsleven elkaar op de zondagse markt op de schouders slaan. Daarentegen wonen in de arbeidersstad Roubaix, geteisterd door hoge werkloosheid onder met name de allochtone bevolking, gewone mensen in kleine, verveloze huisjes. De stad is van een deprimerende grauwheid.
    Dat soort verschillen kan wel eens het lot van de Europese Grondwet hebben bepaald. Zoals politicoloog Zaki Laïdi voorafgaand aan het referendum aangaf: ‘Wie zelfvertrouwen heeft, zal eerder ja stemmen. Wie ongerust is over de toekomst en minder zeker van zichzelf, stemt eerder nee.'
    De Franse uitkomst is, zo valt uit een analyse van de cijfers op te maken, het resultaat van een botsing tussen een ‘France d’en haut’ en een ‘France d’en bas’ - het geslaagde Frankrijk van welvarende mensen die de integratie van Europa met vertrouwen tegemoet zien tegenover het Frankrijk van de gewone mensen die met hard werken maandelijks net rondkomen.
    Angstig volgt die laatste groep de beslissingen van de elite. Bijvoorbeeld die van Franse managers die ervoor kunnen kiezen de productie van hun bedrijf naar China of Oost-Europese landen te verplaatsen of die, omgekeerd, goedkope Roemenen en Portugezen kunnen ronselen om hen tegen lage salarissen hier te laten werken.
    Dat het vooral het eenvoudige, werkende Frankrijk is dat zondag zijn afkeer heeft getoond, blijkt uit de uitsplitsing van de nee-stem naar beroepsgroep: driekwart van de arbeiders, tweederde van de ambtenaren en een meerderheid van de middenstand is tegen geweest. ‘Zij hebben het gevoel dat er alleen maar verkeerde beslissingen worden genomen, zowel op Europees als op nationaal niveau’, meent Roland Cayrol, directeur van CSA, een bureau voor politiek marktonderzoek in het dagblad Le Parisien. Alleen de intellectuele beroepen en het hogere kaderpersoneel stemden in meerderheid ja.   ...
    Waar staan de Franse media in de strijd tussen ‘France d’en bas’ en ‘France d’en haut’? De schrijvers van de commentaren in kranten kozen massaal voor het ja-kamp. Prompt werden zij door de voorstanders van het nee bij het ‘France d’en haut’ ingedeeld, waar vanuit sociaal-economisch perspectief ook wel wat voor te zeggen valt. Dat verbond van machtige politici en invloedrijke journalisten, allemaal voorstanders van de Grondwet, heeft nu een tik op zijn vingers gekregen, zo kraaide de rechtse nationalist Philippe de Villiers zondag van plezier.
    Die redenering bevat een kern van waarheid, maar is toch te simplistisch, want de rol van de media bleek complexer. Want zijn nee-campagne is zeker gebaat geweest bij alle aandacht voor het verlies van banen aan Oost-Europese landen en de komst van ‘Poolse loodgieters’ naar Frankrijk.   ...
    Met hun nee-stem hebben de Fransen d’en bas een hard merde (godver) uitgesproken tegen alles wat zich boven hen bevindt, meent CSA-directeur Cayrol. Weg met het liberalisme is de modekreet, omdat ook linkse Fransen wel beseffen dat ageren tegen het kapitalisme erg ouderwets overkomt. In de kern komt het daar wel op neer. Wellicht moet ook het begrip klassenstrijd na 29 mei maar weer worden afgestoft.
 

Terug naar Anglicisme versus Rijnlandmodel, belangen , Hiërarchie algemeen , of naar site home .