Angelsaksische versus Rijnlandse model: de toekomst

Voordat men hieraan begint moet het kristalhelder zijn waar het over gaat als we het over de toekomst van onze maatschappij gaan hebben. In de ogen van de redactie is dat het volgende: een maatschappij waarin de top een leven van volkomen vrijheid en onbeperkte luxe heeft, waarin ze de productie van goederen en uitvoering van diensten als ICT voor grootste deel hebben overgeheveld naar lage lonen landen, waarin een groot deel van de rest van het werk is geautomatiseerd middels diezelfde ICT, en waarin in Europa daarnaast vrijwel alleen nog plaats is voor laaggeschoold werk in zorg en verzorging en huishoudelijk hulp voor de top, waarvoor dan een enorm arbeidsoverschot bestaat. Het Amerikaanse voorbeeld laat zien dat de middenklassen hierbij grotendeels worden uitgeknepen, en teruggebracht naar het niveau van de lagere groepen. Dit alles is het gevolg van slechts een enkele attitude: dat de economie in zijn geheel beheerst wordt door het rendement op de investering, door het geld. Hoe dat er uiteindelijk uit kan gaan zien, is al uitvoerig in beeld gebracht, zie hier .

Het alternatief is een maatschappij waarin productie niet meer alleen voor het geld en/of het rendement wordt bedreven, maar ook voor het werk. Dat betekent dat een bedrijf of bedrijfstak die een matig rendement levert, maar niet door interne concurrentie verbeterd kan worden, toch aan de gang blijft, ten einde het werk dat er gedaan wordt in stand te houden. Dit is een dusdanig drastische stap, dat het noodzakelijkerwijs ook samengaat met een heleboel andere veranderingen in onze huidige maatschappij, die allemaal deel uitmaken van het Rijnlandse model. De grootste zijn dat samenwerking voor alles gaat, dat er vertrouwen is tussen de mensen, en de bereidheid in te schikken voor anderen als dat voor de groep of de grote maatschappij wenselijk is. De noodzaak van deze zaken voor het eerste, de economische verandering, zit erin dat zonder deze houding, de producten vanuit de slaven- en horigenwereld van het Anglicisme de markt van de Rijnlandse wereld zullen overstromen en verdringen.

Wat in Anglicisme versus Rijnlandmodel, belangen en Anglicisme versus Rijnlandmodel, politiek is gebleken is de tegenstelling van belangen tussen top en de rest van de maatschappij die met bovenstaande toekomstmodellen is geïllustreerd. Waar daar eerder nog twijfel over mocht bestaan, is dat in juni 2005 middels het referendum over de Europese Grondwet voor iedereen duidelijk naar buiten gekomen. En ook hebben we gezien dat het grootste deel van de politieke leidding en andere matschappelijke smaakmakers in de praktijk ook doet alsof ze deel uitmaakt van die top.

Zoals ook al eerder geconstateerd bestaat deze belangentegenstelling al veel langer, en is het nieuwe van de huidige situatie dat het naar buiten is gekomen. Dit is natuurlijk een ernstige zaak, aangezien het kan leiden tot politieke instabiliteit. De eerste teken van politieke instabiliteit kwamen naar buiten rond 2001/2002, met de opkomst van protestpartijen als de Leefbaren, Fortuyn en de LPF, en de relatief sterke fluctuaties in de politieke voorkeur van de Nederlandse kiezer die daarmee gepaard gaat. Deze instabiliteit was het gevolg van het naar buiten komen van de circa dertig jaar ondergronds gebleven zijnde belangentegenstelling tussen de lagere groepen en de politieke en maatschappelijke top over het allochtonen en immigratiebeleid.

De belangentegenstelling die nu naar buiten is gekomen is veel ernstiger. Was de eerste tussen lagere en hogere klassen, de huidige, over de maatschappelijke visie, is er een tussen de top en de lagere en de middengroepen. Het is niet een derde versus een derde, maar een derde versus tweederde . En het is uit de historie bekend genoeg dat het verloop van dit soort processen in hoge mate wordt bepaald door de positie van de middengroepen. En net als bij de allochtonendiscussie lijkt de groep die traditioneel de belangen van de lagere en deel ook de middengroepen vertegenwoordigen de belangen van hun doelgroep te verkwanselen ten gunste van eigenbelang en slecht doordachte principes  .

Het voorgaande is niet aan de redactie, maar ook door meerdere andere waarnemers opgevallen. Er is ook in min of minder bedekte termen gesproken in termen die neerkomen op het veelvoorkomende gevolg van een langdurige breuk tussen top en de rest van de maatschappij: revolutie . Wat de redactie met de voorgaande reeks artikelen meent te hebben aangetoond dat dit geen frivole opmerking, maar een zeer reële kijk op de situatie is. Dat betekent dat er zo snel mogelijk begonnen moet worden hiernaar te handelen. Want één ding is ook duidelijk uit de loop van de geschiedenis: revolutie is meestal een uiterst pijnlijk proces, dat als oplossing vaak erger is dan de kwaal.

Om snel handelen te stimuleren is het noodzakelijk om in heldere en simpele termen waar de te vermijden revolutie over gaat. In dit geval is dit, de eerste alinea nog wat condenserend, de
keuze tussen een wereld bestaande die uitgaat van de macht van het geld, bevolkt door oligarchen, horigen, en slaven, of een wereld die uitgaat van de menselijke waarde, bestaande uit een rijkgeschakeerde veelheid van groepen die hun eigen levensvervulling zoeken.

Zo geformuleerd zou de keuze voor de meeste mensen makkelijk moeten zijn. De werkelijkheid is dat de keuze niet makkelijk is, omdat in de overgangstijd de materiële rijkdom in de wereld van het geld aanzienlijk groter is. Het ontstaan van de betere wereld is dus doodgewoon dezelfde als de keuze die hier al eerder is besproken als de grote morele keuze: kiezen we voor geld of voor de waarden, of voor het materiële of het geestelijke . Methodes om dat toch te bewerkstelligen worden besproken hier .


Naar Rijnlandmodel vs Anglicisme, links , Angl. vs. Rijnl. lijst , Angl. vs. Rijnl. overzicht , of site home .